NIEIWS- EN ADVERTENTIE BLAD VOOR DE STAD EN HET ARRONDISSEMENT SNEER.
I I
1846.
Woensdag den 22 April.
BINNENLAND.
BUITENLAND.
;o
af,
-
Leipzig, 12 April,
tot Z. M. gerigte verzoek
hebbers aan de onlusten des vorigen jaars heeft
de koning eenige verzachting in de wijze van
detentie verordend.
1
9
3}
4}
L
geslagen
de zijn.
rLjlte
enige
treil.
die
chie-
zou-
Itoos
dier
ij
kten
zve
wor-
elk-
eest-
arde
Itjes
van
>zigt
ierk-
snel
hikt
aan-
.ken
nige
a de
zee
lijnt
:die-
wil
mgt
ino-
op-
eens
i de
ner-
1OU-
re-
tiate
nig-
op
hoe
ten.
I9J
19J
10
10-
1.50
f.85
>.05
f.25
1.50
f.95
>.90
5.20
>.90
5.25
1.00
).00
5.25
5.25
1.00
de noodige handwerkslieden bij zichten
eigene gemeente te vormen
De meeste boeren wa-
IN,
IO,
ker
nr;
re-
lere
Ten gevolge van het
om gratie der deel-
negentig en Juda de Leeuw, éénennegentig ja-
ren, alzoo te zamen honderd éénentachtig jaren
tellende bijna gelijktijdig het tijdelijke met het
eeuwige leven verwisseld hebben nalatende drie
kinderen drieëndertig kleinkinderen en veertien
achter-kleinkinderen. Tot kort vóór hunnen
dood hadden zij het voorregthet Volkomene ge*
not hunner zintuigen en eene goede gezond
heid te genieten.
Hoewel deze lieden bij hun leven doof
geene schitterende talentenaanzienlijken rang
of rijkdom uitmuntten maar tot die klasse van
menschen behoorden, welke door vlijt en arbeid
haar onderhoud zoekthetgeen zij ook altijd
wilden en dedenvereert men hunne nagedach
tenis echter met de openlijke vermelding dat
zijin allen opzigte voorbeeldig brave lieden
waren een heerlijk monument
Tilburg, 15 April. Uit Oosterwijk ver
neemt men van 14 dezer dat dien dag aldaar
aan de schuur der huizinge van J. Keyzer spo
ren van kwaadwillige brandstichting zijn ont
dekt, als zijnde eene gloeijende turf door eene
van de schuur gebroken plank in een mutsaard-*
mijt gevonden welkezoo men zegtbij het
ontdekken reeds begon te vlammen doch als-
toen gelukkig onmiddellijk is gebluscht.
Rotterdam, 18 April. Toen de stoom
boot Hibernia, eenigen tijd geleden, de Ohio
op naar AV heeling voerstiet dezelve bij acht
tien voet water op den grond. Zoo diep ging
het waartuig nietmaar eez?e aanzienlijke massa
ijs had zich onder aan het schip vastgezet. Nu
kwam de kapitein op het denkbeeld om de pijp
waardoor de stoom ontsnapt, in het ruim te
leiden. Door den heeten stoom smolt de ijs
korst en het schip nu weder vlotzette des-
zelfs reis voort. Daaruit trekt men nu de ge
volgtrekking dat men, wanneer er binnen in
eene stoomboot brand uitbreekt, slechts noodig
zoude hebben de luiken te sluiten en den stoom
in het ruim te leidenwaardoor het vuur zou
de gesmoord worden. Wij hopen dat deze
opmerking niet in den wind zal geslagen wor
den.
De Amerikaansche bladen hangen eene min
fraaije schilderij op van de parlementaire zeden
van hun land. Men leest daaromtrent het vol
gende
Een koddig tooneel heeft in het congres plaats
gehad. Zekere Sawijereen grofsmid die de
eer geniet den staat Ohio te vertegenwoordigen
is in woede ontstokenomdat een dagblad van
New-York had opgemerktdat hij de gewoonte
had, in de kamer der vertegenwoordigers zijn
middagmaal te houden. Sawijer schijnt dagelijks
tegen twee ure zijn middagmaal te houden. Wan
neer dat uur gekomen is, dan verlaat hij zijne
zitplaats en plaatst zich bij een vensterachter
den stoel des presidents daarop haalt hij een
smerig papierwaarin zich een stuk broodbe
nevens een stuk spek of eenige andere vette
zelfstandigheden bevindente voorschijn. Ge
noemde artikelen verslindt hij veegt zijne vin
gers met het vette papierbij wijze van servet
af, en werpt dit dan het Venster uit. Blijft er
nog eenig vet aan zijne vingersdan likt hij
dezelve schoonof veegt ze aan zijn hoofdhaar
afhetgeen hem liet koopen van pommade be
spaart daarop wischt hij zijne handen geheel
schoon aan zijne broek of aan de mouwen of
panden van zijnen rokna vervolgens zijn mes
als tandenstoker gebruikt te hebben keert hij
naar zijne plaats terug, scheldt de whigs uit,
noemt ze de Engelsche partij en vordert het
gehecle bezit van het Oregon-gebied als noodig
voor de behoorlijke ontwikkeling der Vereenig-
de Staten.
Zwolle, 17 April. De Nederlandsche Han
delmaatschappij heeft dezer dagen een besluit
genomen om een groot aantal fabrijkanten die
in de tegenwoordige min gunstige omstandighe
den naar hun oordeel veroorzaakt door ach
teruitgang der garenprijzen eenen grooten voor
raad calicots hebben, daarvan te ontlasten.
De Handelmaatschappij beschouwt echter den
tegenwoordigen toestand der fabrijken als een
gevolg van overproductie en wenschtdat de
voorraad meer in overeenkomst worde gebragt
met de bestaande behoefte er kon anders in
welligt geene zeer ver verwijderde toekomst,
eene reactie ontstaan die hoogst nadeelig werk
te op dezen aanzienlijken tak van nijverheid.
Tiel, 15 April. Zaturdagjl.des namiddags
ten vier ure, had op den Rijn vóór Rhenen we
derom eene van die ongelukken plaats die wij
sedert kort zoo dikwijls hebben te betreuren
gehad. Een bootje, beladen met vijf personen
twee mannen en drie vrouwendoch zonder
veermanwerd de rivier overgezet. Door den
sterken golfslag eener juist voorbijvarende stoom
boot werd het vaartuig door den waterstroom
overmand zoodat hetniet meer bestuurd kun
nende worden op den ketting der gierpont ge
raakte en weldra omsloeg en de ongelukkigen
aan de golven werden prijs gegeven. Toen men
ter redding aansnelde waren reeds twee man
nen en twee vrouwen verdronken terwijl er
slechts ééne is gered geworden. Eene der ver
dronkenen laat een’ echtgenoot met 10 kinde
ren na.
Meppel, 14 April. Alhier heeft thans het
zeldzame voorbeeld plaats dat twee echte lie
den met name Hartog Barends Goldsteen oud
Frankfort, 15 April. Men schrijft uit
Wezel dat dezer dagen op drie zeilschepen
door eene stoomboot gesleepteene gansche ge
meente landverhuizers groot 300 zielendie
stad was gepasseerd. De troep wordt door eenen
grondeigenaar aangevoerddie een kapitaal van
ruim 100,000 thaler met zich voertVoorts heb
ben zij hunnen geestelijke school-onderwijzer
en
einde in Texas eene
en eene stad te stichten,
ren welgestelde lieden.
Onze aanstaande mis lokt reeds vele vreemde
lingen herwaarts. De vooruitzigten op den goe
derenhandel zijn zeer gunstig daarentegen vreest
men dat in den boekhandel de gevolgen der
buitengewoon strenge censuur zich zullen doen
gevoelen.
Londen, 13 April, De dagbladen behelzen
nu het verhaal van de schipbreuk van de wal-
vischvaarder Marie, aangaande welk vaartuig
men sints zijn vertrek van Sydney in October
1843 niets vernomen had. Nadat de Marie den
21 November bij de eilanden van Woodlark had
schipbreuk geleden gelukte het de equipagie
na 24 uren aan eene woedende Zee blootgesteld
te zijn geweesten 7 menschen verloren te heb
ben met een vlot het land te bereiken. De
schipbreukelingen werden goed ontvangen door
de inboorlingen; maar geene hoop hebbende,
dat eenig schip aldaar voorbij zoude varen ver
vaardigden zij een klein vaartuigom zich hier
mede naar eene der Engelsche koloniën in Aus
tralië te begeven. Doch toen zij dit met zoo
veel moeite gebouwde scheepje te water wilden
brengenwerden zij door de inboorlingen plot
seling aangevallen, die den kapitein en zes man
om het leven bragten. De overigen reddeden
zich in eene boot van bet vergane schipsta
ken in zee, en kwamen, na 10 dagen rondge
zwalkt en ter naauwernood het levensonderhoud
gevonden te hebben aan een ander eiland van
dezen Archipelwaar zij desgelijks door de in
boorlingen goed ontvangen werden maar toen
eenige bewoners van het vroeger bezochte eiland
insgelijks hier heen gekomen warenveranderde
ook hier de vriendschap in vijandschap. De ge-
heele overige equipagie werd vermoord uitge
zonderd een matroosdie in een naburig bosch
houthakte, en, na langen tijd gezworven te heb
ben door de aldaar toevallig aanleggende brik.
Amsterdam, 16 April. Het mislukken van
den aardappeleu-oogsf. in he* frigeloopeu jaar
heeft op nieuw de aandacht doen vestigen op
andere gewassen waardoor als voedsel in de
behoeften van menschen én dieren kan worden
voorzien. Onder dusdanige gewassen mag de
maïs of zoogenaamde Turksche weit of koren
geacht worden eene voorname plaats te beklee-
denen ten einde ook hier te lande met dé
teelt der maïs proeven zouden kunnen worden
genomen even als zulks met vrucht in andere
landenvooral in Noord-Amerika en de West-
Indische koloniën geschiedt en waar het meel
dier vrucht tot brood en andere spijzen gebruikt
wordtheeft de regering eene hoeveelheid van
dat graan doen komen uit Straatsburg in welks
omtrek hetzelve met vrucht wordt geteeld. Dat
graan zal worden gezonden aan de onderschei
dene HH. gouverneurs ten einde door de prov.
commission van landbouw kostelooos te worden
uitgedeeld in gelijker voege als onlangs heeft
plaats gehad met het aardappelenzaad.
Amsterdam, 18 April. Uit eenen van re
geringswege bekend gemaakten staat van de op
brengst der middelen in de eerste drie maanden
van 1846, tegenover de opbrengst van de eerste
drie maanden van 1845 blijktdat de directe belas
tingen hebben opgeleverd,in 1846y4,624,249.82’-,
in 1845 ƒ4,311,689.48|, meerder in 1846 dan
in 1845 ƒ312,560.34; in- en uitgaande regten
scheepvaarts-regtenvuur-, ton- en bakengeld,
in 1846 ƒ967,841.22, in 1845 585,840.53
meerder in 1846 dan in 1845 382,000.68’
accijnsen in 1846 4,581,662.38^in 1845
4,272,523.70 jmeerder in 1846 dan in 1845
ƒ309,138.68; registratie, zegel-, successie-reg-
ten enz., in 1846 2,079,982.551, in 1845
ƒ2,084,008.74, mindër in 1846 dan in 1845
4,026.18^; regt van waarborg op gouden en
zilveren werken, in 1846 ƒ28,425.64, in 1845
ƒ24,864.89’ meerder in 1846 dan in 1845
3,560.74^; posterijen, in 1846 ƒ334,255.41
in 1845 ƒ337,186.84, minder in 1846 dan in
1845 ƒ2,931.43; loterijen, in 1846 ƒ142,927,
in 1845 ƒ146,490, minder in 1846 dan in 1845
ƒ3,563.' Totaal in 1846 12,759,344.03’ in
1645 ƒ11,762,604.20; meerder in 1846 dan in
1845 ƒ996,739.83’.
’s Graven h age, 17 April. Als een ken-
teeken van vroegen wasdom kan men melden
dat op den 2 dezerin de duinen omstreeks
deze residentiemorilles (eene soort van cham
pignons) gevonden zijn. Volgens aanteekenin-
gen van bejaarde menschen die er hun werk
van maken deze plant te zoeken is dit ruim
eene halve maand eerder dan in gewone jaren.
Men schrijft uit Arnhem, dat op den 12
dezer aldaar gevankelijk is binnengebragtze
kere Jan Jansen ook gezegd Jansen van den
Hoef, arbeider van beroep en onder Wagenin-
gen woonachtig. Tegen dezen zijn naar men
wil zware vermoedens gerezen dat zijne in
de laatste dagen van Dec. 1845 vermist geraak
te dertienjarige dochter Elizabeth door hem
zelven om het leven is gebragt, of althans zoo
hevig mishandeld dat het meisje dien ten ge
volge den geest gegeven heeft. Dus verre was
de verdwijning van het kind een raadselwant
ofschoon sommigen beweerden, dat het meisje,
bij bet houtsprokkelen in het Leemgateen uit
gestrekt dennenbosch tusschen Wageningen en
Benuecomverdoold zou geraakt zijn en an
deren meenden dat hetzelve in de omliggende
veenen verzonken zou zijn waren toch alle
pogingen, door eene menigte van menschen in
het werk gesteld, om het kind levend of dood
te ontdekken en aan haren vader terug te be
zorgen vruchteloos geweest. Het schijntdat
de gevangenneming des vaders een gevolg is van
eene door eene jongere zuster afgelegde ver
klaring, volgens welke de genoemde Elizabeth
door haren vadernabij het Leemgatdood
geslagen en het lijk door hem weggevoerd zou-