Curiositeiten
boek
F
.1
WORKUMER
KRANT
fel
Pypskoft
Nieuws- en Advertentieblad voor de gemeenten Workum, Hindeloopen
en Zuidwesthoek van Friesland
Geef een
IJEME DE BOER, Autoverhuur
radio en televisie
fa. Westerhuis
J
Libelle Nylons
J*
Dit nummer bestaat uit twee bladen
EFKES
1
Gaastra’s Boekhandel
RADIO HINGST
uw
RADIO EN TELEVISIE
JEUGD d
£_vliegt2
BEL 306 b- 382
„MAISON IRENE*
S.V.W. AGENDA
ZATERDAG 30 NOVEMBER 1957
No 49
80ste JAARGANG
Fryske Brief CXCVI
NOARD 69
met en zonder chauffeur
UIT HET VERLEDEN
mee
LAAT
VERZORGEN
DE BEKENDE
FRISO.'
S.V.W. Nieuws
Workum 2
Uw adres voor
Wie een bepaald boek wenst,
doet goed tijdig te bestellen bij
Advertentietarief: 7 cent per m.m:
Adv. van buiten Friesland 9 et.’ p: m.m.'
Contracten volgens algemene regeling
Telefoon Redactie en Adm. 05151-314
Postrekening 882259
Van verslagen,1 berichten enz.'
gaarne spoedige opgaaf!
Thans zijn alle drie delen lever
baar A f 5.90 per deel
Sud 72—74
Abonnementsprijs f 1;23 per kwartaal
per post f 2.75 per halfjaar
0-2
2-0
2-0
1-1
1-1
0-2
2-0
0-2
WORKUM. Beroepen bij de Geref.'
Kerk alhier, Ds M. J. C. Bosscha te
Westerbork;
PLAATSELIJK NIEUWS
-rk—
met aanmeldingen lopen1’ Van de aan
gifte hangt het af of deze plannen
kunnen doorgaan}
1-1
1-1
2-0
1-1
De competitie voor de Jun. B leden is
door de Bond voorlopig stopgezet'
Meubelen van Inconé
gaan een mensenleeftijd
Inconé voor kwaliteit
Voordeel en gezelligheid
FRÉ DE BOER
Meubelhvie Inconé
hier in Workum ontvangen, om o.a.
deze jeugd een tocht over de Friese
meren aan te bieden enz;
Natuurlijk is er geld nodig, om dit
te organiseren. We zouden niets liever
hebben dat de S.V.W. dit uit haar
kas zou kunnen betalen, doch dit gaat
niet. We zijn geen profclub met dui
zenden in kas. Neen, de jongens zullen
dit zelf moeten bekostigen. Daarom
zijn we vroeg met onze plannen om
er 6 a 7 maanden voor te kunnen
sparen. Hoe lijkt jullie een bedrag van
plm: f 0.50 per week toe?
Ook Uw adres
voor grote en
kleinere ritten
„Op syn aldermoaijste,
In Apeldoorn zijn ze enthousiast en
er worden reisgidsen voor ons beschik
baar gesteld om de mooiste fietstocht-
ten te organiseren.' De heenreis zouden
we gedeeltelijk per auto’s kunnen doen,
doch er moet een vrachtauto voor al
onze fietsen enz; gecharterd worden.
Dit en nog veel meer, kost geld. Wie
voelt er voor deze plannen? Jongens
in de leeftijd van plm. 12—15 jaar
kunnen zich schriftelijk opgeven vóór
15 december a.s. bij B. Sijpersma, Spoar
dyk 28.' Laat de brievenbus maar vol
DAMNIEUWS
23 nov. Gisteravond had de eerste
wedstrijd plaats voor de P.F.D. in dit
seizoen. Het was deze keer de club uit
Joure die op bezoek kwam met twee
tientallen. Het werd een mooie span
nende en sportieve strijd, maar uitein
delijk wist O.G. 1 net op het nippertje
te winnen; O.G. 2 echter moest net op
datzelfde nippertje verliezen, zodat de
massakamp precies gelijk werd.
Hier volgt de gedetailleerde uitslag:
Workum 1 Joure 1
J. de Vries—C. van der Velde
J. Nijenhuis—P; Oost
Sj. Folkertsma—U; Venema
I .Sjoerds—R. van der Zee
S. Wiersma—J. de Jong
M. van der Weide—Fr. de Graaf 0—2
J. Dijkstra Pzn—A. Oost
D. van der Meer—S. Holtrop
M. Hiemstra—E. Camminga
D. Tjerkstra—H; van der Wal
Uitslag 11-9
Junioren:
Workum 2A—Bolswardia IA
Aanvang 1.30 uur
Uitslagen zaterdag 23 nov. 1957:
Senioren:
Q.V.C. 1—Workum 1 2-6
Delfstrahuizen 1—Workum 2 3—2
Workum 3—Oeverzwaluwen 2 3—2
Junioren;
Balk 1B-Workum 2B 2-2
Workum 1B—Workum 3B 9—0
R. Dijkstra—R. Hubma
Sj. de Jong—R. Brouwer
A. Folkertsma—T. Veenstra
J. Sjaarda—M. Visser
D. Mulder—A. Speelman
A. van Dijk—R. Holtrop
Jac. v. d. Meer—D. v. d. Woude 2—0
P. Couperus—S. de Jong
F. Faber—K. Albers
D. Seekles—J. Steensma
Uitslag 9-11
i 1
We leven in een tijd met een grote
technische ontwikkeling; Deze ontwik
keling laat ook de landbouw niet on
beroerd.
In de landen die in hoofdzaak zijn
ingesteld op de landbouw pleegt de
zoon de (vader in het bedrijf op te
volgen. Er zijn anders ook weinig mo
gelijkheden; In de ontwikkelde gebie
den komen de verhoudingen echter
heel anders te liggen.
Er is een tijd geweest dat de mens
in z’n levensonderhoud moest voorzien
door jagen en vissen, daarna door een
nomadische levenswijze en tenslotte
werd een gevestigde levenswijze moge
lijk door middel van het uitoefenen van
de landbouw.'
Aanvankelijk kon men niet genoeg
voedsel voor een gezin produceren:
Thans met de moderne landbouwme
thoden is het mogelijk dat 1 agrarische
werker voedsel produceert voor 8 ge
zinnen ja, de best geleide bedrijven
brengen het tot het dubbele aantal.
Dit houdt in dat de agrarische be
volking kan dalen tot 12 pet en in de
Vakantietrip Junioren B leden
naar Apeldoorn.
Het jeugdbestuur van de afd; Junio-
ren-voetbal neemt in overweging om
bij voldoende deelname (plm. twee
elftallen of meer junioren B spelers)
een vakantie-trip van een dag of vier
te organiseren. Er is reeds kontakt op
genomen met het jeugdbestuur van
een zaterdagmiddag voetbalclub te
Apeldoorn, waarvan onze oud-stadge-
noot de heer H. Mulder bestuurslid is;
Het is de bedoeling dat de jongens
bij ouders van leden van deze sport
vereniging worden ondergebracht, om
overdag prachtige fietstochten in de
fraaie omgeving van Apeldoorn te ma
ken,, terwijl ook enige vriendschappe
lijke voetbalwedstrijden georganiseerd
zullen worden. Uit erkentelijkheid
hiervoor zullen wij in de zomervakan
tie een 25-tal jongens uit Apeldoorn
toekomst vrij zeker tot een nog lager
percentage van de totale bevolking.'
In Denemarken heeft men dit stadium
reeds bereikt; De produktie van 1 agra
rische werker is daar voldoende om 8
gezinnen te voeden;
Het aantal agrarische beroepsperso
nen per 100 ha cultuurgrond bedraagt
in dat land ongeveer 12, terwijl de in
tensiteit van de bedrijfsvoering met
ons land vergeleken kan worden;
Ons land heeft echter nog 20 agra
rische werkers per 100 ha cultuurgrond.
Dat dit aantal zo hoog is komt door
het vele kleinbedrijf;
Wil de landbouw in de wedloop om
meer welvaart niet achterop geraken
dan zal hij dus werkkrachten moeten
afstoten naar de industrie. Er zal voor
vele agrarische werkers een bereid
heid moeten zijn om de landbouw vaar
wel te zeggen. Dit moet reeds op jon
gere leeftijd gebeuren. Doet men dit
op latere leeftijd dan zal men in de
industrie achter staan bij de geschoolde
arbeiders.'
Maar niet alleen de geschiktheid om
in de industrie te werken speelt een
rol, imen z al zich ook moeten aanpas
sen aan de geheel andere levenssféér.
Om eens enkele cijfers te noemen:
Dr Ir A. Maris komt in Economische
Statistische Berichten tot de conclusie
dat er in Nederland momenteel 40.000
boerenzoons te veel in het boerenbe
drijf zijn, waarvan 25.000 op de zand
gronden H
Hierbij is aangenomen dat men op
een leeftijd van 27 jaar boer wordt.'
Als we de tuinbouw buiten beschou
wing laten zijn er in Nederland 186.632
bedrijven.
Hiervan zijn 50.000 kleiner dan 5 ha
en 60.000 kleiner dan 10 ha.
Jaarlijks komen plm 18.000 boeren
en tuinderszoons voor de keuze van
een beroep te staan;
Om nog eens een cijfer te geven dat
tot nadenken stemt, in 1947 bedroeg
het aantal manneljjke werkkrachten in
de landbouw 589.000. Thans in 1957 is
het plm 500.000. Indien we echter het
peil van Denemarken willen bereiken
zal het aantal personen werkzaam in
de landbouw met minstens 200.000 moe
ten worden ingekrompen; (1 persoon
op 8 ha cultuurgrond is 265.000 per
sonen:)
Daarbij is het vrijwel zeker dat de
werkgelegenheid in de landbouw niet
zal toenemen en dat de mechanisatie
zich verder zal uitbreiden.
We krijgen in de landbouw dus te
maken met een structuele verandering,
welke blijvend is dit in tegenstelling
met een verandering welke plaatsheeft
tengevolge van de conjuctuur en wel
ke niet blijvend is.'
Aan het einde van de vorige en aan
het begin van deze eeuw hebben we
ook een structurele wijziging in de
landbouw gehad. Deze had plaats ten
gevolge van het uitvinden van de
stoommachine.' In Amerika werden
grote oppervlakten graan yerbouwd
en het verbeterde verkeer was in staat
deze produkten hier aan de markt te
brengen;
Thans hebben we dus weer met een
dergelijke structuele wijziging te ma
ken, waaraan nog veel meer problemen
voor de boeren vastzitten, die we de
volgende keren hopen te bespreken;
Sneek R.L.V.D;
ALLEEN BIJ
2.95 tot en met 5.50
In verschillende artikelen is al meer
malen een greep gedaan uit de oude
jaargangen van „Friso” zo’n driekwart
5 een halve eeuw geleden. Hoewel er
aldus nog heel wat belangwekkends
te vermelden zou zijn, zowel van het
toenmalige nieuws uit eigen omgeving
als van de grote gebeurtenissen elders
in onze provincie of in ons land (er
kwamen toen nog maar enkele week
bladen uit, vergeleken bij thans) menen
we in andere rubrieken nog wel de
gelegenheid te krijgen, daarop terug
te komen;
De opmerkelijkste voorvallen uit
vroegere dagen, die we voortaan on
der bovenstaand kopje op zoveel mo
gelijk dezelfde plaats hopen op te ne
men, zijn dus niet aan precies zoveel
jaar geleden gebonden, zodat er nu
voor meer afwisseling gezorgd kan
worden in de aard van de berichten,
maar vooral ook in de bronvermelding.
Er mag niet aan getwijfeld worden
of dit rubriekje uit lang vervlogen
tijden zal bij velen in de smaak vallen’
Dan zijn het de typische gebruiken, een
volgende keer soms ongelooflijke,
maar toch altijd heel ware, historische
feiten die nog eens even opgerakeld
worden:
Zo zal men nu eens met een blik van
herkenning, dan weer met lichte ver
bazing of tot grote verrassing kennis
kunnen nemen van.'..;..;., nu ja, kortom
van allerlei;
1. Griep in 1782
>.Op 8 juni 1782 schreef Joan Derk van
der Capellen van de Poll aan zijn
vriend Adriaan Valck:
„Tot dus verre schreef ik gister
avond. Hoofdpijn en vermoeidheid
deeden mij eindigen: Deezen mor
gen opstaande vind ik mij bezet
met de ziekte van de mode LA
GRIPE, zijnde mijn borst heel bezet
en ik zo loom en pijnlijk dat ik de
armen haast niet kan opbeuren.”.
Op 14 juni 1782 vervolgde hij:
„Ik ben sedert eenige dagen zoo
fel aangetast door verkouwdheid,
rheumatisme, of, gelijk ’t nu toch
moet genoemd worden, la gripe,
dat ik dood af ben. Eergister werdt
mij de borst eenklaps zoo benauwd
en pijnlijk dat ik het, had het zoo
verder toegenomen, geen zesuuren
meer had kunnen doorstaan;”
Uit;: Mr. W. h- de Baaufort:
„Brieven van en aan Joan Derek
van der Capellen van de Poll”;
Joure 2
1-1
0-2
0—2
2-0
0—2
2-0
Inzending van advertenties uiterlijk
donderdagsmorgens
Familieberichten desnoods
vrijdagsmorgens voor 10 uur
Sa gau hja wer yn’e keamer wie, bigoun hja:
komme Jan en Tine net; Hwa wit hwat der oan ’e han is?” Mar de Boer mien-
de; „Hwat soe der nou wêze kinne? Miskien hat Jan it wol to drok en
komme hja hwat letter.”
It duorre mar in eagenblik, der wie de aldste al wer; „Nou” bigoun
dy, „de groetnisse fan Jan en as heit en mem der efkes hinne komme wolle.
Hy hat in forrassing foar jimme; Nou treft it tige moai, hwant minhear Vis
ser, jimme witte wol, de boekhalder, dy is hjir op ’t heden yn 'e stêd en
dy komt daliks oan om jimme to heljen. Kinne jimme werom mei Jan en
Tine hjir hinne ride.”
„Hwat nüver spul is my dat nou wer?” fütere de Boer. „Hwat sil it
nou bitsjutte en flean der noch hinne. It is by sawnen en ear ’t wy wer goed
en wol thüs binne, is ’t goed acht üre. Dan is üs hiele moaije joun hast om.'
Hwat jo dogge, moatte jo seis mar witte, (dit tsjin syn frou) mar ik kom
joun de doar net mear üt. Ik bin fiersto bliid dat ik thus sit.” Frou de Boer
sei:, Ja, as jo net geane, bliuw ikfansels ek thus. Mar ik fyn it wol hwat
sneu foar Jan, nou ’t hy alles (sa aerdich foar elkoar makke hat mei
minhear Visser.”
De jongens mienden dat mem gelyk hie; En hja wounen it pleit. Al
gau hie de Boer de skuon en de jas oan, en ek de frou stie reisfeardich;
In ketier letter, a'er wie minhear Visser al, en bigounen hja de reis. v.
Dat de trije jonges, roungear leine fan it laeitsjen, doe ’t de auto
fuort wie, seagen de Boer en ’e frou fansels netj
En minhear Visser, koe ’t skoan pratende halde: In alderaerdichste
man wie dat dochs. De Boer moast daliks in segaer fan him opstekke en
wylst fortelde hy, dat Jan him frege hie, of hy de aldelju efkes mei nimme
woej
Hawar Visser praete mar oan tried wei; Mar doe ’t hja just buten
de stêd wiene sei er: „Hea, it is nou krekt of ryd ik mei in lege 'ban.
Mei ik wol efkes nei sjen, hwant soks is my hwat to gefaerlik.” Hy sette
de auto oan ’e kant fan ’e wei en hy en de Boer der üt. Al ridlik gau
stapten hja wer yn en Visser sei: „Wymoatte mar efkes by it benzine stasjon
oan, oars ryd ik miskien de ban oan flarden.” En Visser sette him efter it
stjür, mar riedt sa foarsichtich, men koe er süver hast wol tsjin rinne. Dat
de Boer en de frou it min nei 't sin hiene, kin men fan tinken wol hawwe.
En de Boer sei: „Hiene wy mar thüs bleaun.” Einlings en to ’n léste stiene
hja by it benzine stasjon en der isiet net oars op, der moast in oare ban
om de foartsjille.’
Visser hie tige drok mei de feinten dy’t him holpen, mar de Boer en
’e frou koene yn ’e auto sitten bliuwe. De Boer wie kügels. Hy siet süver to
Hokken, eat hwac er sa gewoan wei nea dwaen soe. „Hwat hawwe dy apen
üs raer to fiter en ik bin bang dat dy freonlike en aerdige minhear Vis
ser, mei yn it l.^mplot sit.”
Mar der woe frou de Boer gjin praet fan hearre; „Hwat tinke jo nou
wol. Kin hy it helpe, dat er in lekke ban krige hat?” De Boer lykwols,
bleau by syn sizzen: „Ik stean itispul net.”
Hast in heal üre forspilen hja mei de lekke ban; Doch doe duorre it
gjin tsien menüten of hja stiene by Jan foar it hüs; Visser sei: „It muoit my
tige dat it sa roun is, mar ik winskje jimme noch in tige gesellige joun ta;
En foral de groetnisse oan Jan en ’e frou.” Dermei stapte hy yn ’e auto, en
rüfty fuort wie er.
„Hwat frjemd,” sei frou de Boer, doe ’t hja op ’e stoepe stiene,” „alles
liket hjir wol tsjuster to wêzen; Hja sille dochs net;..;...;j..r”
De Boer wie daliks efterom gien en dy kaem al gau werom enboldere:
„Nou hwat haw ik sein? It nést is leech; De smychten hawwe üs raer to
fiter.”
Frou de Boer stie mei de triennen yn 'e eagen en frege: „Hwat moatte
wy nou?”
„In taxi sjen to krijen en as de waerlich nei hüs; Stom dat wy der sa
ynflein binne,” joech hy ta biskie:
Aldergelokst hiene hja noch al gau in taxi en doe mei in kügelsfeart
nei hüs. Doch hja wiene noch net oan it ein fan it avontuer. Komme hja
thüs en hat gjin ien fan beiden in kaei yn ’e büs. En alles yn ’e hüs tsjuster.
Doe by de neiste buorlju it hüs troch en troch de hage krüpt.
En der, krigen hja de skrik fan har libben; Stiene my der de stuollen
oploege tsjin de muorre oan. De tafel en it buffet stiene yn ’e bleek mei it
flierkleed der oerhinne. De Boer fleach as in wylde man de keuken yn. En
en doe draeide ien it Ijocht yn ’e keamer op. Sieten de f jouwer jonges
mei Tine yn it formidden, elkmis yn in nije stoel. Der lei in nij flierkleed,
der stie in nije boekekas en yn ’t midden fan ’e kaemer in „televisie” tastel.1
Gjin ien fan beiden, de Boer net en syn frou net, koene in wurd
ütbringe. Mar Tine sei: „Ja, heit en mem, jimme hawwe miskien in rare
misse reis hawn, mar dat koe nou ienris net oars. Sinteklaes hat hjir wylst
jimme fuort wiene, raer hüshalden. Wy hoopje net dat jimme nou mear
lilk op üs wêze sille.”
It ienigste hwat frou de Boer ütbringe koe wie: „O bern, hwat moai.”
En de Boer Dy sei neat, mar stie him seis op ’e lippe to biten;
Doe ’t it bedtiid wie sei de Boer: „Sa’n Sinteklaesjoun haw ik noch nea
bilibbe.’,
Zfn tSinteklaeójeun 2
Verschijnt éénmaal per week
Uitgave: Fa T. Gaastra B.zn
Drukkerij en Boekhandel - Workum
Programma zaterdag 30 nov. 1957:
Senioren:
Workum 1-V.V.T. 1
Aanvang 2.45 uur
D.O.G.—Workum 2
Vertrek 1.30 uur
Woudsend 2—Workum 3
Vertrek 1.45 uur
1
ll
j
pewits
I
1
SMB
y