NIEUWS- EN ADÏERTENTIE-BLAD VOOR DE STAD EN HET ARRONDISSEMENT SNEER. b» M 1857. No. 32. 12de Jaargang. WOENSDAG den 22 ApriL I I n Iw I 7. 1 HlillOMIHBBHUJlHii ft ie 'P i- *1 1 r ^ryi te SNEEKER COURANT. XzJLu t. 11 BINNEN- EN BUITENLAND. n 't r n fl 11 I ns 6 le it te it n is dat i staat. P- t a 'l- g n e >t :r <1 ie I st O 11 a-’ an n- tal ?n or 'g 'n n ij st ir ;r n i- n ig ze I- Ie l-l h Ml I lel de Kolonie der Maatschappij heid opgenomene bedelaars. Men meldt uit Leeuwarden d. d. 17 April: De provinciale commissie van onderwijs in Friesland heeft in hare voorjaarsvergadering geëxamineerd: 8 voor den 2en rang, 18 voor den 5en rang, 16 voor den 4en rang, 4 in het Fransch, 5 als schoolhouderes1 als bewaar- schoolhouderes en 1 in de wiskunde. Behalve 1 voor den Sen rang zijn allen toegelaten. Men meldt uit Appelscha d. d. 15 A- pril Het is der vermelding waardig, dat de landbouwer en veehouder Jacob de Jong, alhier, thans het gras tot veevoeder ruimschoots kan afmaaijen gelijk dagelijks ook door hem wordt gedaan. De onvermoeide arbeiden zorgvuldige bewerking door dezen landman mogen navol ging vinden i i r 1 Men meldt uit Nieuwediep d. d. 16 April Wij zijn door eene vriendelijke hand in staat gesteld, de volgende nadere bijzonderheden me de te deeleu omtrent het dezer dagen terug gevonden spoor van een in 1799 tusschen Vlie land en Terschelling gestrand schip met eene kostbare lading van goud en zilver. Het was de Lutine een Eugelsch oorlogsfregat met eene enorme schat aan gouden en zilveren ba ren naar men zich meenr'te herinneren voor Rusland bestemd. Het schip strandde en zonk en de geheele equipagie, op één man na, ver dronk; op een stuk hout dreef deze op hel strand en deelde aan de eilanders den naam en de bestemming van het schip mede ten gevolge van de uitgestane koude en vermoeije- nis overleed hij echter na drie dagen. Wei nig kon er intusschen van de kostbare lading worden gered hoe menigvuldig de proeven ook daartoe waren aangewend het schip geraakte te diep in het zand bedolven. Eindelijk werd er dezerzijds met het Engelsche gouvernement een uitkoop gesloten om voor de helft der waarde de lading te bergen. Er vereenigde zich een Hollandsche commissie, die met eene aanzienlijke som aan het werk ging het geld werd echter vruchteloos besteed, want het schip was te diep in het zand geweld. De Lutine en zijn aanzienlijke schat kwamen van lieverlede in vergetelijkheid totdat men er ten laatste niet eens meer aan dachtmaar ziet, daar ontdekken voor enkele weken twee visscherlieden terwijl zij ter hoogte van de plek der stranding visschen eene zeeton, die van hare gewone plaats was verwijderd. Zij zetten daarop koers en bereiken haar; de ket ting was echter slechts met de grootste in spanning in te halen, en zij zagen eindelijk tot hunne niet geringe verwondering daaraan een wrak bevestigd het was de voorsteven van een scl’.ip met looden kluizen. Het werd op droog gehaald naar Terschelling gevoerd en aldaar ontdekte men er den naam Lutine op in koperen spijkers. De ton was toeval lig in het schip gedreven en men heeft daar door het sprekende bewijs dat het schip met zijnen kostbaren schat weder op het zand zit en er nu wel kans bestaat, om het geld te kunnen bergen. Mogelijk zal deze toevallige omstandigheid het Engelsche gouvernement of de bovenbedoelde commissie zoo die of voor zoo verre die nog bestaat aanmoedigen om de zaak te onderzoeken en eenen anderen argo- naulen togl te ondernemen, om den gulden schat, zoo hardnekkig en zoo lang door de zee be waakt aan haar te ontnemen. Men meldt uit Rotterdam d. d. 15 April: Door blijvende aanvraag om aardappelen naar de verschillende havens van Engeland, begin nen de voorraadschuren in de Geldersche stre ken welke daarvan meer dau overvloedig wa ren voorzien zeer te verminderen de verzen ders hebben dien ten gevolge eene aanzienlijke hoeveelheid mudden in Friesland opgekocht welke, met tjalkschepen alhier aangevoerdon middellijk in stoom- en zeilschepen ter verdere expeditie worden gelost. Men schat de ver- zondene hoeveelheid van dit product over de eerste drie maanden van dit jaar op ruim vijf tig duizend mudden. De gemeenteraad van Leyden blijft zich nog onwillig betoonen om aan het rijk te voldoen het bedrag der verpleegkosten over 1855, ad f 15,408.57 verschuldigd voor, in de Kolonie der Maatschappij van Weldadig- Omtrent de in bet vorige jaar naar de Kaap vertrokkene jongelieden deelt de heer Beclaerts van Blokland in de Rott, Ct. nog eenige nadere bijzonderheden mede. De kin- deren, die naar Graaf Reinet op 63 a 70 uren van de Kaap, bestemd waren, zijn aldaar op 25 Dec. jl. in goeden welstand aan gekomen. Door de commissie met de meeste hartelijkheid ontvangen werd er terstond de beste zorg voor hen gedragen en traden zij weldra bij hunne meesters in dienst. Van velen dier kinderen en ook van degenen die in de Kaapstadsche of westelijke afdeeling ge bleven zijn, zijn brieven ontvangeu waarin allen, zonder eenige uitzondering, groote te vredenheid betuigen. Zij gevoelen zich als kinderen des huizes en roemen de goedheid en liefderijke behandeling, die zij van hunne meesters ondervinden. Met trouwe vaderzorg nemen deze, gelijk sommige kinderen melden, door dagelijksch bijbellezen en gebed de gods dienstige opleiding dezer laatsten ook te huis ter harte. Ook de kinderen geven stof tot tevredenheid. Graaf Reinet is eene in de oostelijke af deeling der Kaap-kolonie gelegene stad, met 4000 inwoners, gesticht in het jaar 1786 onder het Hollandsch bestuur, door den toen- maligen gouverneur C. J. van de Graaf, naar wiens naam, gevoegd bij dien zijner echtge noot Reinetzij geheeten is. Zij ligt in een zeer vruchtbaar oord. Een der jongens schreef daaromtrent aan zijne ouders: Dit land is een tweede Kanaanvloeijeude van melk en honig, waar de druiven en perziken mij te gemoet komen.” In Londen maakt de volgende omstandig heid groote opspraak. Een voornaam heer heeft twee dochters. Een jongman vroeg aan den vader om de hand van eene zijner dochters zonder haar naam te noemen. De vader wil het huwelijk van zijue dochter van het lot doen afhangen en de jongste wordt door het lot aangewezen met den jongeling te huwen deze echter weigert standvastig, op die wijze te worden verloot. De vader zal maatregelen van bedwang nemen en de dochter zal voor de regtbank rekening van voogdij vorderen. Als het tot een proces komtweet daar ieder dat zulk eene zaak eeuwen duurt. Niet lang geleden is in een dergelijk regtsgeding uit spraak gedaan en die zaak was begonnen om trent het jaar 1650. Aan eene part, corespondentie uit Parijs, d. d. 16 dezer, in de ./Luist. Cour., ontleenen wij het volgende: Gij beseft ligtelijk, dat de tusschen den keizer en zijn’ neef bestaande verkoeling, waarvan ik u zoo even sprak, nog toegenomen is ten gevolge der weigering van laatstgenoemde, om den Russischen groot vorst Konstantijn tegemoet te reizen. Zelfs heeft hij te verstaan gegeven dat hij zich bij de komst van des czaren broeder te Parijs uit deze stad zou verwijderen en daarop is hem wegens den keizer geantwoord dat hij zich dau moest voorbereiden, om er niet weder terug te keeren. Overigens verklaart prins Napoleon sedert geruimen tijd, dat het bondgenootschap met Rusland Frankrijks ongeluk en den val der Napoleontische dinastie zal berokkenen. Te Parijs is men tegenwoordig weer vrij wel tot de overtuiging gekomen dat de aarde op den 15den Junij niet uit hare voegen zal worden gerukt. De Parijzenaars worden al les spoedig moede zelfs de vrees. Zij heb ben zich eenige dagen beangstigd door het na derende einde der aarde, en denken thans niet meer daaraan. Integendeel meent men op de Parijsche kansel dat de zondige wereld wel den ondergang verdiende. Van de predikatiën van pater Ventura is reeds meermalen gespro ken. Een nog heftiger prediker is pater Filix, die van den kansel der Nótre-Dame-kerk angst en schrik in de gemoederen zijner toehoorders te weeg brengt. Even als wijlen Pericles, draagt hij den donder op de tong, en Mon- talembert wien men wel in zake der wel sprekendheid een oordeel mag toevertrouwen verklaart hem voor den begaafdsten kanselre denaar der Katholieke geestelijkheid. Pater Filix slingert zijne oratorische bliksemstralen hoofdzakelijk tegen de koortsachtige zucht, om SNEEK, 21 April. Van den llden tot en met den 17 dezer zijn in deze provincie 215 runderen aan de besmettelijke longziekte ge storven of afgemaakt; bedragende daardoor het totaal der gevallen sedert 1 Jan. dezes jaars 4165. Men meldt uit Gravenhage d. d. 18 April Uit bet heden bekend geworden nader verslag der commissie van rapporteurs in zake het O. I. drukpersreglement blijkt, dat de com missie op sommige punten eenstemmig van ge voelen was op andere verschilde. Als slot som van haar onderzoek stelt zij voor, dat de kamer een afschrift van het verslag aan den minister van koloniën zendemet uit drukking van de overtuiging der kamer, dal het reglement op de drukwerken in Indië eene herziening behoort te ondergaan. Blijkens het heden bekend geworden voor- loopig verslag der commissie van rapporteurs uit de tweede kamer der staten-generaal, over het wetsontwerp betreffende de jagt en vis- scherij heeft de groote meerderheid het goed gekeurd dat de regering, bij bet laten bestaan der publieke akte voor jagldelicten de overi ge hoofdbeginselen der wet van 1852 zoo als overbrenging het toezigt op jagt en vissche- rij in banden van het openbaar gezag, enz., onaangeroerd heeft gelaten voorts heeft de meerderheid groot bezwaar gevonden in de vervanging van de jagt-opzieners door rijks- veldwachtersen zich ook verklaard tegen de weder-invoering van houtvesters. Men verneemt, dat het ontwerp van wet nopens de policie op de spoorwegen hetwelk in de troonrede is aangekondigd in gereed heid is, zoodat men de aanbieding van dat ontwerp aan de tweede kamer eerstdaags kau tegemoet zien. De minister van binnenlandsche zaken heeft bekend gemaakt dat er wederom 10 leer lingen voor de telegrafie kunnen geplaatst wor den. Men moet zich daartoe vóór 15 Augus tus aanstaande bij genoemd departement aan- melden met een op zegel geschreven adres. Het vergelijkend examen zal op l September gehouden worden. Men schrijft aan de ./Lmst. Courant uit ’s Hage d. d. 16 April Het is bekend dat Antonie Budding bij arrest van het provin ciale hof in Gelderland veroordeeld was tot de straffe des doods ter zake van moedwilli ge brandstichting, waardoor te voorzien was, dat menschenlevens werden in gevaar gebragt. Ik verneem dat het den koning behaagd heeft, den veroordeelde kwijtschelding te ver- leenen van de doodstraf, met verwisseling dier straf in eene tuchthuisstraf voor den tijd van 20 ja ren. Ik meen gegronde redenen te hebben om het er voor te mogen houden dat dit ge schied is uit hoofde Z. M. onder den indruk der dezer dagen gevierde plegtigheid (het af leggen der geloofsbelijdenis van Hds. zoon) zich bezwaard gevoeld heeft, een doodvonnis te onderteekenen.” Het heeft H. M. de koningin-moeder der Nederlanden goedgunstig behaagd, om aan de nieuw gestichte Hervormde gemeente in den Anna-Paulowna-polder ten geschenke te geven een uitmuntend bewerkt en kostbaar stel zil veren voorwerpen benoodigd bij de bedie ning van het H. Avondmaalwelk bewijs van koninklijke milddadigheid bij de zich meer en meer uitbreidende gemeente op zeer hoogen prijs wordt gesteld. Men meldt uil ’s Gravenhage d. d. 16 April: Het kapitaal voor den Nederlandschen-Han- noverschen spoorweg is volgeteekend. De Rotterdamsche commissie voor de stoompak ketvaart tusschen Nederland en Java heeft de •voorwaarden van den minister van koloniën onaannemelijk verklaard. Naar men verneemthoopt de heer Dull nog eenen verlengden termijn te erlangen voor de concessie van den noordelijken spoorweg. Het zou wel goed en billijk zijn uit aanmer king der vele moeite en uitschotten, welke die heer zich getroost heeftmaar vooral om dat er nog eenig uitzigt op welslagen be- Vi

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1857 | | pagina 1