Nieuws- en Advertentieblad
antes,denkl
Bil
voor de Gemeenten Workum, Hem. Oldeph. en Noordw, Hindeloopen, Stavoren, enz. enz.
if C0RSETBAND 1720l'
BRANDSMA's
Een tocht met onbekende
bestemming
?/zzp ge snelheid,
Distributie Motorbrandstof.
I
ZATERDAG 29 JUNI 1940,
66ste Jaargang
No. 26
I
Officieel Gedeelte
w
Ut de aide Frisos
Wenscht U nog een prima
NAAIMACHINE
Salonkasten en enkele Handmachines
Uitgave van Fa. T. GAASTRA Bz. te WORKUM
4
Tweede
F. f. ’t N.
Spannende dagen in
>Holland<
U-
Dit blad verschflnt des Za
terdags en kost per kwartaal
50 cents) franco per post
80 cents. Enkele Nos. 5 ets.
Ingezonden stukken Donder
dags voorin, in te zenden. Ad-
vertentiön tot uiterlgk Don
derdagsmorgens 12 uur, uit
gezonderd familieberichten
In praetsje oer JirpeltaertDoppeihé lenheidsklean
en al sa mear.
De prQs der Advertentiön
is van 1—5 regels 60 cents,
elke regel meer 7 cents
G rootera letters naar plaats
ruimte. Buiten Friesland,
uitgezonderd Familieberlcb
ten, 10 cents per regel.
By abonnement belangrijk
lager
laan v
draagt
ALLEEN-VERKOOP
Manufact handel - Workum
gelande parachutisten ten doode
gedoemd. De Engelscben waren in
Hoek van Holland geland, de Fran-
schen streden in Noord Brabant ja,
onzen zaak stond er goed voor. We
snelden de overwinnirg tegemoet.
Maar den anderen ochtend...
(Wordt vervolgd).
(DIXI)
Vierde oorlogsdag.
Pinksterdag.
Ja, nu weet ik het precies te ver
tellen, dat ’t toen de vierde oorlogs
dag on Tweede Pinksterdag was,
maar onder het woeden van den
oorlogsgeesel was ons elk begrip
van tijd ontschoten. Telkens weer
betrapte ik me er op, dat ik me
vergiste In datum en dag. Alles was
uit het gareel van het gewone doen
los; de eene dag leek op den anderen
en geen enkele dag was als vroeger.
Men voelt een geestelijke slapte en
mistroostigheid over zich komen.
Moet het leven zóó voortgaan? Is
dat nog leven
Ik was een hoop nachtrust tekort
gekomen en van het voornemen om
althans deze scha eens „lekker” in
te halen, komt niets terecht. Eiken
keer als een eskader vliegtuigen
over de stad heendreunt, ben je
wakker, zoo al niet van het gebrom
der motoren, dan van de krakende
slagen van het afweergeschut. En
onwillekeurig denk je dan: hls er
nou eens wat gebeurt, als er hier in
den omtrek een bom neervalt of een
Dizze earefrisel oan hjar dy’t ek yn dizze tiid wer de swierste
sile lüke moatte, fouti ik in moaie ynlieding.
Elgersma hie er slach fen, om yn in riglemanich to tortellen,
ho’t de tastan wier. Yn de Friso fen 8 Juni 1918 stiet in Brief
fan Sijke, an heur dochter in Amerika. Dizze brief is skriuwn yn
it Stedsfrysk Sa goed my bekind is, wier Elgersma in Frjentsjerter
en it blykt düdlik en klear, dat hy neist it Frysk ek it steds
frysk goed machtig wier. Ik haw nou gjin romte mear, dos scil
ik de oare kear mei dy brief begjinne.
Nieuwe regeling per 1 Juli.
De burgemeester van WORKUM
vestigt er de aandacht van belang
hebbenden op, dat met ingang van
1 JULI 1940 een nieuwe distributie-
regeling voor motorbrandstof, waar
onder wordt verstaan benzine, benzol
en gasolie, in werking zal treden.
Op dien datum vervallen alle andere
voorschriften en regelingen ten aan
zien van het afleveren en verbruiken
van motorbrandstof, alsmede de op
grond daarvan afgegeven vergun
ningen.
Aanvraagformulieren voor het
verkrijgen van een nieuwe vergun
ning zjjn gratis verkrijgbaar by het
distributiekantoor.
De aandacht wordt er op geves
tigd, dat z(j, die eenlge weken ge
leden een aanvraagformulier voor
motorbrandstof hebben ingevuld en
toegezonden aan „Minof” te Leeu
warden, thans opnieuw een aanvraag
formulier dienen in te vullen en aan
het daarvoor bestemde adres toe te
zenden.
Workum, 20 Juni 1940.
De Burgemeester voornoemd,
W. M. OPPEDIJK van VEEN.
Wn.clit dan niet langer. U ontvangt INU
- nog- de bekende oude kwaliteit
Wij hebben nog- voorradig
Beleefd aanbevelend,
Ik moest me dien dag hier en daar
aan een militair bureau vervoegen,
maar waar je ook binnenstapte in
dsn gang van zulk een bureau, over
al zag men dadelijk een geweer op
zich gericht uit vrees voor een ver
raderlijken overval. De burgers
liepen allen met hun distributiestam-
kaart in de hand, welke ze van
post tot post moesten vertoonen.
„Daar moet U een pasfoto opplakken
commandeerde dien morgen elke
soldaat. „Vanmiddag kom je zonder
pasfoto niet meer op straat!” De
meeste menschen wisten nog wel een
„kiekje” van zich zelf te vinden,
maar niettemin stonden dezen dag
hopeloos lange r(jen wachtenden
voor de vele zaken van snelfotografen.
De politie regelde er de orde; ’n
enkelen zaak op dit gebied, welke
van de gelegenheid té zeer door
prjjsverhooging had willen prefitee-
ren, werd gesloten.
’s Middags was er een nieuw com
mando. De foto op de distributiekaart
moest gestempeld worden. Waar?
Dat wisten de soldaten, die het bevel
gaven, net zoo min als de vragen
stellers. De bedoeling zal geweest
zijn, dat zulks op het Bureau van den
Burgeljjken Stand zou geschieden,
maar hoe is het mogelfjk, dat heel
Den Haag op één middag en dan
nog wel op Tweeden Pinksterdag
de distributle-stamkaarten met-foto
laat stempelen
Eenige hulppostkantoren brachten
voor velen uitkomst. Eaarbezigdemen
met vernuft en snelheid het datum-
stempel ter waarmerking van de
stamkaart met pasfoto I Er werd geen
enkele notitie genomen van raam of
kiekje ratelend sloeg het stempel
en op deze wijze konden er honder
den menschen per uur door ééa
ambtenaar aan een voorloopig
voor dien middag althans geldig
legitimatiebewijs worden geholpen.
Onder al de bedrijven door loeiden
herhaaldelijk de sirenes voor lucht
alarm, werd er geschoten en „dekken”
gecommandeerd in de straten en
sloot de eene bakkerij na de andere,
nadat een papier met „uitverkocht”
was aangeplakt, op de deur.
In de groote café’s, in het centrum
der stad gelegen, was het stil, maar
in de buurtzaken was het druk. De
menschen waren opgewonden en
optimistisch. De verhalen over ver
raad vervulde de sfeer der kroeg-
lokalenhaat en wraakgevoelens
werden lulde gelucht. Men wist, dat
er in de buurt van Rotterdam hevig
In jieimanich lyn siet ik ris by immen to jounpraten en do
rekken wy oan it forhael oer de jieren 19141918. De man by
hwa ’t ik wier, helle do aide breakaeiten, bonne boekjes en al
sok ark mear for ’t Ijocht en sei>Det haw ik bewarre as oan-
tinken oan de beroerde tiid dy’t wy do troch makke hawwe.<
Wy hiene do net dreamt, dat wy yetris in tiid belibje seoene
dat er suver neat sunder bonnen to kryen wêze seoe. Opny
draeit it libben om bonnen en nochris bonnen. Nou leit it net
op myn wei om oer de >distributie< fen dizze tiid to skriuwen,
mar wol scil ik hwet ophelje üt de jieren 1914’18. De tiid fen:
JirpeltaertDoppethélenheidswoarst en al sa mear. En it is
alwer de Friso, dy’t de tiid forstie en Fryske ferskes opnaem,
dy’t sa’n krekt bield jowe ho it do wier.
Ik foun hiel hwet wirk fen de sa ier forstoarne Fryske
dichter G. Elgersma. Hy waerd de Fryske Speenhof neamd en
hwa ’t syn lietsjes kin, scil tajaen moatte, dat mei dy namme
grif net to folie sein is.
De Friso hat hiel hwet wirk fen Elgersma opnommen en ik
wol begjinne mei: >Oan üs Hüshaldsters«.
Hwa hat tsjinwirdich ’t swierste plak
Hwa krijt mar skraelwirk hjar gerak
Hwa rint roungear fen t swiere pak,
Dat disterbüsje skout op ’t jak
Hwa draeft en bokselt dei oan dei,
En wirdt hast under ’e kaertsjes wei
Hwa rint de holle soms hast troch,
Fen al dat kaert en bongedoch
Hwa moat der yn ’e rige stean
Om smoar ef aeijen, stopjêrn, klean,
Om thé en kofje in nütsdop tol,
Om skylfisk, ienheidswoarst en skol
Hwa harsenskrabet let en ier,
En komt net roun mei üs deihier
Hwa hat fen branje krapte lést
Hwa lit de breakaert nea mei rêst
Hwa kryt in toarn yn ’t earme hért,
As hja de wask yn ’t wetter set,
Der ’t net in kromke sjippe yn sit
Hwa brekt dan üt it kalde swit
Hwa jowt dochs nea de moed forlêrn
Hwa soarget mar for man en bêrn
Hwa haldt mei oerliz en torstan
It stjür yn ’t spil, mei fêste ban
Binn’ dat üs fikse frouljue net
Hüshaldsters, man nim óf de pet 1
En jouw dy striidsters rom en ear
Hwent sunder hjar wier’n wy net mear.
Haag geschiedde - dan is m(jn
stoffelijk overschot voor de puin
ruimers. De gedachte aan zulk nood
lot is in een gewoon buitenhuis
„ergens in de provincie” veel minder
opdringerig dan op de hoogste etage
van een groote stadswoning
Enfin, men is blQ, als het daglicht
weer goed is doorgebroken en man
zich in de vroegte op straattusschen
de menschen kan bewegen, die druk
en opgewonden elkaar de meest
onwaarschijnlijke dingen staan te
vertellen, totdat een knal, gevolgd
door het geroep van „dekken” ieder
een weer de winkels, open gangen
en portieken Injaagt. De tallooze,
zich elkaar opvolgende scènes van
deze soort, leken wel oefeningen
voor een filmopname, ’t Was, of er
zich ergens een regisseur verdekt
had opgesteld, die een straattooneeltje
uit een volksoproer wilde doen op- -
nemen en telkens opnieuw onte- houden voor de mitrailleurs, welke
vreden over den uitslag eindeloos
Met herhalen. Ik begon die repetities
dan ook meer lastig en vervelend te
vinden dan beteekenend. Maar den
soldaten, die in het stuk hun ro
moesten vervullen, was het doodelfjke
ernst. In de buurt van mQn verblijf
in Den Haag werd een jongen van 't Werd zoetjes-aan een compleet
19 jaar op hot moment, dat h(j zich I gekkenhuis in Den Haag.
om zjjn nieuwsgierigheid te be
vredigen op het dak van een
werkplaats vertoonde, omlaag ge
schoten. Hij was op slag dood.
Op deze en soortgelijke wjjze zjjn
er heel wat slachtoffers gevallen,
schuldige soms, maar zeker óók ver
scheidene onschuldige. De straat
gevechten, zooals die zich veelvuldig
in de buurt van Leiden en Dan Haag
hebben voorgedaan, waren deels het
gevolg van hat optreden van v{jan-
delijke parachutisten, maar ander
deels van de vrees der Nederlandsche
militairen voor verraad en voor
aanslagen in den rug door burgers.
Er zQn onverhoedsche uitvallen ge
daan uit zekere woningen door para
chutisten: op ’n dergelgke w(jze is
b.v. het hoofdbureau van politie
bestormd. Dat zulke uitvallen even
eens door burgers zQn ondernomen
ot op eenlgarlei wjjze werden onder
steund, daarover Hepen de wildste
verhalen. Deze verbalen hebben een
geweldige vrees en wantrouwen
gewekt, en ze hadden zeer droevige
gevolgen. De kwestie van het z.g
„verraad” is in onderzoek en we
mogen verhopen, dat eens na onpar
tijdig onderzoek zal worden vastge-
steld, welke de proporties van dit
verraad zijn geweest. Maar dit wil
ik zeggen, ofschoon ik evenmin als
wie ook, niet ontkomen ben aan
suggesties, welke in oogenblikken
van hevige spanning worden gewekt,
was en is hst mfln vaste overtuiging,
dat er èn ten aanzien van den om
vang van het z.g. verraad en het
optreden daartegen, toomeloos werd
overdreven. Ik kan het onzen sol
daten niet kwalijk nemen, dat ze
scherp waren in hun reactiesde
jongens geloofden het vast en zeker,
dat ze van alle kanten werden be
laagd ze zagen zich omringd van
gevaren en weerden zich daartegen
met een Ijver, die ze dagenlang niet
uit de kleeren deed komen. In zulke
omstandigheden echter ontstaan
hallucinaties.
Ik heb dikwijls medelyden gehad
met de menschen, die uit hun wonin
gen gehaald en voor de punt van
een gevelde bajonet uit, voortge
dreven werden naar een militaire
post, enkel en alleen, omdat ze als
N.S.B.-ers of sympathiseerenden met
deze beweging waren aangegeven.
Dat aangeven geschiedde door aller
lei burgers, die zich in dat opzicht
ten aanzien van het vaderland ver
dienstelijk meenden te moeten maken.
Deze soort achterklap en de Ijver,
waarmede allerlei fantastische ver
halen werden gecolporteerd en aan
gedikt, heeft achter het front een
paniekstemming geschapen en het
idee gewekt, dat er een complete
burgeroorlog woedde. Deze onwezen
lijkheid bond groote troepenmachten,
die in de stellingen hoog noodig
waren, op plaatsen, waar de politie
mans genoeg zou zijn geweest om in
te grepen bij incidenten, welke van
uit de burgerij werden gewekt.
M.i. is er bjj het speuren naar
r- j.x--n— ..verdachte elementen” al te groote
geheel vliegtuig zooals dit in Den bevoegdheid in handen gelegd van
burgers, veelal zéér jonge lieden,
wier gewichtigheid kenbaar was
aan een of anderen band, dien ze
om den arm droegen. Zo hoorden
tot den burgerlijken luchtbescher
mingsdienst, belastten zich (of wer
den ze belast?) mede met da contröle
op de gezindheid der voorbijgangers,
wier papieren ze nazagen. Op de
aanwijzing van deze Ijveraars wer
den heel wat menschen „opgebracht”.
Zoo’n „verdachte” kreeg het soms
erg op z'n zenuwen van den schrik.
Nóg klinkt me wel eens de byste
rlsche giltoon van zoo’n slachtoffer
In de ooren, die, terwjjl hfl werd
voortgesleurd,steeds maar herhaalde:
„Ik ben een volbloed vaderlander I”
In meerdere straten mocht men
slechts aan één kant en voorzichtig
langs de hulzen schuivende, loopen.
Dat was om een vrije schootsbaan
aan de straathoeken waren opgesteld, gevochten werd, maar achtte alle
Je mocht niet meer met je handen
in je zakken loopen en telkens stoven
vrachtauto’s voorbij, van waaraf
soldaten met gerichte geweren dreig
den en bulderend riepen van „Han
den uit je zak I”
a
NAAIMACHINES
't
s
i
C. ROMKEMA Workum