1 NIEUWS- EN Ai)VERTENTfE-BLAD VOOR DE STAD EN HET ARRONDISSEMENT SNEEK. 1853. No. 62. WOENSDAG den 3 Augustus. «F SNEEKER 2= 2= BINNENLAND. s- waar- a- Franeker zooveel overlast heeft, die niet kende, en waarvan nu eenige aan de welwillende medewerking van S. W. Trip te danken, de proeven ver- vorderingen in de verschillende hand en ambachten f door de kweekelingen de kerk en COURANT. geleden van boekweitvoor welijks hunne blikken opwaarts gerigt, of zij bespeurden, op eenige schreden van hen af, het lijk eener jonge in het wit gekleede vrouw. Zij was met het hoofd naar beneden gevallen. De schedel was in tweeën gespleten en de hersenen waren eenige ellen ver over het gras verspreid. Men kan zich moeijelijk een denkbeeld vormen van de ontzetting der landlieden. Zij zonden in allerijl een bode naar de stad, en de geheele be volking, met den vicaris en de geneeskundigen aan het hoofd, begaven zich naar de plaats van het ongeval. Eerst geloofden de landlieden aan een wonder, doch weldra kwam men tot de overtuigingdat de ongelukkige jonge vrouw eene luchtreizigster was, die den dood op een diér gevaarlijke togten gevonden had; men ont dekte dan ook spoedig daaro boom uitgeworpen anker. 1.. dat er ballon zou aannemen is opgestegen. evenwel een afstand •op een in een eiken- Men verneemt thans, te Mont-Marsan de opstijging van een plaats vindenen men kan dus dat het slagtoffer met dien ballon Tusschen de beide plaatsen is van vijf en twintig mijlen. Op den Dublin-Bëlfastschen spoorweg heeft dezer dagen een voorval plaats gehad hetwelk zonder voorbeeld is. De spoorweg maatschappij was ten achteren met de voldoe ning van zekere provinciale belastingentoen de ontvanger, na vruchteloos verscheiden malen op betaling aangedrongen te hebbentot het besluit kwam, om bij het station van Newsund- well eenen geheelen tot het vertrek gereed staanden trein in beslag te nemen. Geene te genwerpingen of beloften mogten batende ontvanger was onverbiddelijk, en eerst, nadat hem het geld was betaaldverkreeg de ma chinist verlof, om de reis te vervolgen. Men meldt uit Athene Door een toeval waarvoor men de Voorzienigheid niet genoeg kan dankenis de krentenoogst grootendeels bewaard gebleven. Eene insektsoort, namelijk, die het beginsel der ziekte, waardoor de vrucht was aangetast, vernielde, heeft daardoor alle vrees doen ophouden. Een korrespondent uit Athene van een voornaam buitenlandsch blad, dit berigt in de bijzonderheden mededeelende voegt er bij «Van eenen anderen kant deed de behoefte aan krenten zich onweerstaanbaar gevoelen vooral te Londen. Geene krenten geene podding, en een Engelschman zonder podding is een ligchaam zonder ziel.” HARLINGEN, 27 Julij. De diersoort, van menvolgens berigt in sommige dagbl dente men nog geschoten en gevangen zijn, is de steenmarter een dier van de soort der bunsings, die veel jagt op gevogelte maken. Zij schijnen daar in de kerk en toren te hebben genesteld en geteelden zijn er misschien met eene la ding takkebossen aangebragt. GOUDA, 29 Julij. Bij de weduwe de J. alhier werd gisteren avond, omstreeks 11 uur, ingebrokendoor twee alhier wonende per sonen, met voornemen, zich van het geld dier weduwe meester te maken. Het was den die ven alles behalve eene aangename verrassing, toen zij, in huis komende, aldaar den commissaris van policie met eenige dienaren aantroffen, die, van het voornemen onderrigt zijnde, zich daarheen hadden begeven. Een der dieven ge lukte het echter nog te ontsnappen, maar de andere, zijnde zekere Z. alhier, werd dadelijk gevangen genomen. ENKHUIZEN, 28 Julij. Gisteren avond is alhier binnengesleept de stoomboot Flecowel ke tusschen Workum en Hinloopen een on geluk aan de machine had gekregen de stoom boot Duinken welke haar had gesleeptheeft ook de pasagiers naar Amsterdam vervoerd en eene partij Friesche kaasbestemd voor de stoomboot van Amsterdam op Hullis met eene vischschuit, in den nacht van woensdag op donderdagop de Spaanderbank overgeladen. Heden tusschen 3 en 4 ure is eene sleepboot van Amsterdam aangekomen welke de stoom boot Flevo verder heeft medegenomen. GRONINGEN, 28 Julij. Gisteren werd in de Nieuwe Kerk het gewone jaarlijksche exa men gehouden der kweekelingen van het in stituut voor doofstommen. SNEEK, 2 Augustus. Thans ziet het licht een voorloopig verslag van de overwegingen, in de afdeelingen der tweede kamer, nopens het staatstoezigt omtrent de onderscheidene kerkge- schappen. Dit verslag, door de commissie van rapporteurs opgemaaktis van te wijden omvang, om door kleine dagbladen te worden overgeno men, en voor een beknopt uittreksel niet wel vatbaar, waarom wij alleen melding maken van deszelfs aanwezen, er bij voegende, dat, naar ons inzien, de onderwerpelijke zaak, in het voor en tegen naauwlettend en van alle zijden in beschouwing is genomen, en dat, indien de meerderheid der tweede kamer eenstemmig denkt met de meerderheid in de afdeelingen er wel eene wetTot regeling van het toezigt op de onderscheidene kerkgenootschappen tot stand zal komen. Men meldt uit Amsterdam, dd. 1 Augus tus: Naar men verneemt, zijn de antwoorden der regering op het voorloopig verslag van de tweede kamer der staten-generaalten aanzien van het wets-ontwerptot regeling van het toe- zigt op de kerkgenootschappen reeds in gereed heid en zullen zij met den meesten spoed wor den gedrukt en rondgedeeld. Het aanhangige wets-ontwerp zal eenigzins gewijzigd worden. De vroeger aangekondigde verloting eener zeilboot heeft den 30 Julij jl. in bijzijn van den heer commissaris van policie, als daartoe door het gemeente-bestuur gecommitteerd, ter bepaalder ure plaats gehad, met dien uitslag, dat den heer N. J. Wouda, koopman alhier, op no. 4 gezegde boot als prijs is ten deel ge vallen, terwijl aan J. J. Croles, te IJlstop no. 14, als laatstuitgetrokken lot, de vlag is toegekend. - Sedert onze laatste opgave van den 27 Julij jl.zijn er, inde gemeente Wijmbritseradeel op nieuw 2 runderen wegens de longziekte af gemaakt, zoodat het gezamenlijk getal thans bedraagt 1776. Het volgende ingezonden stuk leest men in de Prov. Gr on. Cour, van 50 Julij Met veel genoegen hebben wij in het vorig nommer dezer courant het stuk gelezen van prof. Nienhuis, over het adres, dat thans in deze provincie circuleert tegen het ontwerp van wet tot regeling der kerkgenootschappen. (Prof. Nienhuis waarschuwt de Protestanten, om zich niet door intriguanten te laten misleiden.) Ook in onze buurt, in het noordelijk gedeelte van het westerkwartieris dat adres ter teeke- hing aangeboden door de veldwachters, in het costuum hunner betrekking. Wij vragen van wie hebben de veldwachters order ontvangen om dit te doen en dat in hun volle costuum, zooals de veldwachters van O. en E. Van hunnen burgemeester? Zoo niet, van wie dan anders En het adres zelf, dooi- wie is het hun ter hand gesteld Door den burgemeester? Door vvie anders zou men vragen. Wie toch heeft anders regt, den veldwachter te bevelen Indien dit nu eens niet anders is, hoe zouden de heeren burgemeesters het wel maken met hun geweten met hunnen eed van getrouwheid aan de grondwet, met hunne verantwoordelijk heid aan den koning Ziet, Protestantsche ingezetenen! al weder heeft men misbruik van uwe onkunde gemaakt Zoó komen nu uwe namen op denzelfden tijd met die der Roomsch-Katholieken van onze provincie in de hofstad aanen hebt gij een verbond gesloten met dezen tegen uw geloof en tegen den koning. Zoo hebt gij u ten speel bal gesteld eener partijdie het niet om uwe naamteekening te doen is, om de wet als wet te doen vallen, maar om door hare nietaanne- minghunne staatkundige plannen te helpen bevorderen. Terwijl de bisschop van Rennes de tafel dans afkeurt, als «strijdig met bet geloof,” zien andere prelaten daarin een nieuw bewijs «van Gods grootheid en magt.” Een treurig ongeval heeft te Montesquiou plaats gevonden. Den 20sten dezer, tegen den middag, waren eenige maaijers aan hun werk op liet veld bezig, toen een vreemd geluid in de lucht en het gezigt van een wit ligchaam hen eensklaps deed ontstellen. Zij hadden naau- Bij afwezigheid van den Isten instituteur dr. C. Guyot, die door eene ernstige ongesteld heid verhinderd was, de plegtigheid bij te wo nen werd ze met eene voorafspraak geopend door den instituteur mr. R. T. Güyot, die na eerst gewezen te hebben op het güoote ver lies dat het instituut geleden had door het overlijden van den bekwamen onderwijzer J. Peters, die meer dan 50 jaren zijne vele talen ten aan de opvoeding der ongelukkige doof stommen had toegewijd tot onderwerp zij ner rede had: de heste middelenom de eentoo- nigheid in het spreken der ontstemde dooven weg te nemen. Hierop vertoonden de kweekelingen de proe ven van hunne vorderingen in het schrijven en teekenenen niet weinige schriften en tee- keningen gaven door de fraaiheid en keurig heid van bewerking, de blijken, dat ook in dit opzigt het onderwijs aan het instituut niets te wenschen overlaat. Om de vorderingen in het luide spreken te doen kennen bragten eerst al de kweekelin gen in koor de eenvoudige en zamengestelde klanken voortspraken dan eenige woorden waarna dit voorlgpzet werd, door al de klas sen heen met enkele kweekelingen die óf losse woorden, óf kleine volzinnen, óf eene zamenhangende rede uitspraken, óf voorlazen uit het een of ander boek. Afgewisseld werd dit met ajlezen van den mond. De verschil lende onderwijzers spraken; de leerlingen toon den dat zij verstonden wat er gezegd was hetzij door aanduiding van voorwerpendie genoemd werden hetzij door het geven van passende antwoorden. Dit werd besloten door eene luide zatnenspraak tusschen eenige der meestgevorderde kweekelingenondersteund door natuurlijke gebaren. Ook de proeven in het schriftelyk uiten der gedachten deden zien, hoe zij, wier verstande lijke vermogens vroeger in het geheel niet wa ren ontwikkeld, thans duidelijk hunne denk beelden konden te kennen geven over onder werpen uit de verschillende wetenschappen San het instituut onderwezen. Hierop werden door den president der hoofd directie, den heer J. Hesselink, aan 38 leerlin gen premiën uitgedeeld, en met lof werden daarna, na volbragten leertijd, 13 kweekelin gen van het instituut ontslagen. Ieder dezer kweekelingen ontving tot aandenken een boek geschenk. Ten slotte werden onder eene zachte orgel- muzijk jhr. mr. toond van werken aangeleerd. Onder de rondgedeelde proeven van vorderin- gen in het letterzetten merkte men met genoe gen op een paar onverbeterde brieven van doof stom geborene oud-kweekelingen der stichting, die vooral krachtige bewijzen zijn voorde deug delijkheid der methode, aan het instituut ge-, volgddaar men er de verkregene resultaten uit ziet. Zag men uit de vroegere proeven dat in deze nuttige inrigting alles gedaan wordt tot verstandelijke en zedelijke beschaving der kweekelingen in deze was vooral op te merken de zucht, om hen bij hunne intrede in de maat schappij in staat te stellen, dadelijk, althans ten grootsten deele, zelf in hunne behoeften te kunnen voorzien. En hiermede eindigde deze roerende plegtig heid die ook weder aan velen der talrijke toe hoorders de innige overtuiging gaf van het groo- te nut dezer stichting, die thans 63 jaren be staat en meer en meer in bloei toeneemt. Het getal kweekelingen aan het instituut be draagt thans 149, van welke 88 jongens en 61 meisjes en wel in het jongens-kosthuis 77, in het meisjes-kosthuis 57, in het Israëlitisoh kosthuis 11 jongens en 4 meisjes. BERGEN-OP-ZOOM 27 Julij. Omtrent den stand der veldgewassen in deze streken kunnen wij het volgende meededeelen. De rogge is zeer gunstiglang stroo en zware korrels op on derscheidene plaatsen is men druk bezig ze te maaijen tarwe tamelijk welgerst heeft veel het onweêr haver gunstig en de zooveel die van den hagelslag

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1853 | | pagina 1