NIEliWS-
EN AIHERTENTIE-BLAD VOOR DE STAD EN HET ARRONDISSEMENT SNEER.
81
1853. No. 49.
den 18 Junij.
ZATURDAG
i V'
1
HiiiiiHiiiiiiiiiiifcfliiiiïiiM
s
SNEEKER
BINNENLAND.
geplakt, dat,
I
I
I
wel
van
ver
en
gelijke
waarin
aan de-
COURANT.
aan de
de verjaar-
eene luistnr-
wi in pel partij plaats. Nadat de vaartuigen
voorafgegaan door den schoonen botter van den
lieer Kistemakerwaarop een
onder directie van den heer
10 ure waren
harmonie-orchest,
van der Finck te
vertrokken keerden zij ten 4
ure terug en zeilden ten 6 ure uitom daarna
te 7y ure weder binnen te komen. Het feest
werd besloten door een prachtig vuurwerk,
vervaardigd door P. M. van der Brugh waar
onder vooral een groote tempel uitmunte die
een schoon licht verspreidde op de bijliggende
oevers van den Amsteldie met menschen als
KATWIJK AAN DEN RIJN, 11 Junij. Wij
vernemen dat de heer L. Robbedocent in de
oude talen aan het seminarium alhier, zijn ont
slag heeft bekomen. Men verliest zich in aller
lei gissingen omtrent de oorzakenwelke tot
dit ontslag aanleiding hebben gegeven. Immers
de heer Robbe bekleedde ongeveer 20 jaren die
betrekking en aangaande zijne verdiensten bestaat
maar ééne stem. De hoogleeraren te Leyden
vooral die in de Oostersche talen, gaven steeds
de allerloffelijkste getuigenis van de kweekelin-
gen in die vakken, en ook bij het staatsexamen
in der tijd afgenomen waren de resultaten meer
dan voldoende. De heer Robbe is nog in de
kracht van zijn leven en geene 50 jaren oud.
TROONREDE
TER OPENING DER BUITENGEWONE VERGADE
RING VAN DE STATEN-GENERAAL OP
HEDEN DEN 14 JUNIJ 1853.
Fereenigde zitting der beide Kamers.
Mijne Heeren!
Ik ben levendig getroffen geworden toen on
langs duizenden Mijner beminde onderdanen
geschokt in hun nationaal gevoel en veront-
hunne teederste belangen zich tot
van Mij voorziening tegen het
verlangd
Mijne verpligting, om
tijd meer
geworden, uit welke Franciskaner
monniken en meer ledigloopers
zich alz.oo over I
De verarming staat daar in de juiste verhou
ding tot bet pausdom. De ellende bestaat in
veel hoogere mate in de Vlaamsclie provinciën,
welke geheel en al aan de priesters onderwor
pen zijn, dan in de Waalsche provinciën, die
voorheen Protestantse!» waren en alwaar de geest
nog tot het Protestantisme overhelt.
(Merle d’Aubigne.)
I'Independance Beige berigt in zijue par
ticuliere correspondentie, dat men te Florence
zeer bezorgd is voor den oogstdaar het sedert
twee maanden niet opgehouden heeft met rege
nen. Dezer dagen is er op de muren eene af
kondiging des aartsbisschops aan
om dezen nieuwen zondvloed te keeren men
in den Dom het standbeeld van St. Zenobia
den patroon der stad, zal ontsluijerendie
tot heden nooit vruchteloos is aangeroepen.”
De afkondiging op 5 Junij was niet onaardig
gekozendaar het den Gden nieuwe maan is
geweest.
De president der policie te Berlijn v. Hin-
keldeyheeft met de geneesk. commissie vele
woningen in die hoofdstad bezocht om na te
gaan Welke voor de gezondheid der bewoners
bepaald verderfelijk zijn. Men heeft bevonden
dat van de 702 woningen die als ongezond
aangegeven zijn, er 104 zijn, die onbruikbaar
en dus afgekeurd en 142 die verbeterd moe
ten worden.
LEEUWARDEN, 12 Junij. In
dering der afdeeling Leeuwarder
schappij ter Bevordering
eene verga-
van de Maat
schappij ter Bevordering van Fabrijk- en Am
bachtsnijverheid in Nederland, is bepaald ge
worden, dat, hetzij in de maand Mei, hetzij
in de kermis van het volgende jaar eene ten
toonstelling van nijverheids-voorwerpen door
Friezen vervaardigd, ter dezer stede zal worden
gehouden. II. B.
’s GRAVEND AGE, 11 Junij. Ongeveer zes
weken geleden werd op de hoogte van de ge
meente Rijswijk een paard door eenen hond in
den neus gebeten’t welk eene ligte bloedstor
ting te weeg bragten den eigenaar van den
bond dan ook deed besluitenhem onmidde.
lijk af te maken, De wond aan het paard toe-
gebragtzoo men dachtgenezen zijnde ont
waarde men evenwel onlangs, dat liet loom
werd en bijna alle eten weigerde. De veearts
Bokkelkamp hieromtrent geraadpleegd en met
het voorgevallene nader bekend gemaakt zijnde
bevond, dat het paard zenuwachtig was, en
oordeelden het raadzaam het afzonderlijk tc
plaatsen. Die toestand toenemende en gepaard
gaande met aanleg tot bijten is heden besloten,
het paard af te maken en maatregelen te nemen
om het voortplanten van liet kwaad waaraan
het beest is lijdende geweest, zoo mogelijk tc
voorkomen.
Men verneemtdat Z. M. de koning aan
den heer Burgemeester der residentie 11D. ver
langen heeft doen te kennen gevendat de
dag van 17 dezer alleen zal worden gevierd
door het uitsteken van vlaggen en het bespelen
van het klokkenspel en det de overige voor
genomen feestvieringen zullen worden verscho
ven tot die welke bij gelegenheid der intrede
van HU. KK. IIII. Prins en Prinses Hendrik
der Nederlanden zullen plaats hebben.
AMSTERDAM 13 Junij. Gisteren had
Amstel-Jagthaventer viering van
dag van Z. K. II. prins Hendrik i
lijke i
AFKONDIGING.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
de Stad SN EEK doen te weten dat door den
Raad dier gemeente, in zijne vergadering van
den 24 January 1853 no. 14, is vastgesteld,
aan art. 3 van de Verordening nopens het aan
leggen van schepen enz. vastgesteld door ge
zegden Raad den 30 October 1851 achter het
woord stalmestde volgende uitbreiding te ge
ven
«welke vaar- en voertuigen zoolang zullen
«mogen vertoeven als volstrekt noodig is,
«om hunne lading zonder tnsschenpozing
te lossen of in te nemen. In bijzondere
«gevallen echter zal door Burgemeester en
«Wethouders verlenging van tijd kunnen
worden toegestaan.”
Zijnde deze uitbreiding der bedoelde Verorde
ning aan de Gedeputeerde Staten van Friesland
volgens hun berigt van den 1 January 1853
no. 8 medegedeeld.
En is hiervan afkondiging geschied, waar bet
behoort, den 18 January 1853.
Burgemeester en IFethouders voornoemd
S. TEN CATE.
De Secretaris
HAGA.
rust over
Mij wendden en
voorwerp hunner bekommering verlangden.
Doordrongen van Mijne verpligting, otn aller
belangen en regten te beschermen heb Ik ge
meend Mij niet te moeten vereenigen met den
raad, welke Mij door de Raadslieden der Kroon
werd gegeven. Ik begreep dat het opvolgen
daarvan de hoog gestegene bekommering niet
opheffen, de onmiskenbare spanning der gemoe
deren niet bedaren kon.
Op het alstoen geopenbaard verlangen der Mi
nistersheb Ik aan sommigen hunner ontslag
verleend, en hen vervangen door mannen, die
Mijn vertrouwen bezitten.
Ik heb mij verpligt geacht, in verband daar
mede, een deel der Vertegenwoordiging te ont
binden en de Kiezers in de gelegenheid te stel
len om te doen blijken van hunne waardering
der omstandigheden.
Thans zie ik Mij met genoegen op nieuw om
ringd door de beide Kamers der Staten-Gene-
raal en het is Mij eene behoefte geweest Mij
ne Heeren! in persoon Uwe vergadering te ope
nen.
Het verheugt Mij dit te kunnen doen onder
verblijdende uitzigten. Gewenschte goede ver
standhouding naar buiten toenemende ontwik
keling en welvaart naar binnen i deze zijn de
gelukkige voorteekenen waaronder de Wetge
vende Magt hare werkzaamheden mag hervatten.
Het bezwaar intussclienwaarop Ik bij den
Ik zal dit met te meer vertrouwen doen
naar mate Ik verzekerd ben dat de geest van
gematigdheid en bedaard onderzoek aan onzen
landaard zoo zeer eigen, bij Uwe overwegingen
zal voorzitten en dat het Uwe ernstige zucht
zal zijn gelijk het de Mijne ishet beginsel
van godsdienstige verdraagzaamheid op onzen
bodem sints lang inheemschmet kracht te
handhaven, en alles te vermijden wat verdeeld
heid en scheuring tusschen de zonen van het
zelfde Faderland zou kunnen doen ontstaan.
Op die wijze zal het mogelijk zijn een’ toe
stand doen geboren worden waarin door den
Staat aan alle Kerkgenootschappen eene
bescherming kan worden verleend en
zij in gemeenschappelijke onderwerping
zelfde billijke en onpartijdige wet, waarborgen
vinden voor hunne onderlinge vrijheid en zelf
standigheid.
Het is overigens Mijn voornemen in deze zit
ting alleen die ontwerpen van wet aan Uwe be
raadslaging aan te bieden welke onderwerpen
betreffen, die eene spoedige voorziening eischen.
Ik verklaar alsnu deze Vergadering geopend
en Ik besluite met den wenscïidat de wijsheid
die van boven isook ons moge opwekken en
besturen opdat onze pogingen ten nutte van
het dierbaar Vaderland zich kenmerken door
orde vredelievendheid en regt.
De cursijf gedrukte woorden werden naar wij vernemen
door Zijne Majesteit met bijzondercu nadruk uitgesproken.
Fr. W.
SNEEK17 Junij. Z. M. heeft goedgevon
den met den Isten Junij e. k. 1) aan inr.
E. J. A. graaf van Bylandop zijn herhaald
verzoek, eervol ontslag te verleenen als commis
saris des konings in de provincie Zuidholland
onder dankzetuiging voor de door hem in die
betrekking bewezene diensten2) tot commis
saris des konings in de provincie Zuidholland
te benoemen den staatsraad in buitengewone
dienstmr J. A. ridder van der Heim van Dui
ven dijk e.
Hoofdkiesdistrict Gouda verkiezing van een
lid der tweede kamer. Uitgebragte geldige stem
men 2857. Volstrekte meerderheid 1079. Heb
ben bekomen de IIII. Hoffman 885 Gefken
585 v. d. Linden 345 Metnian 310. Herstem
ming tusschen de BH. Hoffman en Gefken.
H. B.
De op den 12 dezer aangekondigde wim-
pelpartij op den Amstel was bijzonder luister
lijk en werd door eene stevige koelte uit het
Oosten begunstigd. De talrijke witte zeilen
die over den breeden stroom heen en weder
zweefden en eikender kruisten de even talrij
ke vlaggen en wimpels die van de vaartuigen
en van de jagthaven wapperden de heldere
blaauwe hemel de bontkleurige menschenmas-
sa’s die op de groene boorden van den Amstel
en op de fiooge Slnis heen en weder golfden
dit alles leverde een heerlijk gezigt op, welk
genot nog verhoogd werd door de sclioone har-
monie-muzijk van het orkest uit den Franschen
Tuin. Ook het schitterende vuurwerk dat des
avonds na tien ure werd ontstoken verschafte
mede aan eene groote menigte toeschouwers een
uitstekend genotzonder de minste wanorde
zonder bet geringste ongeval is dit grootsche
volksfeest ten einde geloopen. II. B.
In Belgie dat onmetelijke hulpbronnen aan
biedt welks volk eenmaal aan het hoofd stond
van de nijverheid en den handel in Europa
doch waar nu misschien het vierdedeel der be
volking schier vergaat van honger, is van 1831
tot 1846 liet getal priesters met tweeduizend
zeshonderd vermeerderd er zijn daar in dien
dan vierhonderd kloosters opgerigt
en andere
van dat slag
het land verspreiden.
aanhef het oog had, is, tot Mijn leedwezen,
nog niet uit den weg geruimd.
Ik heb getracht hierin te voorzien zoo
door ophelderingen uit te lokken daar
waar de wonde, onwillekeurig, gelijk Ik
onderstel was toegebragtal door maatregel
te beramen in eigen boezem te nemen.
De overtuiging heeft zich bij de Regering ge
vestigd dat aan vele moeijelijkheden alleen
door eene wet is te gemoet te komen.
Het zesde Hoofdstuk der Grondwet verzekert
regten aan de Kerkgenootschappen; maar het
legt ook aan de Regering piiglen op, bij wel
ker volbrenging het gezag der wet niet kan
worden gemist.
liet is mijn oogmerk hiertoe Uwe medewer
king in te roepen.