NIEUWS- EN ADVEHTENTIE-ULAD VOOR DE STAD EN HET ARRONDISSEMENT SNEEK.
3
1853. No. 39.
ra
den 14 Mei.
ZATURDAG
1
Jaarffanff*
«>J
A
r
BINNENLAND.
■dllllWIIIIIIIIIBIHIlffllM
en pligtdat in de
De Algemeene Synodale Commissie derNeder-
landsche Hervormde kerk heeft dezer dagen een
broederlijk schrijven aan de Christelijk Hervormde
gemeente in Nederland gerigt, waaraan zeker
niemand den lof van gematigdheid en liefderijke
verdraagzaamheid ontzeggen zal. Maar zou het
waarheid zijn, dat daarin ook eene stem der
waarheid en des vredes is opgegaanom ons
Protestantendie de invoering der bisschoppelijke
hiërarchie onvereenigbaar acht en met het welbe
grepen belang van het vaderland zoowel als van
de Protestantsche kerk, zonneklaar aan te te too-
nen, dat onze vrees overdrevenwelligt ongerijmd
is, ja dat wij ons zouden hebben laten verleiden
door sommigen, die onheilig vuur op het altaar
hebben gebrand? Zoo Protestantsche medekiezers
beweert de Grondwet, een nieuwsblad sedert den
val van het ministerie Thorbecke te s Hage op-
gerigt; zóó spreken velen deze courant na, zelfs
zonder den herderlijken brief gelezen te hebben.
Medekiezers! Wij dringen u, in het belang der
zaak die wij voorslaan, om den brief zelven te
te lezen, opdat gij zelven moogt beoordeelen,
welke wapenen eene zekere partij gebruikt, om
hare bedoelingen en inzigten door te drijven.
Onze vrees zou overdreven geweest zijn? en de
synodale commissie geeft zelve als strekking van
haar schrijven op: den door ons aan den dag
gelegden ijver te bezadigen en te heiligenja
maar ook dezen te bekrachtigen 1 Onze vrees zou on
gerijmd zijn2 en in dien brief wordt met zoo vele
woorden gezegd: „eene bisschoppelijke hiërar
chie, die in haar optreden u en uwe vaderen
veroordeelt, behoeft en behoort gij niet zonder
ernstige weêrspraak toe te laten. Eene kerke
lijke regeling, die als vooraf de hernieuwing van
lang verouderde twisten en eischen aankondigt,
moet u bedachtzaam doen zijn, om bescherming
van uwe regten te vragen!" Wij zouden ons
naar het gevoelen der synodale commissie heb
ben laten verleiden door hen, die onheilig vuur
op het altaar hebben gebrand? ja zoo waarschuwt
zij tegen sommigen, die de heiligste zaken mis
bruiken om ze aan hunne staalkundige bedoelin
gen bevorderlijk te makenzoo wil ze onchris
telijke ijver geweerd, hatelijke verwarring van
personen en zaken ernstig vermeden hebben.
Maar verklaart zij, nu dat allen, die ons tot eene
krachtige openbaarmaking van onze bekommering
opgewekt hebbenzulke verleiderszulke partij
mannen en eerzuchtigen zijn? Immers zij bezigt
zelfs het woord verleiden niet; zij keurt het zelfs
goeddat zoo groote ijver en werkzaamheid voor
onze Protestantsche belangen aan den dag is ge
legd, ja verklaart in haar adres aan den koning,
waarmede zij den herderlijken brief allereerst ter
kennisse van Z. M. brengt, dat het haar behoefte
ishare ernstige bede bij die der duizenden en tien
duizenden te voegen, dat het Z. M. ten allen tijde
behagen moge, de vrijheden en regten der kerke,
overeenkomstig de bepalingen der grondwet, met al
de aan Hoogstdezelve verleende magt, (dus ook met
de benoeming van een nieuw ministerie en ont
binding der kamers, handelingen des konings
zegelenjI
tijdens het schrijven des briefs reeds geschied),
te beschermen en te handhaven Wijvoegt zij
daarbijwij doen dit met al den aandrang dien het
hoog gewigt gewigt der ons heilige en dierbare zaak
vereischt. Maar gelijk het ons bitter smarten zou,
wanneer wij deze belangen met de bekommernis van
twijfelende gemoederen aan eenen koning uit het
stamhuis van Oranje moesten aanbevelenzoo ver
heugt het ons Sire! dat wij het tegendeel mogen
doen met de betuiging van ons vast vertrouwen op
het bezef van heilige roeping
borst van onzen koning leeft l
Of zou het waarheid zijnwat de Grondwet
u met gemoedelijke trouw verzekert, dat de her
derlijke brief alleen den vorm der regeling van
de R. K. aangelegenheden hier te lande afkeurt,
maar de zaak zelve overeenkomstig acht met het
Protestantsch beginsel van vrijheidin de Neder-
landsche grondwet geschreven jain zoo verre
die regeling zuiver kerkelijk kan geacht worden, in
zoo verre het hier slechts de beoordeeling mogt
gelden, of de opperpriesters in de Roomsche kerk
al of niet den naam en het kleed van bisschop
zouden hebben te dragen', maar behoort, vragen
wij, dat zuiver kerkelijke, die inwendige regeling
der R. K. aangelegenheden alleenlijk tot de zaak,
afgescheiden van den vorm, welke de gemoe
deren van zoo velen verontrust, heeft of is niet dit de
zaak der bisschoppelijke hiërarchie, dat zij onder
den regtstreekschen invloed des pausen staat, die
naarde eigene opmerking der synodale commissie ge
toond heeft onzen koning en het koninklijke ge
slacht, de hooge lands-regering, de wetten van
onzen staat den wezenlijken toestand van het va
derland en de geaardheid van het Nederlandsche
volk niet te kennen en verklaart zij van deze
zaak zelve niet, dat men haar niet zonder ern
stige tegenspraak behoort toe te laten?
Maar die herderlijke brief, meent de grondwet
neemt toch ten aanzien van den bisschopseed, dien
zij in de hand der drijvers een werktuig tot op
zetting noemt, al uwe bezorgdheid voor het drei
gend gevaar en de miskenning uwer regten weg:
zoo durft men schrijven, terwijl de commissie
den eed, die de vervolging der eene kerk aan de
bestuurders eener andere kerk tot verpligting stelt,
ook voor zich eene ergernis noemt; zoo durft
men haar, met den vleijenden naam van waker
en handhaver van de regten en vrijheden van de
Protestantsche kerk! als verdedigster van de han
delingen van het ministerie Thorbecke voorstellen,
dat in zijne lieve verdraagzaamheid er zelfs niet
aan dacht om, gelijk de commissie zegt, dat in
andere landen der wereld plaats heeftte zorgen
dat de ergerlijke woorden uit den eed mogten
worden weggenomen; terwijl, zoo de commissie
van vertrouwen en van geene vrees voor verde
re verongelijking spreekt, daarbij uitdrukkelijk
schrijft voor het tegenwoordige, namelijk sints eene
krachtige interpellatie ter zake der in te voeren
hiërarchie in de 2de kamer had plaats gehad
sints het ministerie Tiiorrecke reeds gevallen was,
en een ander regerings-beginseleene andere toe
passing der grondwet de plaats van het omver-
geworpene beginsel en de tegen den volksgeest
indruisschende toepassing van die wet der wet
ten alreeds had ingenomen.
Genoeg medekiezers! om u te doen zien, welk
gebruik de liberale factie, in het dagblad de grond
wet, vertegenwoordigd, van de wapenen der te
genpartij weet te waken. Neende synodale com
missie heeft niet alzoo gesproken, als die zich
noemende stem der waarheid en des vredes, haar
nagalmt, niet alzoo, alsof het hier alleen gold de
leus van godsdienst tot een werktuig van staat
en eerzuchtige bedoelingen te gebruiken. Zoo
zou zij zich zelve toch wel niet hebben willen
voorstellen, als zij tot den koning van hare in
stemming met de bede van duizenden en tiendui
zenden adressanten gewaagt. (1) Vraagt gij wat te
denken van het doel van eenen strijd, waarin
men zich van zulke leugenachtige voorstellingen
bedient, laat op zoodanige vraag het antwoord
over aan het geweten der vrijzinnigen, die zulke
wijze van verklaren en uitleggen volgen. Maar
vraagt gij wat te doen om dat bedenkelijke doel
te verijdelen, wat te doen, nu, gelijk men u
wil opdringen, het gewetensbezwaar door den
SNEEK, 13 Mei. De alhier plaats gehad
hebbende verkiezing van leden voor de Provin
ciale Staten, van dingsdag jl., had de volgen
de uitkomst: Van de ingekotnen 924 stem
briefjes waren 2 van onwaarde, de volstrekte
meerderheid was alzoo 462; gekozen zijn de
heerenIz. Wouters met 672 stemmen jhr.
mr. C. van Eijsinga 656, mr. B. S. Stienstra
605 A. II. Tromp 603, S. Poppes 576. Ver
der bekwamen de heeren: 0. E. iloiitsma 257,
L. P. Oppedijk 212, J. G. Heuveldop 206U.
Joustra 202 en R. Gorter 179 stemmen.
In plaats van den lieer mr. S. A. Verweij is
gekozen de II. Clz. Wouda, met 575 van de
924 ingekomen stemmen, waarvan 5 van on
waarde; de heer jb>’. mr. C. L van Beijma thoe
Kingma vereenigde 261 stemmen op zich.
Ingezondcne Stukken.
Aan de Redactie.
Ik neem de vrijheid UEd. te verzoeken door
het opnemen dezer regelen, in UEd. eerstvol
gend blad aan de redactie van de Provinciale
Friesche Courant als voorloopig antwoord van
haar artikel geplaatst in no. 376 van haar
blad bekend te maken dat ik op haar schrij
ven later zal terug komen. Doch niet willen
de dat men een aan mijn artikel vreemd per
soon over bet schrijven daarvan berispt, moet
zij weten dat ik niet dezelfde ben die men
meermalen in den Tjjdspiegel heeft ontmoet
maar wel een ijverig warm Nederlandse!) Pro
testant die het wel meent met koning en va
derland die met verontwaardiging de lage han
delwijze nagaat der zich noemende vrije onaf
hankelijke drukperswelke laatste zich niet
herderlijken brief geenszins is weggenomen, nu
geenszins alleen het staatkundige beginsel ten be
slissen overblijft, nu in ieder geval het gezag
hebbend (2) geschrift der synodale commissie nim
mermeer regel en wet van handelen voor de
Protestanten in Nederland zijn kan-de keuze
kan voor u niet twijfelachtig zijn. Ziet de ver
kiezingen moeten in overeenstemming staan met
den laatstelijk uitgedrukten geest der Protestant
sche bevolking, die zich heeft aangekant tegen
de beginselloosheid eener staatkunde, die aan den
paus van Rome vrijheid van handelen liet, zon
der zich om de gevaren te bekommeren, welke
daaruit voor het vaderland en de belangen der
andere gezindten noodwendig zouden ontstaan.
Wij kunnen geene mannen kiezendie tot de
weder-oprigting van een ministerie zouden gaan
medewerkenhetwelk vaderland en koning ouder
de heerschappij van Rome gebragt, hetwelk een
millioen, tweemaal honderd duizend onderdanen
aan Oranje zou hebben doen ontvallen, om ze
onder het gebied des pausen te brengen! -
Neen! de val van dat ministerie was niet de
vrucht van den toeleg, om, zoo als de Grondwet
het wil doen voorkomen, onder het masker van
godsdienstijver een regeringsstelsel omver te wer
pen, dat door zijne strenge regtvaardigheid zich
vele vijanden heeft berokkend, maar integendeel
het gevolg van de lang onderdrukte maar nu hoog
opgesprongen veerkracht der natie gerigt tegen
het verbond van de zich noemende vrijzinnigheid
met Rome. Maar daarom Protestantsche mede
kiezers! zijn wij dan ook juist door de uitdruk
king van onzen geest verpligt, een tweede kamer
te helpen daarstellen, die onzen geëerbiedigden
koning moedig ter zijde zal staan in de getrouwe
bewaking en bescherming onzer dierbaarste be*
langen. Mannen hebben wij te kiezen, die
door hunne geloofsbelijdenis, door hunne ervaring
en kunde, door hunne braafheid en trouw ge
schikt zijn, om Nederland te ontheffen van den
verdervelijken invloed van hendie zich niet ont
zien zelfs op het het gebied hunner eigene kerk
Rome's zinspreuk, op wat wijze dan ook, zelfs
door valsche voorstellingen en willekeurige uit
leggingen, te verwezenlijken, de zinspreuk: Ver
deel en heersch. Wij althans die bij eerbiedige
adressen aan onzen koning gevraagd hebben, dat
door Hoogstdezelve nog gekeerd mogt worden
wat te koeren viel, wij zullen den geëerbiedig
den vorst geene afgevaardigden toezenden, die
hem het voldoen van ons verlangen weder on
mogelijk zouden maken. Huldigen wij ook den
geest van gematigdheid en verdraagzaamheid in
den herderlijken brief doorstralende, en zullen
wij ons daarom steeds verre houden van alle
bitterheid en haat; aan ons Protestantsch be
ginsel getrouw, willen wij tegen over ultramon-
tanen en liberalen door onze keuze zoo veel in
ons is voor deszelfs handhaving zorg dragenen
uit die oorzaken onze stemmen uitbrengen op de hee
ren Jhr. Mr. W. E. ENGELENte Leeuwardenen
Mr. C. SLEES WIJK VENING, te Leeuwarden.
Eenige leden der kiesvereeniging
Concordia te Sneek.
SNEEKER
r
V
1
i
DE HERDERLIJKE BRIEF DER ALGEMEENE SYNODALE
COMMISSIE EN DE GRONDWET: EEN WOORD AAN
ONZE PROTESTANTSCHE MEDEKIEZERS.
COUR
(1) Naar wij vernemen, is de synodale commissie zelve al
reeds legen de door da liberale factie gegevene uitlegging van
hare woorden openlijk opgekomen.
(2) Gezag hebbend, welk gezag het ministerie Thorbecke
aan de synode toekent, kunnen de voorgedragenc armenwet,
de elf reserves enz. enz. getuigen