NIEUWS- EN ADVERTENTIE-BLAD VOOR DE STAD EN HET ARRONDISSEMENT SNEER.
H I
1856. No. 101.
WOENSDAG
q
F
11de Jaargang-
den 17 December.
l
k
1
Het heeft H. M.
I
I
SNEEKER
5
SCHOOL-
E1NNEN- EN BUITENLAND.
r
e
1-
hun
in
a
9.
i
i
>r
O
5
lo.
Ier
'.o.
de
voor-
e
II
t
11
a
e
e
ir
a
’s
iver
vl.
I-
!T
den minister van
onze koningin behaagd,
van
de opdragt aan te nemen van het lieve kin
der-tijdschrift getiteld Losse Bladen voor
Nederlandsche jeugd een nieuw bewijs
waar, dat de geeerbiedigde vorstin gaarne
Hare medewerking verleent waar het op de
bevordering aankomt van hetgeen goed, schoon
en nuttig is. De regt practiscbe inrigting
van genoemd kinderwerk de aangename toon
en de leerzame wijze waarop de redactie zich
met hare jeugdige lezers weet te onderhou
den ontging niet alleen niet aan de aan
dacht van het deftige publiek, maar maakte
het tevens de bovenvermelde aangename on
derscheiding ten volle waardig.
Behalve de aanzienlijke giften der konink
lijke familie en andere belangstellenden wel
ke ingekomen zijn voor de stichting eener
kerk in den Haarlemmermeer-polder, ter dien
ste van de Hervormden aldaar, is het aangenaam
te ber:gten dat daarbij onlangs is gevoegd de
som van duizend gulden, door H.
mevr, prinses Marianne der Nederlan-
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
de Stad SNEEK brengen bij deze ter ken
nis van de respective ingezetenen dezer Stad
dat bij art. 21 der wet van den 8 Januarij
1817, omtrent de inrigting der Nationale
Militie, is bepaald:
Dat zich jaarlijks vóór den 5 Januarij aan
het Plaatselijk Bestuur in geschrifte moeten
adresseren de bij de Nationale Militie voor
zich zelven dienende manschappen, die, in
den loop van het laatst verleden jaarhetzij
door overlijden van een’ vader, of wel moe
der, weduwe zijnde, of door eene plaats ge
had hebbende regterlijke separatie of echt
scheiding der ouderen of eindelijk door over
lijden van eenen broeder of broeders, regt
op vrijstelling overeenkomstig de bepalingen
bij art. 91 en volgens Zijner Majesteits De
cisie van den 50 Augustus 1817, ook die bij
art. 94 gemaakt hebben verkregen en
ontslag diensvolgens zullen verlangen.
Dat bij deze verzoekschriften volgens ge
zegde 21ste art. zullen moeten worden over
gelegd, de noodige bewijzen, ingerigt over
eenkomstig de voorschriften bij de aange
haalde artikelen 91 en 94 vastgesteld. En
Dat tot het doen der voorschreven jaarlijksche
aanvragen, om ontslag, evenzeer als de man
schappen zelven ook derzelver ouders, voog
den curators en gemagtigden bevoegd zijn.
En opdat niemand eenige onkunde zal kun
nen voorwendenzal deze worden afgekon-
digd zoo als gebruikelijk is.
Sneek den 15 December 1856.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
WOIUA.
De Secretaris
1IAGA.
belangrijke
K. H.
den.
Men meldt uit Rotterdam d. d. 12 Dec.:
Naar men verneemt, is heden, onder geleide
van den heer van Hoorn ambtenaar bij het
departement van koloniën, per spoor van Am
sterdam alhier aangebragt de belangrijke som
van 1,200,000 in specie, om verder naar
Vlissingen te worden geëxpedieerd en van daar
met een rijks-vaartuig naar Oost-Indie.
Men meldt uit Haarlem d. d. 11 Dec.
In de bijeenkomst van den gemeenteraad van
heden is, met eenparigheid van stemmen der
18 tegenwoordige leden, besloten, om tot ee
ne nieuwe verkiezing over te gaan van een
lid dezer vergadering, in stede van de ver
kiezing welke op den 5 Augustus jl. heeft
plaats gehad en bij welke jhr. M. Salvador de
volstrekte meerderheid der geldende stemmen
heeft erlangd.
Men meldt uit Hellevoetsluis d. d. 10
Dec. Jl. vrijdag avond is bij stormweder op
de ribben van den Hindert een kofschip ge
strand hetwelk den volgenden morgen ge
heel onder water zat. De bemanning, benevens
de kapitein zijne vrouw en hun kind, zaten
in het want en hoopten op redding; doch welke
pogingen men daartoe ook aanwendde, het mogt
niet gelukken, nabij het schip te komen. Na.
geruimen tijd in die allervreesselijksle positie
te hebben doorgebragt is ook hunne laatste
wijkplaats voor het geweld der baren bezwe
ken, en hebben zij hunnen dood in de gol
ven gevonden. Een persoon der bemanning,
zekere Smit, is gered, en door hem is men
den naam van het schip en van den kapitein
te weten gekomen, zijnde het schip Gezina
Catharinagevoerd door kapitein Ruibing.
Men meldt uit Harderwijk d. d. 10 Dec.:
De haringvangst op de zuidzee welke dit getij
zeer slecht is geweest schijnt na den storm
in de vorige week eene betere toekomst te be
loven reeds zijn eenige visschers alhier aan
gekomen die eene schoone vangst aanbragten,
van den mi nister van waardoor het vertier onder dezen zeer kwij-
ernstige ongerustheid j neuden stand weder eenigzins begint te herleven.
Men meldt uit Arnhem d. d. 11 Dec.:
Z. Exc. Gisteren is door het provinciaal geregtshof
De lijder van Gelderland uitspraak gedaan in de be-
I kende zaak van den kapelaan te Vaatwerk
oodig worden geacht, om de uit- (het verrigten van kerkelijke plegtigheden op
het verval van krachten, welke de R. K. begraafplaats bij deze stad), waar-
bij de door den eersten regter gedane uitspraak,
de wetis bevestigd en de kosten tevens bij
lijfsdwang invorderbaar zijn verklaard.
Voor eenige dagen vond men in eenige
dagbladen een berigt dat een der deelgenooten
in de concessie van den heer Dull te Almelo,
tot aanleg van een’spoorweg van Harlingen naar
Rheine enz.tegen dezen heer eene regtsyor-
dering had ingesteld tot mededeeling van den
stand der zaken. Thans verzekert men dat
die deelgenoot is de heer Lindeman van Har
lingen met wien de hoofden der belangrijke
onderneming het mingewenscht hebben geacht
langer in betrekking te staan, en met wien dus
de relatiëu zijn afgebroken. Aanvankelijk
schijnt Z. Ed. hierin genoegen te hebben ge
nomen, maar later heeft hij den heer Dull doen
KENNISGEVING.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van de Stad SNEEK doen te welen
1°. dat door den Raad dier Gemeente, in
zijne vergadering van den 26 Mei 1856, is
vastgesteld het navolgende
BESLUIT tot heffing van
GELDEN.
Er zal, te beginnen met 1 Januarij 1857, voor
ieder leerling, welke het onderwijs in de Stads
Burgerschool heeft ontvangen na het eindi
gen van elk vierendeel jaars worden betaald
voor dag- of avondschool 2 guld. Daarbij
zal niets meer, hetzij voor schoolbehoefteu
vuur, licht of onder welke benaming ook in
rekening worden gebragl.
Van de betaling van schoolgelden zijn ech
ter uitgezonderd de leerlingen van het Oud
Burger Weeshuis, aan welke de onderwijzer
verpligt is gratis onderwijs te geven.
Welk besluit is goedgekeurd bij Koninklijk
Besluit van den 18 Augustus 1856, no. 45.
en 2°. dat door den Raad, in dezelfde ver
gadering mede is vastgesteld de navolgende
VERORDENING op de invordering
van SCHOOLGELDEN in de Ge
meente Sneek.
Art. 1. De invordering van schoolgelden
voor het ontvangen onderwijs in de Stads
Burgerschool geschiedt door of van wege de
in de Gemeente gevestigde School-commissie.
Art. 2. Tot het betalen der schoolgelden
zijn verpligt de ouders of voogden van de
kinderen en pupillen die de school hebben
bezocht.
Art. 5. Het schoolgeld wordt tegen kwi
tantie opgehaald, in de eerste dagen der maand,
volgende op de laatste maand van het afge-
loopen vierendeel jaars.
Art. 4. Die weigerachtig of nalatig is, hel
verschuldigde schoolgeld te betalen zal de
plaatselijke School-commissie de bevoegdheid
hebben hiervan kennis te geven aan de amb
tenaren der plaatselijke belastingen die daar
van overeenkomstig art. 275 der Gemeente
wetproces-verbaal zullen opmaken en het
zelve ter hand stellen aan den gemeente-ont-
vanger die alsdan onmiddellijk zal over
gaan tot de maatregelen, voorgeseh reven bij
artt. 258, 259 en 260 der Gemeentewetter
wijl overigens artt. 261, 2G2, 269, 270 en 281
hier almede van toepassing worden verklaard.
En is hiervan afkondiging geschied waar
het behoort den 15 December 1856.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
WOÜDA.
De Secretaris
1IAGA.
SNEEK, 16 December. Van den 6 toten met
12 dezer zijn in deze provincie 94 runderen aan
de besmettelijke longziekte gestorven of afge
maakt bedragende daardoor het gezamenlijk
getal sedert 1 Jan. dezes jaars 5221.
Z. M. de koning heeft aan ror. G. C. J.
van Reenen afgetreden minister van binnen-
landsche zaken een pensioen verleend ten
laste van den staat ten bedrage van 5200
’s jaars
De tweede kamer der staten-generaal heeft
op den 15 dezer hoofdstuk XI der staatsbe
groting (departement van koloniën) aangeno
men met 50 tegen 12 stemmen.
Hoofdstuk XII (onvoorziene uitgaven) in
omvraag zijnde gebragt staakten de stemmen
52 vóór en 52 tegen, zoodat op maandag over
dat hoofdstuk op nieuw zou worden gestemd.
Bij de beantwoording der bedenkingen
van de commissie van rapporteurs der tweede
kamer, betreffende het fonds van kolonisatie,
heeft de regering te kennen gegevendat het
moeijelijk is te bepalen, welke de oorzaken zijn
die aan verpleegden in de bedelaars-gestichten
van de Maatschappij van Weldadigheid aan
leiding geven tot het schrijven van brandbrie
ven, ten einde uit dien hoofde uit de koloniën
naar eene gevangenis te worden overgebragt.
De regering doet opmerken dat de weinige
personen, onder de meer dan vijfduizend ver
pleegden, die zich aan dergelijk misdrijf schul
dig maken zeker tot de zedelijk diepst gezon-
kene klasse behooren dat de voeding steeds
voldoende is bevonden dat het welligt te
genzin tegen den veldarbeid is welke als de
voornaamste oorzaak moet worden beschouwd
maar dat met zekerheid niets deswege kan wor
den bepaald, en dat het bezwaarlijk is, om bet
verzenden van dergelijke brieven daadwerkelijk
te beletten zonder de kolonisten in de vrij
heid van briefwisseling op welke zij aanspraak
mogten maken te belemmeren.
Men schrijft aan de Amst. Cour, den 11
dezer uit ’s Hage In mijn schrijven van
eergisteren deelde ik u naar aanleiding van
de vele in omloop zijnde geruchten aangaande
het al of niet aftreden van den heer Simons,
mede, dat er alstoen nog niets daaromtrent
met zekerheid bekend was of kon zijn. Ten
vervolge op dat schrijven, kan ik u thans op
de meest stellige wijze verzekeren, dat de heer
Simons zijn ontslag van den koning heeft ge
vraagd, doch dat Z. M. heeft geweigerde ont
slag te verleenen.”
Hoewel de toestand
binnenlandsche zaken
blijft inboezemen verneemt men echter met
genoegen dat in den toestand van Z.
eenige beterschap is waargenomen. P~ ,:jJ
is echter zoo zwak dat er weken rust en af
zondering noodig worden geacht,
putting en 1
zich geopenbaard hebben te boven te komen.
Een telegrafisch berigt uit ’s Hage d. d dat de appellant heeft gehandeld in strijd met
15 dezer behelst het volgende: De regering
heeft van de kamer ƒ182,000 gulden aange
vraagd voor lijdelijke instandhouding der ko
loniën van Weldadigheid totdat de zaken
dier Maatschappij wettiglijk geregeld zijn.
Denkelijk wordt de Maatschappij failliet ver
klaard.
Volgens een telegrafisch berigt uit ’s Hage
d. d. 15 dezer, is hoofdstuk XII (onvoor
ziene uitgaven) bij overstemming aangenomen
met 55 tegen 52 stemmen. De minister van
financiën werd door het op de tribune aan
wezige publiek levendig toegejuicht.
De minister Simons neemt in beterschap
toe, doch is voortdurend zeer zwak en moet
zich van alle bezigheid onthouden.
COURANT.
e
u