r
r
MEIHS- EN ADVERTENTIE-RLAD VOOR DE STIR EN HET ARRONDISSEMENT SNEEK.
h-
1864.
5»
January.
i
1
Zaturda»1
w'--'
,29 December.
NEGENTIENDE
JAARGANG,
o
die alzoo geboren zijn in 1845
van
uur
IJ
h.
:cn I
en
len I
De
•te-
>or 1
De I
te- I
ui?l
ant I
'ai< I
pigl
'or-l
jd.l
be-1
rijd
jie-l
Bij de
de de Minil
het woord,
om
ven
Wethouders voornoemd
WOU DA.
De Secretaris
ACA.
BINNENLAND
dat de Kamer deze begroeting afstemde >^,daar
de feilen, den Minister verweten, eij^orJÜ^i
meerendeel door den spreker vcr^g^^e nirt!^
iï hjk
Staten Generaal Eerste Kamer
28 December.
De algemeene beraadslaging over de Staats
begroeiing geopend zijnde voerde de heer
Boreel van Hogelanden het eerst het woord
zijns inziens was de finantieële toestand des
Degenen, die in het jaar 1863, LEVE
RANT1ÈN aan de Gemeente SNEEK hebben
gedaan, worden bij deze verzochthunne re
kettingen deswege, vóór den 11 Januarij 1864,
ter Secretarie in te leveren.
De Secretaris der Gemeente
HAGA.
Terwijl
tarie dezer
's morgens 9 tot ’s namiddags 1 uur.
Sneek den 12 December 1863.
Burgemeester en
wiens ouders dc langstlevende
al is zijn voogd geen inge
zelenmits hij binnen het rijk verblijf houdt.
Voor ingezeten wordt nie' !-•-•«< sstn ;n de
vreemdeling, behoorende t “iarlingei; Slaat,
waar de Nederlander niet ’kome verpligte
krijgsdienst is onderworpen of waar ten aanzien
der dienstpligligheid hel beginsel van weder-
keerigheid is aangenomen
Art. 16. De inschrijving geschiedt
1) van een ongehuwde in de gemeente,
waar de vader, of, is deze overleden, de
moeder, of, zijn beiden overleden, de voogd
woont
van
10
11
12
9 „10 ’s namiddags 1
overigens de inschrijving ter Secre-
gemeente kan geschieden
2) van een gehuwde en van een weduw
naar in de gemeentewaar hij woont
3) van hem, die geen vader, moeder
of voogd heeft of door dezen is achtergela
ten of wiens voogd buiten ’s lands gevestigd
isin de gemeente waar hij woont:
4) van den buiten 's lands wonenden zoon
van een Nederlanderdie ter zake van
s lands dienst in een vreemd land woont, inde
gemeente, waar zijn vader of voogd het laatst
in Nederland gewoond heeft.
Art- 17. Voor de militie wordt niet inge
schreven
1) De in een vreemd Rijk achtergebleven
zoon van een ingezeten, die geen Nederlander is;
2) de in een vreemd Rijk verblijf houden
de ouderlooze zoon van een vreemdelingal
is zijn voogd ingezeten
3) de zoon van den Nederlanderdie ter
zake van 's lands dienst in 's rijks overzeesche
bezittingen
Art. 18.
te worden
daartoe bij
te
BEKEN DM A KI A' G.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
de Gemeente SNEEK.
Gelet op art. 19 der wet op de Natio
nale Militie van 19 Augustus 1861 (Staatsblad
no 72).
Brengen door deze ter kennis der ingeze
tenen, dat bij hoofdstuk III dier wet, hande
lende over de inschrijving voor de militie
onder anderen voorkomt het navolgende
Art 15. Jaarlijks worden voor de militie
ingeschreven alle mannelijke ingezetenendie
op den Isten Januarij van het jaar hun 19de
jaar waren ingetreden
Voor ingezeten wordt gehouden
1) hij, wiens vader, of, is deze overle
den wiens moederof, zijn beiden overleden,
wiens voogd ingezeten is volgens de wet van
den 28sten Julij 1850 (Staatsblad no. 44J;
2) hij, die geen ouders of voogd hebben
de, gedurende de laatste, aan het in de eer
ste zinsnede van dit artikel vermelde tijdstip
voorafgaande, achttien maanden in Nederland
verblijf hield;
3) hij, van
ingezeten was
lands gunstig. Evenwel was hij bezorgd we
gens de onbezorgdheid van den Minister van
Finantien in strijd met diens vroegere mee-
ningen wegens zijne min juiste voorstelling
van den Staat der Finantien gepaard met het
niet bezigen van alle middelen ter verminde
ring van den rentelast. De heer Fransen van
dc Putte bestreed de juistheid van het voor
1864 opgegeven cijfer der ontvangsten en
kon evenmin toegeven dat de begrooling voor
1864 nog lager was, dan die voor 1855. Hij
betoogde bovendien de behoefte aan eene komp-
tabiliteitsvvct De lieer van Eijsinga gaf te
kennendat hij gaarnde hand de hand reikte
aan de tegenwooidige Regering, welker han
delingen zijns inziensde toepassing van de
grondwettige instellingen in den geest onzer
grondwet ten doel hadden.
De onderscheidene sprekers werden beant
woord door den Minister van Finantien die
volhield, dat de aangeboden begrooling lier-bc- -
wijs opleverde van het streven der Regering lil
naar bezuiniging. Z Exc. vertrouwde nog in
dit zittingjaar de komptabiliteitswet te kunnen
indienen.
De heeren Boreel en Van de Putte hielden
hunne beweringen echter vol. Op eene vraag
van den laatste omtrent het voordragen van
een nieuw voorstel tot afkoopbaarstelling der
tienden antwoordde de Ministerdat het
daaromtrent ingesteld onderzoek nog niet ver
genoeg gevorderd wasom een nieuw ont
werp te kunnen indienen.
Daarop zijn gelijk vroeger reeds gemeld
de Hoofdstukken I en 11 met algemeene stem
men aangenomen.
Bij de behandeling van Hoofdstuk III (Bui-
tenl. zaken) werden de handelingen van den
Minister van der Maesendoor de heeren Van
Eijsinga Boreel Hartsen van Nispen van
Paneerden en van Rhemen bestreden. De heer
van Eijsinga behield zich zijne stem voor. De
overigenzoo even genoemd, zouden tegen het
Hoofdstuk stemmen.
De heer Cremers, verwachtte wel, dat de
minister al de aangevoerde grieven niet zou kunnen
oplossen, hij zou kunnen begrijpen dat de minister,
na al het gebeurde zijn ontslag vroeg, maar niet
dat de Kamer deze begroeting afstemde ..^dgar
de feilen, den Minister verweten, e^eqr^.
van dien aard warenom eene v^g^ërping van
dit Hoofdstuk te wettigen.
voortzetting der beraadslagingen voer-
'W van jÈuitenl- zaken het eerst
Nu vermelding-der redenen,
hij de^tegën
onaangerol
of koloniën woont.
Elk, die volgens art. 15 behoort
ingeschreven, is verpligt, zich
burgemeester ea wethouders aan
geven tusschen de Isten en 31 Januarij.
Bij ongesteldheid, afwezigheid of ontstentenis
is zijn vader, of, is deze overleden, zijne moe
der, of, zijn beiden overleden, zijn voogd
tot hel doen van die aangifte verpligt.
Art. 20. Hij, die eerst na het intreden
van zijn 19de jaar, doch vóór het volbren
gen van zijn 20ste ingezeten wordtis verpligt
zich, zoodra dit plaats heeft, ter inschrijving
aan te geven bij burgemeester en wethouders
der gemeente, waar de inschrijving, volgens
art. 16 moet geschieden
Daarbij gelden de bepalingen der 2de en
3de zinsnede van art. 18.
Zijne inschrijving geschiedt in het register
van het jaar, waartoe hij volgens zijn leef
tijd behoort.
Naar aanleiding van bovenstaande bepalingen
maken Burgemeester en Wethouders verder
bekend, dat op Woensdag den 6den Januarij
1864 ten Gemeenlehuize alhier eene bijzonde
re zitting zal worden gehouden tot inschrij
ving der mannelijke ingezetenen die op den
Isten Januaiij 1864 hun 19de jaar zijn inge
treden en
en wel voor:
Wijk 1 en 2 ’s morgens om 9
3 4
5 6
7 8 ’s middags
10 ’s namiddags
-
an jiuitenl.
waar-
zijji persoon aangevoerde grie-
zou laten wees hij op de
SNEEKER
COURANT.
55
55
5?
55
55
55
55
i»n*
oi-
Je
Hl
rp
re
en
Le
an
an
ok
or
de
bp
en
lat
Br-
icl
Bi
dt*
or
ïdo
ida I
bc-
>rt-
?TI3
te
/tin
ion*
■irt
mi I
>u- I
li- I
>or I
:1e- I
en, 1
en I
in-
of
iu
do
nog
gcr,
om
leid
;ien.|
ilscl
i te
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en
ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden is
binnen deze Stad ƒ1.65; buiten de Stad franco ƒ1.90.
55
55
ADVERT EN TIEN van 1 tot 4 regelsgewone
>letter 40 Cents, voor eiken regel daarenboven 10 Cents,
behalve 35 Cents Zegelregt voor iedere plaatsing.