EN ADVEIITENTIE-liLAD VOOR DE STAD EN IIET ARRONDISSEMENT SNEER. NIETOS- 1853. No. 63. ZATURDAG den 6 Augustus. 8ste .laargaug., 'J r I 1 r a g t 1. 1 e I t I t I, t. ■W T£ w A A -= SNEEKER BINNENLAND. waar t I I. tiMIIIIIIIIIIIIIM 1 Is it n 7 1 S n f ■r n ir I Wethouders voornoemd S. TEN CATE. De Secretaris HAGA. COURANT van voor- B EKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de Stad SNEEK maken bekend, dat door den Raad dezer gemeente, in zijne vergadering van den 25 April en 50 Mei 1855, is vastgesteld eene Verordening op de invordering der plaatselijke belasting op de Honden en dat die Verordening voor de belanghebbenden ter inzage ligt ter secretary dezer gemeente. is goedgekeurd.'’ 54 en 5 worden en luidt aldus: Sy- hoof'den die kerkge- vertegenwoordigen of besturen goedkeuring op de plaats van Voor zooveel deze goedkeuring bij de af- niet is verleend, na met hen gehouden overleg, door den raad van state te hebben gehoord vest- f AFKONDIGING. De BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de Stad SNEEK doen te wetendat door den Raad der gemeente LEEUWARDEN, in zijne vergadering van den 9 Junij 1855; door den Raad dezer gemeente, in zijne verga dering van den 27 Junij 1855; ingevolge daar toe door Gedeputeerde Staten van Friesland, bij resolutie van den 2G April 1855, no. 17, ver leende magtiging, is vastgesteld de volgende Verordening VERORDENING lot wijziging van art. één van het Reglement van Policie voor de dienst van het Trekveer tusschen Leeuwarden en Sneek vice versa. Van af 1 Maart tot en met 50 November, zal op zondag van Sneek slechts één schip varen en wel des morgens ten vijf, en van Leeuwar den des namiddags ten vier uur. Zijnde deze Verordening aan de Gedeputeerde Staten van Friesland, volgens hun berigt van den 22 Julij 1855, no. 5, in afschrift medege deeld, en door hen goedgekeurd. En is hiervan afkondiging geschied, het behoort, den 6 Augustus 1855. Burgemeester en Wethouders voornoemd S. TEN CATE. De Secretaris HACA. En zal deze op de gebruikelijke wijze wor den afgekondigd en aangeplakt. Sneek den 6 Augustus 1855. Burgemeester en TVethouders voornoemd S. TEN CATE. De Secretaris 1IA(.A. hoofden der kerkgenootschappen aan ons me degedeeld. Nieuw te maken bepalingen wor den mede vóór of bij liet in werking brengen daarvan, op gelijke wijze ter onzer kennis ge- bragt. «Voor zooveel er zich ouder de bepalingen bij dit artikel bedoeld, eenige bevindt, welke de medewerking van het staatsgezag vereischl, wordt die mededecling niet verleend, tenzij de bepaling vooraf door ons Art. 2 vervalt. Artt. artt. 2, 5 en 4. Art. f> wordt art. 5, nodale vergaderingen en nootschappen behoeven onze vestiging. kondiging dezer wet nog wordt ons, na over de geschiktheid der aangewezene gingsplaats uitspraak gedaan. «Alleen in het belang der openbare orde en rust en bij een met redenen omkleed en open baar gemaakt besluitkan eene aangewezen ves tigingsplaats als zoodanig door Ons ongeschikt worden verklaard.” Art. 7 wordt art. 6. In plaats geschreven, lees: «gebruikelijk.” Art. 8 wordt art. 7, en luidt aldus: «Elke oprigting of inrigting van een gebouw tot uit oefening van de openbare godsdienst, binnen den afstand van twee honderd ellen van eene bestaande kerk, vereischt in het belang der openbare orde een onderzoek omtrent de plaats van vestiging. «Vóór dat de oprigting of inrigting wordt toegelatenwordt daaromtrent door het ge meentebestuur beslist. Deze beslissing is vat baar voor een beroep op gedeputeerde staten en bij bezwaar ook tegen de beslissing van deze,wordt hunne uitspraak aan onze eindbe slissing onderworpen. Het besluit, door ons te nemen, na den raad van state te hebben ge hoord wordt met redenen omkleed en open baar gemaakt. «Wanneer de oprigting of inrigting zander verlof heeft plaats gehad, wordt het gebouw gesloten.” Art. 9 wordt art. 8. Art. 10 wordt art. 9. De twee eerste regels aldus te lezen Hij die aan deze wet niet.” Art. 11 wordt art. 10. In plaats van: beklaagde behoorlijk gedagvaard, lees: SNEEK 5 Augustus. Volgens de Grond wet is op den 50 Julij uit Sneek aan Z. M. den koning verzonden een van vele handtee- keningen voorzien adres, waarvan het slot al dus luidt: De adressanten geven hunne verwondering te kennen, «dat het tegenwoordig ministerie, met voorbijzien van art. 104 der grondwet, volgens welke de wetgevende magt berust bij den koning en de staten-generaalheeft kun nen goedvinden om eene vreemde magt gerust te stellen, omtrent maatregelen in eigenboe zem" te nemen; om met eenen vreemden vorst, als het ware te onderhandelen" over eene in Nederland in te voeren wet «Sire! van alles wat dezer dagen in staat was het nationaal gevoel der ondergeteekenden te schokken, heeft hun niets pijnlijker aan gedaan, dan de in de tweede kamer, ten aanhoore van het Nederlandsche volk, ten aanhoore van geheel Europa, afgelegde ver klaring van den minister van buitenlandsche zaken dat Uwer Majesteits buitengewone ge zant naar den paus van Rome was afgevaar digd om diens gemoed te bevredigenover het ontwerp van wetregelende het toezigt op de onderscheidene kerkgenootschappen hier te lande «Die woorden toch zijn hoogst krenkend voor het gevoel van waarde, hetwelk de Ne derlandsche natie hecht aan hare zelfstandig heid en in de geschiedboeken van ons vader land zal men te vergeefs naar een tweede voorbeeld zoeken, dat onder de koninklijke regering van Oranje iets dergelijks plaats had. «Hoe! het hof van Rome, dat zich zooda nige beleediging veroorloofde jegens Neder land jegens dat Nederland hetwelk ver- eenigd met Oranje, naar een roemrijk verle den kan heen wijzen, zoodanig, dat de vriendschapsbetrekkingen door Uwer Majesteits regering mede werden afgebroken aan dat zelfde hof worden nu per buitengewonen ge zant, bevredigende woorden toegesproken, over eenen maatregel in eigen boezem te nemendie hier het geschokte nationaal gevoel zal moe ten bevredigen «Wij Sire! weten geene woorden te vin den die naar waarheid onze verontwaardiging daarover kunnen uitbrengen. «Sire! de band, die Nederland aan Oranje verbindt, loopt gevaar veel van zijne kracht te verliezen wanneer de natie dergelijke be leediging, koning en volk beiden aangedaan, zonder voldoening moeten verduren. «Sire! wij doen een beroep op Uwer Ma jesteits zinspreuk Ik zal handhaven en verzoeken eerbiedig, maar tevens vrijmoedig en dringend, dat het Uwe Majesteit moge beha gen, het nu meer dan ooit geschokte nationaal gevoel te bevredigendoor zulke maatregelen als waartoe de Koninklijke prerogativen het regt geven en als door Uwe Majesteit gepast zullen worden geoordeeld.” {Wij nemen dit stuk over, maar zijn ver wonderd dat men in Sneekvoor zoo ver wij tot hiertoe weten met dit adres geheel on bekend isechter weten wij wel, dat van hier een adres aan de 2<l,! kamer is opgezondenter aanneming van het bekende wets-ontwerp.) De regering heeft de volgende nota van wij ziging in het eerste wetsontwerp aan de tweede kamer doen toekomen Consideransregel 1 en 2. In plaats van noodzakelijk is, lees: noodig is eenige.” Art. 1. Aldus te lezen: «Alle kerkgenoot schappen hebben volkomen vrijheid alles, wat hunne godsdienst en de uitoefening daarvan in hunnen eigen boezem betreft, te regelen. De bepalingendaartoe vastgesteldwor den voor zooveel zij niet reeds aan ons bekend zijn gemaakt, binnen eene maand na de afkondiging dezer wet, door de bestuurders of do beklaagde behoorlijk gedagvaard, lees: «over eenkomstig met de bepalingen van art. 854 van het wetboek van burgerlijke regtsvordering.” Art. 12 wordt art. 11. Art. 15 wordt art. 12. Achter het woord deuren, lees: «indien de regter dit raadzaam oordeelt of de beklaag de het verlangt.” Art. 14 wordt art. 15. Art. 15 wordt art. 14. Achter het woord worden, lees: «behou dens het bepaalde in art. 12.” regterlees: strafregter.” Art. 16 wordt art. 15. Men leest in de Noord-Brabander Verleden donderdag heeft mgr. Zwijsen aartsbisschop van Utrecht en vik. ap. van het bisdom van ’s Hertogenboschbij procuratie, bezit genomen van de St. Jans-kerk (te ’s Bosch) welke bij decreet van Z. H. Pius IX tot ka thedraal verheven.” De Times van 50 Julij bevat een merk waardig hoofdartikel over den staat van zaken in Nederland. Na met een enkel woord de geschiedenis der vroegere verhouding van Ne derland tot het Roomsche hof vermeld te heb ben worden de laatste gebeurtenissen zamen- gevat. Daarop laat het blad eenige bijzonder heden volgen, betrekkelijk de verwikkelingen tusschen Pruissen en het hof van Rome, en besluit als volgt Het voornaamste gewigt dezer omstandig heden ligt echter hierin dat zij een nieuw bewijs geven van de onverzettelijke vijandige gezindheid van Rome, tegen de regten en het onafhankelijk bestaan van Protestantsche sta ten. In Nederland en Pruissen beide, wordt de R. K. kerk op eenen voet van wettelijke en volkomene gelijkheid met alle andere gezind heden in den meest vrijgevigen zin, door den BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de Stad SNEEK maken bekenddat door den Raad dier gemeente, in zijne vergaderingen van den 25 April en 50 Mei 1855, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van den 4 Julij daaraanvol gende, no. 26, is genomen het navolgende besluit tot het heffen eener belasting op de Honden De Gemeente-Raad van Sneek Gelet op eene missive van den heer Commis saris des Konings in Friesland van den 19 Janu ary 1855, le afd.no. 162 (Prov. blad no. 9), betrekkelijk het nemen van maatregelen tegen het ontstaan en de verspreiding der Hondsdol heidalsmede op artikelen 252, 255, 240 en 255 der gemeente-wet. Besluit Art. 1. Er zal, te beginnen met den eersten January e. k.in deze gemeente, eene belasting worden geheven op de hondenten bedrage van drie gulden voor eiken hond van weelde, doch van eiken hond, omschreven in artikel 255 van de gemeente-wet, één gulden en vijftig cents. Art. 2. De hond of honden aangegeven of opgeschreven als te vallen onder die, omschre ven in art. 255 voornoemd, moeten bekend staan, werkelijk tot de daarbij bedoelde einden te worden gebruikt. Art. 5. Van de belasting zijn vrijgesteld honden beneden de twee maanden oud, en de honden, waarvan in het jaar, wanneer zij in de gemeente komen, plaatselijke belasting el ders is betaald. Art. 4. Het belastingjaar wordt gerekend van den eersten January tot en met den een- endertigsten December. En opdat zulks kome ter algemeene kennisse zal deze worden afgekondigd zoo als gebruike lijk is. Sneek den 6 Augustus 1855. Burgemeester en

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1853 | | pagina 1