Nieuws- en Advertentieblad s ONS KONINKLIJK HUIS voor de Gemeenten Workum, Hem. Oldeph. en Noordw., Hindeloopen, Stavoren, enz. enz. Op reis il&J bent U in t bijzonder S De aanstaande Luchtbeschermingsoefening. Deelneming aan de Stemming in eene andere Gemeente II „zoogenaamde Oude Bolwerk" n il ZATERDAG 11 MAART 1939. No. 11 65ste Jaargang Officieel Gedeelte. Ynstjurd. IC Ik VAN 1880 TOT 1938 1 De eisch ran Staatspensioen is een eisch ran sociale rechtcaardigheid L Uitgave van T. GAASTRA Bz. te WORKUM Telefoon No. 45 - - Ut de aide „Friso’s” i T. Gaastra Bz. - Workum j a- K N TABLETTEN Dit blad verschijnt des Za terdags en kost per kwartaal 50 cents; franco per post 80 cents. Enkele Nos. 5 ets. Ingezonden stukken Donder dags voorm. in te zenden. Ad- vertentiën tot uiterlflk Don derdagsmorgens 12 uur, uit gezonderd familieberichten Nou scoe ik begjinne mei eat to skriuwen fen it spoar, of better sein oer de plannen dy 't Gelegen heidsgedichten uitgekozen door M. S. Juynbollvan IJsselsteyn de 1. •t ir Van 27 Maart a.s. zonsondergang tot 28 Maart d.a.v. zonsopgang zal een verduisteringsoefening gehouden worden in de 3 noordelijke provinciën. Deze oefening is dus bedoeld te duren van donker worden tot licht worden. Het is duidelijk dat, evenals in tQden van oorlog, het gewone leven, met de noodzakelQke beperkingen, )n niet in het donker zitten, want dat kunt U niet gedurende maanden wellicht volhouden. Richt één kamer van Uw huis zóó in dat U gewoon bezig kunt zQn en beveiig deze kamer tegen het uitstralen van licht. Flinke gordijnen en misschien zwart papier kunnen veel tot een goede afscherming bedragen. Bijzonder soort lampen of huls vormige schermpjes om de lampen voltooien vaak reeds voldoende deze eerste maatregelen. Probeert U zelf nu reeds wat gedaan moet worden om te voorkomen dat, waar ook, licht uit Uw woning uit straalt Volgende week kondig ik de gedragregels af. Een kleine toelich ting zal ik daaraan toevoegen. Met kleine materialen kunt U al vee bereiken. Dus ieder zelf aan den gang. Workum, 9 Maart 1939. De Burgemeester van WORKUM, W. M. OPPEDIJK van VEEN. as wy de frage-list De prjjs der Advertentiën is van 1—5 regels 60 cents, elke regel meer 7 cents Qrootere letters naar plaats ruimte. Buiten Friesland, uitgezonderd Familieberich ten, 10 cents per regel. Bjj abonnement belangrijk lager n e s, 1871. Och, och hwet moasten wy dochs froeger faek sunich wêze mei it reinwetter. As it yn in hiele tiid net reind hie en de amer de boaeijem fen de bak begoun to reitsjen, dan rop üs Mem al: >Net safolle wetter biuke hearl» ’t Is tsjinwirdich gans better, hwent wy sette de kraen mar iepen en spiele en waskje mar raek, Né hear it geknoei mei in hanwaskerskomke fol wetter is ofroun, sunich wêze is net mear nedich. Mar det men allear wol ris hwet al te min wetter brükte om liif en lea fiks to himeljen doch blyken ut it neifolgjende Rieds- forslach fen Gasterlan. (Juny 1871) Gaasterland. Door de gemeen teraad is, op verzoek van Dr. H. R. Snijders te Balk, besloten een badtoestel, ook geschikt voor het aanwenden van douches, aan te schaffen. De daarvoor te doene uitgaaf zal ruimschoots worden opgewogen door eene spoedigere herstelling van die zieken, wier genezing eenigszins afhankelijk is van het uitwendig gebruik van water. a- u Ie n n e, blootgesteld aan het ge- vaar van kouvatten.1^- Reist daarom-^— nooit zonder Aspirin^ M tabl. n et», en wanjeaakjei van 3 tabl. 19 at», oer it oanlizzen men hie yn 1872. ’t Wier al safier hinne det de lyn al ütset wier, ja alles wier foarelkoar mar der is nea hwet fen torjuchte kommen, It scoe in kerweike wirde fen 15 miljoen. It liket my better ta om der in oare kear mar oan te begjin- nen, hwent ik haw dizze kear noch eat oars te skriuwen. Yn de Friso fen 4 Maert haw ik it hawn oer it »Oude Bolwerk». For my wier dy namme alhielendal frjemd en frege do, hwa 't my üt 'e dream helpe koe. Yn andert derop krige ik fen Dr. J. Jansen üt Utert in bryfke en der stiet under mear yn »Jo freegje nei it bolwirk. Ik haw in kaert fen Warkum üt de atlas fen Blaauw, dy isteikene foar 1647, hwent de waech stiet er net op. Op dy kaert is to finen ,,’t Bolwerck”.< Fierder skriuwt Dr. J. »Dan haw ik ek in plattegroun der de waech wol op stiet, det is dos in lettere ütjefte, der stiet de namme »Bolwerck« op de strjitte skean tsjinoer >de Swan<. Dr. Jansen is sa frjeonlik wést om in kaertsje to teikenjen ho *t ien en oar neffens de bedoelde plattegroun wést hat. Spitich fyn ik dit, det it net dwaenlik is det kaertsje hjir by te printsjen. It »Bolwerck< wier dos it stik strjitte om en by de Noarder- bregge en dan sa nei de houtmounle ta. Langs de Kruislijnen der Europeesche Imperia. IX. Een onzer eigen medewerkers naar Corsica, Rome, Tunis, Lyblë, Egypte, ?alestina, Balkan- en Donaulanden. Een belangwekkende serie Reisbrieven. Uit Sfax, Tunisië. In Sfax, do hoofdstad van Zuid- Tunisië, de voornaamste handels- haven van het land, rust ik even uit van een kris-kras-tocht door de binnenlanden, o,m. door de oneindigs’ zandvlakten van de Sahara, de machtige melancholieke woestijn va Noord-Afrika, die hier en daar, të Gatès o.a. en ook by Sfax, tot aan de kust reikt. Het reizen door de Afrikaansche binnenlanden moge niet zoo bezwaar lik meer zQn als vroeger, de vervoer middelen mogen al minder primitief wezen, een onderneming is het nog wel. Langs een deel van de kust loopt een gemoedelijk spoortreintje, maar ’s lands diepte is slechts te bezoeken met een autobus twee trajecten of, overal elders, per kameel, het schip der woestijn. Ik heb al ondervonden, dat kamze len me ziek maken. Op ’n kameel voel ik me, zooals ik me voorstel, dat een geslagen bokser zich voelt na een roffel op z’n maag: je aarzelt of je met je hoofd vóór, dan wel achterover of opsjj uit zult duikelen. Dan kruip ik nog liever in een autobus, al zit die dan berstens vol met Arabieren, plus al do pakken, zakken en manden, welke een Ara bier oo reis vergezellen. Om yan hun Ijjfl lichtjes, weike toch ook inheud «tjn van zoo’n bus, te zwijgen. „Inte ressant” en „aangenaam” vereenigen zich niet steeds in een en dezelfde ervaring I De eindelooze zandvlakten, waar niets groeit, laat staanbloeit, stem men mistroostig en weemoedig. Bifl ben je, als je in de verte weer sens een paar boompjes ziet staan. Dan weet je tenminste, dat je een stukje te bewerken grond nadert, waar je’n paar inlanders zult aantreffen, die met behulp van een kameel den bodem bewerken en mét ’t beest onderdak vinden in een armzalig krot, van vier vlakke muren uit een soort leemcement opgetrokken. Pit toresk zijn de groepen tenten, welke hier en daar worden aangetrcffcn, van de altjjd met hun schamel vre rondzwervende Bedouïoen. Men stelle er zich echter niet te veel van voor! Ik kende óók de verhalen van rfike Bedouïnen sjeiks, wier tenten met kostbare tapijten zijn bekleed en behangen. Ik weet niet, of dergeljjke operette sjeiks nog in werkelijkheid bestaan, maar wat ik van de nomadengroepen zag, was bittere armoe en stinkende vuilheid. Behalve de flora ontbreekt ook de fauna op de kale, zanderige vlakten. Van klein wild heb ik geen spoor gezien en al beweren de inlanders, dat er nog wel tijgers huizen in de Tunisische velden, ik geloof er niet veel van. De tijger schijnt anders wel een dier te z{jn, dat den geest der inlandsche bevolking vervult; zver veelvuldig beelden ze hem af op kleedjes en andere gebruiksvoorwer pen, welke ze zelf maken. OasenIk heb er eenige bezocht. Een oase bad ik me altijd voorgesteld als een plasje water in de woestijn, met vier of v{jf palmen er om heen en een drinkende kameel. Zóó ziet men een oase meestal afgebeeld. Oasen echter zijn groote, vruchtbare vlakten in woestijngebied. Het Tuni- slsche gedeelte van de Sahara kent zeer rijke oasen, n.l. die van Gabès (de eenige, welke tot de zee reikt), van Qafsa, Tozeur, Nofta en Djerba. Elk van deze telt meer dan 200 000 (twee honderdduizend) palmen I Daarbij vindt men ook duizenden sinaasappelen- en citroenboomen, gewone appelboomen, bananen- en olijvenbooKsen, wijndruiven, tabaks planten enz. De vruchtbaarheid van een oase ontleent zich aan bronnen en stroomen; ’t nomadenvolkje tiert welig In deze contreien. De vriende- Iflke, blfle kinderen dezer nomaden hebben veel belangstelling voor den Itoerist, vooral wanneer die nikkelen muntstukjes in het water werpt. Dan De Burgemeester der gemeente WORKUM brengt ter kennis van belanghebbenden, dat een kiezer b{j de verkiezing van de leden van de Provinciale Staten, inplaats van In de gemeente, op welker kiezerslijst hij voorkomt, in een andere gemeente aan de stemming kan deelnemendie andere gemeente moet gelegen zQn in dezelfde provincie. De kiezer kan in die andere ge meente niet bij volmacht stemmen. De kiezer, die bij de aanstaande verkiezing voor de Provinciale Staten gebruik wil maken van deze bevoegd heid, deelt, ulterlQk veertien dagen vóór den voor de stemming bepaalden dag, in persoon ter secre tarie van eene gemeente aan den burgemeester of aan den daartoe door dezen aangewezen ambtenaar mede, in welke gemeente hij aan de stem ming deelnemen wil. Hjj geeft daarbij op zijn naam en voornamen, de dag teekening en plaats zijner geboorte, de gemeente, in welke hij op de voor deze verkiezing geldende kiezerslijst voorkomt, en een adres in de gemeente, in welke bij aan de stemming wil deelnemen, zoo mogelQk met aandui ding van straat en nummer; aan dit opgegeven adres ontvangt de kiezer, zoo deze bevoegd is aan de stemming deel te nemen, de in art. 53 der Kies wet vermelde oproepingskaart voor de stemming. Van de mededeeling wordt een ,n pear stêdden yn Fryslan, alear de schrlfteiyke verklaring opgemaakt, ienigste wier dy gjin forsterkingen hie zij wordt door den kiezer en door - - 3 s den burgemeester of den door dezen aangewezen ambtenaar onderteekend. Een afschrift van die verklaring wordt den kiezer uitgereikt. Workum, den 9 Maart 1939. De Burgemeester voornoemd, W. M. OPPEDIJK van VEEN. Verkrijgbaar in den boekwinkel van en dos ek gjin bolwirken (sjuch Eekhoff’s Geschiedenis van Friesland). En as ik nou myn miening sizze mei, scoe it den ek sa wêze kinne Ek yn üs tiid (nou is it gans for- bettere) wier Warkum noch earm oan beamtegrien en blommen lans syn wegen, de stêdsregearders üt dy dagen ju hiene der klearblikelik it mier oan en as üs foaralders den ris de Noarderhaven lans rounen seagen se dér oan de oare kant fen de Djippe Dolte sa’n aerdich paed, biplante mei do destiids swiere beammen, dy skaed joegen oant de wetterkant ta. En ho moai koe det wêze, as op in simmerneimiddei de ündergeande sinne mei hjar strielen, troch it tek fen blêdden hinne, de ruten fen de wenningen dér as yn ’e gloede sette 1 Hja wierne den miskien wol ’ris mei hjar tinzen by it moaije stik bolwirk det to Bolsert en Snits noch - z, - oerbleaun wier, en nou wier 'r net folie Cl fantasiefor nedich om dit fêst to lizzenIt gehiel wier yn forgongen tiden ófgraven, hwer it paed in bocht makket wier naturlik in bastion» west, en de grêft streamt noch altiid dêr lans hwet üs oerpake-en-dy de neiteam yn hjar forbylding as it Warkutner bolwirk neilitten hawwe I Mei de groetenissen, ’n ald-Warkumer. ir e, »r m ig De ütjower fen Friso wier sa goed om my it ynstjürde stik, teikene troch in Ald-Warkumer, en opnommen yn dizze krante, to besoargjen. Lit my dizze Ald-Warkumtner sizze det ik it mei syn lêzing oar it Bolwirk alhielendal iens bin. Ommers ek ut »De geschie denis van de stad Workum» skriuwn troch Ds. Siemelink, blykt det Warkum wier in iepen stêd, dos sünder wallen en grêften. Mar.... dochs Aid Warkummer, is er eat hwet ik net mei Jo iens bin. Sjuch ris, Jo skriuwe»det it diel fen de stêd det op it Dwarnsnoard oan de oare kant fen de Noarderbregge leit, fen de houtmounle óf oan de pompmakkery fen Boorsma, allear »Enige- burren» neamd waerd.» Nou mien ik mar to witten det it wier Algerburren». En yn dy miening stean ik nou yet noch sterker om ’t op it kaertsje hwet Dr. Jansen mei stjürde, it plak hwer 't wy it nou oer hawwe ek oanteikene stiet as »Algerbuijren<. Wis ek wier er in plak hwet »Einighe buijr< hjitten waerd. Neffens it kaertsje hwet ik haw, lei »Enige buijr» folie sudliker. Ik scoe hast sizze noch fierder as de Begyne. Oan Freark fen it Noard. Yn it artikel »Ut de aide Friso’s» stelle jo de frage of immen ek oanjaen kin hwer it »oude Bolwerk» to finen is. Hjir folget myn antwird Yn ’e aide tiid waerd it diel fen de stêd det op it Dwarsnoard oan de oare rant fen de Noardetbrêge leit, fen de loutmounle óf oant de potnpmakkerij fen Jacob Boorsma ta »Enigebürren< neamd. Yn üs tiid hjitte it ein, en sa scil it noch wol wêze, det bigoun by de feart fen Jan Mensinga (nou Kupers leau ik) inkeld »de Bürren». It oare stik, en binammen det hwet roun fen 'e brêge by Eelke swartferwer nei de houtmounle fen de Jong en Fekkes, hie de namme fen »it Streekje.» Nou wierne wy net allinne, om sa te sizzen, dêr as bern yn hüs, mar dêr stie ek üs widze en binne wy opgroeid. Us heit-en dy en ek de biwenners fen it Dwarsnoard sprieken fen »it Streekje». Det is dos, leau ik, düdlik. En nou de namme Oude Bolwerk». Dermei waerd bidoeld itselde paed det as »it Streekje» bikend stie, mar selden l\J waerd it sa yn it deistich libben neamd, v allinne wier er wol 'ris under de L alderen immen dy it sa nei foaren brocht, en as men den frege: »hwet bitsjut dy namme eigentlik den wist by neat to anderjen as>ja, hjir moat yn ’e aide tiid in bolwirk west ha.» Nou is it sa, det Warkum, mei noch Elts jier wirdt üs in list stjürd mei forskate fragen er op. Wy moatte dan dy fragen nei wierheid beanderje en dogge wy det net, dan kin us straf oplein wirde. Wy moatte dan opjaen hofolle wy fortsjinne hawwe, of wy eigendommen hawwe, mei of sünder hypotheek belestige. Wy prottelje dan wolris, dat dy ljue fen belesting yen suver it himd fen 't gat freegje, mar sa is it nou ienkear. Mar det men allear ek al fen freegjen wist biwiist in bericht üt Snits. Der wirdt noch hiel hwet oars frege as oan üs. Lês it marris troch. (July 1871). Sneek. Naar wy vernemen, moet door het gemeentebestuur in overleg met den heer ontvanger van ’s Rijksbelastingen, aan Zijne Excellentie den heer Minister van B. Z. een opgave worden verstrekt van personen, die vanaf f 10.00, telkens bij opklimming van f 5.00 in ’s rijksbelasting zijn aange slagen, of ze *s weeks één a tweemaal rundvleesch nuttigen, voor flinke betalingen zorgen, genoegzaam ontwikkeld zijn enz. enz. Wij zijn benieuwd later te mogen vernemen waartoe deze opgaven moeten strekken. Ik scoe sizze lit üs mar net mear prottelje hwer beanderje moatte. Nou stean ik op dit eagenblik net sa fêst op myn stik, mar ik scil dochs alle war dwaen om det ris üt to siikjen. Mülk kin ek in oar, üs üt ’e dream helpe. In oare kear mear Freark fen ’t Noard. Een kleine bloemlezing van oude en nieuwe dichtwerken met een 9 tal afbeeldingen van Koninklijke familie PRIJS 90 CENT it >9 1-44 r I u 5 >8 n n fl )t it k it- jn 10 et 30 10 :h in in te ht at je Uitsluitend verkrijgbaar In de oran]e*bandbul>je> van 38

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Friso nl | 1939 | | pagina 1