Zond
Zonder geluk
■Jl
r'w
4
i
c
Wordt vervolgd.
vaart niemand wel
L
£-
i
Radiorubriel
1
c
Rubber wordt plastic.
I
1
GEMENGD NIEUWS.
1
1
FEUILLETON
door HENK VAN HEESWIJK
3
2
in
Kaas
de
ook
van
naar het tweetal voor de deur.
1
Snelle mechanisering van delandbouw.
Toen de oorlog in 1940 uitbrak waren
er in de Nederlandse landbouw in to
taal niet meer dan ongeveer 3700 trac-
i
1
modellen, visserijbenodigdhedennetten
boeten etc.
1
1
l
i
s
I
i
i
i
Zeepost
Naar Indon
a.s. het s.s.
schip kan po
mits deze uit
is gedaan.
Naar Surin
„Bo
„Groene Kruis”
„Groene Kruis”
Maandag
de radio-uitz
van het landl
hervat.
Ieder, die
het komend
uitgenodigd i
gen van de A
het Minister!*
en Voedselvo
‘s Gravenhag
Opnieu
onnodig dien
Niemand zi
eeniging tot 1
verdenken v.
Naar het F
landse Verei
van Dieren
ter ore kwan
toegestaan,
koeien, beste
van de Staa
zonder bedv,
den geslacht
ingeblikt en
Wat dit b'
havige dierei
De kwelling*
den bij vol b
doorleefd.
Waar Dier
langs met b
genomen dal
binnenlands
consumptie t
regel die eet
ring van de
tengevolge 1
meer te be
aantal te sla'
wordt opgev
Als Dieren
test noodged
het ritueel s
der bod well
omdat de Kb
voren werd*
ming met d
Het Zuiderzee-Museum.
In het Peperhuis, een groot oud pak
huis in Enkhuizen, dat nog een over
blijfsel uit de goede tijd is. toen er nog
geen „dode stadjes” aan de Zuiderzee
bestonden, zal een Zuiderzee-museum
worden gevestigd.
Alles wat nog maar enigszins kan
herinneren aan de tijd toen koopvaar
ders uit dit gebied over alle wereld
zeeën voeren, zal in dit museum ver
zameld worden. Ongetwijfeld zal dit een
interessante verzameling worden en
daarom is het jammer dat dit museum
in deze zomer nog niet geopend kan
worden, zoals aanvankelijk wel in de
bedoeling lag.
Men kan echter een voorproefje van
deze tentoonstelling krijgen, want mo
menteel wordt (vermoedelijk tot 23 Sep
tember) in de „Drommedaris”, de eigen
aardig gebouwde gevechtstorén uit de
Enkhuizer historie, de Z.M.T. (Zuider
zee Museum Tentoonstelling) gehouden.
In de zalen van deze oude vesting zul
len verschillende eigendommen van het
Geen overschotten meer.
Op het internationaal Landbouw Con
gres te Canada heeft de Canadese dele
gatie een plan aan de orde gesteld om
alle voedseloverschotten over de gehele
wereld onder centraal beheer te brengen.
De bedoeling daarvan is in de eerste
plaats prijsstabilisatie voor de voor
naamste landbouwproducten mogelijk te
maken. Het internationaal beheer zou
er voor moeten zorgen overschotten uit
de markt te nemen, teneinde grote prijs
dalingen te voorkomen. De overschotten
zouden dan door middel van een wereld-
fonds tegen lage prijzen ter beschikking
worden gesteld van de landen met
voedseltekorten, die niet voldoende geld
hebben om voedsel bij te kopen. Het
verschil tussen de productiekosten en
de opbrengst bij verkoop zou voor de
helft moeten worden gedragen door een
fonds van dit Wereldaankoopbureau en
voor de andere helft door het land van
herkomst. Vooral de Aziatische landen
steunden dit voorstel krachtig, maar
ook de Amerikanen en Europeanen zijn
wel bereid in deze richting mede te
werken, teneinde een groter bestaans
zekerheid voor de landbouw te krijgen.
De bemestingswaarde van Stads-
compost.
Compost, vooral de soort, die ontstaat
uit de verwerking van stadsvuil is meer
te beschouwen als een grondverbete-
rende stof dan als een meststof. Toch
is ook de directe bemestingswaardeniet
onbelangrijk. Blijkens proeven van het
Landbouwproefstation te Groningen kan
men aannemen, dat deze compost per
ton bevat 200 kg. stikstof, 200 kg. fosfor,
100 kg. kali, 1600 kg. kalk, 150kg. mag
nesia en 20 kg. koper, terwijl er waar
schijnlijk nog andere stoffen in zeer
kleine 'hoeveelheden in voorkomen, die
toch een belangrijk effect kunnen heb
ben. De stikstof en het fosforzuur uit
compost zijn echter veel minder werk
zaam dan uit kunstmest. De kali kan
men daarentegen gelijkstellen met kunst
mest. Door zijn gehalte aan kalk, mag
nesia en koper werkt compost zo goed
op ontginningsgronden, waar zij Hoog-
halense ziekte, ontginningsziekte enz.
doet verdwijnen.
Los van de bemestingswaarde moet
men als de voornaamste betekenis van
compost zien, dat zij het gehalte aan
organische stof in de bodem verhoogt
en er vooral een actieve bacteriën-be-
volking in brengt. Vandaar de struc
tuurverbetering, die men bij compost-
gebruik steeds opmerkt.
De toekomst van de rubbercultuur
wordt door twee concurrenten bedreigd.
De eerste is de kunstrubber, die steeds
goedkoper wordt en de tweede de kunst
hars of plastic, die in vele soorten ver
rassend eenvoudig te fabriceren is uit
bijna overal beschikbare grondstoffen.
Vele plasticsoorten hebben trouwens
eigenschappen, waaraan rubber niet
kan tippen. Het nieuwste is nu, dat
natuurrubber het op een accoordje gooit
met kunsthars en zichzelf tot plastic
laat veranderen. Dat kan geschieden
door natuurrubber te behandelen met
zoutzuur. Er ontstaat dan een volkomen
doorschijnende stof, zoals cellophaan,
maar veel taaier en sterker.
Dit materiaal noemt pliofilm (er zijn
ook andere fabrieksmerken; en het is
buitengewoon geschikt voor verpakking
van artikelen, die zorgvuldig tegen
vocht moeten worden beschermd. Men
kan het zowel maken in vellen als in
vloeibare vorm in het laatste geval
kan men de te verpakken voorwerpen
eenvoudig in de plastic dompelen. Deze
uit rubber gemaakte plastic zal in de
naaste toekomst in onslandworden ver
vaardigd. Natuurrubber kunnen we ge
noeg uit Indonesië krijgen en zoutzuur
hebben we in overvloed voorhanden
als bijproduct van onze zoutindustrie.
De ontwikkeling van het nieuwe pro
cédé is tot stand gekomen in samen
werking met de Rubberstichting te
Delft. Men hoopt op deze wijze een be
langrijk nieuw afzetgebied voor rubber
te vinden.
TER
AANKONDIGING
Kaart ran de vaarwegen ia Friesland.
Uitgeverij Born te Assen heeft een
nieuwe kaart van de vaarwegen van
Friesland het licht doen zien, royaal
uitgevoerd in drie kleuren, een kaart
die voor ieder, die door Friesland vaart
en speciaal voor de zeilers van on
schatbare waarde zal zijn. Er is een
bijlage bij waarop de maximale afme
tingen voor het bevaren van de Friese
wateren staan aangegeven. De kaart
wordt gevouwen in omslag afgeleverd
en is dus handig te bewaren.
De prijs er van bedraagt fl.90.
Fryske Akademy.
Het verslag van de Fryske Akademy
over de eerste tien jaar is een interes
sant werk. Niet omdat hieruit blijkt dat
het de Akademy voor de wind gaat,
maar wel omdat bligkt, dat met zeer be
scheiden middelen heel veel gedaan
wordt en omdat dit instituut zoveel be
langstelling geniet, dat velen bereid
waren hun krachten hier pro deo aan
te geven.
Een duizendtal donateurs, een aantal
bedrijven en enkele subsidies van de
overheid moesten de uitgaven van ruim
f 14.000 dekken.
Maar voor dit geld is veel gedaan.
De diverse werkverbanden, die tot be
langrijke publicaties kwamen (o.a. It
Frysk Lieteboek) een aantal commissies,
allen deden goed en nuttig werk.
Een der belangrijkste onderdelen van
het werk is wel de school voor talen
en geschiedenis, die 90 cursisten heeft,
waarvan 20 voor de Friese studie.
Een lijst van uitgaven welke onder
auspiciën van de Fryske Akademie van
de persen kwamen, toont duidelijk het
belang van deze instelling.
Eeo Aardrijkskundeboek je.
Bij Wolters in Groningen iseenaard-
rijkskundeboekje verschenen over Fries
land. Wij zouden wensen dat dit boekje,
geschreven door de heer J. S. Greben
te Leeuwarden, op alle scholen in de
provincie gebruikt zal worden, want
dit boekje is er op afgestemd om de
jeugd opS de’ hoogte te brengen met
alles wat Friesland biedt.
Met foto's is dit boekje rijk geïllus
treerd. De stof is eenvoudig gehouden
en naast de onderwerpen, die nu een
maal in een aardrijkskundeboekje thuis
horen, is er ook aandacht besteed aan
natuurschoon en bezienswaardigheden.
Enkele bekende bedrijven worden aan
een bespreking onderworpen, over in
deling en bestuur van de provincie
wordt gesproken en de teksten van een
aantal Friese liederen zijn opgenomen.
Zo is dit werkje zeer veelzijdig ge
worden. Voor de Friese schooljeugd is
dit een zeer geschikt boekje. Het is
jammer dat de prijs wat hoog is [f2.75].
„Gelukkig, dat er hier een garage is,” zei
hij opgewekt. „Mijn claxon doet het niet
meer. Wilt U het even nakijken?”
Een onderdeel van een seconde keken de
beide vrienden elkaar aan en even blikte
er in hun ogen een vonk van blijdschap.
De eerste klant! Als een bliksemflits door
voelden ze beiden dit ogenblik. Maar dat
duurde ook maar even en onmiddellijk was
Joop, de actieve, een en al bedrijvigheid.
„We zullen eens even zien, mijnheer,”
antwoordde hij op gewichtige toon. In een
paar stappen was hij bij de twoseater en
lichtte de motorkap op.
De eigenaar van het wagentje haalde een
zilveren sigarettenkoker te voorschijn en
stak de brand in een rokertje.
„De zekering is doorgeslagen,” consta
teerde Joop, het kapotte ding er uit halend.
Fred, geef jij eens een ander. In onze wa
gen ligt er één in het doosje.”
Zijn vriend kwam enkele seconden later
terug met het verlangde. Intussen keek de
reiziger op zijn polshorloge en vroeg: „Is
hier misschien ook een hotel of een restau
rant, waar ik wat kan eten?”
Fred herinnerde zich het dorpshotelletje,
dat hij op het Kerkplein gezien had en
duidde het de man aan. „Het is maar een
eenvoudige gelegenheid, mijnheer, maar ik
denk wel, dat U er toch behoorlijk zult kun
nen eten.”
„Mooi, dan wandel ik er heen. Doe me
een plezier en smeer de wagen even door,
vul de benzinetank bij en kijk de olievoor
raad na. Als je klaar bent, breng me dan
de wagen en de rekening.”
„Het zal gebeuren, mijnheer,” antwoord
de Joop verheugd.
De plusfour wandelde rustig in de aan
gegeven richting en de beide monteurs
togen aan het werk.
„Een brug hebben we nog niet, dus het
doorsmeren zullen we, zo goed en zo kwaad
als het kan, zó moeten doen. Kijk jij even
de benzinetank na. Wat een geluk, zeg,
dat we nog twee volle bussen hebben. En
ook nog olie. De radiateur ook even bij
vullen. Water is er genoeg.”
Toen ze met hun werkzaamheden klaar
waren, de claxon geprobeerd hadden en
beiden elkaar tevreden aankeken, zei
Joop: „Pomp even een paar emmers water,
dan zullen we de wagen ook nog schoon
wassen, want dat is hard nodig. Overigens
is het een kwestie van hoogstens tien mi
nuten en dat zullen we als een soort ser
vice geven.”
Ook dit was spoedig gereed. „En nu aan
het rekenen,” zei Fred, die de zakenman
was. „Ik heb tien liter benzine bijgevuld,
een halve liter olie, dan de zekering en het
doorsmeren nog.”
„Mijn naam
zich waardig
mij even aam
Berg?”
„Het spijt r
de de oude, „r
tie naar het
Joop’s her:
Drommels, da
Kon het mooi
Hij trok e<
„Met vacantic
opzettend. „N
Mijnheer Van
komst? Wat i
De oude ma
te om de bez*
beleefd zijn si
aan doen, mi
„Ja, maar
vorige week c
het einde vai
huren wilde i
eens gewordei
de rekening
en hij heeft i
daag de sleuti
Joop zag tot
woorden hun
oude man sch
„Wanneer is
vacantie gega
ker verder.
„Gistermorg
„Zo, zo, juis
Dat riekt naa:
maar eens nas
eis tot schade
Ook dit ma:
voudige man.
Diep in zijn
dige, rondbor
wroeging over
maar hij paa
lofte, dat, als
de oude man
zaak móést g<
„Tja,” zei c
U de schuur g
heer vast en
op de hoogte
Berg is name
ziet U?”
„Dat heb 11
Joop sarcastis
het m.s.
16 Aug.
Per 1 Septe
Het Minist
Zaken deelt
van 1 Sept*
textielpunten
verklaard.
Te zijner t
den gemaakt
gewezen.
De aandacl
dat de per 1
punten wed*
van vier ma;
T. B. C.-Onderzoek
Voorzover dit nog niet genoegzaam
bekend mocht zijn, brengen wij onder
de aandacht van de ingezetenen
der gemeente Workum, dat het de be
doeling van de Interprovinciale Com
missie voor Bevolkingsonderzoek op
Tuberculose is, om de inwoners onzer
gemeente, ter bestrijding van de t.b.c.,
aan een massa-onderzoek te onderwer
pen. De eerste voorbereidingen hier
voor zijn, in overleg met het gemeente
bestuur, reeds getroffen. Van gemeente
wege krygt ieder boven 14 jaar een
persoonlijke oproep met opgave van tijd
van verschijnen.
Het behoeft geen betoog, dat dit onder
zoek van het allergrootste belang is.
Aangezien het echter niet verplicht,
doch geheel vrijwilligis, menen wij goed
te doen, er bij ieder op aan te dringen,
zich aan dit onderzoek niet om de één
of andere reden te onttrekken, doch
hieraan ten volle mede te werken.
F. VAN DER MEULEN,
wijkzuster
H. MULDER, arts
B. C. NOORDHOFF, arts
J. ROBIJNS,
voorz.
B. SMID, adm.
„Neen, maar jij kunt behoorlijk schilde
ren en dat kan ik weer niet. Pak een paar
behoorlijke planken en sla die aan elkaar,
zodat je een bord krijgt en schilder daar
alvast „garage” op. Boven hebben we im
mers verf gezien?”
„Jawel.”
„Mooi. Intussen ga ik een lichtbak
elkaar knutselen.”
Ze zetten de wagen uit de zon en daar
na togen de twee nieuwbakken garage
houders naarstig aan het werk. Ondanks
de hitte het zweet gutste hun van het
gezicht werkten ze met zoveel animo,
dat binnen enkele uren zowel het bord als
de lichtbak gereed waren. Terwijl Fred nu
ook de glasplaat beschilderde witte let
ters tegen een rode achtergrond nam
Joop de ladder en sleepte deze naar buiten.
Met het vrij groot geworden bord, een ha
mer en een aantal spijkers liep hij naar
boven en bevestigde het bord netjes in het
midden van de schuur aan de gevel. Daar
na liep hij weer naar beneden en keek te
vreden naar zijn werk. Hij had er echter
geen idee in, dat een klein boerenmanne
tje, genoegelijk rokend, belangstellend naar
zijn arbeid gekeken had.
„Gao jie hier een geraesie beginne, mien
jong?” vroeg hij vriendelijk.
Joop boog even en keek de oude baas
lachend aan. „Bijna geraden. We zijn na
melijk reeds begonnen. Vandaag voor het
eerst. Wat denk je? Niet gek, he?”
„Ik hee ’t al laank an zien komme,” ant
woordde de ander. „Ik docht al dukker bie
mezelf, daor is krek wat mee te verdiene.
Zoveul auto’s als hier ielke dag veürbij
komme.”
„Justement,” zei Joop, „dat had ik
gedacht.”
„Jie weunt toch nag niet in 't darp, wel?”
De jongeman knikte evenwel bevesti
gend. „Jawel, we wonen boven de garage,”
en hij wees naar boven. „De gordijnen
moeten er nog voor gehangen worden. We
zijn met z’n tweeën, vrienden. En zullen
het wel redden, dacht U ook niet?”
„Jaowel, we zelle elkoar nog wel es zien.
We zijn naomelijk buren. Daor is mien
steê, vat je? A-jie melk neudig hét, mo-jle
't moar zegge, dan laot ik het je wel
brenge.”
Joop krabde zich eens achter het oor.
„Daar zeg je zo wat. Ja, je bent de eerste,
dus waarom zouden we je de klandizie niet
geven? Een goede buur is altijd beter dan
een verre vriend. Top! Breng ons vanavond
maar een paar liter melk. Kan dat?”
„Alstoeblief, meheer,” antwoordde de
boer, even aan zijn pet tikkend. „Je kriegt
ze vars, zo van de koei. En as meheer soms
botter neudig hét, kunnen we dat ook leve
ren. En ik hêt ook goeie kees, volvet.
Joop keek de oude man bij het opsom
men van deze lekkernijen even schaapach
tig aan. „Boter, zegt U?” Van verbouwe
reerdheid begon hij nu opeens „U” te zeg
gen. „Ja, dat is waar ook. Breng meteen
maar een pond boter mee. En kaas.... ja,
hoe gaat dat? Per ons of
De boer grinnikte even. „Neej, ik heé
geen winkel, 't Zijn Edammertjes, zo van
een pond of drie, vier....”
Joop bevochtigde zijn lippen....
van een pond of drie, vier.
„Best,” besloot hij, niet langer weifelen
de. „Breng ons ook maar een kaas. Maar
niet al te zwaar
„Ik zal er ien van drie pond veur oe uut-
zoeke. Zodra ik gemolke heej, zal ik alles
laote brengen. Bedaankt veur de liefe-
raantie.” En het mannetje draaide zich om
en liep naar zijn boerderijtje, dat een der
tigtal meters van de schuur verwijderd was.
Hij zuchtte eens en zei in zichzelf: Joop,
jongen, waarvan zullen we dat betalen?
Enfin, komt tijd, komt raad. Misschien
hebben we voor melkerstied al een wagen
gerepareerd.
Maar ondanks het mooie bord reden
auto’s voorlopig nog door.
Inmiddels was Fred met zijn tweede
schilderkarweitje klaar en vol trots toonde
hij het aan zijn kameraad.
„Geweldig,” prees Joop, vol eerlijke trots.
„Kerel, dat zien ze al op een paar kilome
ters afstand. Als jij nu de ladder vasthoudt,
zal ik alvast een paar lampen er uit
draaien.”
Een uur later prijkte aan de Oostelijke
hoek van de schuur een grote lichtbak,
waarin vijf van de sterkste lampen uit de
schuur een zee van licht gaven en hoewel
het nog helder dag was, moest toch even
proefgebrand worden. Zo, vanavond en
vannacht zouden de automobilisten kunnen
zien, dat hier een garage was. Toen zegen
beiden uitgeput neer op een pakkist.
Op dit ogenblik kwam een meisje
omstreeks tien jaar naar de twee jonge
ondernemers toelopen. In de ene hand
hield ze een grote melkkan, in de ander
een tasje.
„Lieve help,” zei Joop, „dat heb ik ver
geten te vertellen. Heb jij iets, waarin we
melk kunnen doen?”
„Melk?” vroeg Fred verbaasd, „hoezo?”
„Klets niet,” antwoordde Joop korzelig.
„Ik heb melk besteld. Ik geloof, dat Ik bo
ven enkele lege conservenblikken gezien
Zuiderzee-museum tentoongesteld wor- toren in gebruik. Daarvan was het
den, o.a. oude klederdrachten, scheeps- overgrote deel, n.l. meer dan 2500 ge
ïmporteerd in de laatste zes jaren, die
aan de oorlog voorafgingen. In 1939
werd een record bereikt met een invoer
van 632 machines. Na de oorlog is het
tempo plotseling sterk versneld, zodat
sinds de bevrijding tot 1 April van dit
jaar reeds meer dan 12000 tractoren
werden ingevoerd. De mechanisatie
neemt dus wel snel toe, al zijn we nog
ver verwijderd van de Amerikaanse
toestanden, waarbij nog slechts6%van
de trekkracht op de boerderijen door
paarden wordt geleverd. Men behoeft
dit overigens niet als een ideaal te zien,
want ook de mechanisatie heeft zijn
grenzen. Van grote betekenis voor het
kleine bedrijf zal het echter worden of
de kleine tractoren en kleine freesma
chines, die in Frankrijk en Engeland
zo populair worden, ook voor ons land
doelmatig zullen blijken.
J. Lammers kemt voor.
De zaak tegen J. Lammers, met
Sleiffer een van de meest beruchte me
dewerkers van de S.D. in Frieslanden
Groningen, zal op 6 Sept, voor de bij
zondere strafkamer van de Leeuwar
der Rechtbank dienen. Het aantal ge
tuigen zal ongeveer 60 bedragen.
heb. Beneden, achter de schuur is een
pomp. Was jij er even een paar om, want
dat meisje brengt ons voortaan iedere
avond melk.”
Nog maar half begrijpend stond Fred op
en ging naar boven. Even later kwam hij
met zes blikjes terug, die hij met het pomp
water zo goed en zo kwaad als het ging
reinigde.
„Ik kom de melk, de botter en de kaas
brengen,” kondigde het kind aan.
„Dat is geweldig, Dientje,” antwoordde
Joop op vrolijke toon.
„Ik hiet gin Dientje. Ik ben Aefie.”
„Zo, Aafje dus. Nou, Aafje, je bent een
lieve meid, hoor. Wacht, hierin doen we de
melk hij goot de kan leeg in de blikjes
en de boter en de kaas nemen we zo wel
mee.”
Nadat hij de zuivelproducten uit de tas
had gehaald, diepte hij een zilveren dub
beltje uit zijn vestzak en gaf dit aan het
peenharige kind.
„Zo, hoor, dat is voor jou, voor je moeite.”
„Dank oe wel, meheer,” antwoordde het
meisje, verbaasd naar het glanzende geld
stuk kijkend. „En vaoder laot vraoge, hoe-
veul melk of U morgen weer mot hén.”
„Morgen?” Joop keek eens naar zijn
vriend, die stomverbaasd de manipulaties
van de ander had aangezien, en antwoord
de: „Morgen ook maar twee liter, hè? Of
zullen we er drie nemen? Ja, breng ons
morgen maar drie liter. Dag, Aafje, be
dankt hoor!”
Waarschijnlijk had het kind geen order
gekregen om geld te vragen voor de te leve
ren producten, of ze was zo beduusd door
de fooi, dat ze het vergat. In ieder geval, ze
draaide zich om en ging met de lege kan
en het dito tasje weer terug naar de boer
derij.
„Hoe heb je dat voor elkaar gekregen?”
vroeg Fred, die nog met zijn ogen knipper
de van verbazing.
„O, je weet mijn lijfspreuk, nietwaary
Zonder geluk vaart niemand wel. Wees jij
nu eens een beste jongen en haal een paar
broden. Een eindje verder in deze straat is
een bakkerij. Zeg, je hebt toch zeker nog
wel wat geld?”
„Niet veel,” antwoordde Fred benepen.
„Ik denk: hoogstens een gulden.”
„In ieder geval genoeg voor twee broden.
Kerel, dat wordt een godenmaaltijd: brood
met verse melk, zuivere roomboter en vol
vette kaas. Lieve help, in wat voor paradijs
zijn wij terecht gekomen? Leve Doornen-
berg! Als nu de klanten ook maar komen.
Zijn wens ging spoediger in vervulling
dan hij zelf verwachtte. Want toen Fred
met twee grote boerenbroden onder zijn
arm terugkwam, stopte er eensklaps een
kleine sportwagen voor de schuur. Een
jongeman in plusfour sprong er uit en keek
GRM4
'i