EN ADVERTENTIE-BLAD VOOR DE STAD EN HET ARRONDISSEMENT SNEER.
NIEUWS-
I Ode Jaarna»!?.
1855. No. 54.
den 7 Julij.
ZATURDAG
VERGADERING
VAN DEN GEMEENTE-RAAD VAN SNEEK
MAANDAG DEN 9 JULIJ 1853,
voormiddags ten tien uur.
1
I
t
SNEEKER
om restitutie,
geweldig geschokt,
men voor zijn le-
eene gratificatie aan
van de La-
COURANT.
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
de Stad SNEEK maken hiermede bekend, dat
voorloopig is vastgesteld het kohier van den
hoofdelijken omslag dezer gemeente, over het
jaar 1853 en dal hetzelve van af' Dingsdag
den 5 Julij ek.gedurende 14 dagen, ter Se
cretary dezer gemeente, voor een’ ieder ter in
zage is nedergelegd.
En opdat zulks kome ter algemeene kennis,
zal deze worden afgekondigd en geplaatst in
de Sneeker Courant.
Sneek den 2 Julij 1855.
Burgemeester en ECethouders voornoemd
WOUDA.
De Secretaris
1IAGA.
Dienovereenkomstig heeft de minister van
binnenlandsche zaken, bij beschikking van 2
Julij het aandeel der vier genoemde provin
ciën in het reeds beschikbare bedrag der gehou-
dene collecte, ten beloope van ruimƒ509,000,
bepaald: voor Noord-Brabant op ƒ78,893,
Gelderland ƒ558,483, Zuid-Holland ƒ22,905,
Utrecht ƒ68,715. Voorts zijn de gedeputeer
de staten der genoemde provinciën uitgenoo-
digd nu zoo spoedig mogelijk, met overleg
en bijstand der gemeente-besturenover te
gaan tot de verdeeling tusschen de noodlijden
den dien het ontbreekt aan eigen middelen
tot herstel van hun verlies.
Tijdens de koning zich in Gelderland op
het buiten van den heer Van Pallandt be
vond heeft Z. M. o. a. nog een bezoek ge-
bragt aan het door den watersnood fel ge
teisterde Dreumel. Z. M. heeft bij die ge
legenheid uitdrukkelijk den wensch te kennen
gegeven, om den grijzen visscher Fiers Udo
en zijne zonen, op Balo’s erf, die allen door
het redden van hunne natuurgenooten bij
de jongste overslroomingen zoo zeer hebben
uitgeblonken, te zien en te spreken. On
middellijk is aan dien wensch voldaan. Na
dat Z. M. zich eenigen tijd minzaam met
den grijsaard had onderhouden heeft Z. M.
de beide laatsten benoemd tot broeders der
orde van den Nederlandschen Leeuw. Z. M.
werd overal met geestdrift ontvangen eene
eerewacht te paard en een aantal autoriteiten
vergezelden Hd.
Op de landbouw-kolonie Nederl. Metray
bij Zutphen merkt men steeds, ontwikkeling
en vooruitgang op en moet het aantal leden
en begunstigers steeds toenemen. Op dit oogen-
blik treft men er 127 jongelieden aan anders
grootendeels voorzeker opgegroeid tot schande
der maatschappij, thans, met het beste gevolg
onder de gunstig bekende leiding van den heer
directeur Schlimmer, onderwezen in en ge
vormd tot verschillende vakken aan dezelve
teruggegeven. Het aantal bezoekers uit alle
oorden des lands is ook belangrijk te noemen
en wordt van het vorige jaar op ruim 6000 ge
schat. Dezen zomer wordt weder een bezoek
van Z. Maj. den koning verwacht wiens be
langstelling in deze zoo doelmatige als nuttige
inrigting reeds zoo dikwerf is gebleken ook
verwacht men binnen kort weder de voltooijing
eener nieuwe woning voor boerderij met een
geschikt vertrek voor bezoekers, om zich op
de kolonie zelve te kunnen restaureren.
Te Leeuwarden is dezer dagen onder
militair geleide binnengebragt zekere Dijkman
geboortig uit Zeeland die in het jaar 1848 uit
Breda van het thans te Leeuwarden liggende 4de
bat. 7de reg. inf. was gedeserteerd. Gedurende
de laatste jaren bad hij bij het vreemden-legioen
in Algiers gediend waar bij meer dan één’
veldtogt had bijgewoond, totdat hij ten vo-
rigen jare mede naar de Krim werd gezonden
en na aan de veldslagen aan de Alma en
bij Inkerman te hebben deelgenomen dezer
dagen gepasporteerd werd. Hij was nog in
den Franschen uniform gekleed. Vóór bij zijn
regement in werkelijke dienst te worden ge
steld, zal hij wegens desertie moeten teregt
staan.
Men meldt uit Deventer d. d. 2 Julij
Dezer dagen had alhier een treffend ongeval
plaats. Eene moeder joeg haar kind dat op
straat speelde, in huis, zoo het schijnt wat
onzacht, althans de kleine stoof naar binnen,
viel in een ketel kokend heet w’ater en bestierf
het weldra. De moeder trok zich dit zoo sterk
aan dat zij als waanzinnig werd, nu en dan
wel heldere oogenblikken had, maar mede bin
nen kort een lijk was. Dit plotseling dubbel
verlies heeft den vader zoo
dat ook hij bedlegerig en
ven ernstig beducht is.
De te Keulen in hechtenis genomene sec
retaris van den consul aldaarter zake van
het werven voor het Britsche legioen is jl.
vrijdag, op herhaald verzoek, tegen een’borg-
togt van 500 thaler op vrije voeten gesteld.
Het onderzoek der zaak wordt echter voort
gezet.
Te Calais zijn, in tegenwoordigheid van
eene talrijke schare toeschouwers, uit die stad
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHGUDERS van
de Stad SNEEK maken aan de belangheb
benden bekend, dat de commissie uil het
Plaatselijk Bestuur, ingevolge art. 15 der wei,
belast met het onderzoek nopens de al of niet
gegrondheid der redenen, welke lot vrijstel
ling of uitsluiting van de dienst der Schutte
rij zijn ingebragt, dit jaar hare tweede zit
ting zal houden ten raadhuize alhier, op
Woensdag den 11 Julij aanstaande, des mid
dags ten twaalf uur, tol onderzoek van alle
reclames, door de ingeschrevene en geloot heb
bende personen van dit jaar en door de reeds
vroeger ingelijfden ingebragt, alsmede lot on
derzoek van hen die bij nommerverwisseling
voor anderen verlangen op te treden.
Ee belanghebbenden worden gewaarschuwd,
om alsdan op te komen vermits zij anders
zullen gehouden worden geene redenen lot
vrijstelling te hebben, en, voor zoo verre zij,
dienstpligtige nommers getrokken hebbende,
niet vallen in de termen van art. 5 der wel
van den 11 April 1827, sub lelt, a, b, c, l
en m, en van art. 4, bij de Schutterij zullen
worden ingelijfd blijvende het hun evenwel
vrij om hunne redenen tot vrijstelling in een
volgend jaar te doen gelden.
En opdat zulks kome ter algemeene kennis,
zal deze worden afgekondigd en geplaatst in
de Sneeker Courant.
Sneek den 2 Julij 1855.
Burgemeester en Wetheuders voornoemd,
WOITDA.
De Secretaris
1IAGA.
PUNTEN TER BEHANDELING.
Besluit, houdende magtiging tot de heffing
van eenen hoofdelijken omslag van ƒ16000.
Idem tot onderhandsche verpachting van het
grasgewas aan den Ouden Dijk.
Idem tot algeheele verbouwing
tijnsche school.
Idem tot het geven van
J. H. Smidts.
Idem tot het verstrekken van eene toelage
voor eene secondante op de Fransche meisjes
school.
Idem belrekkelijk den zin en de toepassing
van art. 291 der gemeentewet.
Missive omtrent de rangschikking der bede-
laars-kolonisten.
Besluiten tot af- en overschrijving.
Missive van H. Veen, houdende aanneming
van de benoeming tot lid van de directie van
het werkhuis.
Missive van kerkvoogden der Hervormde ge
meente, betrekkelijk het onderhoud van zeke
re afscheiding.
Adres van J. van Gorkum
wegens uitgevoerde belasting.
Missive van den Commissaris van Policie
tot het maken van eene verordening op het
koopen van oude voorwerpen.
Missive betrekkelijk het reglement en vracht
lijst voor het beurtveer van Noordwolde.
Missives betrekkelijk een regtstreeksch beurt
veer tusschen Deventer, Kampen en Sneek.
Procesverbaal van verificatie der gemeentekas.
Benoeming van stem-opnemers en plaatsver
vangers in het bureau tèr verkiezing van le
den in den Raad.
BINNEN- EN BUITENLAND.
SNEEK, 6 Julij. De eerste kamer dersta-
ten-generaal heeft in hare zitting van den
5 dezer met algemeene stemmen aangenomen
het wetsontwerp op de brievenposterijen bet
ontwerp, regelende de begrooting voor de ma
rine met 51 tegen 2 stemmen; zijnde reeds
in de zitting van 28 Junij het wetsontwerp,
houdende nadere bepalingen omtrent de kos
ten der huizen van bewaring, aangenomen
met 28 tegen 9 stemmen.
De tweede kamer is, zoo als uit het
verslag dei' laatste zitting blijkt, uiteengegaan
en voor onbepaalden tijd gescheiden. Men
houdt het daarvoor, dat de kamer vóór Sep
tember aanstaande niet weder zal bijeenkomen,
en datzoodra de eerste kamer hare werkzaam
heden zal hebben geëindigd, het zittingjaar
1854 1855 zal worden gesloten. Bij haar uit
ééngaan zijn door de tweede kamer onafgedaan
gelaten de volgende ontwerpen van wet, die
dus waarschijnlijk eerst in het volgende zit
tingjaar zullen worden behandeld als: 1°,op
het lager en middelbaar onderwijs; 2°, bepa
lingen op het stuk der loodsdienst voor zee
schepen 5°, regeling van de uitoefening der
veeartsenijkunst4“, bijdrage voor het uitwa-
teringskanaal van Grave naar den Amer; 5°,
regeling van de wijze van beheer en verant
woording der koloniale geldmiddelen; 6°, be
palingen omtrent de huishouding en tucht op
de koopvaardijschepen, en 7°, verhooging van
hoofdstuk IV (Justitie) der staatsbegrooting
voor 1854. Wijders de volgende Voorstellen:
1°, van den heer Wintgens, tot instelling van
plaatselijke raden van gezondheid2°van drie
leden tot afschaffing van den accijns op het
gemaal der rogge; 5°, van vijf leden, tot af
schaffing van den accijns op den turf en de
steenkolen, en 5°, van den beer Rochussen
lot het instellen eener enquête omtrent het
misbruik van sterken drank. Men weet dat
de voorstellen no. 2 en 5, omtrent het afschaf-
ien van belastingen zijn aangehouden totdat
het ontwerp van wet tot afschaffing van den
accijns op het gemaal door de eerste kamer
zal zijn aangenomen.
De leden van den gemeente-raad alhier,
die in dit jaar zullen moeten aftreden, zijn:
de heeren mr. S. A. Verweij (wethouder), P.
Risselada, M. J. van Gent en A. Haagsma.
Op den 4 dezer zijn de vergaderingen
van de synode der Hervormde gemeente door
Z. Exc. den minister voor de zaken der Her
vormde en andere eeredienstenin het locaal
van dat ministerie, geopend.
De algemeene collecte ten behoeve der
noodlijdenden door den jongsten watersnood,
heeft tot en met 20 Junij jl. opgebragt
in: Noord-Brabant ƒ16,919.165, Gelderland
ƒ47,988.52, Zuid Holland ƒ154,616.405, Noord-
Holland ƒ124,786.555 Zeeland ƒ15,937.705,
Utrecht ƒ28,417.545 Friesland 52,057.19
Overijssel ƒ21,682.52, Groningen 20,824.45
Drenthe ƒ3,554.55, Limburg ƒ9,047.72.
Fe Staats-Courant behelst thans den
hoofdzakelijken inhoud van het proces-verbaal
der zittingen van de commissie, benoemd om
de grondslagen te beramen van de verdeeling
van de opbrengst der algemeene collecte tot on
dersteuning van hulpbehoevenden ten gevolge van
den watersnood in het voorjaar van 1855.
Daaruit blijkt o. a.dat de commissie, naar
aanleiding der uitkomsten van haar onderzoek,
bevonden heeft dat de schade staat in Noord-
Braband als 15,5, in Gelderland als 66,5, in
Zuid-Holland als 4,5, en in Utrecht als 15,5
lot 100. Met eenparigheid van stemmen heeft
de commissie beslotendeze verhouding aan
den minister van binnenlandsche zaken voor
te stellen als grondslag voor de verdeeling der
tot leniging der schade reeds ontvangene of
verder te ontvangene gelden.