NIEUWS- EN ADVERTENTIE-BLAD VOOR DE STAD EN HET ARRONDISSEMENT SNEER.
w
1857. No. 97.
12de Jaargang
den 5 December.
ZATURDAG
1
VERGADERING
VAN DEN GEMEENTERAAD VAN SNEER
MAANDAG DEN 7 DECEMBER 1857,
des voormiddags ten 10 uur.
ÉSiiffliiS'*
Ja#’***
SNEEKER
k
BINNEN- EK BUITENLAND.
4
I
het gaas5) dat
voor de gezond-
COÜRANT.
PUNTEN TER BEHANDELING.
Resolutie van beeren Gedeputeerde Staten
belrekkelijk de iugezondene gemeen te-begroo-
ting voor 1858.
Onderzoek der geloofsbrieven van nieuw be
noemde raadsleden.
Adres van Braunius, omtrent de perceptie-
loonen voor de marklgelden op de boter en
kaas over het jaar 1857.
Adres van
grondpacht.
gang, vergezeld van eene nota van wijzigin
gen in het ontwerp.
Te Amsterdam werd maandag jl. op eene
plegtige en indrukwekkende wijze feest gevierd
door de, uit verschillende oorden des rijks za-
mengevloeideovergeblevenen van de bezetting
der citadel van Antwerpen in het jaar 1852,
zijnde het op dien dag 25 jaar verleden, dat,
's middags 12 uur, het eerste kanonschot werd
gelost op de loopgraven vier belegeraars. Bij
die gelegenheid is er o. a. door onderscheidene
sprekers echt warme en krachtige vaderland
lievende taal gesproken.
In sommige dagbladen is melding gemaakt
van ongeregeldheden, schromelijke vechtpartij
en met wapens zelfs, welke vooreenigen tijd
onder de kadets der kon. milit. akademie te
Breda zouden zijn voorgevallen. Sommigen
gingen zelfs zoo ver, om aan den schrik daar
over, of de ontroering daardoor veroorzaakt,
den plotselingen dood van den generaal Wal
ther, kommandant der akademie, toe te schrij
ven. Die berigten zijn gedeeltelijk onwaarheid,
gedeeltelijk grove overdrijving. Volgens de ge-
gevene ophelderingen, onder anderen ook ineen
ingezonden artikel aan de N. Rott. Cour.
staat de plotselinge dood van den waardigen
kommandant in geenerlei verband met hetgeen
gebeurd is maar is hij als zoo menigeen
door een toeval (hartvang) getroffen, overleden
alvorens geneeskundige hulp ter plaatse kon
aanwezig zijn. En wat betreft de zoogenaam
de ongeregeldheden zij bepaalden zich tot het
volgendeeenige kadets van het 4de en 5de
studiejaar kregen ’s avonds op de slaapzaal
twist en geraakten een cogenblik handgemeen
slechts één der jongelieden heeft zich bij die
gelegenheid met een zakmes verweerd, en daar
mede eenigen ligt gewond doch ernstige ver
wonding heeft er niet plaats gehad, en het ge
heel is, hoewel niet in den haak, toch een
onbeduidend voorval te noemen en geenszins
zoodanig als de weinig naauwlettende faam had
uitgeroepen.
Uit Breda wordt gemeld d. d. 50 Nov.
Reeds in den vroegen morgen vereenigden zich
heden de kadets der akademie in plegtigen op-
togt naar de begraafplaats Zn ij len waar het
lijk van hunnen waarden gouverneur omstreeks
elf ure zou bijgezet worden. Door eene on
telbare schare vergezeld naderde het dan ook
zonder eenige militaire honneurs. De kadets
schaarden zich nu rondom de laatste rustplaats
des overledenen waarna ds. Vortman in eene
talentvolle toespraak wees op de verdiensten
en goede eigenschappen van den ontslapen ge
neraal-majoor, en het verblijdend uitzigt
dat hem geheel zijn deugdzaam leven en voor
al de laatste oogenblikken bezield had. Ook
de heer mr. P. Siks sprak eenige woorden tot
hulde en gedachtenis van den overledene.
Men verneemt dat de kolonel J. Schel-
tusadjudant van Z. M. den koning en kom
mandant van het regement grenadiers en ja
gers is benoemd tot generaal-majoor en gou
verneur der akademie te Breda in plaats van
den overleden generaal-majoor Walther.
Uit Zwolle wordt gemeld d. d. 50 Nov.:
Zalurdag morgen jl. werden onderscheidene
ingezetenen dezer stad voor de arrondissements-
regtbank alhier als getuigen gehoord in de
zaak van de tien personen die teregt staan
als betrapt op bedelarij gepleegd ten huize
van gezegde ingezetenen. Hetgeen de beklaag
den reeds in eene vorige teregtzitting tot hun
ne verdediging aanvoerden dat zij namelijk
met bekomene toestemming hunner begunsti
gers zich op bepaalde dagen aan hunne hui
zen vervoegen om aldaar eene vrijwillige gift
te ontvangen werd door dit getuigenver
hoor grootendeels bevestigd als blijkende daar
uit o. a. dat geen der beschuldigden om eene
aalmoes gevraagd zoude hebben. De officier
van justieie eischte volgens het reeds vroeger
door Z. E. A. genomen requisitoir de toe
passing der bij de wet bepaalde straf. Uit
spraak den 5 December ek.
De arrondissements-regtbank te Middel
burg heeft uitspraak gedaan in de zaak van
den broodbakker J. W. F. beschuldigd van
het mengen van vergiftige bestanddeelen in het
brood, en in de bakkerij aanwezig hebben van
SNEEK 4 December. In de zitting van de
tweede kamer der stalen-generaal van den 50
November zijn achtereenvolgens goedgekeurd
en aangenomen
1) De conclusie van het rapport der commis
sie tot onderzoek van het regeringsverslag ovet
het beheer en den staat der Oost-Indische be
zittingen over 1854.
2) De conclusion van de rapporten op:
de overeenkomst met Portugal tot rege
ling der voorwaarden waarop de consulaire
agenten in de Overzeesche bezittingen zullen
worden toegelaten
Z». de overeenkomst met Turkije tot gelijk
einde gesloten
strekkende beide conclusion om de gedane
mededeeling voor kennisgeving aan te nemen.
5) De wets-ontwerpen tot naturalisatie van
G. NahapietF. J. Breyman G. Joseph te Ba
tavia, J. A. Rovy te Samarangen J. Scho-
ners te Soerakarta.
4) Het wets-ontwerp tot vaststelling der be
groeting van uitgaven voor de landsdrukkerij
voor 1858.
5) Het wets-ontwerp tot voorziening in de
financiële belangen der gemeente Haarlemmer
meer waarover eene breedvoerige beraadsla
ging werd gehouden.
6) De wets-ontwerpen tot bekrachtiging van
provinciale belastingen in NoordbrabantGel
derland Zuidholland Noordholland Zeeland,
Utrecht Friesland Overijssel Groningen,
Drenthe en Limburg.
7) Het wets-ontwerp tot aanvulling der wet
ten omtrent den accijns op het zout.
De kamer heeft bepaald dat op den 2 dezer
zou behandeld worden de kwestie omtrent het
inoverweging nemen van het voorstel van den
heer van Nispen van Sevenaer en 8 andere le
den tot afschaffing van den accijns op het ge-
slagt.
Z. M. beeft bij besluit van den 50 No
vember Z. Ex. den minister van oorlog, den
luit.-generaal baron Forstner van Dambenoy,
op deszelfs gedaan verzoek uit genoemde be
trekking een eervol ontslag verleend, ingaande
den 1 Januarij 1858 en denzelven tevens be
noemd tot minister van staat.
Volgens berigt uit’s Gravenhage, zou voor
de vervulling van de betrekking van minister
van oorlog vooral in aanmerking komen kolo
nel Singendonck.
Aan de tweede kamer zal worden aange
boden eene halfjarige credietwet voor het de
partement van oorlog op den grondslag der
begrooting 1837. De minister Lotsy zalnaar
men zegt haar verdigen.
Op voorstel van den heer Bieruma Oosting
en met toestemming der regering is besloten
de behandeling van alle belasting-ontwerpen
alsook het voorstel van negen leden tot af
schaffing van den accijns op het geslagtte
verschuiven tot na het aanslaande winter-re-
ces. Alles blijft dus ten aanzien der belastin
gen ongeprejudiciëerd. Ook is de invoering
der tarieven van het slagtvee met 1 Januarij
1858 uitgesteld.
Bij de kamer is ingekomen de memorie
van beantwoording der regering op het voor-
loopig verslag ter zake van de voorgedragen
wet op het regt van successie en van over-
twee kruiken met aftreksel van blaauwe vi-
triool. De regtbank heeft hem schuldig ver
klaard aan bet hem ten laste gelegde feit en
hem veroordeeld tot eene gevangenisstraf van
2 jaar en eene geldboete van ƒ200.
Het provinciaal geregtshof van Gronin
gen heeft op den 2 dezer uitspraak gedaan in
de zaak van D. V. beschuldigd van het af
leggen eener valsche getuigenis in eene correc
tionele zaak, ten voordeele van den beklaag
deen hem te dier zake veroordeeld tot tucht-
huisstraf voor den tijd van zes achtereenvol
gende jaren en in de kosten.
Uit Assen wordt gemeld d. d. 1 Decem
ber Hoe ligt kleine kinderen ongelukken
kunnen krijgen heeft weder een droevig ge
val alhier geleerd. Op eene boerderij onmid
dellijk bij Assen zaten jl.zaturdag morgen eeni
ge kleinen rondom een vrolijk brandend vuur
waarover een waterketel hing. Een der klei
nen een jongetje van vijf en een half jaar,
zeide tegen zijne makkers zal ik eens een
kunstje doen waarop door de anderen werd
geantwoord: ja.” Onmiddellijk daarop neemt
hij de tuit of hals van den heeten damp uit
wasemenden ketel in den mond waarop hij
hevig begint te schreijen en te klagen. Men
zag echter uitwendig niets aan hem dan dat
zijne lippen erg verbrand waren en men had
zoo weinig erg in zijnen toestand dat de
vader van huis ging. Hij mogt echter zijn’
lieveling niet levend weder zien daar deze
weldra overleed, schijnbaar zonder veel gele
den te hebben.
Men verneemt dat de gepens. generaal
de Stuers te Maastricht was begrepen onder
het getal legatarissen van Napoleon I. De ge
neraal heeft het legaat van 400 fr. voor zich
zelven niet willen aannemen maar heeft zich
tot den burgemeester van die stad gewend
met verzoek, het in vier gelijke deelen ter
hand te stellen aan de vier oudste dienaars
van de republiek en het eerste keizerrijk te
Maastricht woonachtig die van dat legaat
geen deel zouden hebben ontvangen.
Men heeft te Brussel berigt ontvangen
van eene daad van prinses Charlotte, welke haar
hart kenmerkt en bij de algemeene genegen
heid w’elke men haar toedraagt veel genoe
gen haart. Onlangs eene wandeling doende in
de tuinen der villa, welke zij met baren echt
genootden aartshertog, bewoont, trad zij
de woning binnen van een’ boerdien zij zeer
bedroefd vond en wien zij naar de oorzaak
daarvan vroeg. De boer zeide toen dat de
aartshertog geene boerderijen in het park wil
de hebben en dat men hem wel genoegzamen
tijd vooraf had kennis gegeven dat hij de
hoeve moest verlaten maar dat het hem ón
mogelijk was geweest, eene andere te vinden.
De dag van verhuizing was nu spoedig op han
den en hij had het vooruitzigt zonder dak
en brood te moeten rondzwerven. Dit trof de
aartshertogin dermate dat zij zich naar huis
spoedde en den aartshertog verzocht, men dien
man eene uitzondering te maken. De aarts
hertog zeide, dat dit niet kon geschieden om-
dat het een algemeene maatregel was. Dan
zeide de prinses dan moet gij mij ter deur
uitzetten En waarom u vroeg de aarts
hertog. Omdat ik die hoeve van hem heb
overgenomen en dus uwe pachteres ben.”
Daarop werd natuurlijk de verzochte vergun
ning verleend.
Het dezer dagen verschenen eerste norn-
mer van het tijdschriftSchat der gezondheid,
deelt het volgende mede
Voor eenigen tijd kocht eene dame in een’
der voornaamste winkels te Parijs eene fraaije
japon van groen gaas voor een balkleed. Vijf
naaisters die aan dit kleed werkten werden
gedurende den arbeid door meer of minder be
langrijke toevallen aangetast. De stof werd daar
op op last der policie scheikundig onderzocht,
en het bleek1) dat het gaas gekleurd was
met Schweinfurts groen (eene verbinding van
koper en rattekruid)2) dat deze kleurstof
zeer gemakkelijk losliet van
dergelijke stof gevaarlijk was
heid van de arbeiders die haar maken de
bedienden die haar verkoopen de naaisters
die haar bewerken en de dames die haar dragen.
IJ. de Jagerom grond op