II q I Mr si 1858. No. 97. 13de Jaargang. ZATURDAG t. A -R°< rMin.u.iiiiuiiUJ* den 4 December. 1 c NIEUWS- EN ADVERTENTIE-DLAD VOOR DE STAD EN HET ARRONDISSEMENT SNERKT7 I J MW F 4 i j /w? L SNEEKER COURANT. Hl i WIJ101 u BINNEN- EN BUITENLAND. i I tegenover elkan- waarlijk geen 4 -Vw/ - I SNEEK5 December. Het bij de twee de kamer der staten-generaal ingediend ont werp van wet tot regeling van de afschaffing der slavernij in Oost-Indië bevat o. a. de vol gende bepalingen De gouverneur-generaal bepaalt het tijdstip van afschaffing der slaver nij. De afschaffing der perkhoorigheid op Ban da wordt afzonderlijk geregeld. Voor 1 Ja- nuarij 18G0 worden de perkhoorigen even als de eigonlijk gezegde slaven, van band en perkhoorigheid ontslagen. Aan de meesters van de slaven die volgens de wet worden vrijverklaard, w’ordt op verzoek vergoeding erleend. Vrijverklaarden erlangen dezelfde reg- ten en verpligtingen als de overige inland- sche bevolking. De uitgaven komen ten las te der Indische begroeting. De kosten van vergoeding worden geraamd op 10 a 14 ton.. Hoofdstuk IV der staatsbegrooting (Justi tie) is aangenomen met eenparige stemmen, op ééue na, die van den beer Storm. Dedis- cussiën over het hoofdstuk Binnenlandsche zaken zijn daarop aangevangen. In het voorloopig verslag, door de tweede kamer op hoofdstuk X (Oorlog) der staatsbe groting voor 1859 opgemaakt, werden twee punten behandeld: 1) de mededeeliug der ad viezen van het comité van defensie omtrent ’s lands verdediging 2) eene organisatie van het leger bij de wet. Op beide punten is door den minister zeer bepaald geantwoord. Sedert is het verlangen der kamer kenbaar geworden, om de adviezen van het comité van defensie nog in verband tot de behandeling der be groting, voor 1859 ontworpen, te leeren ken nen. De minister heeft aan dat verlangen in in het comilé-generaal, op den 25 dezer gehou den voldaan, welke mededeeling echter de regering heeft geleid tot de overweging, of het niet beter ware vooralsnog geen gevolg te geven aan de zamenstellïng der onderscheide ne wapens zoo als die in de begroting voor 1859 waren opgenomen maar die uit te stel len ten einde de overwegingen der wet op de legerorganisatie daardoor niet zouden wor den gepraejudiciëerd. In dat geval zal echter de stand van zaken wat het leger betreft dienen voort te duren op den voet zoo als het thans is en de begroting voor 1858 tot grondslag moeten strekken voor de uitgaven van het departement van oorlog in 1859 te doen behoudens hetgeen voor het brood en de fourages gebleken is minder benoodigd te zijn dan men aanvankelijk had gedacht. De minister heeft mitsdien eene nota van wijzi gingen op de thans aanhangige begroting in gediend, waaruit blijkt, dat de begroting van oorlog voor 1859 ƒ129,800 minder be draagt dan voor het loopend jaar is toegestaan, en ƒ109,000 minder dan de aanvankelijk aan gevraagde som waartoe in de hoofdzaak de lagere prijzen voor het brood en de fourage aanleiding hebben gegeven. Z. M. heeft den generaal-majoor J. J. van Mulken kommandant van Friesland Groningen en Drenthe vergunning verleend tot het aan nemen en dragen der versierselen van kommandeur 1ste klasse der orde van Philips de Grootmoedige hem door Z. D. H. den groothertog van Nassau geschonken. De minister van oorlog heeft eene circu laire aan het leger gerigt waarin wordt ken nis gegeven dat het Z. M. heeft behaagd te bepalen datals gehuwde onderofficieren en verdere manschappen, behoorende bij de corpsen van het leger gelden op hun kleedingsfonds te goed mogten hebben, deze aan hen kunnen worden uitbetaald mits hunne Heeding in goeden staat en zij behoorlijk van hun klein équipement voorzien zijn. Een belangrijke maatregel is onlangs ten opzigte van het sterkendrank-verbruik bij on ze marine genomen. Reeds vroeger, in 1849, was de zoogenaamde dagelijksche oorlam van 10 vingerhoeden op 5 gebragt en thans is een koninklijk besluit uitgevaardigd, waarbij het scheepsvolk de gelegenheid wordt aange boden om de keuze te doen tusschen het ration jenever of wel uitbetaling van het be drag in geld. onderhouden en hoe verbaasd stond de be stolene onder die policiedienaren zijne twee aanvallers, nu zonder mantels, te herkennen. Zij werden onderzocht en de geroofde voor werpen nog bij hen gevonden. Het officiële dagblad van Milaan behelst een schrijven uit Rome van den 14 dezer waar in het volgende voorkomt: De hoogleeraar Rossie van Rome, een oudheidkundig? van even groote nederigheid als geleerdheid die in Italië welligt minder bekend is dan buitenlands, is thans bezig met het uitgeven van een werk van geheel nieuwen inhoud hetwelk tot ver rijking der geschiedkunde zal strekken. Hij heeft den moed gehad, om twintig jaren indekata- comben van Rome door te brengen en er na oneindige moeite grafschriften betreffende het godsdienstig leven der eerste Christenen ontdekt en ontcijferd, welke sedert eeuwen onder het puin van grafplaatsen en praalge- bouwen bedolven waren. De opschriften, wel ke door den heer Rossi te Rome in druk wor den uitgegeven, zullen deel uitmaken van het groote werk, waaraan de akademie van Ber lijn arbeidt de verzameling van opschriften uit alle tijden en van alle volken.” Eene schoone en jonge dame reed onlangs per spoortrein van Londen naar Birmingham. Deeenige reiziger, die in dezelfde diligence te genover haar zat, was een haar onbekend jongman van een zeer fatsoeniijk voorkomen. Beiden zaten verscheidene uren der op de zachte kussens, en waarlijk geen wonder, dat de jongeling telkens voorkomen der begon te worden. Bij hunne aankomst te Birmingham ging echter zijne beleefdheid bui ten alle grenzen der etiquette. Hij vergat zich zelven zóóverre van eeu’ kus op de blozende wangen zijner reisgenoote te drukken. De be- leedigde schoone roept de policie te hulp. Een agent komt toesnellen en neemt den ongedul- digen minnaar in arrest; want in Engeland speelt de policie de rol van lastige ooms en wantrouwende vaders. Voor den commissaris wordt de zondaar tegenover de booze dame in verhoor genomen en tot eene aanzienlijke boe te veroordeeld; opgeruimd betaalde hij zijne boete want hij was intusschen werkelijk ver liefd geworden en was bij het verhoor te we ten gekomen hetgeen noch smeeken noch be zweren aan de rozenlippen der miss had kno ken ontlokken namelijk stand naam en woonplaats der dame. Ook zij scheen intus schen minder vijandig gestemd en niet onge negen een’ tweeden kus minder duur te la ten betalen. Kortom de jongeling wist zich toegang tot de familie te verschaffen en op 18 Nov. 1858 werd te Oxford hun huwelijk voltrokken. In de afgeloopene week is een makelaar in fondsen die het aan hem toevertrouwde for tuin eener jonge dame verkwist en zijnen bes ten vriend van alles beroofd had tot 20jari- gen dwangarbeid veroordeeld. In de vorstendommen Moldavië en Wal- lachije gaat het, volgens de te Weenen ont- vangeue berigten zeer onrustig toe, en men van oproerigheden. In de nabijheid van Philadelphia heeft een zeldzaam voorval plaats gegrepen. Eeu zadelmakersknecht door zijne onmatigheid in het gebruik van sterken drank bekendbe vond zich onlangs in eene kroeg waar hij met eenigen zijner kennissen den avond met drinken doorbragt. Eensklaps komt hij op het zotte denkbeeld, om te wedden dat hij een brandend papier zoude inslikken. Daar men dit niet wilde gelooven maakte hij zich ge reed om de aanwezigen zijne kunst te ver- toonen doch naauwelijks had hij het vlam mende papier in den mond gestoken of hij uitte een’ zwakken kreeten zeeg tot aller verbazing op den grond neder. Alstoen zag men eene blaauwe vlam rondom zijnen mond zweven men trachtte hem hulp te verleenen, doch weldra ontwaarde men dat de ongeluk kige inwendig brandde. Na verloop van een half uur was het hoofd en het binnengedeel- te der borst verkoold. Twee er bij geroepeue geueesheeren verklaarden dat de van sterken drank dóórtrokken man ten gevolge van wijn- geest-ontbranding was overleden. Er zal hierdoor eene gelegenheid te meer zijn, om juiste waarnemingen te doen aangaande de al of niet noodzakelijkheid van alcoholverbruik bij zwaren arbeid in bepaaldeluchtstreken. Voegt men hierbij dat in 1857 de uitbetalingsdag der werklieden op de rijkswerven enz. van den zaterdag op een anderen dag der week is ver zetdan vindt men daarin sprekende bewijzen van de ernstige zucht bij* bet departement van marine aanwezig om tot keering van het drank misbruik alle redelijke middelen te bezigen. (Econ.) Blijkens ommestaande advertentie waren wij in ons voorgaand nommer, ten aanzien van den dag, waarop weder eene voorstelling door de Rederijkers - kamer Gythert Japicx alhier staat gegeven te worden tegen onze verwachting, niet goed onderrigt. Uit Kinderdijk wordt gemeld d. d. 29 Nov. Men zag gisteren in den omtrek van een half uur het volgende vreemde schouw spel De Lek bereden door ijsschuit en sle dende Noord bevaren door stoombooten en zeilschepen het vee grazende in de weilan den en boeren en boerinnen met sleden op schaatsen over de sloten rijdende, om de koei- jen te gaan melken. Over de litterarisebe conventie” tusschen Nederland en Belgie bevat de Anlwerpsche Précurseur een artikel waarin gezegd wordt, dat indien aan den eenen kant Belgie door de afschaffing der douanen-regten wint Neder land aan den anderen kant een uitstekend voordeel erlangt door het verbod van den na druk. Genoemd blad betreurt het zeer dat de overeenkomst niet ook op de voorwerpen van kunsten betrekking heeft, hetgeen de Bel gische regering gewenschtdoch de Neder- landsehe regering niet toegegeven zou hebben. Voorts wordt aangetoond dat wat het regt van vertaling betreft, Nederland alleen en niet Belgie door de overeenkomst wordt be vorderd. Het artikel sluit met de opmerking, dat, wat de zedelijke voordeelen betreft, de ze zeer groot en voor beide contracterende partijen gelijk zijn, doch dat de stoffelijke voordeelen voor het meerendeel door Neder land zullen worden genoten. Het Israëlitische consistorie te Parijs, dat van hooger bestuur magtiging heeft ge kregen om l'Univers en dr. Veullot geregte- lijk te vervolgen onderzoekt thans in hoever re het binnen den kring zijner bevoegdheid ligt, aan zijn genomen besluit uitvoering te geven. Genoemd consistorie heeft Léon Plée, redac teur van den Siècle een’ inktkoker en eene gouden pen geschonken als blijk van erken telijkheid voor den warmen ijver waarmede hij in de zaak Mortara als verdediger van regt en billijkheid tegen onregt en geweld, is opgetreden. Men verneemt, dat het nieuwe tusschen Portugal en Frankrijk gerezen conflict ten gevolge van de wegvoering van de dochter der wed. Buisson te Oporto, op last van den regter aldaar met het doel om haar in het j huwelijk te doen treden met een’ Portugees, wien J met den wensch der moeder thans is op gelost doordien aan de vordering van den Franschen gezant te Lissabon dat het meis je ten huize van hare moeder zou worden te- ruggebragt is voldaan. De Porlugesche au toriteiten hebben tot die teruggave besloten vermits het gebleken is dat de Portugesche onderdanen in Frankrijk, in dergelijke geval len ook naar de wetgeving van hun eigen land behandeld worden. Een brief uit Napels bevat eenige bij zonderheden over de wijze waarop de policie georganiseerd is die in last heeft voor de veiligheid dier stad te waken. Onlangs werd tegen het vallen van den avond een ingezeten aldaar aangehouden door twee mannen in groote mantels gehuld en die met den dolk in de hand hem dwongen, hun zijn horolo- gie en eenig geld over te geven. Het bureau van policie bevond zich in de nabijheid en onverwijld begaf de beroofde burger zich der waarts en diende zijne klagt in. De commis saris van policie liet dadelijk eenigen zijner ‘agenten komen, om hen over het gebeurde te zij hare hand geschonken had in strijd vreesde het uitbarslen

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1858 | | pagina 1