NIEUWS- EN AIHERTENTIE-BLAD VOOR DE STAD EN HET ARRONDISSEMENT SNEEK.
1854. No. 101.
WOENSDAG
den 20 December.
9de Jaargang,
cjc'
W& V
SNEEKER
af-
BINNEN- EN BUITENLAND.
loochening
het bureau van policie
lIlJllIBWtIliDliri
Piusis
Hoe de
trekken
de moeder wordt steeds meer
COURANT.
(tegen betaling van
eene duidelijk zigtbare
9. Overtreding van
policie van daar
Het laatste lid
passelijk.
6. Het is verboden, in de huizen bij art. 1
bedoeld sterken drank te schenken aan ken
nelijk beschonken personen aan jongelieden
beneden 16 jaren en aan hen, die bekend
zijn te behooren in gestichten van liefdadigheid.
7. De houders dierzelfde huizen zullen gee-
ne muzijk- of danspartijen of andere voor
het publiek tegen of zonder betaling toegan
kelijke vermakelijkheden, ten hunnent mogen
geven of toelatendan op schriftelijke vergun
ning van den burgemeester, vertoond aan den
commissaris van policie.
8. In de gelagkamers der in art. 1 bedoelde
huizen zal een in plano gedrukt exemplaar
dezer Verordening, aan het bureau van policie
10 ct.) verkrijgbaar, op
plaats voorhangen.
eenige bepaling dezer
Verordening zal worden gestraft met eene geld
boete van één tot vijfentwintig gulden.
10. Met de zorg voor het nakomen dezer
Verordening worden belast de commissaris en
de agenten van policie van de 1ste en 2de
klasse, welke tevens, ter verzekering der daar
in vervatte bepalingen, gemagtigd wordenom
ondanks de bewoners, ten allen tijde de in
art. 1 bedoelde huizen binnen te treden, be
houdens de inachtneming der formaliteiten
voorgeschreven bij art. 3 der wet van den 51
Augustus 1835, Staatsblad no. 85.
11. Alle vroegere bepalingen op de onder
werpen in deze Verordening geregeld zijn in
getrokken.
Zijnde deze Verordening aan de Gedeputeer
de Staten van Friesland, volgens hun berigt
van den 11 December 1834, no. 59, in af
schrift medegedeeld.
En is hiervan afkondiging geschied waar
het behoort.
Snoek den 20 December 1834.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
WOUDA.
De Secretaris
HAGA.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
de Stad SNEEK maken bekend, dat, uit
hoofde de tweede Kersdag dit jaar invalt op
eenen Dingsdagde Weekmarkt te Sneek zal
gehouden worden in plaats van dien dag op
Woensdag daaraanvolgende.
Sneek den 18 December 1834.
Burgemeester en J-Eethouders voornoemd
WOUD A
De Secretaris
HAGA.
De toestand van
zorgwekkend.
Men spreekt er van dat de benoeming
van eenen burgemeester van Amsterdam thans
ophanden is, en noemt als zoodanig den heer
griffier der staten van Noord-Hollandjhr.
mr. H. H. Roëll. (’s Grav. Nieuwsb.)
De raad der stad Utrecht heeft in zijne
zitting van 28 September jl. eene commissie
benoemd tot beraming van maatregelen tegen
de ontucht en hare verderfelijke gevolgen voor
het ligchaam. Deze commissie bestaat uit de
heeren prof. Mulderdr. Visscher en mr. C.
L. Schuller.
Men schrijft uit Indië, dat de oorlog
tegen de oproerige Chinezen op de westkust
van Borneo heviger dan ooit dreigt uit <e
barsten dewijl onze magt te gering is om
met kracht en zonder tusschenpoozen de voor-
deelen door te zetten, die wij behaald hebben.
Een brief uit Rome deelt de volgende
bijzonderheden mede omtrent de vergaderin
gen der bisschoppen over de kwestie der On
bevlekte Ontvangenis: De beraadslaging duur
de bijna twintig uren, verdeeld in vier zit
tingen, op het Vaticaan gehouden op 20, 21
25 en 24 Nov. Vijftien godgeleerden van de
wereldlijke en kloosterlijke geestelijkheid wa
ren als consultatores tegenwoordig. Er ont
brak geen enkele bisschop. Het geloof open
baarde zich met zoo veel eenstemmigheid van
geest uit het hart en van de lippen van het
doorluchtige congresdat men die alleen door
eene buitengewone aandrijving van den Hei
ligen Geest kan verklaren. Het was in de
laatste der zittingen het was twaalf uur
allen knieldenom den Angelus te bidden
toen eene plotselinge vlam in alle harten ont
brandde; een kreet van toestemming deed zich
hooren Petre doce nosConfirma f 'ratres tuos
(Petrus, onderrigt ons, bevestig uwe broeders).
Daarop volgde in de gansche vergadering eene
plotselinge uitbarsting van tranen eene ver
hevene verzuchtingwelke geene pen vermag
te beschrijven.”
Men leest in de Prov. Dr. en Asser Ct.:
Rome, dat in jaren geenen vrolijken dag
beleefde, omdat er steeds aan de orde van den
dag is moord of poging daartoe, plundering,
gebrek en ontevredenheidwas nu eens uit
gelaten blijzoo als sommige ultramontaan-
sche bladen in allen ernst vertellen. Op den
10 jl. werd het leerstuk van Maria’s onbe
vlekte ontvangenis officieel afgekondigd. Dat
geschiedde in de H. Petrus kerk door Pius
IX zelf en in tegenwoordigheid van meer dan
200 prelaten.
Die dit ontkent zegt de verstandige
Pius is een ketter.
Protestanten zich dat zullen aan-
SNEEK, 19 December. Door Z. M. den
koning is benoemd tot procureur bij de arron-
dissements-regtbank te dezer stede de heer mr.
P. Feenstra Kuiper, advocaat alhier.
Van den 9 tot en met den 13 dezer,
zijn 22 gevallen van besmetlelijke longziekte in
deze provincie voorgekomenbedragende daar
door hel totaal dier gevallen sedert 1 Jan. de
zes jaars 2782.
Naar wij vernemen heeft het Z. M. be
haagd bij een dezer dagen genomen besluit
magtiging te verleenen, om, ook over 1833
aan alle officieren van het Nederlandsche le
ger, voor zooveel de belangen van de dienst
dit gedoogen verlof met 2/5 activiteits-trac-
tement te verleenen, en voor hen, die tot het
houden van paarden zijn geregtigd, onder be
houd der fourages waarop aanspraak kan ge
maakt worden; zullende dit verlof in den re
gel niet langer dan voor zes maanden bui
tengewone gevallen uitgezonderd genoten
kunnen worden.
De koning heeft het ontslag van den heer
Enslie, als minister van marine, aangenomen,
onder dankbetuiging voor goede diensten door
den minister bewezen, en ad interim benoemd
den minister van oorlog.
Uit eene officiëele opgaaf ten aanzien van
de opbrengst der middelen, gedurende de elf
eerste maanden van dit jaar 1834, blijkt, dat
deze middelen in dat tijdvak hebben opgele
verd f 35,985,808 en alzoo ƒ1,142,882 meer,
dan in gelijk tijdsverloop van het jaar 1835.
Wij vernemen dat Z. Exc. de minister
van binnenlandsche zaken onlangs ter kennis
van de heeren commissarissen des konings, in
de verschillende provinciën, heeft gebragt, dat,
volgens bekomene magtiging van Z. M. den
koning, thans door Z. Exc. is ingetrokken de
circulaire, dd. 18 April 1830, no. 144, 7de
aid., waarbij tot het doen van collecten, ten
behoeve van het fonds voor noodlijdende ker
ken en personen aan de huizen van de leden
der Hervormde gemeente, de schriftelijke ver
gunning van de burgerlijke autoriteit was
voorgeschreven.
Bij gelegenheid der gehoudene beraadsla
gingen, heeft de minister van financiën te ken
nen gegeven, dat de wet op de posterijen
vóór het einde van dit jaar aan eene herzie
ning zal worden onderworpen. De voordragt
van wet, daartoe strekkende, is reeds door den
raad van state onderzocht. Men kan de aan
bieding van dit belangrijk ontwerp eerstdaags
tegemoet zien.
Op den 15 dezer is het jongste kind, oud
5 jaren, van wijlen den heer Regouw over
leden. De moeder en eene dochter van 17
jaren bevinden zich nu nog in het gasthuis.
De paus vergat, dat zij ook buiten de ver-
van dat leerstuk ketters zijn, en
hij weet tevenshoe weinig zij zich dien
naam tot oneer rekenen.
Hoe het zijde Jezuiten-bladenzoo als de
Parijsche VUnivcrs en de Amsterdamsche Tijd
en de Haagsche Echo Universel zouden ons nu
wel wijs willen maken, dat de bevolking te
Rome, over de verklaring, dat «Maria’s on
bevlekte ontvangenis” voortaan een kerkelijk
leerstuk is,’ buiten zich zelve van blijdschap
is maar men is hier wel wijzer en gelooft
nietdat eene stadwaar de zoogenaamde
stedehouder van Christus slechts in veiligheid
woont tusschen vreemde bajonetten, zoo tee-
der gestemd zou wezen over de verzekering
van dien zoo weinig gevierden Opperherder
dat Maria geboren is zonder zonde
Men lacht er medelijdend om.”
Uit goede bron verneemt mendat de
Jezuiten, wegens deelneming aan eene zamen-
zwering, uit Napels verbannen zijn.
In de zitting der Spaansche cortes van
den 7 dezer was merkwaardig de verklaring
van den heer de la Serna, dat, toen het twee-
daagsche kabinet aan het bestuur kwam, het
niet meer dan 14,000 realen in de schatkist
vond.
De Hamburgsche Börsenhalle deelt mede,
dat de verklaring, den 29 Nov. door vorst
Gortschakoff te Weenen overgelegd, in deze
AFKONDIGING.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van de Stad SNEEK doen te weten dat
door den Raad dezer Gemeente, in zijné ver
gadering van den 27 November 1834, no. 8,
is vastgesteld de navolgende Verordening:
VERORDENING op de Logementen,
HerbergenKojjij- en Bierhuizen,
Tapperijen Kroegen en alle Huizen
waarin men gelagen zet, te Sneek.
De RAAD der Gemeente SNEEK beeft be
sloten vast te stellen de navolgende Verorde
ning:
Art. 1. Geen Logement, Herberg, Koffij-
of Bierhuis, Tapperij, Kroeg of eenig an
der huiswaarin men gelagen zetzal mo
gen worden opgerigt, of, reeds bestaande, door
een’ ander mogen worden overgenomen en voor
het publiek opengesteld dan nadat de oprig-
ter of overnemer van dit zijn voornemen schrif
telijk kennis zal gegeven hebben aan het bu
reau van policie.
2. Vóór ieder dier huizen zal, ter verant
woording van den houder, de aard van het
daarin uitgeoefend bedrijf, op eene in het oog
vallende plaats, duidelijk uitgedrukt moeten
staan.
3. De houders dier huizen zijn verpligt, die
’s avonds te elj' ure te sluiten, tenzij de bur
gemeester eene latere sluiting schriftelijk hebbe
toegestaan, en hij, aan wien die vergunning
is verleènddie zal vertoond hebben aan den
commissaris van policie.
Het is hun verboden na dat tijdstip van
sluiting, en van den 1 April tot den 50 Sep
tember vóór ’s morgens 4 uuren van den I
October tot den 51 Maart vóór ’s morgens 6
uur, gelagmakende personen bij zich aan huis
te laten vertoeven of te ontvangen.
Onder gelagmakende personen zijn niet be
grepen in Logementen Herbergen of Slaap
steden zij die aldaar hunnen intrek genomen
hebben of aldaar nachtverblijf verzoeken.
4. De houders dierzelfde huizen zijn ver
pligt, vóór het uur van sluiting aan de bij
hen aanwezige gelagmakende personen aan te
zeggen, dat zij op dat tijdstip behooren te
vertrekken.
Bij weigering of verzuim van deze, van zich
op het uur van sluiten te verwijderen, zal de
houder van het huis van alle verdere aanspra
kelijkheid ten dien opzigte ontheven zijn, wan
neer hij hiervan dadelijk kennis zal gegeven
hebben aan de policie.
3. Gelagmakende personen, door de policie
gedurende den verboden tijd aanwezig gevon
den in eene der huizen bij art. 1 bedoeld, wor
den gestraft met de boete in art. 9 dezer Ver
ordening vastgesteld.
Zij zullen bovendien des noodig, door de
verwijderd worden.
van art. 5 is ten dezen toe-