1864, NIEUWS- EN ADVERTENTIE-DIAD VOOR DE STAD EN HET ARRONDISSEMENT SNÉÈK. No. 31. I negentiende 16 April. I T Zaturdag I JAARGANG, L. ke 1 BINNENLAND 1 e fl oude M| t bc-B - H I I n de I I I 1 i I I 1 H tce- tjes het; el •r h nk s k, ui, be s GRAVENHAGE. Maandag middag ten 12 ure-heeft Z Keiz. II. prins Napoleon met gevolg, en vergezeld van Z. Exc. den minister van Frankrijk en diens secretarissen Scheveningen bezocht. De prins en gevolg zijn aan het strand waar zich de heer A. E Maas benoemd consulair agent van Frankrijk, bevond, uit de rijtuigen gestapt, en hebbenvergezeld van den heer Maas, over den straatweg van het staand naar het gemeen- te-badhuis gewandeld waar de prins de red dingsbootde reddingsmiddelen het vuurpijlen, toestel en de verschillende soorten van visch- tiellen met veel belangstelling heeft bezigtigd. Z Keiz II heeft zich steeds met den heer Maas onderhouden en dien heer onderscheidene vragen gedaan, die bewijzen, dat Z. Keiz. H. een zeer wetenschappelijk man is die met veel kennis van zaken onderzoekt. Voortdurend luiden de berigten nopens 1 let-A SNEEKER e o- Het staatsgezag is 1(1 I! I. 1 i ADVEKTENTIEN van 1 tot 4 regels, gewone letter 40 Centsvoor eiken regel daarenboven 10 Cents behalve 35 Cents Zegelregt voor iedere plaatsing. lp H i H ju ni- be. in >rp re en tc- ran fan lok or de op |en dat er- net sl ide 901' tic) 1! Hi COURANT. Ikon I pen I den I De I irti- I loor I De I te lling naar I van °P’o| poor- I eg'1- I be-l vrij-1 Hele-I 4 ent n. it I o. ,r ide* I lm, I 1ICU I 11-1 5 iul ïj van den uitgedruktcn wenseh Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden is binnen deze Stad ƒ1.65; buiten de Stad franco ƒ1.90. nister Thorbeckezonder algemeenen aandrangniet wel mogelijk is met een verbeterd ontwerp optetredeu.” met andere woorden dat hij gaarne eene beweging te gen de bestaande wet zou zien te voorschijn treden. Neen, Thorbecke is te constitutioneel, dan dat hij den geest der grondwet zou miskennen cn in een peti tionnement steun zou willen zoeken tot het ondernemen van zoodanigen maatregel, als of hij niet wist dat eene partijmeening niet die der natie is. Integendeelais hij met de verschillende zienswijze over de gebreken eener wet verlangt bekend gemaakt te worden dan kan hij niet anders bedoelen, dan dat bevoegden dit doen. En wij vragen, of het groote publiek in staat is om over de armenwet een juist oordeel uittespreken Niettemin zou men honderde liandteekeningen kunnen erlangen tegen deze wet; van personen die uimmer een exemplaar er van in handen hebben gehad. Leden van gemeente en burgerlijke armbesturenen van de hoogere provinciale regering die in de gelegenheid zijn geweest om de werking dier wet gadeteslaau en dit aandachtig gedaan hebben, deze zijn bij uitnemendheid bevoegd den Minis ter voortelichtenen hunne rapporten ontbreken hem niet. Wil hijuit vrees voor eene eenzijdige inlichting, het audi et alteram partem de kennismaking met do ondervinding, welke de kerkclijke besturen hebben op gedaan in dezenzal hem dan misschien nog nader tot de absolute waarheid brengen. Daar er welligt ergens ook een adressenstorm tegen het wets-ontwerp op de personele belasting voorbereid wordt (sommige dagbladen beweerden dit reeds), meen den wij, dat het zijn nut kon hebben om met het boven staande in ernstige herinnering te brengen de volgende zeer juiste beschouwingen van DE BOSCH KEMPER „Het regt van petitie is een van de uatnurlijkste regten der ingezetenen en tevens een der nuttigste, wanneer zij er een goed gebruik van maken en de Regering met welwil lendheid hetgeen verzocht wordt, overweegt. Het kan den band, die tusschen volksbehoeften en wetgeving bestaan moet, op eene uitnemende wijze onderhouden, en mis- bruiken van lagere ambtenaren ter kennisse brengen daar waar tegen die misbruiken kan worden gewaakt. Dit regt van petitie wordt echter misbruiktwanneer het verzoekschrift ontaardt in eene bedreigingof in eene ongeregelde onwettige deelneming in Staalsaangelegen- heden." S I HET REGT VAN PETITIE. DE BOSCH KEMPER zegt Hef. staatsgezag is verpligt te trachten aan zijne burgers al datgene te schenken wat binnen den omvang der staatsbemoeijing gelegen isen daar nu op den trap der vorming, waar op men zich tegenwoordig bevindt, de Staat niet alleen te zorgen heeft voor de zekerheid van regtenmaar ook zooveel mogelijk voor zoodanigen toestand der zamenle- ving, welke geschikt is volkswelvaart en volksgeluk te vermeerderen, heeft de Staatsburger in het algemeen het regtvan de Regering te vorderen dat zij hare zorgen over alles wat tot die Staatszorg behoort, met ijver en uaauwgezetheid zal uitstrekken.” Aan de toepassing van dit beginsel danken wij in de eerste plaats de bij de Grondwet gewaarborgde bescher ming van persoon en goed; gelijkheid voor de JFet; Godsdienst vrijheid; het regt op onderwijsvrijheid van drukpers - het regt van vereeniging en vergaderinghet regt van pe titie, enz, Wanneer er van onderscheidene der hier genoemde Staatsburgerlijke regten cn bevoegdheden een verstandig gebruik wordt gemaakt een gebruik in den geest des wetgevers, dan kan dit niet anders dan tot de be vordering der wederkcerige belangen van den Staat en de individuele ingezetenen strekken. In het tegenovergesteld geval sticht men ligtelijk twee dracht in den boezem van den Staatvooral wanneer de hartstogten in beweging worden gebragt. Partijzucht neemt weldra dan de plaats in van de ware beginselen, welke bij het gebruik dier regten op den voorgrond moe ten staan. Vrijheid van drukpers is een grondwettig regt, waar op de Nederlander tegenover naburige natiën trotsch mag zijn; maar hoe veel kwaads kan hij die door partij zucht en niet door vaderlandsliefde geleid wordt, niet in den lande stichten, door middel van de drukpers? Hoeveel nadeel kan een ander door het vuige eigenbe lang alleen gedreven, zijn medeburger niet berokkenen door hetzelfde middel, ook zonder dat de Strafwet hem kan bereiken? Niemand zal dit ontkennen. Evenzoo is het regt van petitie in handen van partijzuchtigen een gevaarlijk wa pen een wapenwaarmede eene constitutionele rege ring, die boven partijen moet staan, niet alleen in ver legenheid gebragt, maar in een oogenblik van zwakheid tot handelingen verleid kan wordenwaartoe zij uit vrije beweging en eigen overtuiging niet zou zijn overgegaan. Maar ook trappen zij, die door misbruik van het peti- tieregt te maken voor het oogenblik al het een of an der doel bereiken, dat zoo hoog geprezen grondwettig regt met voeten; zij verzwakken de kracht dier vrijheid onbetwistbaar in hun eigen nadeelniet bedenkende dat bij eene andere gelegenheid dit wapen door de tegenpar tij tegen hen zelve, misschien met even gunstig gevolg gekeerd wordt. Over elk wetsvoorstel van eepig belang worden de Kamersmen ziet het dagelijks met een tal van adressen bestormd. En hoe dikwijls brengen niet zeer enkele individuenalleen uit vooroordeel of eigenbelang, - dien stroom in beweging? Meermalen, zonder zelve het initiatief te nemen ,jdoor een dagbladartikelwaarin het ware doel verzwegen of van de waarheid alleen zooveel aan het dikwijls onbevoegd en ligtgeloovig publiek wordt rhedegedeeldals men ter bereiking van het doeinoodig acht Ieder dusdie het met zijn Vaderland en zijne me deburgers wel meent, teekene niet onbedachtzaam eene petitie aan de hooge regering aan die van zijn gewest of aan die zijner gemeente, maar overwege vooraf: lo) of hij genoegzame kennis heeft van het onderwerp, om zich als bevoegd adressant te kunnen regtvaardigen; 2o) of werkelijk het staats- provinciaal- gemeente-, of welk belang dan ook, volgens zijne gemoedelijke overtui ging, door het bereiken zal bevorderd worden. Is men hieromtrent in ’t onzekere, dan wachte men zich om door het plaatsen van den naam onder een verzoekschrift of adres van adhaesie van een grondwettig regl- zoo het heet - gebruik te maken, maar het in werkelijkheid te Misbruiken; en zich zelve misschien ten toon te stellen als het blinde werktuig van partijzuchtige raddraaijers. Dau zal men zich eventueel niet kunnen beklagen medegewerkt te hebben tot het uitlokken van een maat regel, die bij nadere bedaarde overweging betreurd wordt, als het te laat is; wanneer bij voorbeeld, eens mogt blij ken, dat een onschuldig wetsontwerp tot mikpunt geno men was om den daarachter staauden minister te tref fen, of iets dergelijks. Wij herinneren ons hierbij hoe voor korte jaren in een naburig gewest, tot in de afgelegenste dorpen toe, adres sen werden geteekend, strekkende om der Regering te bewegen tot opheffing der vestingwerkenwelke aan de uitbreiding en ontwikkeling der hoofdstad in den weg stonden, zooals beweerd werd door adressanten, van welke een groot aantal nimmer den voet binnen die stad had gezet en bet meerendeel bij de zaak in kwestie even veel belang had als een javaan. Dat de opheffing eener vesting door hare bewoners gewenscht wordt, is zeer piatuurlijk maar op de vraag, of eene vesting gemist kan woruen, kunnen slechts wei nigen onder hen een gegrond antwoord gevenwan neer het groote publiek dus op dergelijke wijze de hoo ge regering nadert, dan maakt het in ons oog misbruik van een grondwettig regt; en ongelukkig de Staatsmag- ten wanneer zij in zulke adressen de ware volksover tuiging meenende te vinden zwak genoeg zijn om toe tegeventegen hunne eigene overtuiging. Om dezelfde reden konden wij ons niet vereenigen met het middelvoor eenigen tijd in een hoofdartike! van de Prov. Fr. Courant aangewezenom tot eene herziening der Armenwet te geraken. Immers wordt het bedoeld artikel besloten met de volgende oproeping: „Komt aan dan, landgenooten 1 geven wij ons verlangen lucht in adressen daartoe, aan den Koniug aan den Minister en aan de beide Kamers der Staten-Generaal. Onze vereenigde bedewij vertrouwen het, zal niet onverhoord blijven. Wij moeten van de tegenwoordige onzalige Armenwet worden verlost.” De schrijver van het stuk heeft onzer inziens te veel voorbijgezien dat over de werking van die armenwet de gevoelens in den lande zeer uitcenloopen. Niemand zal wel is waar ontkennendat zij voor verbetering vatbaar is, maar welke verbeteriugen daarin moeten worden aangebragt hierover verschilt men. De minister Thorbecke toonde zich in de zitting der Eerste Kamer, 30 December 1863 wel geen voorstan der van deze wet, maar, bij de gedachte wat er met zijn ontwerp is voorgevallenkunnen wij ons zeer goed be grijpendat hij de reden der klagten en bezwaren voor al toesebrijft aan de kapitale veranderingen, welke zijn ontwerp onderging. Mag men dus aannemen dat Z. Exc in dezen op een geheel onpartijdig standpunt staat? In allen gevalle zullen echter velen hem gaarne toestem men „dat om eene goede regeling te verkrijgen weg ruiming van één bezwaar niet voldoende is, en men nog eenigen tijd geduld zal moeten hebben tot dat meer harmonie tusschen de onderscheidene opinien zal waarte- nemen zijn.” En als hij daarop laat volgen: „wordt deze meening door de feiten wederlegd, blijkt het mij, dat de erva ring rijp genoeg is om haar gezag over de verdeeldheid ten aanzien van de regeling van het armbestuur uit te oefenen ik zal geen oogenblik langer wachten om te doen wat mij dan zal voorkomen pligt te zijn en het geen ik reeds nu zou wenschen te kunnen doen” dan valt daaruit niet afteleiden „dat het voor den Mi-

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1864 | | pagina 1