B
s
PM ROL
voor de Gemeenten Workum, Hem. Oldeph. en Noordw, Hindeloopen, Stavoren, enz. enz.
y fluid
Atfertearje yn „Friso”
TjaMf. EE
Fekansje
it donrp sünder
S
ZATERDAG 26 AUGUSTUS 1939,
65ste Jaargang
No. 35
i
Z
Plaatselijk Nieuws
Uitgave van T. GAASTRA Bz. te WORKUM Telefoon No. 45
„^j^CRÊME^ <5
Ld
Vu
luizen
LIJST van uit Workum vertrok
ken en aldaar gevestigde per
sonen over Juli 1939.
Herv. Gem. alhier, ds. J. Loos
Arnhem.
1
15
in
qeeff een
-
Dit blad versch^nt des Za
terdags en kost per kwartaal
50 centsi franco per post
80 cents. Enkele Nos. 5 ets.
Ingezonden stokken Donder
dags voorm. in te zenden. Ad-
vertentiön tot uiterlflk Don
derdagsmorgens 12 uur, uit
gezonderd familieberichten
De prijs der Advertentiën
is van 1—5 regels 60 cents,
elke regel meer 7 cents
Grootere letters naar plaats
ruimte. Buiten Friesland,
uitgezonderd Familieberich
ten, 10 cents per regel.
By abonnement belangrijk
lager
WORKUM. Beroepen bfl de Ned.
i te
Een veel moeiljjker te beantwoor
den vraag is, of w(j bulten den ko
menden oorlog zullen kunnen blij ren.
We moeten ons op het ergste
voorbereiden en voorbereid houden.
De techniek van den oorlog zal een
heel andere wezen dan die, welke
tot nog toe is toegepast. De lucht
macht zal een groots rol spelen in
den komenden oorlog. Het zal ons
moeilijk vallen om ook in de lucht
onze neutraliteit te verdedigen. En
ons grondgebied zal zoowel aan
Duitschland als aan Engeland van
zeer groote waarde kunnen schenen
als operatiebasis tegen den voor-
naamsten tegenstander.
Daartegenover staat, dat de onder
linge machtsverhouding in een nieu
wen Europeeschen oorlog wel niet
zóó danig zullen blijken te verschil
len, dat een der betrokken partflen
zich de weelde zou kunnen permit-
teeren om het samenstel van vijan
dige volkeren met één te vermeer
deren. Die overweging zal te meer
klemmen, naarmate we ons zoo goed
mogelijk bewapenen en reeds vóór
het uitbreken van den oorlog blijk
geven van onze paraatheid en van
onze vastbeslotenheid om het eigen
grondgebied zoo krachtig mogelijk,
éénsgezind van wil, te verdedigen.
De offers, welke we thans reeds
brengen door de militaire bewaking
van de grenzen, mogen door niemand
als nutteloos worden aangemerkt. Die
bewaking is een uiting van onze
vastberadenheid en ze is de noodza
kelijke premiebetaling op de door
allen begeerde uitkeeringhet behoud
van onze neutraliteit in den komenden
oorlog.
De komende oorlog...
Moge God de menschheid er alsnog
voor bewaren!
Md.
is tot heden uitgebuit om zich achter
eenvolgens voordeelen van grond en
goederen te verschaffen: we herin
neren aan den Anschluss van Oosten
rijk, de annexatie van het Sudeten-
gebied, de bezetting van Tsjechië en
die van het Memelgebied. Deze ver
overingen z{jn aangewend tot ver-
hooging van Duitschlands aanval»-
macht. Thans wordt Danzig opge-
ëlscht en Poolsch-Silezlë.
Gesteld, dat er straks weer een
conferentie wordt belegd, waarin
Danzig aan Duitschland wordt afge
staan. Dan zal daarna Silezië worden
bezet, zooals na de toewijzing van
het Sudetengebied Tsjechië werd
Ingepalmd. En dan krijgen we kwestie
over Hongarije, over het Zeven-
bergsche gebied van Roemenië, over
Oekrainlë, over Sleeswflk, over Hol
land en Vlaanderen en eindelijk
als in opeenvolgende conferenties
Duitschland alles werd toegewezen,
wat het begeert zullen Elzas en
Lotharingen worden teruggevorderd
en komt ook Engeland aan de beurt.
Duitschland kan niet anders I
Duitschland heeft alle bezit en ver
mogen geofferd aan zjjn weer- en
aanvalsmacht. De eenlge winstkans
Is: dat aan het DerdeRJjkdewereld-
rflkdommen toevallen.
Nu zal het duidelijk zijn, dat de
landen, die thans over een groot
deel der wereldrflkdommen beschik
ken, aan de Duitsche penetratie een
halt moeten toeroepen. Of dat „halt”
thans zal klinken, nu het om Danzig
gaat, of straks, als weer nieuwe
eischen worden gesteld, is van bij
komstige beteekenls voor de wereld.
De oorlog is menscheljjker wijze
gesproken onafwendbaar. De oorlog
ontstaat nu, d.i. een der eerstvolgende
dagen of weken, ofwel binnen enkele
maanden, in het beste geval over
enkele jaren.
OORLOG
Onze positie in het komende
conflict.
Wat denk je ervan? Zou er
oorlog komen?
Honderd en méér malen heeft men
mij in de laatste maanden die vraag
gesteld. Niet omdat ik voor expert
doorga in dergeljjke zaken, maar
eenvoudig omdat zoo goed als alle
menschen gewoon z{jn geraakt om
elkaar over dat belangrijke onderwerp
uit te hooren.
QewoonlQk haal ik ten antwoord
mijn schouders op. Want een duide
lijker antwoord wordt tóch niet ge
waardeerd: Men vraagt, maar ieder
een heeft z’n eigen gedachten en men
laat zich door geen Andere overwe
ging beïnvloeden. Ofwel de vrager
Is volkomen spoorloos en is door geen
rede op een bepaald pad te leiden.
Men vraagt en vraAgt; men telt het
antwoord niet. Het vragen is niets
anders dan een uiting van onrust.
En toch is de vraag belangrijk ge
noeg om eens in rust en met rede
naar het antwoord te zoeken. Zoeken,
meer kunnen we niet doen. Want
óf een volk er al of niet toe zal over
gaan om de wereld aan de onderlinge
vernietiging prijs te geven, is niet
enkel aan menschelQken willekeur
ter beslissing overgelaten, maar vóór
alles een zaak van de Voorzienigheid,
Die in het heden zal tusschentreden,
wanneer een thans te voeren oorlog
niet past in het kader van de toekomst
welke de Schepper aan de wereld
heeft voorbehouden.
voor huidverfraaiing
Maar ongerekend hoogere tusschen-
komst, wat zal de naaste toekomst
ons brengen als resultante van de
hedendaagsche verwikkelingen Oor
log of vrede
En dan kan het eenlge logische
antwoord slechts zfln: oorlog.
De oorlog kan reeds woeden over
enkele dagen en *t is mogelQk, dat
hQ nog een paar weken, maanden,
misschien zelfs een paar jaar uitblijft
maar h{j is menschelQk gesproken
onafwendbaar.
En daarom is het nuttig om ons
met de gedachte er aan vertrouwd
te maken.
Zeker, inmiddels moeten we, zoo
goed we kunnen, voor de vrede
bleven ij veren. Al ware het maar om
ons daardoor de genade van den
vrode waardig te maken. MAAr: de
wereld drijft op heden onafwendbaar
naar den oorlog.
De toekomstige strijd zal op de een
of andere wjjze worden begonnen
door Duitschland (al of niet tesamen
met Italië). Begonnen met een geweld
daad, welke andere landen tot reactie
wekt.
Men moet deze uitspraak aanvaar
den, omdat ze logisch is. Ze komt niet
voort uit anti-Duitsche gezindheid,
maar eenvoudig uit de rede. Die
uitspraak laat bovendien de moreele
verantwoordelijkheid voor de te
stellen oorlogsdaad buiten beschou
wing.
Duitschland stelt de gewelddaad,
die tot oorlog zal leiden, ómdat
enkel Duitschland daar belang bjj
heeft. Het zou misschien juister
kunnen zQn om van de as-mogend-
heden te spreken in plaats van enkel
Duitschland te noemen. Maar Duitsch
land is in elk geval de gangmaker
van de as.
De overige Europeesche groot
machten hebben in den jongsten
oorlog alles verworven, wat ze be
geerden. Hadden ze méér vanDuitsch
land willen nemen dan ze deden, dan
hebben ze daartoe de gelegenheid
gehad. Die overige Europeesche
grootmachten hebben thans dus enkel
belang bjj behoud en een oorlog te
verwekken zou voor hen beteekenen
alles weer in de waagschaal stellen.
Duitschland heeft zich een militaire
macht opgebouwd als nimmer te
voren; heel zfln economie heeft het
dienstbaar gemaakt aan militaire
machtsvorming. Alles staat er op
één kaart. Met leger en vloot en
luchtmacht, waarin het nationale
vermogen voor honderd procent is
gestoken, moeten de rijkdommen van
anderen worden veroverd óf Duitsch
land is tot eigen ondergang gedoemd.
Er is voor Duitschland geen weg
terug.
De vrees van andere volkeren
Voor do verschrikking van oen oorlog
111.
It petear mei myn nye frjeon roun al gau tige flot eu it praet
kaem op de pelysje. Hwent elts scil hast wol begripe kinne, det
op in plak hwer 't safolle minsken byelkoar binne ek pelysje
nedich wêze kin. Al scil it dan net weze foar de minsken yn it kamp
seis, mar faek wol foar dy ’t er net heare. Der binne hjir net allinne
pelysjes, sa ’t wy dy kinne, ik bedoel manljue, mar ek frouljue
dy ’t det baentsje hawwe. En dat is nedich mei it each op de
controle dy 't halden wirdt. Né, it is hjir mar net sa, det men
jouns of yn ’e nacht mar yn de tinte krüpt hwer ’t men wol.
Oarde en regel net allinne op pompier, mar der wirdt ek de han
oan halden. Ik kaem do ta de frage >Barre hjir wolris dingen
det de pelysje yngripe moat Ik bedoel ünienigheid twisken de
minsken under elkoar En grif kaem it andert>Hwet det
oanbilanget kinne wy it hjir lokkich wol sunder pelysje dwaen.
As yn alle stêdden en doarpen de minsken sa yn frede libben as
by uzes, nou dan scoe it er yn 'e wrald moai grif aerdich better
utsjen as op dit stoun. Mar sjuch wy moatte ek weitsje det er
neat stellen wirdt en it is sa, det men gerêst de fyts buten de
tinte stean litte kin, hwent men komt er it kamp net mei ut.<
>Ik haw niis heard,» sa frege ik hwer, >det hjir rom fiif tuzen
minsken binne. Hwer komme dy almeast wei
>Nou fierwei it greatste diel üt Amsterdam en de Saenstreek
en herders üt sahwet alle dielen fen it lan. En dan ek frijhwet
üt it bütenlAn, ik neam dan üt België, Ingelan, Sweden, Dene
marken en Noarwegen,
En nou is it wol aerdich fen dy minsken det in bulte fen
hjarren, yn in boek hwet hjir leit, opskriuwn hawwe, ho 't hja it
hjir nei ’t sin hiene. It oardiel fen allegearre is tige ginstich.»
*Hwet oanbilanget it besyk üt de underskate provinsjes, rint det
noch al in ein Atelkoar
De man siet yn in boek to sjen en sei do >Ja, de iene provinsje
by de oare skeelt noch al hwet. Minsken üt Fryslan krye wy hjir
mar ris hiel inkeld. Hwer 't him det oan leit is foar üs in greate
frage, hwent üt oare plakken heare wy det der wol fen jo lansljue
komme. Mülk witte jo in andert op dy frage».
Mar ek my is it noch net dudlik ho ’t it komt, det de Friezen,
dy’t men dochs oeral fynt, it paed hjir hinne noch net foun hawwe,
Op myn frage of it kamp allinne yn ’e simmer iepen is, krige
ik ta beskie >Hwet üs oangiet, kinne de minsken hjir it hiele
jier troch wol hushalde, mar det scoe hjarren by froast en snie
net foldwaen tink. Mar tige lang is it hjir net leech. It foarge jier
kamen de earsten al op 27 Maert en wier yn Maije it spil al fiks
beset. Der binne hiel hwet dy ’t de hiele simmer yn 't kamp
hushalde. De man giet deis nei syn wirk, (almeast yn Amsterdam
de bêrn nei skoalle en de frou soarget, kerkt sa goed as yn hjar
eigen wente det it spul in oarder is.» Ik tochte sa by my seis,
elts syn sin, mar om nou de helt fen ’t jier yn in tinte to krüpen,
scoe neat foar my wêze.
Om ’t ik al wer aerdich hwet heard hie, naem ik ofskie fen de
man dy ’t my sa frjeonlik to wird stien hie en gong it kamp yn.
Besküle under ’e beamen, almeast lege dennen, steane hünderten
tinten. Tinten, tige rom, mei in werande, wen- en sliepkeamers,
faek hiel appart in keuken, mar ek tinten sa behindich det it
bedspil oerdei buten lizze moat, om ’t er oars gjin romte is om
to sitten. Mar ien ding is yn allegearre itselde, de kreazens, en ek
de >practische« ynrjuchting.
Sa dwaelende wei kaem ik yn de winkelstrjitte. Fenseis ek tinten.
Fen alles is er yn it kamp to kryen, hwet foar de biwenners in
great gemak betsjut.
Om ’t eltse tinte net oansletten is op ’e wetterlieding, binne er
op ünderskate plakken in hiele rige kranen makke, mei bakken
er under, sa det men der as ’t moat ek waskje en spiele kin.
Sa is hjir alles yn oarder en berekkene op in great tal minsken.
Hwet my opfoel, wier de rêst en de stiltme op dit plak. Wol
seach ik sa hjir en der in stikmanich bêrn, mar oars, né it like
wol utstoarn. Do’t ik lykwols oan ’t ein fen it kamp kaem, hie
’k al gau yn 'e rekken werom it sa stil wier. Yn it dun seach
ik hiele kloften op it stran ta setten. En dan is er in great
sportterrein. Der is dos oan alle kanten óflieding.
Sa haw ik in ure manich swalke, yn it doarp sünder huzen
in doarp opboud fen latten en linnen. As ik myn oardiel sizze
moat oer hwet hjir troch de provinsje Noard-Hollan oanlein is,
dan kin det nea oars weze as waerdearing. Foar de minsken dy't
kampeere wolle, is it hjir in >ideaal oord», en foar de alden
hwaens bêrn er yn ’e fekansje mei de tinte op utgeane, grif in
greate gerêststelling to witten, det er op dit plak foldwaende op
tasjoen wirdt, det it kampeeren net üntaerdet yn in wylde boel.
Lit my dan as leste noch efkes meidiele hofolle kaerten, om
troch it dun to gean, er yn 1938 utjown binne. 78.826 dag
kaarten 2.306 maandkaarten en 24 jaarkaarten. In bewiis dos,
det hjir wol folk komt, hwent hjir by binne net berekkene de
bêrn ünder de fjirtsjen jier, dy mei men fry meinimme.
En ta beslut wol ik graech de winsk utsprekke, det ek myn
lansljue dit «Recreatie-oord» ris opsiikje. En dan net allinne it
kamp, mar ek de dunen en it bosk net forjitte scille.
Freark fen 't Noard.
Ingekomen
Jurjen Bakker, van Heidenschap
(Hem. Oldephaert c.a.) naar G 78.
Jantje Hiemstra, van Hindeloopen
naar G 220. Anna de Witte, echtgen.
van Rein Blom, van Ferwoude naar
D 86. Heine Gosse Oosten, van Bols-
ward naar E 39. Catharina Maria
Faber, van Bolsward naar E 5. Wfltze
Valkema, van Oudega (Wjjmbr.) naar
G 293. Catharina Bruins Slot, echtgen.
v. Klaas Fokkens, van’s Gravenhage
naar Workum, aan boord Entreprlse.
Sjoukje van der Zee, van Warns naar
G 276. Maria Willemina van Ommeren,
echtgen. v. P. S. Scheltema, van
Sprang-Capelle naar G 13b. Joseph
Ketelaar en gezin, van Ned. Indië
naar A 7. Johannes Witteveen en
gezin, van Sneek naar B 3. Anne de
Haas, van Cornwerd naar F 102.
Susanna Westra, van Ouder Amstel
naar D 87.
Vertrokken
Theunis de Jong, van G 12 naar
Tjerkwerd no. 121. Hinke de Vries,
van G 120 naar Naarden, Djjklaan 22.
Gerbrig Mulder, van C 44 naar Hin
deloopen, Kerkbuurt C 24. Dirk ten
Dam, van B 124 naar Balk B 318.
Taede Kingma, van G 258 naar Ter-
naard no. 207. Sletske de Jong, van
G 121 naar Bussum, Brediusweg 37.
Wiebelina Huitema, van B 21 naar
Sappemeer, Noorderstr. 65. Jouke
Visser, van G 65 naar Sneek, J. W.
Frisostr. 2. Baukje Folkertsma, van
G 249 naar Munnekeburen no. 46
(Weststelllngwerf). Elizabeth DJjkstra,
van G 152 naar Bolsward. le Hol-
landiastr. 29. Klaaske Korfmaker,
van F 100 naar Bolsward, Polle 5.
Gatze van der Meer, van B 93 naar
Sneek, Franekervaart 24.
Benoemd met ingang van
Augustus als Hoofdverpleegster
het Adriana Koenenhuis der Ned.
Herv. Kerk te Haarlem, onze vroe
gere plaatsgenoote mej. Zr. E.
Walstra, die eveneens op voordracht
als no. 1 voor hoofdverpleegster
voorkomt by de gemeente Rotterdam.
24 Aug. Op het heden te Oude-
mirdura gehouden zang- en muziek
concours behaalde onze Zangvereen.
„T.a.v.e.n.u.”, dir. de heer J. B.
Dijkstra, in de le Afd. een 2e prQs
met 180 punten.
Postduivennieuws
De wedvlucht vanaf Roermond
(218 km.) voor jonge duiven Zater
dag j.l. gehouden door de P.V. „De
Luchtbode” alhier, verliep zeer traag.
De duiven werden ’s morgens om
11 uur met N.O. wind in vrQheid
gesteld en de eerste vogel werd
geconstateerd om 4.15 uur. Ook z(jn
er nog verliezen.
De volgorde der binnenkomende
duiven was als volgt:
G. Wouda 1, 5
J. Wiersma 2
J. Bokma 3, 7
M. Siemonsma 4
H. Wouda 6
Zaterdag a.s wordt gevlogen
vanaf Ejjsden (245 km.) waaraan als
le prijs is verbonden een fraaie
wisselbeker. Dit belooft een span
nende strjjd te worden.
Koninginnedag wordt gehouden een
wedvlucht vanaf Eindhoven (165 K.M.)
voor oude en jonge duiven, waarvoor
eenlge prjjsjes zjjn beschikbaar ge
steld. De wedvlucht voor jonge duiven
vanaf Apeldoorn vindt plaats Zaterdag
2 September.
II
8
i
i
FRISO
Nieuws- en Advertentieblad
l
Ja doozea van 30-60jen 90 ct. Tube S0 ct.
Bq Apoth.efl Drogiittn
V.'v.T. v.v.v-Y.T. Y.T’.Y’ZT.VL'T'.T.TL V. T«T.
yyS s_z k_z '_x >_x x_x ^4
I