D
a
NIEUWS- EN ADVERTENTIE-BLAD VOOR DE STAD EN HET ARRONDISSEMENT
Zaturdag 2 September.
VERGADERING
VIN DEN GEMEENTE RAAD VAN SNEEK,
JAARGANG
TWINTIGSTE
1 I H tx E N L_A N P.
v -
-
VEE PEST.
De Slaals-courant bevat hel volgende:
„In afwachting van hetgeen de bij beschik
king van den minister van 23 Augustus inge
stelde kommissie van veearlsenijkundigen betref
fende de in de omtrek van Delft waargenomen
veeziekte nader zal aan het licht brengen, kan
(hans reeds het volgende worden medegedeeld
uit daaromtrent ontvangen opgaven en uit het
rapport van den heer G J Hengeveld, ieeraar
aan ’s Rijks Veeartsenijschool, wien bij beschik
king van 18 Augustus een onderzoek naar den
aard dier ziekte werd opgedragen.
„De ziekte heeft zich vertoond in de ge
meenten Kethel, Delftshaven, Moordrecht, Vlaar-
ditigen, Overschie, Kraiingen, Nieuwerkerk aan
den IJssel, Spijkenisse, Schiedam, tieerjaiisdam,
Maasland, Sommelsdijk, Zevenhuizen.
„Te Kethel, waar de ziekte zich het eerst
vertoonde onder uit Engeland leruggevoerde os
sen, g lijk in de Staats-Courant van 25 Augustus
werd medegedeeld, heeft zij de gioolsle uit
breiding genomen.
„Behalve te Kethel, van waar het getal aan
getasten niet is opgegeven, waren den 25 Au
guslus een zestigtal runderen door de ziekte
aangetast,
„In den aairang, eer het beslaan der ziekte
bekend w erd, hadden de eigenaars de verdachte
dieren voornamelijk voor de slaglbank verkocht,
-L toen slechts weinige zieken waren te
Er konden echter vijf lijkopeningen
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
SNEEK brengen ter kennis van de ingezetenen
dezer gemeente
Dat door vee, uit Nederland naar de markt
te Londen gebragt, hetwelk wegens lagen markt
prijs niet werd verkocht en na eenige dagen
verblijf werd terug gevoerd, zich gevallen van
de thans in Engeland heerschende veeziekte in
Nedcland hebben vertoond, eerst en vooral
onder de uit Londen terug gekomen rundeien,
in den omtrek van Delft.
Dat de ziekte zeer besmettelijk is en krach
tige maatregelen daarom noodig zijn ter voor
koming van verdere uitbreiding.
Dal de artikelen 459 tot en met 462 van
het Wetboek van strafregl den te volgen weg
aanwijzen.
Dat die artikelen aldus luiden;
Art. 459. leder houder of oppasser van
dieren of van melk- of slachtbeesten, die ver
dacht zijn van aangedaan te zijn van besmette
lijke ziektedie niet dadelijk kennis daarvan
gegeven zal hebben aan den inaire der gemeen
te waar zij gevonden worden, en die zelfs voor
dat de maire op die kennisgeving geantwoord
heeft, deze dieren of melk- of slachtbeesten
niet opgesloten gehouden zal hebben, zal gestraft
worden met eene gevangenisstraf van zes dagen
tot twee maanden, en eene geldboete van zes
tien tot twee honderd franken.
Art. 460. Desgelijks zullen gestraft worden
met eene gevangenis van 2 tot 6 maanden, en eene
geldboete van honderd tot vijf honderd franken
diegenen, die, in weerwil van het verbod der
regering, hun besmette dieren of beesten onder
anderen zullen hebben laten loopen.
Art. 461. Ingevalle uit dit laten loopen on
der andere beesten eene besmetting onder an
der vee ontstaan is, zullen diegenen, die het
verbod der regering overtreden zullen hebben,
gestraft worden met een gevangenis van twee
lot vijf jaren, en eene geldboete van honderd
tot duizend franken. Alles onverminderd de
uitvoering der wetten en verordeningen betref
fende de veeziekten, en de oplegging der straf
fen daarbij gesteld.
Art. 462. Ingevalle d‘ boetstraffelijke wan
bedrijven, waarvan in dit hoofdstuk gesproken
wordt, door veld of boschwachters, of policie-
■s p ambtenaren, onder welke benaming het zijn moge,
begaan is geworden, zal de straf van gevangenis
ten minste van een maand zijn, en ten hoogste
van nog een derde boven dè zwaarste straf,
die een ander schuldige om hel zelfde wan
bedrijf opgelegd zou worden.
Het ernstige van de zaak en de hoogst treu
rige gevolgen welke de bovenbedoelde zoo ver
nielende ziekte, wanneer zij ook onder den
belangrijken veestapel in deze gemeente mogl
zoodat
vinden.
worden verrigt van geslagle, doch nog gcene
van aan de ziekte gestorven dieren.
„Omtrent de voornaamste ziekteverschijnselen
bij het levend dier wordt het volgende mede
gedeeld
„Behalve glansloos haar, toenemende zwak
heid, afwisselende warmte van het geheele lig-
chaam, ooren en hoornen, neêrslagtigheid, dik
wijls benaauwde en versnelde ademhaling, hoest
en moeijelijke pislozing, betreffen zij bovenal de
slijm».lezen van de oogeu, neusgaten, mondholte,
aars en scheede. Alle slijmvliezen gezwollen of
roodgevlekt, gedeeltelijk ontveld, gescheurd, in
enkele gevallen met blaasjes bezet. Uit oogen
en neus vloeit in den beginne slijm; de mond
holte is vuil en smeiig en de binnenzijde der
lippen, voornamelijk de onderlip en het gehe
melte, zijn in aeu beginne roodgevlekt, met
hgte ontvellingen, dikwijls met witte punten
bezet.
„„De bevindingen bij de lijkopening van af-
gemaakte d.eren zijn voornamelijk algemeene
zwelling van ai de slijmvliezen van maag en
darmkanaal, vooral van ue vierde maag en de
dunne darmen, met eigenaardig infutraal en
cxsudaal, afslooting van hel gezwollen epite-
lium, nier en daar blaauwroode plekken jf vlek
ken van u.i de vaten getreden bloed, korrel
achtige ligchaampjes, zwelling en eigenaardige
verdikking der l’eyersche kiiergroepen, die be
zet zijn met witte pumjen omringd van een
rooden vaalkrans.
„„De wijze waarop do ziekte is onts'aan op
de piuats van waar men haren loop kan volgen,
is nog niet geheel opgehelderd, omdat de inlich
tingen uiteenloopen.
„„Hoe ook de ziekte in Engeland mag g< -
komen zijn, of de bovenbedoelde ossen aldaar
met zieke dieren in aanraking zijn geweest ei.
aldus de ziekte hebben overgebragt, en of zij
aan dezelfde ziekte leden als in Engeland on
der het vee heerscht, is ook nog niet geheel
duidelijk.
„De verschijnselen, bij levende en gedoode
d eren waargenomen, in verband met hetgeen
omtrent de vermoedelijke wijze van ontstaan
i der ziekte en den loop, dien zij tot heden
D1NGSDAG DEN 5 SEPTEMBER 1865,
des namiddags ten 5 uur.
Pl N 1 EN TER BEHANDELING.
Installatie der benoemde Leden van den
Genie nteiaad
Ben lemnig van een Wethouder.
ontstaan, zouden na zich slepen, zullen den vee
houders zeker de dringende noodzakelijkheid
doen beseffen lot naleving van de verpligting
tot onverwijlde afzondering en aangifte van ziek
of van ziekte verdacht vee.
Het belang van de veehouders zelven en van
het algemeen vordert die afzondering en aan
gifte ten dringendste.
Het niet nakomen van deze wetlelijke ver
pligting zal onmiddellijk bij proces verbaal wor
den geconstateerd en dat verbaal aan de reg-
terlijke jautoriteit ter vervol ing worden opge
zonden.
Hel Gemeentebestuur vertrouwt, dat de in
gezetenen, van het hoog gewigt der zaak door
drongen, door de meest slipte naleving der ten
deze beslaand wetteiijke bepalingen zullen
medewerken, om de uitbreiding dier zoo ge
vreesde ziekte te voorkomen en althans de
middelen, onder hun bereik, zullen aanwenden
om de dreigen'le ramp te ontkomen.
Sueek, den 29 Augustus.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
WOUDA.
De Secretaris,
HAGA.
a
e
j
B
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS ent
ZATURDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden is
binnen deze Stad ƒ1.65; buiten de Stad franco 1.90-1
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regei», gewone
letter 40 Cents, voor eiken regel daarenboven 10 u-uts
behalve 35 Cents Zegelregt voor iedere plaatsing.
C 0 R A»T
VJ.V C-,
9