Trouwbrieven
Alle Verenig in gs-
familiedrukwerk
fa. T. Gaastra Bz.
Zeventig millioen boeren
hl
Drukkerij „Friso”
Geboortekaartjes
Trouwkaarten
II
THEE
1
U komt slechts vlot door Stad en Land
met een Zakatlas van Nederland
vragen de aandacht.
a
ff
Gaastras Boekhandel
L
I
IN
1
H
B
2
kei
hoe
gel
daj
nat
Pet
zijr
Ui
faSimon Ij o as tra ft
KU
Ad
u,
Co
1
GEMENGD NIEUWS.
5<zder/
TVorkum
t
FEUILLETON
de
c
7
uiterste
vervolgt de
Wordt vervolgd.
c
f
1
1
1
1
f
Kaarten van Noord-Nederland,
Centrum en Zuid Nederland,
Friese Meren en verschillende
provincies
De meeste soorten uit voorraad leverbaar
8
5
1
I
t
1
tert
het
N
ven
mas
bev
yall
1
1
8
dat
dei
B
me
telt
bije
len
lop
ech
uit;
leë
toe
I-'' ó'v
t
r
l
8
l
1
de
is
bei
Jot
op
Vo
hei
tin
in
del
ha:
stit
kei
en
de meestgevraagde
soorten
weer voorradig zijn
en
wordt desgewenst
geheel postklaar.met
adressen afgeleverd
ACCURAAT WERK
dan bestellen bij
Talaf. 45 Workum
A
ter
hijs
koe
kad
N
hav
de
bon
ke,
grot
ven
is,
hav
in 1
kru
„Ha
dat
drie
ren
rI
I
lan
eei
we
„ee
daj
het
TVorkum i
Benelux-jaar beurs.
Te Antwerpen zal van 23 Septem
ber tot 9 October a.s. een Benelux-
jaarbeurs worden gehouden. Alleen
Benelux-producten zullen geëxpo
seerd worden. Buitenlandse firma's
worden niet toegelaten, daar deze
gebruik kunnen maken van diverse
internationale jaarbeurzen.
De 1000 en 500 gaan procederen.
Op de ledenvergadering van de
Stichting 500 en 1000, die in het le ven
is geroepen om de belangen van de
inleveraars van ongeldig verklaarde
bankbiljetten van f500 en f1000 te
behartigen heeft, de voorzitter me
degedeeld, dat het overleg met de
regering geen resultaat heeft gehad.
Er blijft niets anders over dan te
gaan procederen.
dan moet bij deze landbouwpolitiek
verklaard worden, dat de instand
houding van het intenaieve Neder
landse landbouwbedrijl een algemeen
Europees belang is. Het doel van de
landbouwpolitiek zalzyn de Europese
markt in de eerste plaats te reser
veren voor de Europese landbouw
producten. Men zal moeten toegeven,
dat hier de levensbelangen van alle
West Europese boeren aan de orde
komen.
De Landbouwsectie heeft daarbij
overwogen, dat de gemiddelde pro
ductie per h.a. in West-Europa drie
maal zo hoog is als in Noord Amerika
en dat het handhaven van deze in
tensieve landbouw volstrekt onmis
baar is voor de Europese welvaart.
Wat Europa zal moeten invoer en aan
broodgraan en veevoeder, mag nooit
aanleiding worden tot het omiaag
brengen van de Europese landbouw
producten tot een prijspeil, waarvoor
onze boeren redelijkerwijze niet kun
nen werken. Op voorstel van de Ne
derlandse gedelegeerde heeft het
Congres de richtlynen der Benelux-
landen voor de landbouwpolitiek
overgenomen. In deze richtlijnen
wordt met nadruk gezegd, dat de re
geringen tot taak hebben er geza
menlijk voor te zorgen, dat de pro
ductie en de afzet van landbouw
voortbrengselen voor de samenwer
kende landen als een geheel bezien,
met elkander in evenwicht gebracht
moeten worden.
Deze gedachten zullen nu in de
loop van het jaar verder worden
uitgewerkt. Wanneer de Europese
Beweging er in slaagt een aantal
landbouwmaatregelen voor te stellen,
waarvan iedere boer of tuinder kan
zeggen„daar ben ik het mee eens,
want die kant moet het uit“, dan
zal de Europese Beweging wortel
kunnen schieten in ons landbouwende
volk.
Tan einde aan da benodigde gelden
te komen, dienen de leden wederom
een bydrage van 1 ®/0 van het nomi
naal bedrag van de ingeleverde bank
biljetten, tot een maximum van f 100
te leveren.
Zwiasn veor Ewitwoid*.
De ex-ondarduikers, die in de be
zettingstijd in en om Eernewoude
onderdak vonden, hebben als blijk
van dankbaarheid voor de ondervon
den hulp van de bevolking een paar
prachtige zwanen aan de inwoners
van Eernewoude aangeboden.
Prins en schooljeugd.
Alle schoolkinderen van Nederland
zullen van Prins Bernhard een brief
ontvangen, die als volgt luidt:
Meisjes en jongens,
Ik stel het op prijs jullie langs
deze weg op het hart te drukken
hoe dringend nodig het is, dat je de
regels voor veilig verkeer niet al
leen goed kent, maar ook goed toe
past.
Nog steeds gebeuren er in ons land
tal van ongelukken, waarvan helaas
vele kinderen het slachtoffer worden.
Deze ongelukken zouden niet ge
beuren wanneer men de verkeers
regels goed in acht nam. En daarom,
die regels moeten worden geleerd
en men moet er zich aan houden.
Alleen dan is veilig verkeer mogelijk.
Hierbij moeten jullie medewerken
door elkaar te helpen en elkaar te
waarschuwen.
Ook dit jaar zal op enkele dagen
bijzondere aandacht worden gevraagd
voor een goede toepassing van de
verkeersregels. De politie, de radio
en de kranten zullen zich inspannen
om propaganda te maken voor veilig
verkeer en jullie doen natuurlijk ook
mee. Op school door de verkeers
regels goed te leren. Op straat
door je stipt aan deze regels te hou
den en er op te letten, dat kleinere
meisjes en jongens niet onvoorzichtig
zijn. Ik weet dat ik op jullie mede
werking kan rekenen.
Paleis Soestdijk, Juni 1949.
L
tjes
ond
slai
haa
per
hij
gee
gee.
ren
E
toe)
„1
ca.
H
war
de
W
oge
ren
liefi
kig
HOOFDSTUK XVI.
Het is als een toneel uit een nachtmer
rie of als een schildering uit Dante’s
Inferno!
Op smalle kribben van bamboe liggen in
de schaars verlichte ruimte spookachtige
gestalten, alle met de ene hand onder het
hoofd en met de andere een lange, dunne
pijp omklemmend, uit welks eigenaardig
gevormde kop ten dunne rooksliert om-
worden netjes
uitgevoerd
door
De sortering
is zeer uitgebreid,
terwijl voor
De Europese Beweging, die een
Verenigd Europa voorstaat, wordt i
wel steeds actiever, maar is nog altijd
geen echte volksbeweging getvorden.
De gedachte leeft in leidende krin
gen, waar men inziet, dat een staat
kundig verdeeld Europa de grootste
moeite zal hebben tot welvaart en
onafhankelijkheid te komen. Maar
jammer genoeg is het gevoel van
noodzaak nog steeds niet doorgedron
gen tot het brede publiek. Men is
het er wel mee eens, maar het staat
te ver van het volk af. En toch heeft
ieder van ons er het grootste belang
bij, dat op de een of andere wijze
zo'n Verenigd Europa totstandkomt.
Voor de Nederlandse boeren geldt
dit wel in het bijzonder, want onze
landbouw is tot armoe gedoemd,
wanneer wij onze producten niet aan
de Europese buurlanden kunnen ver
kopen. En de zekerheid, dat wij aan
hen zullen kunnen leveren, kan alleen
gegeven worden, wanneer er inder
daad zo'n verenigd Europa een einde
maakt aan de hindernissen, die thans
nog door de nationale grenzen wor
den opgeworpen.
De Europese Beweging had tot nu
toe niet bijzonder veel aandacht be
steed aan de landbouw, doch daarin
is gelukkig thans een wijziging ten
goede gekomen op het Economisch
Congres, dat deze beweging dit voor
jaar hield in de Engelse stad West
minster. Vooral onze Nederlandse
gedelegeerde voor landbouwzaken,
mr. J. Linthorst Homan, heeft dear
opbouwend werk verricht. Er is nu
inderdaad een uitgangspunt gevon
den voor een behandeling van de
landbouwvraagstukken op zodanige
wijze, dat naar practische resultaten
toe wordt gewerkt. Dit komt hierop
neer, dat de belangen van alle West-
Europese boeren en boerenarbeiders,
wier aantal wij op omstreeks 70
millioen mogen schatten, thans door
de Europese Beweging als één ge
heel zullen worden bestudeerd. Dat
is geen kleinigheid, want de Neder
landse boer heeft heel andere zorgen
dan bijv, de Italiaanse, en als men
weet, hoeveel moeite het al kost om
de belangen van de Nederlandse en
de Belgische boeren te verzoenen,
kan men zich voorstellen, hoe moei
lijk het is een aanvaardbare land
bouwpolitiek voor geheel West-Eu
ropa te ontwerpen.
Op voorstel van de landbouwsectie
heeft het congres nu besloten tot in
stelling van speciale raden voor de
onderscheiden producten, die geza
menlijk een Europeese landbouwpo
litiek moeten opstellen, waarbij al
die producten uit al die landen tot
hun recht komen. In de eerste plaats
is daarvoor een Europese „taakver
deling11 nodig. Als Nederland bijv,
bij uitstek geschikt is om de rest
van Europa te voorzien van zuivel,
pootgoed, zaaizaden, groenten enz.,
Dan
Plotseling, als uit het niet verrezen, staat
er een Japanner vóór hem, die hem vanuit
spleetogen aanloert en wiens mond ver
trokken is tot een sarrende grijns. „Wat
jij doen, hé?” klinkt het dreigend. Met kat
achtige lenigheid springt hij op René toe,
de hand aan een dolkmes in zijn gordel.
René’s reactie is bliksemsnel. Zijn arm
met de stok gaat omhoog en met grote
trefzekerheid dient hij de Jap een stoot
toe onder de kin, welke hem vloert. Zonder
zich verder een moment te bedenken, sleept
René hem het hol binnen, propt hem zijn
zakdoek In de mond en bindt hem met de
touwen van het veldbed onwrikbaar armen
en benen.
Hijgend wist hij zich de druppels van
het voorhoofd, neerziend op zijn verslagen
tegenstander. Grote Goden, dat scheelde
maar een haar! De Gelen kiezen hun
mannetjes wel voor de bewaking hunner
slachtoffers en met zijn Jiu-Jitsu behen
digheid en het dolkmes voelde deze Jap
zich volkomen tegen zijn taak opgewassen.
„Het spijt me, mannetje, maar er blijft
je niet anders over dan Harakari, als ze
jou hier in mijn plaats vinden,” denkt hij
met een blik vol afschuw op het dolkmes.
Zonde, dat die kerels zo klein en smal zijn,
het dragen van dat Jappen-tenue zou hem
zo goed te pas komen! Maar er kan geen
sprake van zijn, dat hij er zich in zou kun
nen wringen. Hij zal op eigen kracht en
op ongeziene hulp moeten vertrouwen.
Met het idee, dat zijn hart uit zijn keel
zal springen, glipt René naar buiten, kij
kend naar alle kanten. De grendel en het
luikje sluit hij met zorg. Op zijn tenen gaat
hij voort. Een zwak lichtschijnsel komt uit
een reet naast een der deuren en hij merkt,
dat hier houten wanden de gang begren
zen. Het geluid van stemmen trekt zijn
aandacht en hij herkent de stem van The
Yellow Woman, terwijl een mannestem in
Oosters Engels haar begeleidt. Geruisloos
komt hij nader en drukt zijn oog voor ffe
reet. Dan deinst hij terug als door een
schorpioen gestoken. „Lieve hemel!” zegt
hij in ontzetting.
Zijn drang tot weten wint het echter
van zijn afgrijzen. Hij kijkt opnieuw.
En in alle verschrikking openbaart zich
aan hem een der grootste gruwelen van
de Oriënt.
hoogwolkt. Zelfs vanaf zijn plaats kan
René de bedwelmende, zoete geur opsnui
ven. De magere, uitgeteerdé lijven der ro
kers torsen onwaarschijnlijk groot lijkende
hoofden, waarop een lijkkleur zich reeds
schijnt te verspreiden. De gezichten heb
ben niet alle dezelfde uitdrukking. Som
migen, die nog maar pas met roken begon
nen zijn, vertonen een extatische uitdruk
king, anderen een van wellust, terwijl weer
anderen niets te zien geven dan uitdoving,
afstomping en verval.
En nu ziet hij, dat er ook nog zijn, die
wachten om geholpen te worden aan de
pijp en het genotmiddel, dat de zinnen be
dwelmt en het lichaam sloopt. Ze zitten
op hun kribben in een houding van hevig
ongeduld en op hun gezichten tekent zich
een ziekelijke hunkering. Een man gaat
onder hen rond, een Chinees in een Wes
ters costuum en met een uilebril. Hij houdt
stil bij een koelie, die de sidderende hand
naar hem uitstrekt. Haastig wordt het ml-
nicule bolletje met een speld opgepikt en
op de kop van de pijp gevleid. Dan gaat de
brand er in en de koelie begint te roken.
Een verheerlijkte uitdrukking komt op zijn
gezicht. Waar heeft hij dat gezicht meer
gezien? piekert René. Plotseling herkent
hij de rickshawkoelie
Nu is meteen het raadsel opgelost, waar
om de Chinezen zich geleend hebben tot
het complot van de ontvoering. Met het
uitzicht op deze beloning, de felbegeerde
kunstmatige vergetelheid van hun mens
onwaardig bestaan, zijn de kerels gezwicht!
Eerst nu wijdt hij zijn volle aandacht
aan de kant, waar de stemmen vandaan
komen. Een getimmerte van planken, met
een kostbaar altaar kleed bedekt, vele zij
den kussens, met gouddraad bestikt. En
daar zit de vrouw, wier gele haar nu weer
glanst in het warme schijnsel van een pa
godevormige Chinese lamp. Op een laag
tafeltje van rood en verguld lakwerk lig
gen kranten verspreid, welke een fijne,
donkere hand van een schuift. René bekijkt
de man tegenover haar opmerkzaam. Het
is een Brits-Indiër met een witte tulband
op en in een eenvoudig wit gewaad niets
is er aan hem te bespeuren van die praal,
welke zijn landgenoten ten toon kunnen
spreiden in hun kleding en sieraden.
„Je leest het zelf, Shandral Sing!” zegt
de vrouw triomfantelijk. „De hele pers is
reeds zodanig onder de suggestie, dat het
hier niets anders dan een opgeblazen sen
satie betreft, terwille van enkele op nieuws
beluste journalisten op touw gezet, dat ze
al hun best doen om het publiek en de re-
gering er van te doordringen: Vergeet dit
alles zo gauw mogelijk, want het is van
geen belang!”
Ze neemt een der kranten: „Hier, The
Eastern Chronicle: Een ergerlijk staaltje
van panlekzaaierij. En hier, Th» Singapore
11 door EMS I. H. VAN SOEST
Hoelang hij gezeten heeft, weet hij niet,
elk besef van tijd is hem ontgaan. Zijn
polshorloge is blijven stilstaan. Maar plot
seling wordt zijn eenzaamheid weer ver
broken door het vreemde, hem nu bekende
geluid en het luikje gaat omhoog. Een gele
hand haalt het kommetje naar zich toe.
En in dat ondeelbare moment dwingt
iets buiten hem om of is het zijn onder
bewustzijn, dat dit voor hem heeft uitge
dacht om de sigaret, welke nog gaaf op
zijn veldbed ligt, op het plankje te wer
pen. Het kommetje is weggegrist, het
luikje wordt neergetrokken. Maar daar,
waar de sigaret een obstakel vormt, blijft
een kleine reet tussen plankje en luikje
gespaard!
Seconden, die uren lijken, wacht René.
Dan, met de uiterste voorzichtigheid,
schuift hy het luikje wat verder omhoog,
brengt zijn ogen voor de opening. Er is
geen levend wezen meer te bekennen. Een
lantaarn in de vorm van een lampion,
waarvan lange zijden kwasten afhangen,
verlicht een tamelijk brede gang, waarop
deuren uitkomen!
Hij schuift het luikje nu geheel naar
boven en steekt zijn hoofd door het gat.
Met wat wringen en rukken van zijn schou
ders is het hem mogelijk de deur van zijn
gevangenis aan de buitenkant in het oog
te krijgen. Er zit geen sleutel op, maar een
schuifgrendel. Als hij een stok kan vinden,
lang genoeg, dan kan hij de grendel naar
zich toehalen en de deur zal openspringen!
Haastig trekt hij zijn hoofd terug, laat
voor de veiligheid het luikje weer zakken
tot er slechts een kiertje overblijft. Hoe
komt hij aan een stok? In het gehele hol
is niets te vinden, wat er op lijkt. Dan valt
zijn oog op het veldbed. De linnen bespan
ning is bevestigd aan twee ronde houten
latten! Zonder zich een moment te beden
ken neemt hij zijn zakmes en snijdt de tou
wen door. Hij raapt de stok op en schuift
het luikje weer open. Ja, de stok is lang
genoeg! Het is alleen de kunst om het uit
einde in de holte van de grendel te krijgen.
De botte ronde stok glijdt telkens uit. Cen
timeter voor centimeter vordert hij en het
zweet breekt hem uit bij de gedachte, dat
er op dit moment iemand zou kunnen ko
men. Doch alles blijft stil. En plotseling
geeft de grendel mee, de deur glijdt open!
Post: Door fantast op touw gezette cam
pagne, welke onrust heeft gewekt in heel
de Orient. En The Straits Telegraph, de
News of Malacca, alle ontzenuwen ze, waar
ze zélf eerst heftig over te keer zijn ge
gaan, als de dood, dat ze waren om zich
door The Oriëntal News een vlieg te laten
af snoepen! Nu The Voice of Asia met een
tegenargument is gekomen, haasten ze zi<;h
alle om hun eerst gedane alarmsignalen
zelf te doen verstommen! Alleen hij, die
er mee begonnen is, die kleine Roodhuid
Jimmy Flagell, blijft hardnekkig alarm
slaan
„En dus is de campagne van The Voice
of Asia nog niet gelukt,” zegt de diepe,
langzame stem van de Brits-Indiër.
De vrouw maakt een heftig, ontstemd
gebaar. „Maar Shandral Sing, handel niet
als een tijger, die bevreesd is voor de jager!
Al deze kranten maken Jimmy Flagell en
zijn blad volkomen belachelijk? Het zou
mij niet verwonderen, als The Oriëntal
News harde noten te kraken krijgt, maar
dat interesseert mij niet eens.”
René voelt zijn hart in warme genegen
heid uitgaan naar de kleine man van The
Oriëntal News. Goeie, ouwe Jimmy! Hij
laat zich de kluif, welke hij eenmaal tus
sen de kaken heeft, niet ontrukken, al zat
de hele wereld achter hem aan! Bravo,
Buldog! zou hij willen roepen, onver
schrokken, brave kerel, laat je stem ingaan
tegen het koor van de luidruchtige, elkaar
napratende zwakkelingen.
„Als hij te lastig wordt,” vervolgt de
vrouw met haar grote mond getrokken tot
een wrede glimlach, die haar tanden laat
blikkeren, „zijn er altijd nog manieren om
hem onschadelijk te maken! Maar hij zal
de kans niet eens meer krijgen, want deze
nacht geef ik het sein, Shandral Sing.
Deze nacht zal ik zélf de geheime zender
in het gebouw van The Voice of Asia in
werking stellen!”
„Het zij zo, Bloem der Wrake,” zegt de
Indiër in een zucht.
„Spoedig zullen de geheime agenten van
Engeland weten, wie ik ben! Ze zullen be
seffen, welk een gevaar er schuilen kan in
de mengeling van hun bloed met dat van
drie andere landsaarden! Zij zullen weten,
dat de Eurasian Thalulah Firestaff hun
ondergang bewerkt heeft! Hier is de tekst,
welke ik straks ga overseinen!”
René’s hart schijnt hem toe hoorbaar te
bonzen bij het vernemen van de ware
naam van de Yellow Woman. In zijn af
schuw voor haar mengt zich iets van
ontzag.
I
tsjok waer «it, ei né, mar it is nou ienkear sa, in bulte lju meye har mïn-
like -graech mei in oarmans «aken bimouye, towyi hja mear as de bannen
fol hawwe om de eigen saken geande to balden.
Hoe ’t ik der by kom om dat to skriuwen en mei hwat doel ik dat
doch?
Ik haw de léste tiid noch al gau ris berichten oer FryslAn yn de
kranten lézen, binammen fan dy koarte stikjes fan sa’n rigle twa, trije en
dan tink ik wolris: Hoe komt men der dochs by om dat to skriuwen?
Frjemd dat men dat wol yn de greate Nederlandske kranten fynt en dat
wy Friezen der seis neat fan witte. Nou kin min net mei alies op ehichte
wêze, dat is wier, mar ik fyn it wol nüver. In wikemanich lyn, foun ik yn
in kr&nte ek wer sa ’n koart stikje en ha dat biwarre. It blaeu oan nou ta
lizzen mar doe ’t ik it niis wer yn 'e bannen krige, tocht ik fuortdaliks
der mar oer to set.
Der gaane wy dan: „Buitenlandse touristen brachten in het afgelopen
jaar naar schatting vier millioen gulden naar Friesland11.
In moaije forgarre stür hwatte? Mar ik foar my, soe nou wolris witte
wolle, hoe komt men oan dat sifer fanfjouwer miljoen? Hoe wit men dat?
Hwant ‘t is noch altyd sa, Fryslan is ien fan de alve provinsjes nou.
Fryslan is gjin lan op himsels. Dat bitsjut dos, dat men der noch altyd frij
üt en hinne reisgje kin. Sünder dat der op de grinzen fan it aide skiere
lan „douane11 stiet, dy ‘t jin nei jins pas freget en jins jild neisjocht.
Witte jimme hwat ek sa frjemd is: dat men it fan oare provinsjesnet
yn ‘e kranten fynt. Hwat foar reden kin it hawwe, om it wol op to jaen
fan Fryslan en fan de oare lansdielen to forswijen. Óf wit men dy sifers
net? Komme der faeks allinne mar touristen yn Fryslan? Nou dat wol my
min oan hear. Ik miende oars to witten dat der yn de greate Hollanske
stêdden ek noch al gans frjemden kamen. En och as men yn sa'n stad is,
wurdt der allicht ek hwat fortard. Men kin my net wvsmeitsje dat dy üt-
lanske gasten, as hja by gelyks yn Amsterdam komnie, sizze sille: „Né,
wy geane hjirnearne oan, hwant wy moatte sa gau as't kin nei Fryslan ta“.
En dan kom ik ek noch ta in oare frage: „Buitenlandse toeristen
brachten vier millioen gulden naar Friesland....11 Hwer binne dy fjouwer
miljoen bidarre? Hwa hawwe dy ’e büse stutsen? Né dogenieten, jimme
dy ’t der in great of lyts part fan opstrutsen hawwe, nou moatte jimme de
skouders net oplüke, hwant dermei komme wy der net. It is op ’t léstgjin
goune of in ryksdaelder hwer it hjir om giet. It is mar efkes fjouwer
miljoen
Ik wit it net, mar as Lieftink dat yn ‘e noas kriget, koe it üs wolris
sür opbrekke en sille wy op in oar jier der grif hwat fan op üs bilesting-
briefke fine.
Mar sünder gekheit minsken, hwa wit hoe ’t dat spul ynelkoar sit?
Wis, dy 't it wit mei it sizze.
Ik foar my bin der fan oertsjüge, dat berichten lyk as dizze en mear
fan dat soarte, nou just net yn it bilang van Fryslan binne en as it der op
oan komt mear kwea as goed dogge.
Hoe ’t ik der krekt oer tink, sil ik hjir mar forswije. Mülk kinimmen
andert op myn fragen jaen. FRISO.
Fryek« BrUl 145.
It is yn it libben al faken sje sa, dat in oar better wit hoe 't men
buorket en hoe ’t it yn jins hüsbalding om wei en ta giet as men dat
s«ls wit. Wolle jimme myn dwaen en fitten witte, gean mar nei myn
buorlju dy witte it op in hier. Nou net dat ik mei myn buorren yn
like -graech mei in oarmans «aken bimouye, towyi hja mear as de bannen
SF