1 worden. namen n n h v a e n e h d d V h o d h v P A te I I t <1 1 t b v l het geld met en dikwijls i aan- De streek, waarin ophoudt, is voor de troepen Zaturdag zal bloeijen. Op die beide dagen zal zij tot des avonds 10 ure kunnen bezigtigd nieuw benoemde gerequireerd en eenige woor den tot dezen gerigt. De voorzitter, de heer jhr. mr. C. Dedel, herdacht daarop de werk zaamheid en verdiensten van den thans ontsla penen voormaligen vice-president, mr. A Bac ker jr. en sprak den heer mr. C. Dronsberg als diens plaats zullende vervullen, allezins har telijk toe. De heer Dronsberg bragt bij zijn antwoord den heer Backer mede in herinnering en beval zich wijders bij regtbank, parket, griffie en balie in zijne nieuwe betrekking aan. Te 2 l/a ure werd de teregtzilting, die door vele belangstellenden werd bijgewoond, gesloten. De Victoria regia is dezer zomer in den Hortus Botanicus te Amsterdam lot eene zeer sterke ontwikkeling gekomen. Eene plant be slaat met acht kolossale bladen, van 15 tot 18 palmen diameter, op den waterspiegel eene oppervlakte van 28 ned. ellen. Het laat zich aanzien, dat de eerste bloem Vrijdag namiddag en Zaturdas zal bloeiien. On die beide dacen eene i eerste. Welligt dat er schen de huisvrouw en ontstaan. De man, wettige Bezitter der vrouw doch meer harlslogt voor het Schiedammer vecht dan voor zijn vrouwtje gevoelende, kwam met zijn kostganger overeen, om hem geheel zijn bezit, met lusten en lasten, zijne vrouw en hare kinderen, benevens huismobilia over te dragen voor f 25, zegge vijf en twintig gulden in eens af. Van dezen koop werd acte opge maakt en verteekend, waarna de man, de huis baas namelijk, vertrok. SNEEK, 29 Julij. Woensdag jl. had in de nabijheid dezer stad, iu de Woudvaart, een droevig ongeluk plaats, zekeren Frederik Rinsma, oud 14 jaren, uit Wommels; varende bij Sierk YpeS van der Schaaf, had het ongeluk over boord te vallen met dat gevolg, dat hij eenige oogenblikken daarna levenloos uit het water werd opge haald. Bij de op gisteren gehouden herstemming, GRONINGEN. Zondag 11. sloten W. B. en J. B. timmer knechten te Martenshoek, gelukkig ongewonen koop. vrouw de tweede was kostganger bij den eenige toeneiging tus- haren kostganger is een hier te lande De eerste bezat ter verkiezing van een lid voor de Prov. Staten in ons kiesdistrict, zijn uitgebragt 805 stemmen, waarvan 16 van onwaarde. Gekozen met 419 stemmen, de heer W. M. Oppedijkterwijl de heer J. ten Gate 370 stemmen op zich vereenigde. De afloop van de examina aan onze Hoo- gere Burgerschool is door de dagbladen, welke er melding van maakten, foutief opgenomen. Wij zijn in staat gesteld de volgende juiste opgave van dien afloop te doen. Van de 46 leerlingen der 1ste klasse waren 6 om verschillende reden afwezig van de 40 die aan 't examen deelnamen, werden 12 terstond 9 voorwaardelijk en 19 met toegelaten. Van de 18 leerlingen der 2Je klasse 17 aan het examen deel, van deze werden 7 terstond 4 voorwaardelijk en 6 niet toegelaten. Van de 3 leerlingen der 3de klasse werden 2 toegelaten en 1 afgewezen. De buitengewone leerlingen namen geen deel aan 't examen. Heden namiddag 1 uur werd door den Edel Achtb lieer Burgemeester van de Gemeente aan de Oud Strijders van 1813-1815 ten ge- talle van 20 allen wonende alhier, onder een gepaste aanspraak hel eereteeken uitgereikt op een nationaal gedenkteeken voor November 1813 enz. is ter algemeenc kennis gebragt de lijst der bijdragen, bij haar van 2 Junij 1864 lot heden nog ingekomen; alsmede dat bij haar is ontvangen een schrijven van Z. Exc. den heer gouverneur-generaal van Nederlandsch Indie, dd. 25 November 1864 no. 351 (kabinet), en bijlage, met het berigt dat bij Z. Exc. was out- vangen het rapport van den directeur van fi nanciën nopens de uitkomst van Zr. Excs. circulaire aanschrijving van 16 April 1863, no. 118 (kabinet), houdende uitnoodiging aan de hoofden van gewestelijk bestuur daar te lande, om hunne medewerking te verleenen lot het verzamelen van geldelijke bijdragen voor de oprigling van het gedenkteeken. Z. Exc. wijst daarin op het navolgende: dat onder de inge schreven bijdragen een niet onaanzienlijk bedrag afkomstig is van inlandsche vorsten en grooten en van hoofden van vreemde Oosterlingen op Java; en geeft tevens te kennen dat de hoofd commissie zal ontwaren dat Zr. Excs. aanbe veling tot bevordering van het door haar be oogde doel niet zonder vrucht is gebleven, terwijl daardoor tevens het bewijs is geleverd, dat ook daar te lande worden erkend de voorregten welke ook Nederlandsch Indië verschuldigd is aan de groote gebeurtenissen van 1813, die der vereeuwiging door een nationaal gedenk teeken overwaardig zijn. De bij bovenbedoeld schrijven gevoegde bijlage houdt in specificatie der in verschillende landskassen ontvangen in- leekeningsgelden ten behoeve van het op te rigten nationaal gedenkteeken ter gelegenheid van het halve eeuwgetijde van Neêrlands her stelde onafhankelijkheid. Hel totale bedrag dier oost-indische bijdragen is 19,821.82'/, waarvan f 7,249.37 uit Batavia. Betreffende de gevangenneming van den heer Willem Moens worden nader nog de vol- i gcmle bijzonderheden medegedeeld. De heeren Moens en Aynsley werden opgeligt door de bende van Mauza, sedert door twee anderen onder Berino en Cianci versterkt, en thans, 5 vrouwen medegerekend, ongeveer 40 koppen tellende. De roovers eischen 50,000 dukaten of 8500 p. st. als losprijs, en de vrienden van dén heer Moens te Salerno doen al het moge lijke om deze som te verzamelen. lijke om deze som te verzamelen. Een gedeel te er van werd reeds uitbetaald, maar hel ge- licele district is door italiaausche troepen om ringd en juist de ijver der autoriteiten maakt het hoogst moeijelijk met de roovers in aan raking te komen. De losprijs moet worden betaald in goud op een daartoe door de roo vers aangewezen plaats; de bode kan slechts nu en dan met een gedeelte van levensgevaar die plaats bereiken, gebeurt hot, dal de bende dan weder uil vrees voor de troepen naar elders is verhuisd. De laatste berigten van den heer Moens zijn van 29 Junij; hij verkeert nu bijna 7 weken houdend in levensgevaar. f’ de bende zich bijna ontoegankelijk. De oude lindeboom op het Boymansplein te Rotterdam is den 24 dezer omvergehaald. Er bestonden reeds onheugelijke jaren allerlei gissingen omtrent den ouderdom en den histori schen oorsprong van dien boom. Doch aan die gissingen werd ook soms te veel waarde gehecht en zoo ontstonden daaruit verschil lende overleveringen, die de daaromtrent be staande onzekerheid uog vermeerderden. De een meende dat de boom door czaar Peter den Groote geplant was; een ander noemde als zoo danig prins Willem I, prins Maurits, of ook wel een anderen telg uit het doorluchtig stam huis; doch overigens waren er ook velen, die cr slechts in berustten dat hij minstens een paar eeuwen oud moest zijn en reeds van ouds eene historische vermaardheid bezat, in verband met het daarbij staande gebouw. Volgens de daaromtrent ingewonnen informatiën zijn in het archief der gemeente en in dat van het heem raadschap van Schietend geene dokumenten aanwezig, die dienaangaande eerig licht kun nen verspreiden. Alleen blijkt dat nog steeds de meeste waarde wordt gehecht aan de over levering, volgens welke de boom geplant zou zijn door prins Willem III, die in 1688 den koninklijken troon van Engeland beklom, en vóór dien lijd, bij een bezoek hier terstede, ge logeerd is geweest in het gemeenlandshuis van Schietend (tegenwoordig het in herbouw zijnde museum Boymans), en wel in de kamer op den noordelijken hoek, aan de zijde der Korte Hoogstraat, welk lokaal naderhand de „Prinsen kamer’ werd genoemd en alwaar hij vroeger op een schilderwerk vóór den schoorsteen, in zijne uniform geharnast te paard zittende, was afgebeeld. Zonder dat nu uit authentieke stuk ken te konslateren is of de prins bij die gele genheid den boom heeft geplant, zij hier alleen nog opgemerkt, dat deze vroeger ook bekend is geweest onder den naam van „prinsenboom,” en dat bij in die dagen een waar pronksieraad mogt heeten in den tuin, die naderhand geslecht en aan het plein getrokken is. In 1825 was hij zelfs zoo hoog en breed uitgewassen, dat het noodzakelijk werd geacht een stuk van de kruin ter hoogte van 18 voet af te nemen en ook zijnen omvang aanmerkelijk te besnoeiien. In weerwil van dien krachtigen wasdom begon hij evenwel langzamerhand te kwijnen, vooral sedert de bekende Pinkslerslorm ook op hem een verwoestenden invloed had uitgeoefend. In de laatste drie of vier jaren, en zelfs nog in het nu afgeloopen voorjaar, zag men aan het onderste gedeelte van zijne kruin nog wel en kele blaadjes uitkomen, maar de groeikracht verminderde meer en meer, terwijl het bovenste gedeelte, nagenoeg dood zijnde, gevaar liep van bij een stevigen wind ef te knakken en onge lukken te veroorzaken. Bij het omhakken van den bodem bevond men heden morgen, dat hij in den grond was gezet juist boven een enorm wijd riool, van welks bestaan men vroeger niets geweten had, en dat uit het gebouw in eene schuine rigting naar het singelwater liep. Die plaatsing kan welligt ten bewijze strekken, dat de boom niet door Willem I, Maurits, of een ander vorst vóór de laatste helft der 17e eeuw geplant kan zijn, daar de planting toch wel bewerkstelligd zal zijn na den aanleg van het riool, en dus na den bouw van het huis, waartoe de voorbereidende werkzaamheden in 1662 wer den aangevangen. Wij hebben gemeend bij de slooping op deze bijzonderheden te moeten wijzen in afwachting of er te eeniger tijd nog iets naders tot volledige zekerheid aan het licht wordt gebragt. Naar wij vernemen, heeft de direktie der staatsspoorwegen toegestaan, dat de leerlingen van openbare inrigtingen van hooger en mid delbaar onderwijs abonnements-kaorten kunnen verkrijgen, geldig voor eene maand, tegen den vrachtprijs van <)e helft van het vastgestelde tarief voor het jaar. De aanvraag daaitoe zal moeten geschieden door den vader of den voogd van den leerling, terwijl de betrokken leer meester daarbij tevens eene verklaring zal moe ten voegen, dat zij de hoogere of middelbare scholen bezoeken. AMSTERDAM. Dezer dagen werd in eene plegtige openbare teregtzilting der arrondisscmenls-reglbaiik alhier als vice-president geïnstalleerd de heer mr. C. Dronsberg, Nadat door den griffier voorlezing was gedaan van het koninklijk bes'uit der be noeming en hel proces-verbaal van eedsaflegging werd door den subsiituut-officier van justitie, mr. M. J. van Lennep, de toelating van den VI L h 11 v< VI ti st tv lii 01 E w vc Ir <31 e S

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1865 | | pagina 2