1865.
NIE11WS- EN ADVERTENTIE-BLAD VOOR DE STAD EN I1ET ARRONDISSEMENT SNEEK.
L
r
zijn
EN,
zijn
AH
Zaturdag 14 October.
d.
JAARGANG
TWINTIGSTE
muur
I
I.
L
4
7*
1» L
(Zl?’
EN
ook
geld
wol
bij
sjes
aan
1 da 1
1•-
4
n-
al.
SNEEKER
de veemarkt in
w,
tcrs
00
nken
za
'n
En zal deze worden afgekondigd en Sneeker
Courant geplaatst.
Sneek, den 9 October 1865.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
WOUDA.
De Secretaris
HAGA.
an
er.
ri
ns
aia
ma
1
'1
/a
/8
3 ij e 11
ken.%
/u r
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
de Gemeente SNEEK-
Voldoende aan het besluit van Heeren Ge
deputeerde Staten van Friesland van den 3
October 1865 No. 30. (Proc. Blad No 95.)
Brengen ter kennis van de belanghebbenden
dat bij C. W. PRUIS, Zeilmaker, Touwslager,
en luander op de grachtswal te Leeuwarden
verkrijgbaar is een voorbehoedmiddel tegen
de Veepest, bestaande in een mengsel ofprae-
paraat hetwelk moet dienen om daar in koe-
dekken te koken en daarmede de stutten en
stallen, enz. te bestiijken; en zulks wal de be
reiding der koedekken betreft per stuk tegen
‘20 cents; en voor verder gebruik tegen 15
cents per Nederlandsche kan (zonder kruik).
Deze ÜURANT verschijnt WOENSDAGS en
ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden is
oinnen deze Stad f 1.65 buiten de Stad franco f 1.90
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
SNEEK maken bekend, dat op de Secretarie
dezer gemeente, gedurende 14 dagen te begin
nen met heden,’ voor een ieder ter lezing is
neder gelegd en in afschrift tegen betaling der
kosten algemeen verkrijgbaar wordt gesteld, de
aan den Raad aangebodene Gemeente-begroo-
ting der plaatselijke inkomsten en uitgaven voor
den jare 1866.
Sneek den 9 October 1865.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
WOUDA.
De Secretaris,
HAGA.
orst
lier-
crkt
zich
aan
tw
Xj?
r -sA
COURANT.
3'
en Wethouders voornoemd,
WOUDA.
De Secretaris,
HAGA.
ide
■nd
'een
ADVERTENTIES van 1 tot 4 regels, gewona
,letter 40 Cents, voor eiken regel daarenboven 10 Cen s
behalve 35 Cents Zegelregt voor iedere plaatsing,
gevreesde veeziekte zich thans heeft vertoond en nog
steeds voortkruipt.
Welken naam men aan deze veeziekte geve zal er
weinig toe doen; de wetenschap en de mannen van bet
vak zullen dit wel uitmaken; genoeg is het, dat zij van
hoogst besmettelijken aard is, en tegen hare versprei
ding met alle kracht zal moeten worden gewaakt.
De maatregelen tegen die verspreiding zullen ook des
te krachtiger moeten zijn en en des te naauwkeuriger
behooren te worden toegepast, naar mate men, met Let
oog op de belemmeringen van onderling verkeer in den
veehandel, steeds zal trachten ze te ontduiken, ’t zij uit
winstbejag, ’t zij om winstderving te voorkomen.
Ik zal dus niet alleen gaarne mijne stem aan dit wets
ontwerp geven, maar ben daarenboven van oordeel dat
de buitengewone voorzieningen en aan te wenden mid
delen, die de Regering in de tegenwoordige omstandig
heden noodig acht en waartoe zij gemagtigd wenscht to
worden, zelfs nog uitbreiding behooren te erlangen en
van nog wijder strekkenden omvang behooren te zijn.
De Regering vraagt magtiging tot verbod van in- en
doorvoer van vëe van buiten ’stands, vervoer van vee bin
nen ’stands en wat verder in het eerste artikel voor
komt. Ik zou, wanneer het gevaar dreigend is, en dit
is het inderdaad, het niet alleen wensehelijk maar zelfs
noodzakelijk oordeeleu, dat die magtiging zich tevens
uitstrekte tot tijdelijk verbod van uitvoer van vee naar
buiten ’s lands. Is het toch boven allen twijfel verheven
dat op velerlei wijze de besmetting dezer kwaadaardige
veeziekte wordt voortgeplant en dat zij ook door perso
nen wordt overgebragt, dan zal het tevens waar zijn dat
handelaren en veeknechten, die wekelijks in grooten ge
tale van hier reizen met vee dat naar de Londensche en
andere Eugelsche markten ten verkoop wordt uitgevoerd,
zich daar steeds bewegen in oorden en stallen waar
ziek of althans zeer verdacht vee wordt gevonden, e u
dat deze personen, naar Nederl. terugkeerende om zich
daar weder ouder veehouders en hun vee te bewegen,
al zeer gemakkelijk in dit laud de vehikels kunnen ziju
der zoo gevreesde ziekte.
Opmerkelijke en treffende voorbeelden, ook uit andc e
landen, kunnen doen zien de rampzalige gevolgen van
het verkeer van personen onder ziek en besmet vee,
wanneer ze later ouder gezonde veekoppels zich beu o-
gen en er de ziekte deden ontslaan, en van daar dan
ook de angstvallige zorg en, oppervlakkig geoordeeld,
miuutieuse maatregelen in die landen daartegen veror
dend.
Het rapport in de Staats-courant van heden van den
veearts Rijnenberg onder andere kan doen zien, hoe bij
dien deskundige de veronderstelling niet geheel vreemd
is, dat in den zoogeuaamden Zusterpolder, in deze ge
meente, welligt door dezen of genen slager of koopman,
als dragers der smetstof, de ziekte kan zijn overgebragt.
Van deze koeijen toch, die in een kamp weilaud van
dien polder afzonderlijk graasden met een paard, en on
geschikt waren voor de slagtbank, is het bijna niet denk,
baar dat ze door eenig vehikel besmet kunnen zijn, ten
zij door overbrenging van personen,
En nu vraag ik, met het oog op den duren pligt
der Regering om alles te doen wat in haar vermogen
is ten einde die gevreesde ziekte te beperken en zoo
mogelijk te sluiten in haren noodlottigen loop en voort
gang, of het eventueel tijdelijk nadeel, dat door een maat-
reg 1 als welken mijn amendement bedoelt wordt veroor
zaakt, en dat ik geeuzins gering acht, toch niet behoort
achter te staan wanneer het een uitstekend naiionaal
belang, het behoud van Nederlandscheu veestapel geldt?
Wordt de uitvoer tijdelijk verboden, men ontloopt dan
tevens het gevaar, dat vee, van hier naar Engeland ver
zonden, en misschien daar bij het zóó streng toezigt dat
men er toepast als verdacht beschouwd wordende, weder
naar hier worde teruggevoerd, en dan groote moeijelijk-
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
SNEEK. doen te weten, dal door den Gemeen
teraad in zijne vergadering van heden is ge
nomen navolgend
BESlUIT tot opheffing van het raads
besluit van 22 September 1865, tot
lijdelijke schorsing van
de gemeente Sneek.
De gemeenteraad van SNEEK,
Overwegende dat op uitnoodiging van heeren
Gedeputeerde Staten van Friesland, als voor
zorgsmaatregel legen de gevreesde Runderpest,
in zijne vergadering van den 22 September
1865 is besloten, tot lijdelijke schorsing der
veemarkten, en verboden het houden van groote
veeverkoopingen in deze gemeente.
Overwegende echter, dat niet alle gemeente
besturen in dit gewest, onder anderen dat van
Leeuwarden, aan die uitnoodiging hebben vol
daanen daatdoor zoodanige schorsing en
verbod in deze gemeente kunnen geacht wor
den noodeloos te zijn.
BESLUIT
In te trekken zijn besluit van den 22 Sept.
1865, tot tijdelijke schorsing van de veemark
ten en verbod tot het houden van groote ver-
koopingen in deze gemeente.
Dit besluit zal dadelijk worden afgekondigd
en treedt onmiddelijk in werking.
Zijnde dit besluit aan de Gedeputeerde Sta
ten van Friesland in afschrift medegedeeld.
En is hiervan overeenkomstig voornoemd
raadsbesluit onmiddellijk afkondiging geschied
waar het behoort, te SNEEK den 9 October
1865.
Burgemeester
Redevoeringen uitgesproken door den Heer
Mr. S. Wijbenga, bij de beraadslaging over
hel wetsontwerp houdende buitengewone
maatregelen lol wering der besmel-
lelgke veeziekte en hare ge
volgen.
Op art. 1, luidende:
„Wanneer bij het bestaan, binnen of buiten ’s lands,
eener besmetteiijke veeziekte, de zorg voor het behoud
van deu veestapel en voor de gezondheid der ingezete
nen het vereischt, kunnen door Ons in- en doorvoer van
vee vau builen ’s lauds, vervoer van vee binnen ’s*lands,
en het houden van veemarkten verboden, en verbods en
andere bepalingen vastgesteld worden op den verkoop
en de behandeling van levend en dood vee, vleesch, hui
den, haar, wol, mest en verderen afval, alsmede op de
middelen waarmede deze voorwerpen worden vervoerd;
een en ander onverminderd de verordeningen van pro
vinciale en gemeentebesturen, voor zooverre zij met Onze
voorschriften niet in strijd zijn.”
werd door den Heer Wijbenga een amen
dement voorgesteld, strekkende om achter de
woorden: kunnen door Ons te doen volgen:
uit- in- en doorvoer van Vee naar en van builen
lands.
Het woord erlangd hebbende tot toelichting
van dit amendement, zeide de afgevaardigde
hel volgende:
Mijnheer de Voorzitter, ik zal zeer kort zijn. Het
belang van het land zal in deze oogenbiikken beter
worden gebaat door krachtig en spoedig handelen dan
door vele redeneringen en beschouwingen De omstandig
heden welke het wets-ontwerp, thans in behandeling,
deden aanbieden zijn van ern tigeu aard; zij vorderen
dringend dal men hoe eer hoe beter uit kracht van de
ze wet handde en trachte de besmetting te beperken
binnen die gemeenten van het yaderland, waar de zoo
J
a
e