9 NIEUWS- EN ADVERTENTIE-BLAD VOOR ÜE STA» EN HET ARRONDISSEMENT SNEEK. I 1849. No. 61. J; j 4de ïVoensdag den 1 Augustus, 1 a BINNENLAND. BUITENLAND. I I u 1 1 1 h g i een I der verband met de werkzaamheden r i 9t n I- t I- Hd. was geven regtma- loffelijke ver- rijdag 27 Julij, heeft Prinsterer zijne aangekon- het ministerie gerigt,be- ook nog spo- aan de sacristy van het gewigt Deze Courant verschijnt eiken Woensdag eu Za- turdag. Abonuements-prijs voor 3 maanden 1.40, buiten de Stad franco ƒ1.65, enkele nommers cent. inrigting. antwoordt koel niet.” rum drinken.” na.” Zonder uitoefentovereenkomende en roeping van een gouver- van zulk een homogeen ministerie besta vast plan en naar eenheid van TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL. In hare zitting van vi de heer Groen van digde interpellatie aan staande in: 1) Inleiding. Ontwikkeling des onderwerps. 2) Definitie van een homogeen ministerie. 3) Vraagpuntendie spreker niet zal behan delenals: a. of liet wenschelijk is, een minis ter-president te hebben b. of wij tot dusver onder den naam van minister wel gehad heb ben datwat in een constitutionneel land mi nisters moeten zijn en of ze niet waren te veel administrateurs, chefs de bureau, te weinig staats mannen. 4) Onderzoek der vraag is het noodigdat er in Nederland dat naar een beginselen te werk gaande, daardoor dien in vloed verkrijgt en met de waardigheid nemen l. 5) Betoog der onmisbaarheid homogeen ministerie Met het oog op de regten der kroon. In v- - - kamer. c. Met een’ blik op beloften bij de grondwets herziening gedaan. d. In verband met de duidelijke bepalingen en den onmiskenbare!! geest onzer grondwet. 6) Betoog en bewijsvoering voor de stelling, dat hier geen homogeen ministerie bestaat, dooi de volgende omstandigheden en opmerkingen in toepassing op het bestaande ministeriena melijk beginselen. van elementen heter- bestanddeelen gestaafd door voor elijk Afwezigheid van b. Verscheidenheid ogenitcit van beelden. 7) Uiteenzetting van het mogelijke en waar schijnlijke antwoord en verdediging der minis ters op deze interpellatie, en korte bestrijding, bij voorbaat, van de veronderstelde antwoorden. 8) Tot dusver aangetoond hebbende de weti- schelijkheid der homogeniteit en daaruit voor het vaderland voort te vloeijen heilzame resul taten, volgt nu de aanwijzing van de nadeelige resultaten, die de niet homogeniteit gehad heeft en als uitvloeisel daarvan schets der ongelegen heden: Voor het land met bet oog op deszelfs tegenwoordige gesteldheid in verband ook tot den toestand van Europa. Voor de kamer en de natie. 9) Opsomming van feiten in dit opzigt. a. Er is niets gewigtigs tot stand gekomen, in strijd met de bepaling van art. 5 der add artik. van de grondwet. b. Er is ook niets voorbereid; dat moest ech ter met wetten van beginselen het geval zijn o" a. met de wet op het onderwijs. c. Wat er verrigt is, strekte als het ware tot afleiding der aandacht van de groote belangen door bezigheid met betrekkelijk onbeduidende zaken. d. Staving dier meeniiig door een blik te slaan op liet tot dusverre verrigte door de kamer. 10) Blik in dc toekomsten vraag: hoe het mo gelijk zal zijn, zonder een homogeen ministerie zoo vele nog onafgedane en op eene volgende zitting geschovene belangen gepaard met nog zoo vele andere onverzorgde aangelegenheden af te doen. Besluit persoonlijke waardeering der minis ters door den spreker; er is zelfs bij hen ecu kiem voor een constitutionneel gouvernement aan wezig. Bepaalde interpellatie nopens de be- teekenisdie de ministers hechten aan art. 53 eu 73 der grondwet, en, in het bijzonder no pens het bestaan van een homogeen ministerie, in verband tot de werkzaamheden der kamer. Z. Exc. de minister van binnenl. zaken heelt in naam van het ministerie, verzocht, de geda- e vragen in overweging te mogen nemen tot I) eene volgende zitting. Daarop is bepaald dat op de gedane vragen aanst. maandag zal geant woord worden. De kamer is daarna tot maan dag gescheiden. De eerste kamer der staten-generaal is te gen donderdag 2 Augustus e. k. opgeroepen tot hervatting van hare werkzaamheden. AMSTERDAM, 28 July. Van New-York heeft men, onder dagteekening van den 11 dezer, de verblijdende inededeeling ontvangen dat het barkschip Nederwaardgezagvoerder S. A. Mei jer, hetwelk op de reis van Rotterdam naar New-York den 16 Junij op den Romer Shoal vastraakte, den 9 dezer in vlot water en aldaar in de haven gebragt is. De Noord-Brabander meldt uit Eindho ven26 Junij. In den afgeloopen nacht werd de eerw. heer pastoor van het naburige dorp Nuenen op eene onaangename wijze uit den slaap gewekt. Zijn eerw. hoorde iai, eene aan zijn slaapvertrek gren zende kamer eenig geritsel; onmiddelijk springt hij het bed uit, spoedt zich derwaarts en ont moet een persoon die reeds bezig was met zijn kabinet te ledigen de pastoor trok de kamer deur niettegenstaande de dief hem zulks kracht dadig trachtte te beletten, met geweld in het slot en vlood naar een venster, om hulp te roepen. Inmiddels gelukte het den dief door een raam der kamer, waarin hij zat opgesloten, de vlugt te nemen. De pastoor het huis verder door zoekendekwam bij het slaapvertrek zijner meid die, na van hare bewusteloosheid eenigzins te zijn teruggekomen zijn eerw. verhaalde dat een manspersoon haar, een blank mes boven liet hoofd houdende, tot stilzwijgen had ge dwongen en op de noodkreten van zijn eerw. gevlugt was. De dieven hadden zich bediend van twee brandladders die aan elkander geke tend tegen den muur van het naburige kerkge bouw hingen en zijn daar langs door een dak venster de pastorie binnen gekomen. Van den kostbaren voorraad dien zij reeds hadden bij een verzameld hebben de dieven dank zij de moedige houding van den pastoorniets kunnen medenemen. In den morgenstond heeft men ren ontdekt van mislukte inbraak van het R. C. kerkgebouw. Op het geroep van den pastoor was de ge- heele gemeente dadelijk op de been nogtans is men er niet in mogen slagen de misdadigers te achterhalen.” ROTTERDAM, 28 Julij. Men verneemt, dat II. M. de koningin-weduwe aan ds. Schotel een blijvend aandenken wenschende na te laten zijn wel-eerw. een keurig bewerkten zilveren schotel en twee zilveren borden ten gebruike bij het II. avondmaal in de Hervormde gemeen te te Tilburg heeft aangeboden. Op de keer zijde van den schotel leest men II. M. de ko ningin Anna Paulowna, grootvorstin van Rus land aan de Hervormde kerk te Tilburgter herinnering aan Hd. verblijf in Maart J849. Bij dit geschenk was een brief aan den heer Schotel gevoegd. LEYDEN, 28 Julij. Meermalen, en thans weder, viel aan ’s rijks museum van natuurlijke historie alhier liet voorregt ten deel door vrien delijke tusschenkomst en ijverige bemoeijing van den vice-consul der Nederlanden te Alexandrië den heer S. W. Ruyssenaers, begiftigd te wor den met geschenken van natuurvoortbrengselen uit Egypte, tot dat einde door Clot Bey, in specteur der geneeskundige dienst aldaar belan geloos bijeengebragt. Onlangs werd die wetenschappelijke inrigting aangenaam verrast door een nieuw geschenk van den lieer Ruyssenaers zelven bestaande in eene hoeveelheid mineralen, doch voornamelijk in eene uitmuntende verzameling van conchyliën en koralen uit de Roode Zee. De groote moeije- lijkheden in die oorden, aan het bijeenbrengen van zoodanige verzamelingen en de belangrijke kosten daaraan noodwendig verbonden verhoo- gen hare waarde niet weinig, en lige aanspraak op dankbaarheid en melding. WEENEN, 22 Julij. Volgens de laatste be- rigten van het tooneel des oorlogs blijkt het. dat het Görgey gelukt is, om de Oosten rij ksche en Russische troepen te ontkomen zich den weg naar de Boven-Theiss te banen en zich met Dembinsky te vereenigen. Den 19 heeft het Russische hoofdkorps benevens het tweede ar- meekorps Waitzen- verlaten en moet zich reeds te Gödöllo, in de nabijheid van Pesth bevin den. Voor zijn aftogt heeft prins Paskewilz de stad gedurende twee uren aan eene plundering prijs gegeven. Men schrijft uit het leger bij Komorn dat sedert drie dagen de strijd in die streken met een voorbeeldelooze woede wordt voortgezet. De Magyaren vechten op alle punten met eenen wau- hopigen moed, en hun fanatismus maakt, dat zij onwrikbaar tegen alle aanvallen stand houden. FRANKFORT, 25 Julij. Bij besluit van den groothertog van Baden is de toepassing en vol brenging van liet afgekondigde standregt aan den Pruissischen opperbevelhebber opgedragen doch onder de bepaling, dat de gevelde vonnis sen aan de bekrachtiging der Badensche rege ring moeten onderworpen worden. Dit besluit zoowel als het voortdurend verblijf van den groot hertog te Meintz leveren een nieuw bewijs voor de daadzaak dat deze slechts in naam regeert en het eigenlijke gezag in handen der Pruissi- sche regering is overgegaan. Deze staat van za ken in Baden moet noodwendig bijdragen om de scheuring tusschen de overige Zuid-Duitsche staten en Pruissen te vermeerderen. Van daar dan ook dat Beijeren en Wurtemberg het on herroepelijk besluit hebben genomen, den aarts hertog Johann, als rijksbestuurder aan het hoofd der centrale magt te handhaven ten einde langs dien weg paal en perk te stellen aan de hecrsch- zuchtige plannen van het Pruissische kabinet. Het willekeurig sluiten van eenen nieuwen wapen stilstand met Denemarken met geheel voorbij gaan der centrale magt, heeft mede veel kwaad bloed in Zuid-Duitsclilandbijzonder in Beije ren gemaakt. Te Karlsruhe en Mannheim worden bij voortduring vele personen gearresteerd die eenig bijzonder deel hebben genomen aan de jongste volksbeweging. Onder de aangeklaagden bevin den zich ecu dertigtal Katholieke en Evangeli sche geestelijken alsmede vele schoolhouders die voorloopig in hunne functiën geschorst zijn onder dc beschuldiging, dat zij, van den kansel of bij hun onderwijs zich ten gunste van de voorloopige regering geuit hadden. De denun ciation zijn aldaar thans aan de orde van den dag. en de reactionnaire dagbladen dringen er zelfs op aan, dat de bezittingen van allen, die aan volksvcreenigingen hebben deel genomen in beslag genomen en geconfisceerd moeten wor den. In de jongste zitting der Wurtembcrgscbe tweede kamerheeft de minister Romer de nie- dedeeling gedaan, dat Sleeswijk-IIolstein zich tot de Wurtembergsche regering heeft gewend, met verzoek dat deze hare troepen niet mogt terug ontbieden. Ook aan andere Duitsche sta ten is hetzelfde verzoek gerigt geworden. liet schijnt alzoo dat Sleeswijk-IIolstein niet wil lens is den wapenstilstand te erkennen. ITALIË. In het nieuwe koffijhuis het groot ste van Rome, misschien van Italië, waar drie achtereenvolgende jaren alle oproerige bewegin gen werden voorbereid traden onlangs twee Fransche officieren binnen en vonden er eene menigte demagogen allen habitués van deze Zij verlangden koffij. De eigenaar Koffij die is niet meer voor handen.” Geef dan chocolade.” Die geven wij niet.” Welnu, dan zullen wij een glas rum drinken.” Wij houden er geen ruin op na.” Zonder een woord te spreken verlaten de officieren het koffijhuis. De gebaarde demagogen heffen een spottend gelach aan. In- tusschen na eenige oogenblikkcn komen de of ficieren andermaal binnen maar ditmaal verge zeld door 80 gewapende soldaten. De kastelein Prijs der Advertentiën van mscji tol-vier regêls gewone letter. 40 cents en voor eiken regel nicer 10 cents, behalve 35 cents zegelrcgt, voor iedere plaatsing.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1849 | | pagina 1