I
r’
OOaaaaa
Msói Fiyslan-Ssg
Gaastras Boekhandel, Workum
GAASTRA’S Boekhan
WARKUM.
Uitslag Kruiswoordraadsel
I
f
S?URS
DE
^VOOR EL^
Cxropz’r tof
De cantinewagen -Friesland*
ANADESE
33 ERFENIS
J
26FEBR-5MAART 1949
t
INGEZONDEN.
5
17
29
1
5
6
FEUILLETON
Zo
Plakboeken
(Wordt vervolgd).
31
32
3
4
De Muze
en het Ambacht’’
Met de prijsvraag wie de
auteur is kunt U boeken ter
waarde van f 100.— winnen.
9
7
8
De NovnUo
„Twee Negerpopjes”
ontvangt U GRATIS indien U
13
16
17
18
19
21
23
24
25
30
is een bloemlezing van ver
zen, handelend over een
handwerk, een vak of een
beroep
Een boeken week-uitgave, die be
stemd is voor jonge mensen en
die voor slechts f 0.35 verkrijg
baar is.
Lit jimm’ bern de m
jens fan Fryslan sjèi
keapje derom in tal
Recht de rijweg oversteken,
Eerst naar links en rechts gekeken
Vlug naar de overzijde gaan
Niet op de rijweg blyven staan
krachten, die zich onvoorwaaruenjk voor tenminste
f 3.50 (contant)
Nederlandse boeken koopt
Voor de kinderen een
Kruis woordraadsel
ligt in onze handen.
v raatioLuK Slaat heden
Dit wa» wel zo aardig als de droge
onlossiuc, die wij gereed hadden lig-
foar a
100 segels en bij
plaetsje in biskriuwi
jilde f2.25.
Wy hawwe alles yn
foarrie
kun jij daarom toch niet hier op de boer-
derij blijven, alleen om op die paarden te
passen?"
„Nee, maar zolang ik hier woon, hoef ik
daarover toch niet te beslissen!”
„Luister nou, Evelyn. Als ik volgend voor
jaar op deze boerderij kom, begin ik in de
loop van de winter al in de bossen te wer
ken en daar kan ik dat span er best bij ge
bruiken. Kunnen we niet tot overeenstem
ming komen? Ik kan niet deze hele winter
nutteloos voorbij laten gaan. Zeg nu ja of
née. Als 't nee is, zie ik er van af en dan
kom ik er ook niet meer op terug.”
Evelyn denkt na. Nu moet ze maar de
knoop doorhakken. Boven alle andere over
wegingen uit is daar het grote, harde, niet
te ontkennen feit van Erics vergeten. Hij
heeft haar al die maanden zonder bericht
gelaten. Wig weet, wanneer ze iets van
hem „ai zien ol horen. Zo kan ze hier toch
niet eeuwig blijven wachten en Edmond
wil zo graag deze boerderij hebben. Hij .zal
in ,'eaer geval een goede boer zijn. Liever
verkoopt ze huis en land aan hem dan aan
een wildvreemde. En is ’t niet billijk, dat
Jack zijn kans krijgt? Zal ze nu maar toe
geven?
In gespannen afwachting zit Edmond
tegenover haar. Eindelijk beurt Evelyn het
hoofd op. Hij leest twijfel in haar ogen.
„Je hoeft het niet ineens op papier te
geven. Geef me nu maar de toezegging,
dan kunnen we later de zaak wel officieel
in orde laten maken.”
,,’t Moet dan maar. Alleen de paarden
niet. De boerderij kan ik je beloven, maar
over de paarden wil ik niet beschikken.”
„Dus ik beschouw de boerderij als ver
kocht.”
Evelyn knikte, ’t Is haar niet mogelijk
een woord uit te brqpgen. Edmond ziet,
hoe het met haar gesteld is en staat op.
„Kom buurmeisje,” zegt hij, „trek het
je niet zo aan. Over een halfjaar, als je
een nieuw huis in orde hebt gemaakt, ben
je er overheen.”
„Je kunt het span zo nu en dan wel ge
bruiken, als wij ’t niet nodig hebben. Maar
verkopen kan ik ze niet.” Evelyn geeft er
de voorkeur aan over iets anders te praten
dan over haar afstand van de boerderij.
„Dank je. Ik denk anders, dat die Lind
quist, als hij terug mocht komen, liever
contanten mee zal nemen dan een paar
paarden.”
„Dat is de kwestie niet, ’t Is niet aan mij
om daarover 'te beslissen. Wanneer ga je
trouwen?”
„In Maart, voordat de grote drukte be
gint. Je hebt dus nog een halfjaar om naar
iets anders te zoeken; haast je maar niet.”
Evelyn lacht flauwtjes als ze in de deur
opening haar opvolger een hand geeft. „Ge
luk er mee, Edmond. Ik hoop, dat'je beter
zult slagen op de boerderij dan ik.”
En dan gaat ze snel het huis binnen.
Natlonjml WRwM
Het Nationaal Instituut „Steun wettig
gezag" bedoelt te zyn een samenkop
peling van alle vrye maatschappelijke
Men schrijft ons:
Kolonel F. Mollinger, Territoriaal
tevens Troepencommandant Zuid buma
traenLuitenadt-Koloneldei art K N I.L.
M. F. Strenger, namens d<- Adjudani-
Generaal, het Hoofd Dienst Welzijns-
Volgens de ongevallen-statistiek van
het C. B. S. hadden in ons land in 1948
46.001 verkeersongevallen plaats [1947
39.137]
Het aantal slachtoffers in 1948 bedroeg
882 doden, 7.321 ernstig gewonden en
7 584 licht gewonden [in 1947 resp. 900,
6 895 en 6.571].
Ook dit jaar zal weer 'een wandel-
Elfstedentocht worden georganiseerd
en wel van 7—11 Juni.
aldus: Ik mei hoopje, achte iêzers, dat
ik mei it bóppesteande in düdlik byld
jaen kinnen haw fan ’e taek en it-moaije
wurk fan de „Fryslan” en ik leau, dat
ik üt namme fan alle soldaten sprek,
hwénnear 't ik hjirby de tank oerbring
oan allegeare, dy ’t it mogelik makken,
de „Fryslan” nei üs ta te stjüren en
op dizze wize de wurden „Us herte is
by jimme” yn dieden om te setten.
Op verzoek van de Commissaris der
Koningin brengt het Niwin-Comité te
Leeuwarden gaarne de dank van de
soldaten over aan hen, die bijdroegen
tot dit geschenk.
Het zou onbescheiden zijn de bladen
te vragen al deze verslagen, welke ge
tuigen van grote dankbaarheid, af te
drukken.
Het Niwin-Comité heeft dan ook deze
verslagen ter lezing gelegd voor hen,
die er belang in stellen,«ten stadhuize
in de kamer van zijn secretaris, Mr.
M. D. de Jong.
Eric had er in stilte op gevlast, dat zijn
trein de lijn door Mac Intosh Valley zou
nemen, en dat hij dan huis en land en
wie weet misschien Evelyn zelf een
ogenblik zou zien. Maar de route bracht
hem meer zuidwaarts.
Daar stond de trein weer stil in Rom
ford. De reis naar het westen was vol
bracht en zoveel herinneringen doemden
op, dat hij er eindelijk toe kwam een pen
op papier te zetten. Maar eerst na aan
komst in Glenora maakte hij zijn brief af
en twee dagen na het plaatje in de krant,
kreeg Evelyn een lang verhaal van de
zwerftocht van oost naar west en weer
terug.
„Dus toch!” Ze stelde het vast met een
blijde verrassing. Het was een lange brief.
Toen Eric eenmaal aan het schrijven was
geslagen, was het ene verhaal na het an
dere op papier gekomen en zo kreeg het
meisje op de boerderij het ganse verloop
van zijn reis te horen. Wat was ’t span
nend en wat had hij veel doorleefd! Maar
dat alles viel weg bij de laatste zinnen:
,,’t Is een geweldige reis geweest en ik zou
die niet graag gemist hebben. Maar als ik
er weer aan denk, waardoor *ik met deze
tocht ben begonnen, kan ik mezelf wel een
klap in mijn gezicht geven. Het lijkt al
weer zo ver achter me, dat ik er nu wel
rustig over schrijven kan. In het begin was
dat«o moeilijk, zie je. Nu ga ik eerst mijn
stiertje afleveren. Wat ik daarna aanpak,
weet ik nog niet, maar in elk geval kom ik
eens kijken, hoe jullie het maken. Tot
ziens dan
Eindelijk had hij dus zijn ongelijk er
kend. En al die tijd had hij er over gedacht.
Hij was haar niet vergeten, maar hij had
niet geweten, hoe en wat hij moest schrij
ven. Had ze dat maar begrepen in al die
zware maanden, die achter haar lagen!
Hoeveel lichter was dan alles te dragen ge
weest. Maar dat deed er nu niet toe. Nu
wist ze het en een zoete pijn zwol in haar
hart. Jammer, dat ze nu de boerderij aan
Edmond had beloofd. Ze was toch nog te
vlug geweest. Was die brief maar een
dag eerder gekomen! Maar had Eric niet
indertijd zelf gezegd, dat ze te hokvast was
en dat ze er goed aan zou doen haar be
zitting te verkopen? Wat deed het er
eigenlijk toe, of ze nog over de boerderij
beschikte of niet; ze had in ieder geval de
beslissing over de paarden aan hem gela
ten. Hoe zou hij nu terugkomen? Las ze
niet te veel in de brief? Was er wel aanlei
ding voor haar zich te verheugen over zijn
terugkomst? Het kon best zijn, dat hij
alleen maar de paarden en zijn koffer
kwam halen.
Doch deze vrees woog niet op tegen de
zekerheid van zijn terugkomst. Als hij al
leen maar de paarden en zijn koffer kwam
terughalen, zou hij zo niet schrijven, be
redeneerde ze.
„Een beste baan,” had Owen Manfield, de
rentmeester gezegd, „je krijgt er alleen het
toezicht op de tentoonstellingsdieren. Mooie
stallen, veel reizen en tentoonstellingen en
behoorlijk loon.”
Eric had nog niet gehapt, al vond hij het
een buitenkansje, dat hij op deze voordeli
ge manier naar het oosten terug kon keren.
Hij kon nu eindelijk naar Mac Intosh Val
ley gaan, die voortdurend door zijn gedach
ten spookte, al had hij al die tijd niet ge
schreven. Van week tot week stelde hij het
uit met het motief, dat hij eerst precies
wilde weten, wat hij in de toekomst zou
gaan doen. Maar als hij in Ontario terug
was, zou hij het schrijven toch niet lan
ger achterwege laten. Evelyn zou wel op
kijken, als ze plotseling hoorde, dat hij
weer in de buurt was. Die verbazing van
Evelyn zou echter niet zo groot geweest
zijn, want zelfs in Mac Intosh Valley kwa
men kranten en Archibald was er met zijn
verzorger herhaaldelijk in afgebeeld
„Dat is Eric,” had Jack op een goede
avond uitgeroepen, toen hij de krant open
vouwde.
„Wat? Ja werkelijk, dat is ’m!
Evelyn zat naast hem met haar ellebo
gen op de tafel en bekeek nauwkeurig het
plaatje. Twee, driemaal las ze het artikel,
dat er bij stond. „Hij komt deze kant uit.”
„Wat een reis heeft ie gemaakt!” Er
klonk afgunst in de stem van de jonge
Hollander.
„Hij schijnt ons helemaal vergeten te
zijn.”
,,’t Heeft er veel van.”
Evelyn schoof de krant van zich af; maar
later op de dag, toen Jack in de stal was.
zocht ze het blad weer op en keek lang
naar het vertrouwde gezicht, totdat haar
hart pijn deed van verlatenheid. Ze huilde
nu niet meer, maar een bitterheid welde in
haar pp om het verloren geluk, dat haar
met een vleugeltip geraakt had, om dan
weer in de warrelige lucht van een onbe
stemde toekomst uit het gezicht te raken
Liefst was ze er niet meer aan herinnerd
en toch voelde ze een kleine voldoening,
omdat ze nu wist, waar Eric was en wat
hij deed.
Maar ’s avonds komt Edmond de boerde
rij op om nog eens te praten over de ver
koop en dan heeft ze niet meer de lust of
de kracht om zich te blijven verzetten.
„Heb je je gedachten er nog eens over
laten gaan, Evelyn?" begint Edmond.
„Waarover?” zegt ze, quasi niet begrij
pend.
„WIJ, over het verkopen van de boer-
Se jilde f 1.50 de 1
en binne nou yn I
omslachjes fan elk
stiks foar 75 sinten
krijen.
Brük dizze segels o
brieven en pakjes
jow se presint. Foart
de Friezen om uten
binne der slij nei.
achter de Regering stellen ten aanzien
van de handhaving van de inwendige
orde en de uitwendige veiligheid en Ue
Regering naar beste vermogen steunen.
Ook in onze provincie is een provinci
ale commissie van het S. W. O. gevormd,
waarvan het moderamen wordt gevormd
door Mr. H. F. Linthorst Homan, Leeu
warden, Voorzitter Mr. F. T. van der
Herborg, Leeuwarden, Secretaris [corr.-
adres gemeentehuis Murmerwoude], en
S. de Jong, Balk, penningmeester.
In de provinciale commissie hebben
ook enkele uit onze onze omgeving be
kende personen zitting, nl. de heren J.
Russchen, Workum; J. G. S. Bruinsma
en W. H. F.Folkers, beide te Bolsward;
H. M. Gerbrandy, Nyland en H. Bon-
nema, Leeuwarden.
Dit comité heeft, met medewerking
van de burgemeesters in elke gemeente
in dit gewest, kernen gevormd, z.g.
plaatselijke commissies, aan wie de voor
lichting en de propaganda is opgedragen.
Ter voorbereiding hiervan hield de pro
vinciale commissie in de Harmonie te
Leeuwarden haar eerste vergadering
met heren Burgemeesters en leden der
plaatselijke commissiën in dit gewest.
De vergadering, die door een groot
aantal personen werd bezocht, stond
onder leiding van Mr. H. P. Linthorst
Homan, voorz. van de prov. commissie.
De voorzitter van het Hoofdbestuur
sprak over de taak van S. W. G.
Deze taak is er op de allereerste
plaats een, die het gehele nationale
voelende deel van ons Nederlandse volk
aangaat en dat is aldus spr. kort
gezegd deze:
dat wij allen, die ons Oranjehuis, ons
democratisch staatsbestel en onze volks
vrijheden tegen alle aanslagen metter
daad en met kracht willen beschermen
en verdedigen, voor de handhaving van
deze inwendige orde en de bescherming
van de uitwendige veiligheid van de
Staat, ons onvoorwaarlijk scharen ach
ter de wettige Regering, haar leiding
aanvaarden en haar bij de uitoefening
van deze functie naar beste vermogen
steunen. Dit is geen taak, ons van boven
af opgelegd, maar is spontaan uit ons
zelf ontsproten, als een plicht t. a.vons
Vaderland, ten aanzien van onze mede
burgers.
Dit gevoel en die drang zijn in de
verschillende levens groeperingen, waar
in wij leven tot verdere klaarheid ge
komen en het Instituut is als het ware
verpersoonlijking geworden van de een
heidsdrang van ons Nederlandse Volk
op een terrein, waarop ons volk niet
verdeeld mag zijn.
Mr. J. Algera wees er in zijn rede op
dat S. W. G. elke wettige regering wil
steunen, onverschillig uit welke per
sonen zij is samengesteld.
een makreel is eer
2 ik meen, dat een ri
a rio is
blijkt inprenten te
een radio geeft
klein.
een zinnebeeld in
allegorie,
een ander stuk i
kanon,
in de avond verl;
een tweede woord
is religie,
een secte is er een
Wil het goede nas
zal ons idealisme an
nauwkeurig isexae.
Op Java klinkt de
maal
roerend mooi in de
opera van Bellini
voor weefsel vond
ook een weefsel iS
de meisjesnaam ri
opening stonden de jongens dan ook
rap voor de wagen, om er een natje
uit vandaan te halen. Nou, dat was voor
elkaar hoor, dat kon je alleen al aan de
glunderende gezichten zien.
Eir het verslag in het Fries, vertaald
door sergant-majoor A. Bakker, uit
Joure, werkzaam bij de Territoriale
verzorging, hebben aan de Commissaris Dienst ^Welzijns Verzorging, eindigt
der Koningin de dank der soldaten in
Indonesië aan de rriese bevolking
overgebracht voor de schenking van de
cantinewagen „Friesland”.
Zoals men weet, werd vuim de helft
der aankoopsom door de burgerij van
Leeuwarden bijeengebracht, een ander
deel door enige Friese gemeenten, ter
wijl het ontbrekende door de Niwin
werd aangevuld. Op de ene zijde van
de wagen werd toen geschilderd: „Us
herte is by jimme”, „Fen it Ljouwerter
Thüsfront” en aan de andere kant
„Friesland.”
Bij deze dankbetuiging waren enige
verhalen gevoegd in het Nederlands en
het Fries over de tochten van deze
cantinewagen, om een idee te geven
van hetgeen hij daar 3 gr. bezuiden de
evenaar presteert,
Zo dankt korporaal Nico Hoogeveen
van een peleton der 15 Genie Veld Cie.
voor de prima service bij de opening
van de brug in Rimboe Rakit. De can
tinewagen was die dag werkelijk onbe
taalbaar. Allereerst was ’t de cantine-
wagen, die over de brug reed. Na de
Oranje Boven,
Het spreekt vanzelf, dat elke Wor-
kumér die lezen kan, het plaatselijk
blad van A tot Z leest, doch het ligt
voor de hand dat het ene artikel met
meer aandacht wordt doorgenomen, dan
het andere. Men stelt nu eenmaal allen
niet in dezelfde dingenden zaken het
zelfde belaug. Een Oranje Vereniging
echter vormt hierop een uitzondering
dit is belangrijk voor iedereen, zodat
dit stukje ook voor iedereen bestemd
is.
Het Bestuur der genoemde Vereniging,
welke vereniging in het najaar van
1948 is opgericht, brengt het volgende
onder Uwe aandacht.
Staande de oprichtingsvergadering
werden bijna alle aanwezigen lid, doch
het ledental is onvoldoende om af en
toe een goed geslaagd feest te organi
seren.
In de dezer dagen gehouden Bestuurs
vergadering werd besloten om te trach
ten het ledental uit te breiden, omdat
practisch ieder boven 17 jaar lid van
de Vereniging kan en moet zijn!
In den loop der volgende week kunt
U verwachten dat een beroep op U zal
gedaan worden, om U aan te sluiten.
De minimum contributie is fl.— per
jaar. doch dit bedrag is zeer velen na
tuurlijk te laag Opgemerkt dient te
worden dat de nalatenschap van het
opgehesen Oranje-Comité van dien aard
is geweest, dat des penningmeester’s
schatkist nog leeg is en waar plannen
gevormd zijn om een Koninginnefeest
te organiseren, dat er zijn mag, begrijpe
men dat dit geld zal moeten kosten.
Stelt dus de bezoekers niet te leur,
Als ze staan straks aan Uw deurl
Teken dan met milde hand
En onze zorg is aan de kant.
In afwachting.
Het Bestuur der Oranjevereniging
te Workum.
derij natuurlijk.”
„Moet je dat nu al weten? Wat heb je
toch een haast! Jullie trouwen toch niet
tegen de winter?”
„Nee, natuurlijk niet. Een bruiloft valt
in het voorjaar.”
„Dan is er toch nog tijd genoeg.”
„Hoor eens, je weet net zo goed als ik,
dat een boer een behoorlijke tijd van te
voren dient te weten, waar hij komt te
wonen. Ik wil jou niet dwingen te verko
pen. Maar als je beslist niet wilt, zeg ’t me
dan. Ik kan dan naar iets anders uitkijken.”
„Dat kan je tóch wel doen.”
„Ja, maar ik heb liever zekerheid. Ver
onderstel, dat ik een bedrijf vind, dat me
wel zou aanstaan, maar dat ik het mijn
neus voorbij liet gaan om op jouw besljjs-
sing te wachten, wat dan?”
„Dat zou niet verstandig zijn.”
„Evelyn, draai er niet omheen. Je weet,
dat ik deze plaats liever heb dan enige an
dere. Ik ben hier bekend, mijn ouders wo
nen er naast, ik weet, wat ik koop en ik
heb de minste kosten met de inrichting,
omdat ik alles van onze eigen boerderij uit
in orde kan maken.”
Evelyn geeft geen antwoord. Haar ge
dachten draaien in een cirkel rond
Eric is in Ontario en hij komt niet hier. Hij
is me vergeten; moet ik nog langei' wach
ten? Moet ik ’t maar opgeven? Als hij iets
om me gaf, zou hij toch wel geschreven
hebben, dat hij hier in de buurt terug
kwam. Waarom moet ik het uit de kran
ten lezen
„Ik zal de taxatie-waarde betalen,
eerlijk als wat.”
Maar Evelyn denkt helemaal niet over
de boerderij, niet over de waarde van de
bezitting, niet over de betaling. Ze wee«
slechts, dat ze uit die krant heeft moeten
vernemen, dat Eric weer naar het oosten
is gekomen. Ze kijkt Edmond aan, maar
geeft geen antwoord.
,,’t is me zelfs wat meer wgpxd dan de
taxatieprijs. Ik wil er nog wel iets op leg
gen, als je maar zegt hoeveel, en als 't
niet te gek isDaar dan, beter kan
ik ’t toch niet zeggen....”
En als het meisje hem met niet begrij
pende ogen aankijkt, gaat hij verder:
„Maar wat wil je dan? Een beter bod krijg
je nooit. Ik zal alles van je overnemen.
Dan’ heb je nergens zorg mee. Paarden,
vee. machines, alles kun je aan mij over
doen.”
„Paarden? Evelyn hoort eindelijk wat
Edmond zegt. „Paarden? De paarden over
doen? Maar die zijn niet van ons. Ze zijn
van Eric Lindquist.
Dan kun je hem toch zijn geld terug
geven, als hij nog eens boven water komt?
Dat zal voor hem geen verschil maken.”
Evelyn schudt het hoofd. „Nee, ik zal
niet iets verkopen, dat aan een ander
hoort."
„Mik als die Zweed nu niet terugkomt
of nog’ een jaar op aioh laat wachten, dan
Onze dank voor de goede wensen
voor 1949, die we van v^i scheidfijj^
inzenders tegelijk met de opl*)-
mochten ontvangen. Oik vair
dere welwillende opmei
ben we met geno<'~
nomen. Deze puzzh
waardeerd, al schre
„U hebt het ons
moeilijk gemaakt, m
vonden, is de voldoen
Eén inzendster h
als volgt sainengestt
1 stuk geschut is t
stad in N. Holla
waren we even
weg, want
is niet een zeemij
scheiden is dele',
olie is oil in de
12 de meisjesnaam
dat past in het
14 onbarmhartig et
synoniem,
15 als verschijnsel i
zee subliem.
Irene, die naam
kend,
19 grein daarentegen
20 geeft eerst twee
equator of evenaa,
ste is ’t juiste, ni
22 monsteren is keurt
26 de inhoudsmaat
27 een vod of een
28 een euvsl is iets
bodig.
een spade heb je
nodig
Naarden is een V
bijna niemand in 1
Friso niet leest.
-J
10
11
■«H
VerkeersoDgevallen.
WandtlElfstedentccbt 1949.
PWNSUM
De slmistc'.pleagen
■’foar in skipper binne
in lek skip en ia Hik
Van boven naar
Van links nas