NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR DE STAD EN RET ARRONDISSEMENT SNEER. 1858. No. 34. de Jaar WOENSDAG den 28 April. SNEEKER CODRANT zulks dade- BUITENLAND. r BINNEN- EN BUITENLAND. SNEEK, 27 April. Van den 17den tot en met den 25 dezer zijn in deze provincie 111 runderen aan de besmettelijke longziekte ge storven of afgemaaktbedragende daardoor het totaal der gevallen sedert 1 Jan. dezes jaars 2551, voorval plaats. Een twaalfjarige jongen die voor eenigen tijd met zijn’ vader van elders aldaar was komen wonenbad reeds sedert eenigen tijd een sterk heimwee naar zijne vroegere woonplaats geopenbaard, en bad meer malen den wensch geuit, derwaarts temogen terugkeeren. Aan dien w’ensch niet kunnen de worden voldaan schijnt hij daarom het wanhopig besluit te hebben genomen, zich te verdrinken. Na reeds den geheelen dag het gebruik van voedsel te hebben geweigerd, vond men in den namiddag van dien dag zijn lig— chaam in den nabijzijnden waterput. Men meldt uit ’s Hertogenbosch d. d. 20 April Heden morgen is alhier per rijtuig door de maréchaussee gevankelijk binnenge- bragt de heer J. V. meubelmaker uit Box meer die jl. zondag avond de gebroeders Ron gen herbergiers te Boxmeer zoodaning met een dolk heeft verwond dat twee hunner drie steken in den buik hebben bekomen en in le vensgevaar zijn, terwijl de derde, zijnde te- wethouder van Boxmeer, dooreen dolk- arm is getroffen. Onmiddellijk op de vlugt gegaan zijnde, en in zijne wo ning de wijk genomen hebbende, is hij daar- 1 in door de maréchaussée vergezeld van den beer kantonregter gearresteerd. Zijn moord tuig had bij al vlugtende in het water ge worpen. Reeds hebben wij melding gemaakt van de vergiftiging van eenen rijken bakker te Munden (Oostfriesland) even voor dat hij met een jong meisje een tweede huwelijk zou aan gaan. Uit het nader onderzoek is gebleken dat die misdaad is gepleegd door de dienst meid van den overledene, die ook reeds alles heeft bekend. De bakker had vroeger beloofd, deze te zullen trouwen en om zich thans te wreken, had zij hem met rattenkruid vergif tigd. WEENEN 18 April. Naar men verneemt, worden er, behalve voor het verblijf van den aartshertog en de aartshertogin Maximiliaau,, ten hove zeer belangrijke toebereidselen ge maakt voor de ontvangst van eenen zeer hoog geplaatsten vreemden vorst welke in den loop van den zomer deze hoofdstad met een bezoek zou vereeren en welke gast indien de des wege verbreide geruchten op de waarheid ge grond zijn kwalijk iemand anders zou kun nen wezen dan paus Pius IX. BERLIJN21 April. De rede ter verde diging van Bernarddoor den heer Edwin James gehouden welke gisteren is bekend ge worden heeft groot opzien gebaard. Bijna alle bladen welke hier in het licht verschij nen hebben slechts uittreksels daarvan mede gedeeld omdat de censuurnaar men alge meen verhaaltde openbaarmaking er van in haar geheel niet heeft toegestaan. TRIEST, 22 April. De porte heeft aan den onderkoning van Egypte eene dépêche gerigt waarin zij hem verwijt een’ brief te hebben geschreven die gunstig luidt voor de doorgra ving der landengte van Suez, en hem beveelt In de zitting van de tweede kamer der staten-generaal van den 21 dezer zijn de vol gende wetsontwerpen aangenomen 1) betrek kelijk de verstrekkingen door het departement van marine voor de dienst van 1858 2) tot bekrachtiging der ordonnantie van den gou- verneur-generaal van Neêrlandsch-Indiëbe trekkelijk de vernieuwing van het verbod op den invoer van vuurwapenen en buskruid in de havens van Palembang en Djambi tot uit. December 18G2 5) tot regeling van het ge bruik van het koloniaal batig slot over 1855, na aanneming eener motie van den heer Hoë- velaldus luidende De kamer acht het in het algemeen belang wenschelijk dat het be drag der verzekering van de Oost-Indische gouvernements-producten tegen zeeschade traps gewijze worde verminderd zoodat die verze kering eindelijk geheel ophonde.” In de zitting der tweede kamer van den 25 dezer zijn mede aangenomen de wetsont werpen 1) tot goedkeuring van het tractaat met Guatamala gesloten; 2) tot verhooging van PUBLICATIE. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de Stad SNEEK brengen, naar aanleiding van eene circulaire van heeren Gedeputeerde Staten van Friesland van den 13 April 1858, no. 25, ter kennis der ingezetenen, dat de verpligting om kinderen, die ter school worden gezonden, vooraf te doen inenten, door de nieuwe wet op het lager onder wijs niet moet geacht worden opgehesen te zijn, daar wel bij art. 73 der wet van 13 Augustus 1857 (Staatsblad, no. 103) zijn afgeschaft en buiten werking gesteld de be staande algemecne en plaatselijke verordeningen op het la ger onderwijs, maar niet de besluiten en verordeningen bevelende de bevordering der vaccine, zoodat onder an deren nog in kracht is het Reglement op de koepokinen ting in deze provincie, door de heeren Staten van Fries land vastgcsteld en bij Koninklijke besluiten van 13 Oc tober 1845 no. 54, en 20 Januarij 1846, no. 105, goed gekeurd, en herinneren mitsdien elk dien het aangaat aan de daarin op de scholen betrekkelijke bepalingen, door insertie van art. 39, 40, 41, 42 en 43, luidende: Art. 39. Onverwijld na het publiceren van dit Regle ment, zullen de ouderwijzers en onderwijzeressen of ande re personen, aan het hoofd geplaatst van eenige school of instelling van opvoeding en onderwijsde naai- en breid- winkels en speel- en kinderschooltjes daaronder begrepen, in één woord, van alle verzamelingen van kinderen of jon gelieden die de opvoeding en het middelbaar of lager on derwijs ten doel hebben, mitsgaders van de Latijnsche scholen, geene leer- of kwcekelingenhet zij in of buiten den kost, mogen aannemenzonder van dezelve vooraf te vorderen een getuigschriftafgegeven door eenen Genees- of Heelkundige, en inhoudende, dat de zich aanbiedende persoon de natuurlijke kinderpokken heeft gehad of gevac cineerd is.” Art. 40. Alle kinderen of jongeliedenreeds op de in het vorige artikel omschrevene scholen enz. aangeno men, zullen, binnen eene maand na de publicatie dezes, een gelijk getuigschrift aan het hoofd der school enz. moe ten overhandigen. Laatstgenoemde persoon zal, indien zij hieraan binnen den bepaalden tijd niet voldoen, verpligt zijn, hen van de school enz. te zendenen daarin niet weder op te nemen dan nadat gemeld bewijs vooraf aan hem is medegedeeld.” Art. 41. De onderwijzersen in het algemeen alle hoofden der bovenvermelde scholen en instellingen, zijn verpligt van de hunten gevolge van de beide voorgaande artikelen, overhandigde getuigschriften aanteekening te doen in een register, en om die getuigschriften na zulks dade lijk aan de belanghebbenden terug te geven. Dit register zal in kolommen moeten worden gehou den en bevatten Volgnommcr. b) Datum der aanteekening. c) Naam en voornamen van den leerling, d) Namen en voornamen der ouders, e) Datum der koepok-inënting. Ouderdom van den leerling bij de koepok-inënting. g) Naam van den Geneesheer of Heelmeester, die de koepok-inënting heeft verrigt. h) Deszelfs woonplaats, i) Datum van het biljet. k) Aanmerkingen.” Art. 42. „De onderwijzers zullen dé opgemelde regis ters steeds in goede orde moeten aanhouden en voorhan den hebben, alsmede dezelve bij de schoolbezoeken aan heeren Curatoren en Schoolopzieners moeten vertoonen. Deze zullen naauwkeurig en met naauwgezetheid nagaan of alle de op de school gaande kinderen of jongeliedan daarop vermeld zijn. Om de nakoming hiervan des te beter te verzekeren, zullen de Plaatselijke Besturen mede van hunne zijde, op gezette tijden, doch ten minste tweemaal ’s jaars, gemeld onderzoek en inspectie bewerkstelligenvooral bij de verza melingen van kinderen, die de opvoeding en het onderwijs ten doel hebben, en niet onder het oumiddellijk toezigt van heeren Schoolopzieners staanen ons deswege jaarlijks verslag doen.” Art. 43. „Alle onderwijzers en onderwijzeressen, van wien het bij onderzoek mogt blijkendat zijzonder voor af gemelde bewijsstukken af te vorderenkwcekelingen of leerlingen in hun etablissement of school hebben opgeno men, dat zij de hun overhandigde getuigschriften niet be hoorlijk op het voorgeschrevene register aanteekenen, dat zij het register niet in goede orde aanhouden en voorhan den hebbenof hetzelve register niet aan Curatoren, School opzieners of Plaatselijk Besturendadelijk op aanvrage, ver toonen, zullen in hunne bedieningen kunnen worden ge schorst, en bij verderen onwil of halstarrigheid zal hunne acte van toelating worden ingetrokken.” En zal deze worden afgekondigd en geplaatst in de Sneeker Courant, en afschriften gezonden aan heeren Cu ratoren der Latijnsche scholen, en de Plaatselijke School commissie alhier, met uitnoodiging, om aan de uitvoering dezes, ieder voor zoo veel hem aangaat, mede de hand te houden. Sneek den 28 April 1858. Burgemeester en Wet houders voornoemd A. TEEK, L. B. De Secretaris II AG A vens hoofdstuk IX B der staatsbegrooting voor 1858 steek iu den (Entrepót-inrigting te Rotterdam); 5) tot wij- I ziging van hoofdstuk VIII (Marine) der staats- begrooting voor 1857. Het ontwerp van wet, op den 21 dezer j bij de tweede kamer ingekomen tot verhooging van hoofdstuk V der staatsbegrooting voor 1858 strekt om eene subsidie van f 44,000 te ver- leenen tot herstelling van den Wieldijk in Friesland. Den 11 Mei as. zal in het hoofdkies district Leeuwarden een lid voor de tweede kamer der staten-generaal worden gekozen in de plaats van den heer mr. J. Bieruma Oosting. Men verneemt, dat er eene corresponden tie wordt gevoerd tusschen HH. gedeputeerde staten van Friesland en mr. J. Koning Uil kens c. s. te Wirdum (prov. Groningen) wegens de concessie tot den aanleg van eene schroefstoombootdienst tusschen Dockum en Leeuwarden v. v. Een aantal onderofficieren van het leger hier te lande is door den minister van oor log overgeplaatst bij het leger in Oost-Indie, ten einde aldaar examen als adspirant-betaal- meester af te leggen. Naar men gelooft zal Zr. Ms. fregat met stoomvermogen Admiraal Evertsen nog de zen zomer, onder bevel van den kapt, ter zee May met Z. K. H. den prins van Oranje een’ togt naar Rusland, Amerika en de Mid- dellandsche Zee ondernemen; de korvet Pal las, kapt.-luit, ter zee Valentini, zou den 25sten ter reede halen, en den 1 Mei naar Java on der zeil gaan. Men meldt uit ’s Gravenhage d. d. 24 AprilGisteren heeft zich een milicien der laatste ligting, die bij het regement dragon ders was ingedeeld moedwillig den wijsvin ger der regterhand afgekaptten einde van de dienst te woorden ontslagen. Hij is naar het hospitaal overgebragt, om aldaar verpleegd te worden. Naar men verneemt, zal te Nijmegen, bij gelegenheid van het aanstaand congres van landbouw tegen uit, Junij het Oostenrijksch zijne stappen in dien geest te staken, muzijkcorps uit Mentz, bestaande uit circa 80 muzikanten w’orden geëngageerd, en zich doen hooren op het Valkenhof, in eene ten dien einde op te rigten tent. Te Brommen is een der daar practise- rende geneesheeren door een’ zijner patiënten die aan verstandsverbijstering leed, plotseling van achteren aangevallen en zijn hem een vijftal wonden toegebragt die gelukkig niet doodelijk zijn. De zieke zegt, dat de doctor hem pillen had gegeven, om hem van godsdienst te doen veranderen w’aarom hij den arts haat te. Uit Blokzijl wordt gemeld d. d. 17 A- prilBij S. de J.de eenige stal, waarop binnen deze gemeente de longziekte nog aan wezig was zijn thans niet dan gezonde run deren. De inënting, die hij dadelijk bij het vertoonen der ziekte door een’ rijks-veearts heeft laten verrigtensenijnt ook hier weder goede resultaten te hebben opgeleverd. Te Hilzum had jl, maandag een treurig LONDEN, 21 April. Dr. Bernard is giste ren ontslagen tegen borgstelling van 1000 p. st. door hem zelven en twee andere borgtogten ieder van 500 p. st. door de heeren Peter Stewartvan Liverpoolen dr. Eppes te Lon den. De ontslagene en zijne advocaten w'aren verpligt een rijtuig te nemen bij het verlaten van Westminster-Hall ten einde aan de tot overlast wordende gelukwenschiugen en begroe tingen van het volk te ontkomen. Dr. Ber nard heeft twee maanden gevangenisstraf on dergaan in gezelschap van twee boeven waarvan de eene beschuldigd was van poging tot wurging. Hij spreekt met veel voldoening over de behandeling, die hij van de opzieners in Newgate ondervond, doch beklaagt zich over het gedrag van een’ Engelschen policie-agent die een’ brief, welken hij aan een’zijner vrien den schreef, copiëerdena hem alvorens ver zekerd te hebben dat de policie er geene in zage van nam. Gisteren avond begaf dr. Ber nard zich naar de vergadering in Leicester-

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1858 | | pagina 1