1864.
NIEUWS- EN ADVERTENTIE-BIAD VOOR DE STAD EN HET ARRONDISSEMENT SNEEK.
I
No. 102-
i3
21 December.
L
Woenstlag
jr csd
JAARGANG,
NEGENTIENDE
i
i
AFKONDIGING.
BURGEMEESTER cn WETHOUDERS van
te weten, dat door den Raad
in zijne vergadering van den
October 1864, is vaslgesteld het navol
SN KEK doen I
dier Gemeente,
3den
gendc
Zijn
J.
;en,
b atn-
I
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
de Stad SNEEKvoldoende aan de resolutie
van den heer Commissaris des Konings in de
provincie Friesland van den 16 December 1864,
le afdeeling tio. 2150 ten onderwerp hebbende:
^afsluiting der groote wegen voor zwaar geladen
wagens" brengen door deze ler kennis van de
ingezetenen:
Dal gedurende dezen winter, bij invallenden
en doorgaanden dooi, de groote wegen in deze
provincie zullen worden afgesloten voor rij-
on voertuigen welke wat betreft de deligen-
ces en wagens met breede veilingen aan hunne
raderen (buiten en behalve de reizigers met
hunne gewone bagage), met zwaarder vrachten
dan van vijfhonderd Nederlandsche ponden ge
wigt zijn beladen en wat aangaat alle rij- en
voertuigen met smalle of gewone veilingen
zwaardere vrachten hebbende dan vierhonderd
Nederlandsche ponden, en dat in allen gevalle
niet anders dan halfspoor zal mogen worden
gereden, naar aanwijzing van de op die wegen
le vinden spoorleiders, welke evenwel 's nachts
zullen zijn weggenomen en
Dat de tolgaarders en andere beambten van
het bestuur der wegen zijn gemagligd en gelast,
voor de slipte naleving van deze bepalingen
naauwkeurig zorg te dragen.
Sneek den 21 December 1864.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
WOUDA.
De Secretaris,
HAGA.
6r- dl
or
ve
10 1
rc
De Raad van de Gemeente SNEEK.
Gelet op de missive van Zijne Exellenlic den
Minister van binnenlandsche zaken van den 4
Augustus 1864 no. 143, 2e afdeeling, onder
anderen de bepaling inhoudende, dat de raads
besluiten waaruit niet blijkt, dat de belasting
voor de likeuren afhangt van de hoeveelheid
en van de sterkte, zullen behooren te worden
herzien.
Overwegende, dat vei mits in het dezeizijdsch
besluit van den 16 January 1864, goedgekeurd
bij Koninklijk besluit van den 18 February
daaraanvolgende no. 71, de bepaling is opge-
pppwu dat bij de betaling der belasting van
jjp binnen- en buitenlandsche likeuren, bitters en
-
andere dergelijke gedistilleerde dranken de
sterk'e niet in aanmerking wordt genomen, dat
besluit, in opvolging der missive van Zijne Exe
lenlie den Minister van binnenlandsche zaken
hier boven genoemd, zal dienen te worden ge
wijzigd.
Heeft besloten gelijk hij besluit bij deze.
Art. 1. Er zal, te beginnen met den 1
January 1865, op de hoofdsom van den Rijks*
accijns op het gedistilleerd geheven worden
60 opcenten voor zooveel het binnen- en
buitenlandsch, de binnenlandsche likeuren, bitters
en andere gedistilleerde dranken, en
40 opcenten voor zooveel de builenlandsche
zoele likeuren betreft.
Alsmede zal er op het ingevoerde binnen- en
buitenlansch gedistilleerd, de binnenlandsche li
keuren, bitters en andere gedistilleerde dranken
en de buitenlandsche likeuren, waarvan de Rijks-
accijns elders voldaan is, eene belasting geheven
worden van ƒ21,00 per vat.
Meerdere of mindere hoeveelheid en meer
dere of mindere sterkte naar evenredigheid.
Tot grondslag van de heffing op het binnen-
en buitenlandsche gedistilleerd, wordt aangenomen
het vat gedistilleerd bij eene warmte van vijf
tien graden van den honderddeeligen thermometer,
hetwelk vijftijg kannen zuiveren alcohol bevat.
Art. 2. Met het in werking treden van dit
besluit vervalt het besluit van den 16 January
1864, goedgekeurd bij Koninklijk besluit van
den 18 February 186-4 no 71.
I Art. 3. De invordering dezer belasting ge-
I schiedt O'ereenkomstig de verordening door den
I Gemeenteraad vaslgesteld, bij besluit van den
17 Septemver 1855 en gewijzigd bij besluit
I van den 27 Junij 1859, onder de navolgende
I verandering
dat voor de woorden hoeveelheid en soort, in
I de 4e en 15e regel van art 25 der verorde-
I ning van 17 September 1855 worde gelezen:
I hoeveelheid, soort en sterkte, en voor de woorden
I vervaardigde likeuren 18 gulden per vat, in de
I 3e alinea van art. 1 der verordening van 27
Junij 1859 vervaardigde likeuren, in evenredig
I heid der sterkte 21 gulden per vat.
Welk besluit is goedgekeurd bij Koninklijk
I besluit van den 30 November 1864 no. 62.
En is hiervan afkondiging geschied waar het
I behoort den 21 December 1864
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
WOUDA.
De Secretaris
HAGA.
-r letl
01 lilt) I
bn
3H-I
den dag gelegd voort- j.efl I
lil
SNEEK^B
au
or
Oc
np
MwiwtóiiiiiniiuHi
IhiiintMiiiMiiinyiiiiiHiiniiïfli
A D VERTEN TIEN van 1 tot 4 regels, gewone
wone
:nts
IUU V*V» UUUMIUq VU’
in, waarover de mi-
zijd dank betuigde, terwijl hij hoogen prijs stelle
P ver
over
el ijk
hou
ding
elke
van
van
dui
den
irks
van
like
De
oni-
onderzoek getreden van de vraag, of D<iu
ran
den
ien
om
het oogenblik nog jen I
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en
ZATURDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden is
binnen deze Stad ƒ1.05; buiten de Stad franco ƒ1.90
COURANT.
sproken vraagstuk, of het grondwettig beginsel
heid van drukpers ook van t' -- J
ren van het leger mag worden geacht.
De Minister van Oorlog beantwoordde in het breede
de beschouwingen der verschillende sprekers, en toonde
aan, dat de tegenstand door sommigen omtrent het bc-
staande ve-dcdigmgstelsel aan 1 -L
sproot uit onvoldoende kennis. Hij bestreed vervolgens,,
den aandrang van anderen om eeuige vestingen op taf
heffen, en gaf de redenen op die hem het behoud van
Breda, Grave, de sterkten aan de Schelde, met uitzon
dering van Bath. Groningen Delfzijl enz., wenschelijk j,
deden keuren. 1 en
Na eeuige inlichtingen gegeven te hebben omtrent de [jog
Utrcchtsche linie, verklaarde hij voor b-1 -Lrl--
niet genegen te zijn tot eene uitbreiding van het leger, j
gelijk verlangd was, over te gaan, maar gezind ointL
door vermeerdering van exercitiën in de ongeocfenheid
van den milicien, waarover geklaagd was, te voorzien.a
Hij ontkende voorts niet dat in ons vcrdedigingstelsel
verbeteringen en in de organisation veranderingen te j
I
letter 40 Cents, voor eiken regel daarenboven 10 Cents,
behalve 35 Cents Zegelregt voor iedere plaatsing.
de houding on-
:n
heer
I
tken, 1
aan-
zaak I
’«ge
elke I
aan I
bede I
deu I
Ved. I
STATEN-GENERAAL. EERSTE KAMER.
Zitting van 16 December.
In deze zitting is beraadslaagd over het ontwerp tot
verhoogir.g van het Vide hoofdstuk (Marine) der be
groeting voor 1864, tot herstel van het nieuw droog
dok te Willemsoord. Bij deze gelegenheid heeft de
a
B I
ir bestreed de begrooting van het departe. Jr' 1
oorlog op de gronden gelijk die reeds door M
orige gelegenheden ontwikkeld waren. De j-
I.niihlircr llmnwi-r vprUnnrHn ilnf ala bi” to.
in de Memorie van Beantwoord !0 I
He
vrij-
BESLUIT tot wijziging der plaatse
LIJKE BELASTING OP HET GEDISTIL
LEERD in de Gemeente SNEEK.
heer van Swinderen hulde gebragt aan
zer zeemagt in de wateren van Japai
nis er 1 --M ’--j
op de blijken van symphatie voor de marine, die hij in
den laatsfen tijd had ontvangen. Wat het ontwerp
zelf betreft, daartegen werden doer verschillende spre
kers vele bedenkingen geopperd, na de groote uitgaven
die reeds voor het werk geschied zijn en, na de te
leurstellingen die men daarbij had ondervonden. Van
daar het denkbeeld, of men niet door den aanleg van
een drijvend dok, of de vestiging van een droog dok *)Sei
te Vlissingen of te Amsterdam, in de behoefte kon voor
zien. De minister heeft het ontwerp verdedigd, de
noodzakelijkheid van het droog dok betoogd, en op
grond van het onderzoekdat hij door deskundigen
heeft doen instellen, de hoop te kennen gegeven, dat
het werk tot stand zal komen, in welk geval alle ver
dere plannen overbodig worden. Het ontwerp is met
26 tegen 4 stemmen aangenomen. Voorts zijn met al-
gemeene stemmen aangenomen, de ontwerpen, houdende
de begrooting wegens den arbeid der gevangenen voor
1864, en tot wijziging van hoofdstuk IV A (Justititie)
der begrooting voor 1863.
TWEEDE KAMER. 1
Zitting van den 16 December.
In deze zitting werden de beraadslagingen gev&eid
over hoofdstuk VIII der Slaatsbegrooting (departement
van Oorlog). Daarbij is het defensiewezen van ons
land zoo in het algemeen als in de bijzonderheden on
derzocht; nagegaan in hoe ver de vestingwerken en li-
niën in vereeniging met de levende strijdkrachten voor
eene behoorlijke verdediging van het Rijk bij vijande
lijke aanvallen zoo van de land- als zeezijde voldeden,
en of van de bestaande vestingen geen zouden kunnen
worden gemist. Verder werd over het leger zelf gehan
deld, en in een
het behoorlijk gewapend en geoefend was, ten einde ia
tijden van nood de vereischte diensten te bewijzen.
De heeren van Swieten, de Bieberstein, van Mulken
en Storm van ’s Gravesande bespraken de onderwerpen
van dit hoofdstuk uit een militair oogpunt, en toonden
daarbij aan welke gebreken te verbeteren waren. De
heer Dumbar bestreed de begrooting
ment van
hem bij vorige gelegenheden ontwikkeld
heer van Limburg Brouwer verklaarde dat, als hij te
gen het hoofdstuk stemde, die ongunstige beoordeeling
niet berustte op bedenkingen tegen het eindcijfer; maar
tegen de rigting cn het beheer van den minister van
oorlog, bedenkingen reeds breedvoerig in liet Voorloopig
Verslag ontwikkeld, en
ding, naar liet hem voorkwam, onvoldoende wederlegd,
inzonderheid kwam hij terug op het reeds vroeger be-
1 van
toepassing voor de officie-
LI IrnofpAnrl xTAnnnlr*m-> l- I