NIEUWS- EN ADVERTENTIE-BLAD VOOR DE STAD EN HET ARRONDISSEMENT SNEER.
i
1857. No. 12.
WOENSDAG
I
n I
e 1
Li
wordt mitsdien bepaald
L
SNEEKER
t
r
BINNEN- EN BUITENLAND.
de
gees-
■e
BUITENLAND.
I
hare overwegingen zal
een ontwerp van wet
l.
m
e
e 1
h
Il 1
SNEEK, 10 Februarij. Van den 51 Jan. tot en
met den 6 Febr. zijn in deze provincie 508
runderen aan de besmettelijke longziekte ge
storven of afgemaakt; bedragende daardoor het
totaal der gevallen sedert 1 Jan. dezes jaars 1423.
Aan de aangekondigde hardrijderij op
schaatsen te Bolsward hebben 41 personen
van honderd gulden
v. d. Weij van
BERLIJN, 3 Februarij. Eergisteren werd
het jaarlijksche herinneringsfeest der vrijwil
lige strijders voor het vaderland in de jaren
1815 en 1814 door een groot maal gevierd.
Dit geschiedde thans voor den 54sten keer
de jongste deelnemers aan den disch waren 49
jaren oud eenigen hunner hadden meer dan
eenen tachtigjarigen ouderdom bereikt.
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
de Stad SNEEK brengen ter kennis der in
gezetenen dat door den Raad dezer gemeente,
in zijne vergadering van den 9 Februarij jl.
is vastgesteld het kohier van omslag, strek
kende tot restitutie der kosten van onderhoud
van sommige straten binnen deze gemeente over
het jaar 1836, en dat het gedurende acht da
gen ter Secretarie dezer gemeente voor een’ ie
der ter lezing is nedergelegd.
En zal deze worden afgekondigdzoo als
gebruikelijk is.
Sneek den 11 Februarij 1837.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
WOUD A
De Secretaris
HACtA.
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
de Stad SNEEK maken hiermede bekend
dat voorloopig is vastgesteld het kohier van
den hoofdelijken omslag dezer gemeente, voor
den jare 1837, en dat het, van af heden
gedurende 14 dagen ter Secretarie dezer ge
meente voor een’ ieder ter inzage is nederge
legd.
Sneek den 4 Februarij 1837.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
WOUDA.
De Secretaris
HAGA.
te vernietigen. Op al deze pun-
op nog anderen, bieden wij
als gij wilt, eenen openbaren redetwist
gij zelf kunt plaats en uur daartoe be-
Ed. Panchaud pred.rue de Naples 48.
Leonard Anetpred.rue du Moulin, 34.
E. Filholrue du Méridien 52.
Brussel 51 Januarij 1837.”
De berigtgever betreurt hetdat het gees
telijk gezag toelaat, dat in het openbaar zul
ke hevige smaad en hoon worden geuit te
gen eene godsdienst, die door een zoo groot
aantal Belgen en door den koning in de
eerste plaats wordt beleden alsmededat
verscheidene bladen die zich liberaal noe
men weigeren om bovenstaanden brief op
te nemen.
Vrouwelijke geneeskundigen zijn in Noord-
Amerika geene zeldzaamheid meer. Voor ne
gen jaren had de eerste doctorale promotie
eener dame plaats en sedert is het getal vrou
welijke professoren en studenten aanzienlijk
toegenomen. Er zijn thans vrouwelijke medi
sche faculteiten te Boston en Philadelphia te
Syracuse, Cleveland en Cincinnati. De in-
rigtingen der twee eerste steden worden door
de regering ondersteund de beste vrouwelijke
artsen zijn thans te Nieuw-York. Twee zus
ters Elisabeth en Emily Blackwell hebben
er eene uitgebreide practijk nadat zij in Eu
ropa de gehoorzalen en hospitalen bezocht heb
ben en met de beste getuigenissen der uitste-
kendste geneeskundigen teruggekeerd zijn.
Men verneemtdat aan de crediteuren
der Maatschappij van Weldadigheid die zich
tot het departement van binnenlandsche za
ken hebben gewend ten einde voor te ko
men dat die instelling zou worden verklaard
in staat van kennelijk onvermogen hoofdza
kelijk is te kennen gegeven dat de regeriug
zich niet in de gelegenheid bevindt in
overeenstemming met dit verlangen te hande
len.
Men berigten wij deelen het met ge
noegen mede, dat door vijf der voornaamste
slaveneigenaren in Suriname, die te zamen
eenige duizend slaven bezitten zoude zijn
aangeboden aan den gouverneur en opgezon
den aan het ministerie van koloniën eene
memorie, waarbij zij aandringen op eene da
delijke emancipatie der slaven tegen behoorlij
ke schadevergoeding.
Men schrijft uit ’s Gravenhage d. d. 6
Februarij Ik verneem, dat de heer F. W.
Conrad president der commissie voor de door
graving der landengte van Suez en die zich
thans, zoo als men weet, in Egypte bevindt,
zich naar Jeruzalem zal begeven, of denkelijk
thans reeds begeven heeft van daar zal hij
de terugreis naar het vaderland aannemen en
waarschijnlijk nog vóór het einde dezer maand
hier aankomen. De heer ingenieur Schneither,
die, zoo als bekend is, zich mede aldaar be
vond, is naar Konstantinopel vertrokken om
van daar insgelijks te repatriëren.”
Aan de Indépendance Beige wordt uit
Alexandrie gemeld, dat den 16 Januarij jl.
de eerste spadesteek gedaan is tot den aa-nleg
van het kanaal waardoor de Nijl in regt-
streeksch verband moet gehragt worden met
het door de landengte van Suez te graven ka
naal.
De Parijsche conferentiën tot eindregeling
der Neufchatel-kwestie zullen nog in deze
maand een’ aanvang nemen. Zwitserland zal
er vertegenwoordigd worden door dr. Kern
bijgestaan door de heeren Piaget en Humbert,
leden van den raad van state van Neufchatel
Pruissen zal er twee gevol magtigden hebben
graaf Hatzfeld gezant te Parijs en den heer
von Bismarck-Scbönhausen Pruissische bonds-
dag-gezant.
Volgens brieven uit Napels van 25 Jan.,
heet de misdadiger, die te Matera een’aanslag
op het leven van den aartsbisschop pleegde en
daarbij een’ kanunnik doodde, Ancona. Zijn
slagtoffer is Primicerio Bonsanto. Over de be
weegreden tot den afschuwelijken aanslag wordt
niets gemeld.
Keizer Napoleon heeft abbé Hugon bij
zich doen komen die hem verslag moest ge
ven van de laatste oogenblikken van Verger.
Als eene bijzonderheid betreffende den te
Parijs geguillotineerden Verger wordt uit Brus
sel medegedeeld, dat hij, zich in 1833 in Bel
gië bevindende, zoo arm was, dat hij zijn
logement niet kou betalen en zijne snuifdoos
aan den logementhouder in pand gaf, welk
pand hij echter nooit loste. De snuifdoos is
thans in bezit van een’ landman, die zeals
historische merkwaardigheid, voor geen’ prijs
afslaat.
Men bespeurt niet zonder bevreemding,
dat de misdaad, te Parijs door Verger gepleegd,
door personen tot de Duitsche Roomsche gees
telijkheid van den minderen rang behooren-
de, wel niet wordt verdedigd, maar toch in
zekere mate verontschuldigd op grond van
de gestrengheid welke thans door de hooge-
re jegens de lager geplaatste geestelijken wordt
betoond.
Volgens het in Frankrijk uitkomende blad
Le Lien, is een Protestantsch geestelijke te
Madrid, José Vecino genaamd, den 50 Dec.
jl. aldaar in hechtenis genomen door een’
inspecteur van policiedie vooraf met drie
agenten in de woning des geestelijken huis
zoeking had gedaan en diens boeken en pa
pieren had medegenomen. Den 6 Jan. jl. be
vond Vecino zich nog in den kerker Salade-
rozonder nog een verhoor te hebben on
dergaan.
In Belgie zit een 74jarige grijsaard reeds
8 jaren in de gijzeling wegens het niet vol
doen eener schuld, terwijl, ingeval hij de on
betaalde som aan zijnen schuldeischer had
ontnomenhij hoogstens met vijf jaren ge
vangenisstraf daarvoor had moeten boeten.
Uit Brussel w’ordt gemeld, dat een Fransch
zendeling de abbé Combalotten gevolge van
eene verschrikkelijke onverdraagzaamheid in
zijn openbaar prediken aldaar en zijn hevig
aanvallen en honen van het Protestantismus
van eenige Protestantsche leeraars den vol
genden brief heeft ontvangen
Aan den heer abbé Combalot te Brussel.
Heer abbé
In uwe voordragt van den 29 Januarij jl.
over het Protestantismus, hebt gij eene me
nigte valsche beweringen en lasteringen aan-
gevoerdwaartegen wij ons verpligt achten
in het openbaar op te komen. 1°. Gij hebt
de Protestantsche methode, wat het gebruik
maken van den Bijbel betreft, aangetast, en
ze rationalistisch genoemd. Wij verklaren en
zijn bereid te bewijzen dat deze methode is
die van onzen Heer Jezus Christus, van zij
ne apostelen en van de vaderen der oorspron
kelijke kerk. 2°. Gij hebt beweerd, dat de
door de Bijbelgenootschappen verspreide Bij -
bel-overzettingen vervalschte ontheiligde, be
dorven bezoedelde verminkte vertalingen zijn.
Wij houden tegenover u staande, en zijn be
reid het te bewijzen dat dit schandelijke
laster is. 5°. Gij hebt niet geschroomd te
zeggendat de Protestanten zielenverkoopers
zijn dat zij op den honger der armen spe
culeren dat zij den af val van de godsdienst
koopen en vervolgens hunne nieuw geworvene
aanhangers onder het getal der Protestant
sche stuks vee inschrijven(Welk een stijl
van proselytismus Dit is een stelsel, dat wij
met afgrijzen van ons werpen terwijl wij
het overlaten aan de kerk van Rome, die het
zoo dikwijls en op zoo breede schaal, bepaal
delijk onder Lodewijk XIV, heeft in prac
tijk gebragt. Wat de godslasteringen betreft,
die gij tegen den Bijbel hebt geuit, door te
zeggen dat men met de Bijbelteksten dief
stal en roof kan prediken hierbij zullen wij
niet stilstaan daar uwe voordragt van den
volgenden dag ze genoegzaam weersproken
heeft om ze te vernietigen. Op al deze pun
ten, mijnheer! en
<u als gij wilt,
aan
palen.
deelgenomen. De prijs
werd behaald door A. J.
Hieslum terwijl de premie, dertig gulden,
ten deele viel aan L. Zilden van Tjerkwerd
en werd aan I. J. Nijdam van Bolsward en
H. v. d. Meulen van Workum als de der
en vierde der laatste rijders, ieder vijf
gulden uitgereikt.
Aan de hardrijderij te Heerenveen heb
ben deelgenomen 94 rijders. De prijs van
100 is behaald door Brandt de Jong, van
Bozum en de premie van ƒ50 door Tewis
Hettinga, van Oppenhuizen terwijl aan K.
Knolvan Tjallebirdnog eene gratificatie
van ƒ10 is uitgereikt.
Men verzekert, dat bij de aanstaande
hervatting van de werkzaamheden der kamers,
van regeringswege aan
worden onderworpen
tot het toestaan der noodige gelden tot uit
voering der voorgenomene emancipatie der sla
ven in West-Indië.
Ook verneemt men dat van regeringswege
zal. worden aangeboden een ontwerp van wet
wegens de jagt en visscherij.
De minister van marine heeft, onder dag-
teekening van 13 Dec. 1836, aan de onder
scheidene directiën der marine de volgende
aanschrijving gerigt
Tot dusverre geschieden de wekelijk-
sche betalingen aan het werkvolk op de rijks
werven des zaturdags.
Op het voetspoor van andere werkinrig-
tiugen in ons vaderland, wensch ik hierin eene
verandering te brengen en die betaling niet
meer in het laatst maar in het vroegst van
iedere week te doen plaats hebben.
Dat de betaling der daggelden enz. aan het
werk- en jagtvolk op ’s rijks werven in het
vervolg en wel met den aanvang van het jaar
1837 zal geschieden op iederen dingsdag, op
zulk een tijdstip, als best met de belangen
van 's rijks dienst en met de locale gelegen
heid zal overeenkomen in dier voege, dat de
berekeningen van die daggelden zullen loopen
van en met zondag tot en met zaturdag.”