1864.
NIEUWS- EN ADVERTENTIE-RLAD VOOR DE STAD EN HET ARRONDISSEMENT SNEER.
s.
No. 12.
10 February.
Woensdag
JAARGANG,
NEGENTIENDE
J
den Hoofdelijken Otn-
'4
'4
de zendelingen geen zorg meer.” I muilezels
BINNENLAND
2.10
id-
l,
de
ij»
'4
'4
Y.
I
I
I
ude
I
I
reeueB
«inde I
t be-l
toort-l
Igeml
PP tol
I van I
Itzoii' I
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
de gemeente SNEEKvoldoende aan het ver
zoek van den Heer Commissaris des Konings,
bij missive van den 12 Januarij 1864 le
aid no. 74; brengen door deze ter kennis van
de ingezetenen dat door Z. E. den Minister
van Financiën op den 9 dezer is uitgenoodigd,
dat gedurende de loopende en de eerstvolgen
de maand wekelijks in de Staats Courant zal
worden geplaatst
alle houders
O. en W. I. Bezittingen.
Aan het Utr. Dagbl wordt het volgende
berigt medegedeeld:
„Heden per mail ontvangen brieven uit Nieuw
Guinea geven meer geruststellende berigten om
trent de aldaar gevestigde zendelingen (waar
onder 3 broeders en 2 zusters uit Utrecht), dan
de onlangs uit Ambon medegedeelde tijdingen
deden vreezen. De stoomboot, waarvan in dat
berigt sprake was, heeft hen allen den 25 Oc
tober gezond en ongedeerd te Doreh en Max
sinam gevonden. Door bemiddeling van den,
op dat schip mede zich bevindenden resident
van Ternate, is de vrede tusschen de berg en
strandbewoners hersteld, en zijn eenige man
schappen ter ondersteuning der zendelingen ach
tergelaten, met toezegging van meer krachtige
hulp. Voor het oogenblik is dus voor de vei
ligheid van
BEKENDMA KING.
4
4
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
de gemeente SNEEK geven door deze ken
nis, dal in hunne vergadering van lieden voor-
toopig is vaslgesteld.
1) het [Kohier van den Hoofdelijken Om
slag dezer gemeente over het jaar 1864.
2) het Kohier van belasting op de binnen
de gemeente Snoek gehouden wordende hon
denover het jaar 1864, en dat deze Kohie
ren te beginnen met heden, gedurende veer
tien dagen ter Secretarie der Gemeente voor
een ieder ter inzage zijn nedergelegd.
Snoek den 6 February 1864.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
A. VEEN. L B.
De Secretaris
I1AGA.
STATEN GENERAAL.
Het wets ontwerp tot wijziging van de be
staande wettelijke bepalingen op de personele
belasting, alsnu ingediend, verschilt in een zeer
belangrijk opzigt van datgene, wat in de vo
rige zitting der Staten Generaal werd ingezon
den
De grondslagen der dienstboden en paarden,
die in het vorig ontwerp waren weggelaten
met het doel om die af te staan aan de ge
meenten zijn er thans weder bijgevoegd. De
regering geeft de redenen opdie haar tot
deze verandering hebben geleid. Niet alleen
in de beide kamers der Staten Generaal maar
ook daar buiten werden herhaaldelijk beden
kingen gemaakt tegen den voorgenomen afstand
dier beide grondslagen van het personeel. Men
meende, dat de gemeentebesturen die grond
slagen niet in het plaatselijk belastingstelsel
zouden opnemenomdat eene belasting op
dienstboden en paarden als gemeente-belasting,
niet zou te handhaven zijn. Het rijk beweer
de men zou alzoo te vergeefs hebben prijs
gegeven twee grondslagendie in de personele
belasting passen, terwijl daarenboven het doel
niet zou worden bereikt hetwelk men er
hoofdz.akelijk mede beoogdenamelijk om de
gemeentebesturen in staat te stellen accijnsen
op eerste levensbehoeften te laten varen. Deze
bedenkingen werden door de regering onder
zocht en gegroi.d bevonden. De regering
vreesdedat het vasthouden aan het eenmaal
ingediend voorstelwaartegen te regt of ten
onregte zoo vele bezwaren werden aangevoerd,
slechts tot nutteloos tijdverlies leiden zou ter
wijl de regering er aan hechtdat eindelijk
eens eene herziening van de wet op de per
sonele belasting tot stand kome.
Uit de wet houdende wijzigingen in de ge
meentewet reeds bij de kamer ingezonden
blijkt dat onder meer andere wijzigingen ook
deze behoortdat voortaan vijftig opcenten op
de personele belasting zullen kunnen geheven
worden. Daartegenover laat het rijk de hef
fing zijner 20 opcenten varen. En het verlies,
daardoor te lijden, wordt teruggevonden in eene
verhooging van de hoofdsom van enkele grond
slagen. Meu heeft gemeend daartoe te kun
nen overgaan, deels omdat door de aange-
bragte wijzigingen eene betere verdeeling van
lasten is tot stand gebragt zoo als uit de
verdere uiteenzetting blijken zal en deels ook,
omdat de ingezetenen in de afschaffing van de
rijksbelasting op de brandstoffen eene belangrij
ke ontheffing erlangen
Volgens art. 1 van het wetsontwerp wordt
de belasting op het personeel geheven naar c
volgende grondslagen 1) de huurwaarde2i
de deuren en vensters 3) de stookplaatsen 1)
hel mobilair; 5) de bedienden 6) de paarden,
en muildieren.
eene aankondiging waarbij
van muntbiljetten uitgegeven
krachtens de Wetten van 18 December 1845
(Staatsblad no. 90) en 17 September 1849
(Staatsblad no. 46) worden uitgenoodigdom
zich den nieuwen en laatsten termijn thans tot
verwisseling van die muntbiljetten verleend
ten nutte te maken door hunne biljetten ten
spoedigste ter verwisseling aan te bieden ten
kantore van de betaalmeesters in hunne woon
plaats of van den ontvanger der directe belas
tingen bijaldien aldaar geen betaalmeester aan
wezig is.
Wordende mitsdien de ingezetenen dezer
gemeente met nadruk aanbevolen om bet be
lang dat in de op nieuw doch voor het laatst
bij de wet opengestelde gelegenheid om de
muntbiljetten tegen de waarde te verwisselen,
gelegen is ten nutte te maken en zich zelven en
hunne nablijvende betrekkingen door spoedige
aanbieding hunner biljetten voor later onher
stelbaar verlies te vrijwaren.
Sneek den 18 Januarij 1864.
Burgemeester en Wethouders roornoeind
WOITDA.
De Secretaris
1IACÏA.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
WOUDA.
De Secretaris
HAGA.
r
SNEEKER
t.
l-^i -r- ;._t-- - -
i
binnen deze Stad f 1.65 buiten de Stad franco f 1.90.
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels, gewone
letter 40 Centsvoor eiken regel daarenboven 10 Cents
behalve 35 Cents Zegelregt voor iedere plaatsing.
d. pdij
.e
A
Cor<
jr--
Ö6 jr.
on-
mi
lle
in
Irp
re-
ren
te-
fan
van
lok
lor
de
op
ren
dat
rer-
Dict
al-
1de
oor
’.lit)
n bij
den,
mede
244,
d. -
e Fiji-
ostra,
Anne
COURANT.
iste
jen-
f te
deel
>rst-
del
sflei-
t en
wer.
het
>way
t zij
heid.
bij-
;ij al
ver-
inca M
han-^H
u
ft
■peil
ideii
De I
art<- I
dom J
De I
i<-l
('.l'
vanM
r-B
r
vrij-B
licii'-H
Jielijk
mt de I
c nog
leger,
id om
■nhenl
irzien.l
ttelscl
jon te
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de ge-
mveote SNEEK.
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en
ZATURDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden is
Gelet op zijner Majesteits besluit van den 17 December
1861 (Staatsblad no. 127),
Roepen bij deze op zoodanige ingezetenendie ver
langen als vrijwilligers bij de Militie op te treden, om
zich daartoe bij hen aan te geven ter Secretarie der
Gemeente, telken voormiddag van 9 tot 12 uren
De voordeelenwelke in deze Gemeente aan het op
treden als vrijwilligers zijn verbonden, zijn bepaald op
eene premie van honderd gulden, in eens te voldoen bij
de finale goedkeuring en aanneming.
Om als vrijwilligers bij de Militie te kunnen worden
aangenomen, moet men ongehuwd of kinderloos, wedu
w naar en ingezeten wezen, voorts ligchamelijk voor de
dienst geschikt, ten minste 1,56 el lang op den Isten
Januarij van het jaar der optreding als vrijwilliger het
20ste jaar ingetreden zijn en het 35ste jaar niet vol
bragt hebben, tot op het tijdstip der optreding aan zij-
ze verpligtingen ten aauzien van de Militie, zoover die
te vervullen waren, voldaan en een goed zedelijk ge-
drag"hebben geleid.
Het bezit van die vereischten, met uitzondering van
de ligchamelijke geschiktheid en van de gevorderde lengte,
wordt bewezen door een getuigschrift van den Burgemees
ter der woonplaats, verkrijgbaar op plaats en tijd bo
ven vermeld.
Hij, die voor de Militie is ingeschreven, wordt slechts
als vrijwilliger toegelaten voor de Gemeente, in welke hij
ingeschreven is, tenzij hij geene verpligtingen ten aanzien
van de Militie meer te vervullen heeft.
Hij, die bij de zeemagt, bij het leger hier te lande,
of bij het krijgsvolk in ’s rijks overzeesche bezittingen
heeft gediend, wordt niet als vrijwilliger bij de Militie
toegelaten, tenzij hij bij het verlaten van dienst, behalve
een bewijs van ontslag van den bevelhebber, onder wien
hij laatstelijk heeft gediend, een getuigschrift heeft ont
vangen, inhoudende, dat hij zich gedurende zijn dienst
tijd goed heeft gedragen.
Hij kan, heeft hij dit ontvangen, tot dat zijn veertig
ste jaar volbragt is, als vrijwilliger bij de Militie wor
den toegelaten
Sneek den 10 Februarij 1864.