NIEUWS- EN ADVERTENTIE-RLAD VOOR DE STAD EN HET ARRONDISSEMENT SNEER. 1855. No. 11. WOENSDAG BR art k- Ill- SNEEKER lie n- in BINNEN- EN BUITENLAND. een er i. r f. 3e. n- S 5, er en ?n e- en m ar in ia t- ’s 10 ’an ar- geraaakte vorderingen en bestaande tot kweekelingen der 2de en 1ste bezoldigd wordenrespec- ƒ500 ’sjaars; terwijl aan de zeemagt in Oost-lndië, gedurende den vierjarigen 1'eer-cursus. Dezer dagen is door een’ ingezeten der gemeente Zeddam, den landbouwer J. B. Brink- I hof, een werktuig uitgevonden en in bet klein BEKENDMAKING. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de Stad SNEEK maken hiermede bekend dat voorloopig zijn vastgesteld: 1°. Het kohier v;m omslag, strekkende tot restitutie der kosten van onderhoud van som mige straten, binnen deze gemeente, over het jaar 1854; 2°. het kohier 1855, wegens het kostenbesteed van omslag voor het jaar vijfde of laatste gedeelte der aan het vervloeren van de zoo genaamde Parkshaven en dat dezelven van af den 5 dezer maand, gedurende 14 dagen, ter Secretary dezer gemeente voor een’ ieder ter lezing zijn nedergelegd. En opdat zulks kome ter algemeene kennis zal deze worden afgekondigd, zoo als gebrui kelijk is. Sneek den 4 February 1855. Burgemeester en Wethouders voorttoemd WOIUA. De Secretaris HA GA. mededeelen, dat mevrouw Goldschmidt (Jenny Lind) de stellige toezegging heeft gegeven, om Nederland in de volgende maand te bezoeken en zich in het openbaar te doen hooren. (Rott. Cour.) Men wil weten, zegt de Nederlander, dat als commissaris voor de belangen der Ne- derlandsche nijverheid, bij de wereld-tentoon- stelling te Parijs, de heer Staring derwaarts zal vertrekken. Van het tooneel des oorlogs in de Krim deelen de Engelsche bladen de volgende be- rigten mede van den 22 Jan.: Het weder is zacht en zeer schoon. Ons leger telt nog vele zieken. Wij ontvangen bij voortduring pro viand van allerlei aard. In de belegerings werken is geen vooruitgang merkbaar. In 'het grootste deel der regter- loopgraven hebben de Franschen ons vervangen. Dagelijks worden bommen, kogels en winterkleederen ontscheept, doch de hutten blijven uit. De Emen heeft het 14de regement aangebragt, welks landing echter niet vroeger begon dan die van het 59ste. Men zegt, dat de Russen gebrek aan ammu nitie hebben nogtans blijft hun vuur steeds zeer levendig. Sebastopol is den 17 January van nieuw proviand voorzien geworden.” In particuliere brieven uit Petersburg, te Parijs ontvangen, betuigen de schrijvers hunne verwondering, dat men in het Westen het manifest van den czaar van 26 Dec. in vrede- lievenden zin heeft uitgelegd. In de Russische hoofdstad en in de overige plaatsen van het Russische rijk wordt aan dat manifest eene geheel andere beteekenis gegeven. Men nam het op als eene opeisching van den czaar, tot de Russische natie gerigtom zich, even als ten jare 1812, tegen den vreemdeling te ver zetten. De adel van verscheidene gouverne menten, o. a. die van Nischegorod heeft den keizer adressen gezonden, waarin die edellie den beloven hun leven en hun vermogen voor het heil des vaderlands. Onder bet volk moet de geestdrift minder groot zijn daar dit het meest van den oorlog lijdt. Met betrekking tot de troepenligtingen in Rusland verneemt men dat deze op de grootste schaal volbragt worden. Op voorstel van den minister van binnenlandsche zaken, is thans een nieuw re glement voor de keuring der recruten inge voerd. De bepalingen omtrent grootte en ou derdom zijn veranderd, daar te weinig man schappen voorhanden waren die aan de vroe gere vereischten ten deze voldeden. Van be lang is bet ook, dat zeer vele troepen uit Azië worden ontboden. Naar men verneemt, heeft prins George van Mecklenburg aan den koning van Pruis sen eenen eigenhandigen brief van keizer Ni- colaas overgegeven waarin de czaar in warme taal zijne erkentelijkheid betuigt over de te genwoordige houding van Pruissen en zijne vredelievende gezindheid op nieuw verzekert. Het lijdt geen’ twijfel meer, dat het kabinet van Petersburg, zoo al niet regtstreeksdan toch zijdelings het daarheen zoekt te brengen dat Pruissen eene verklaring van onzijdigheid aflegge, en daardoor tracht de onzijdigheid van geheel den Duitschen bond te verkrijgen. Wat den bond betreft, dient ten gevolge op een de andere leden stelijke familie vertoond tegenwoordigheid in heeft hij bereids om aangevraagd. SNEEK, 6 February. Door Z. M. is, in te gaan met den 8 dezer, benoemd tot minis ter van marine de kapitein ter zee A. J. de Smit van den Broecke. Van 27 January tot en met den 2 dezer zijn in deze provincie G5 runderen aan de besmettelijke longziekte gestorven of afgemaakt; bedragende daardoor het gezamenlijk getal se dert 1 January dezes jaars 190. De V'trechtsche Courant bevat een’ brief uit de residentiewaarin het volgende voor komt: De tijd, dat de volksvertegenwoor digers weder te zamen komen nadert en de aandacht begint zich bij gevolg weder op het parlementair leven te vestigen.” Het zal eene hoogst belangrijke zitting zijn, en als onvoorziene gebeurtenissen de plan nen der regering niet wijzigen zal de natie ontwerpen ter tafel zien brengen, die, uit het oogpunt van belasting-Vermindering nog ver der gaan dan de voorstellen, die reeds gedaan zijn-” Blijkens eene officiëele opgave in de Staats couranttelde de Nederlandsche koopvaardij vloot op 51 December 1854 2156 schepen, me tende 259,508 lasten dat is, 119 schepen metende 19,907 lasten, meer dan op 51 Dec. 1855. In 1854 zijn ingeklaard: 7128 schepen, met 1,154,450 lasten (onder Nederl. vlag 5514), onder andere vlaggen 5614. In 1855, 6586 schepen, met 1,065,277 lasten (onder Nederl. vlag 5118), onder andere vlaggen 5268. In ballast ingeklaard: in 1854, 474 schepen, met 89,682 lasten; in 1855, 491 schepenmetende 87,060 lasten. In 1854 zijn uitgeklaard: 4555 schepen, metende 829,785 lasten (onder Nederl. vlag 2290), onder andere vlaggen 2245. In 1855, 4415 schepen metende 765,955 lasten (onder Ned. vlag 2104), onder andere vlaggen 2511. In ballast uitgeklaard: in 1854, 5291 sche pen metende 461,869 lasten; in 1855, 2679 schepen, metende 450,015 lasten. Volgens eene in de Staats-Courant geda ne oproeping, is er weder gelegenheid, om jon gelingen tusschen de 16 en 20 jaren oud, on der de daarbij gestelde voorwaarden te plaatsen als kweekelingen aan ’s rijks kweekschool te Utrecht, ter opleiding als officieren van ge zondheid voor de landmagt hier te lande en voor de zeemagt en voor de landmagt in Oost- Indië. Van de kweekelingen voor de eerst genoemde dienst kunnen er eenigen, naar ge lang van vacaturen klasse bevorderd en tivelijk op ƒ200 en hen bestemd voor ƒ400 als jaarlijksche toelage wordt verleend, reeds medegedeeld telegrafisch berigt uit Frank fort, dat Beijeren insgelijks zich verklaard heeft tegen de mobilisatie der bondscontingen- tendoch vóór het maken van oorlogstoerus tingen dat Oostenrijk zich met de zienswijze van Beijeren heeft vereenigd, en dat het te verwachten is, dat in laatstgenoemden zin zal worden besloten. De Turksche gezant te Weenen heeft van zijne regering de noodige volmagt ontvangen, om over den vrede te onderhandelen. De bui tengewone Ottomannische gezant wordt aldaar verwacht. Men verneemt, dat prins Napoleon, ge durende zijne reis van Konstantinopol naar Frankrijk, zich tegen de hem omringende per sonen met de meeste ontevredenheid uitliet over generaal Canrobert. Bij herhaling ver klaarde de prins, dat Canrobert alleen de schuld droeg van den tegenwoordigen ongun- stigen toestand der expeditie, en dat die niet beter zou worden zoolang de generaal het opperbevel zou blijven voeren. Hij (de prins) zal dan ook niet rusten voor dat hij Canro- berts terugroeping zal hebben bewerkt. De Moniteur deelt eene dépêche mede van admiraal Bruat, gedagteekend 25 Jan. De admiraal berigt, dat het weder op dat tijd stip zeer gunstig wasdat de Russen hunne verdedigingswerken hadden hervat, en sedert twee dagen een allerhevigst vuur tegen de batterijen der Engelschen hadden geopend. Als een bewijsdat het Russische leger weinig eenen aanval der Turken verwacht, wordt van de Poolsche grenzen berigtdat de vorstin Gortschakoffde gemalin van den op perbevelhebber des legers in het zuiden, zich naar Kischenew tot haren echtgenoot begeven heeft. De Köln. Z. begroot het verlies van het geheele Russische legerdat onder het opper bevel van prins Paskewitsch gestaan heeft en dat gedurende 1854 deel heeft genomen aan al de krijgsoperatiën in het zuiden des rijks, op 111,152 man, als: 29,204 gesneuvelden, 55,504 gekwetsten, 6,420 gedeserteerden of af wezig geblevenen en 16,156 aan verschillen de ziekten overledenen. Een schip, geladen met horenvee voor Ba laklava is wel aangekomen maar zonder het vee, dat men op reis verpligt was over boord te werpen ten gevolge van stormweder. In het Russische Recueil Maritime leest men onder anderen het volgende: De keizer, vernomen hebbende, dat door bet springen bom aan de bibliotheek der marine te Sebastopol eenige schade was toegebragt, heeft bevolen, dat de aanzienlijke som van vijfen twintigduizend zilveren roebels uit de kei zerlijke schatkist zal betaald worden tot her stelling der schade, door de bibliotheek gele den.” In een Russisch dagblad werd onlangs het volgende berigt medegedeeld, betrekkelijk zekeren soldaat Ozéroffin dienst bij het Rus sische regement dragonders, toebehoorende aan den prins van Wurtembergbij gelegenheid van eenen vroeger geleverden slag tegen do Turken, op de hoogten van Basch-Kadyklar waarbij Ozéroff, door een aantal vijandelijke lanciers omsingeld, den ongelijken strijd vol hield en zijn corps weder bereikte. Ozéroff bekwam bij die gelegenheid niet minder dan vierentwintig wonden, namelijk: twep ge weerkogels aan zijne beide armen, zes sabel houwen aan het hoofd, vier sabelhouwen aali den linkerarm vijf lanssteken in de ribben vier in den hals en twee in de beenen, ein delijk verloor hij nog vier vingers. Er was schier een wonder noodig, om Ozéroff in het leven te behouden dat wonder werd te weeg gebragt door de sterkte van zijn gestel, zijue jeugd en de kunde van zijne geneesheeren de dappere soldaat is thans genezen maar onbe kwaam voor de dienst zijnde, heeft hij zijn ontslag bekomen en wel met den rang van on derofficier. De destijds kommanderende ge neraal der kavalerie Réad deed de aanvraag tot toekenning aan Ozéroff, levenslang, van zijn soldaten-rantsoen en een jaarlijksch onderstand als pensioen. De keizer heeft bevolen dat aan den onderofficier Ozéroff zal worden uitbe- voltooidstrekkende tot vervanging van den stoom en alle andere beweegkracht. Wij zijn in de gelegenheid geweestzegt de Arnh. Ct.dit kunststuk te zien en te be wonderen. Volgens de verklaring van den uitvinder, bevat dit werktuig het beginsel der eeuwigdurende beweging in zich terwijl het in eene tijdelijke beweging herschapen met niet noemenswaardige kosten tot eene verba zende krachtsontwikkeling kan gebragt wor den, en geheel geschikt is tot het in werking brengen van locomotiven schepen, fabrijken, molens, rijtuigen enz. Naar wij vernemen, heeft de uitvinder zijne miniatuur-machine voor ee'nige dagen aan Z. M. den koning en de andere leden van de vor en in hoogstderzelver werking gebragt ook octrooi bij de regering Wij kunnen met zekerheid de voor alle kunstminnaars ongetwijfeld belangrijke tijding mededeelen, dat mevrouw’

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1855 | | pagina 1