EN ADTERTENTIE-RLAD VOOR DE STAD EN HET ARRONDISSEMENT SNEER. MEl'WS- 1853. No. 59. den 23 Julij. ZATERDAG I' BINNENLAND. BUITENLAND. IHIIIIMIIIIIIIW Vil Uit Assen wordt het volgende gemeld Gisteren voormiddag hebben de policiebedien- den dezer gemeente, G. Prijs en J Vellens, aan gehouden en in beslag genomen eene hoeveel heid van ongeveer 300 halve Ned. ponden meel, alhier aangevoerd door K. Steunebrinkvan Ou- demolen. Er bestond reeds kwaad vermoeden wegens vroegerdoor gemelden K. S. alhier ver kocht, meel. Thans is bij scheikundig onderzoek geblekendat het nu aangehoudene met eene groo- te hoeveelheid krijtwit, naar men zegt, wel tooi" de helft, vermengd is. Door verdere nasporingen, hebben de policiebedienden ontdektdat bij on derscheidene winkeliers en particulieren van dat meel afgeleverd was. Zoo had onder anderen E. Glitter 100 pond (hetwelk onder heide of be zems verborgen was), II. Lamberts 30, M. Jan sen 20 en O. Brunsting 50 pond ontvangenhet welk alles in beslag genomen is. Terwijl de po liciebedienden de nasporing Voortzettenhad K. S. zich bij Brunsting vervoegd en dezen verzocht, het meel niet te verkoopen, maar voor hem te bewaren; aan een ander ingezeten heeft hij het geld voor vroeger geleverd meel teruggegeven en het nog aanwezige weder medegenomen. (Dr. Cl.) AMSTERDAM, 19 Julij. Naar wij vernemen zijn heden morgen alhier voor het eerst ter markt gebragt de nieuwe geldersche aardappelen, en wel door II. van Es en D. Stam, schippers en kooplieden te dezer stede. Eerstgemelde heeft aangevoerd ruim 300 mud veentjes, welke ge deeltelijk zijn verkocht voor ƒ2,50 per mud, en laatstgenoemde 400 mud gewone, welke gedeel telijk zijn verkocht voor ƒ2,10 per mud. De kwa liteit is zeer goeden deberigten luiden vrij gunstig. TILBURG, 16 Julij. Terwijl op een aantal plaatsen in onderscheidene provinciën van ons va derland de hagelslag voor eenige dagen zooveel schade heeft te weeg gebragt, zijn de omstreken ken dezer stad daarvan gelukkig verschoond ge bleven. De stand van alle te veld staande ge wassen is dan ook in deze streken allergunstig, zoowel de rogge, die binnen weinige dagen ge maaid kan worden, als de gerst, haver en boek weit, staan alle veelbelovend. Het koolzaad, dat reeds geoogst is, laat zoowel van kwaliteit als kwantiteit niets te wenschen over. De aardap pelen, die alhier in zoo ruimen mate gepoot wor den, zullen eenen rijken oogst opleveren, daar er geen spoor van bederf, noch aan het loof, noch aan de knol aanwezig is. Ook aan veevoe der zal het niet ontbrekendaar er veel klaver en hooi is. In een woord: een overvloedige oogst staat den vlijtigen landbouwer dit jaar te wachten. SNEEK, 22 Julij. De stukken, thans ter grif fie van de tweede kamer nedergelegd, zijn de volgende: A. Nota van den Nederlandschen gezant te Rome, dd. 10 Mei 1853, waarop door den kar dinaal Antonelli het vroegermet een enkel woord door ons bekend gemaakte, antwoord van den 1 Junij II. is uitgegeven. B. Nota van den heer Belgrado, pauselijke internuntius te ’silage, dd. 29 Mei, aan den minister van buitenl. zaken, toezendende de for mulieren van den eed, door de bisschoppen voor en bij hunne wijding af te leggen. C. Nota van den minister van buitenl. zaken dd. 1 Junij, aan den pauselijken internuntius, mededeeling vragende van den eed, die werke lijk door de Nederlandsche bisschoppen mogt zijn afgelegd. D. Antwoord van den pauselijken internuntius, dd.4Junij, waarbij dat eedsformulier wordt afgelegd. E. Antwoord van den minister van buitenl. zaken, dd. 6. Junij. F. Nota van den kardinaal secretaris van staat Antonelli, dd. 1 Junij. (Van dit stuk wordt niet het oorspronkelijk Latijn, maar eene Fransche vertaling overgelegd.) G. Nota van den Nederlandschen gezant, in antwoord op vermeld stuk, en welke nota de regering verklaart op 27 Junij 1853 aan Zr. Ms. gezant te Rome te hebben verzonden. De uitslag der verkiezing van leden voor den gemcente-raad alhier is geweest als volgt Gekozen de heeren: A. W. Stam met 226, mr. B. S. Stientra met 209, S. ten Gate Bz. met 205, mr. J. II. de Sitter met 188, en Iz. Wouters met 186 van de 310 stemmen; zoodat, behalve mr. de Sitter, al de aftredende leden op nieuw zijn ingekozen. Voorts zijn te IJlst weder ingekozen de hee ren: G. ten Gate en A. J. Tijsma. Het Journal des Débats zegt, aan bet slot van een uitvoerig artikel, van ons land: „Wij verne men, dat de paus, bij een zeer onlangs genomen besluit, aan de bisschoppendie de zetels der R. Katholieke kerk in de Nederlanden moeten bezetten, heeft gelast, om tot nader order de in bezitneming daarvan te verdagen. De pastoors van de dorpen Nicuw-Vosmeer en de Heen, in Noord-Brabant, zijn voor den kanionregter gedagvaard, w'egens het onwettig houden van processiën. De aartsbisschop van Keulen heeft, in weer wil van het koninklijk rescript, de pauselijke breve betreffende de gemengde huwelijken afge- kondigd. De elfde algemeene vergadering van de Gustaaf-Adolfvereeniging zal dit jaar den 6, 7 en 8 September te Coburg worden gehouden. -Het Journal des Débats bevat een artikel over het ontwerp van wet, regelende het toezigt op de kerkgenootschappen, door de regering van Nederland aan de tweede kamer aangeboden. Men leest daaarin: „Dit ontwerp aandachtig lezende, en met de artikels van de grondwet vergelijkende, welker denkbeeld het moet ontwikkelen, erkent men, dat het doel van de voorstellers is de bestaande wetgeving niet te wijzigen en nog minder de grondslagen aan te randen van godsdienstige vrij heid, zoo dierbaar aan Nederland. Met behoud van dat beginselwil het ministerie integendeel de regten der regering en van de verschillende godsdienstige belijdenissen regelenen zich ver zekeren, dat de vrijheid, die deze genietenniet gevaarlijk worde voor de maatschappij, en niet in de waagschaal zal stellen noch hare veiligheid, noch hare rust, noch de orde, voor hare wel vaart onontbeerlijk.” Nopens den tegenstand der Ultramontanen te gen het regeringsvoorstel wordt gezegd: „Men voorziet ook tegenstand van den kant der Roomsch-Katholieke partij, wier theocratisch absolutisme wij reeds hebben doen kennen; die tegenstand zal niemand verwonderen, want het js vooral tegen die partij en tegen hare aanma tiging dat het ontwerp schijnt gerigt te zijn.” WEENEN, 15 Julij. Dat de zamentrekking van een Oostenrijksch leger op de grenzen niet an ders dan een maatregel van voorzorg en verde diging is, wordt thans bevestigd door een of ficieel antwoord in dien geest, dat de Oostenrijksche regering gaf aan de kabinetten van Londen en Parijs, die ten deze inlichtingen hadden gevraagd. De Oostenrijksch regering heeft aan hare vertegenwoordigers in het buitenland eene cir culaire gezonden, waarin zij verklaart, dat zij ter zake van de Oostersche kweslien geenerlei rig— ting op geenerlei wijze de handen gebonden veelmeer de meest volkomene vrijheid van han delen erlangd heeft, voor het geval, dat niette genstaande hare bemoeijingen voor het behoud des vredes, een oorlog uit de Turksch-Russische verwikkelingen mogt ontstaan. FRANKFORT, 16 Junij. In het beroemde testament van Peter den Groote, wordt onder anderen aan zijne opvolgers den raad gegeven, uitstekende vreemde talenten in Russische dienst te nemen. Dit is dan ook sedert met het beste gevolg geschiedt, en van de groote mannen, die den grond tot Ruslands raagt hebben gelegd, waren de meesten vreemdelingen. In onze dagen behooren hiertoe: Paskewitsch, Nesselrode, v.Brun- now, Meijendorf, Budberg, Wittgenstein en nog een aantal anderen. Aan het hoofd van de Rus sische nijverheid en handelstaan mede bijna uit sluitend buitenlanders. Uit de noordelijke en zuidelijke departe menten zijn de officieele berigten omtrent den oogst allergunstigst; de graanprijzen dalen op alle markten. Een landbouwkundig dagblad geeft een mid del aan de handwaardoor de aardappelziekte voorkomen kan wordenen dat herkomstig is uit Rusland. Het bestaat alleen daarin dat men de aardappelen goed droogt, en vervolgens op de ge wone wijze plant. Deze zeer eenvoudige ontdek king is men aan het toeval verschuldigd. Een pachter had namelijk eene hoeveelheid aardappe len in eene heete kamer geplaatstwaardoor zij in drie weken geheel droog waren geworden. Deze had hij hierop geplanten kreeg van dezel ve, tot zijne niet geringe verwondering, niet al leen een overvloedigen oogst maar ook een zeer gezonde vrucht. Dezelfde proef’herhaalde hij in het volgende jaaren verkreeg alstoen dezelfde uitkomsten, wat de gezonde vrucht aangaat, en eene tienmaal rijkere opbrengst. Men berigt aan de Veendammer Courant uit Nieuwe Pekela, dd 11 Junij: Gepasseerdcn zaturdagavond liet bij het bovenste verlaat een bejaard Weslfaalsch grasmaaijer, in de snik wil lende stappen, door zijnen haast zijn geldzakje, waarin zich ƒ50 bevond, in het diep vallen. Roerend was het te zien hoe verlegen die oude man daar in het diep stond te turen. Tranen biggelden hem langs de vVangen. Hij ging in het water, maar het zakje met geld was niet te vinden. Toen werd zijn geklaag nog jammerlij ker. Immers verhaalde hij den omstanders was het zijn zuur oververdiend loon voor zijn zwaar werken van af paaschen tot nu toe, en hij dacht het naar huis te brengen, waar vrouw en tien kinderen zijne komst met het geld met verlangen verbeidden. Toen werd de timmerman T. bewogen, aarzelde niet, ging in het diep en had het geluk het zakje met het geld er uit te halen. Wie kan nu des ouden mans blijdschap schetsen. Zijne tranen van weemoed veranderden in tranen van dankbaarheid; hij viel den braven timmerman om den hals; doch deze wees alle dankbetuiging af, tevreden met het bewustzijn van een mensch te hebben geholpen. En onze oude grasmaaijer vervolgde dankbaar en welge moed zijnen weg. De gemeente Wildervank leed deze week een treffend verlies door het plotseling overlijden van den heer T. J. Hazewinkel. Zoo immer van een waardig overledene mag gezegd worden, dat bij voor de maatschappij nuttig, algemeen ge acht en bemind was, zoo geld dit hier met vol komen toepassing op den heer Hazewinkel. Hij is op den 6den Oei. 1778 te Veendam geboren, werd al vroeg tot den zeemansstand opgeleid en in 1799 scheepskapitein, in welken stand bij is gebleven tot het jaar 1844, hebbende toen bijna zestig jaren de zee bediend. Drie zijner zoons en drie aangehuwde zoons mogt hij in lateren tijd insgelijks als scheepskapiteins werk zaam zien, en toen hij in 1844 zijne overige dagen aan land wenschte te slijten, was hij al spoedig in velerlei betrekkingen de raadsman en vraagbaak en altijd bedacht, om anderen gelukkig te makenom lijdenden hulp te biedenom be droefden te troostenom het lot van weduwen en weezen te verzachtenom met raad en daad in eiken kring nuttig te zijn. Het bloeijcnd zee- mans-collegie is haar ontstaan en welvaart meestal aan Hazewinkel verschuldigd. Hoe menigmalen hield hij bij derzelver openlijke vergaderingen gepaste en heerlijk uitgewerkte redevoeringen hoe nuttig was hij niet in eene goede regeling van genoemd collegie. Als directeur van het compact de Unie, waaraan zoo oneindig vele en moeijelijke administratiezaken verbonden zijn, was hij van af de oprigting met lust en ijver werk zaam; ja, nog den avond voor zijnen dood was hij met twee mededirecteuren bezig, om de moeijelijkste zaken te berekenente onderzoeken en ten beste te regelen. Als ouderling der kerk was ook Hazewinkel allezins ten nutte der Her vormde gemeente werkzaam, en werd hij bij her haling door den kerkenraad gekozen, omdat zijn raad en hulp beproefd, wel bevonden werd. (G. a) COURANT SNEEKER

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1853 | | pagina 1