1885.
NIEUWS- EN ADVERTENTIE-BIAD VOOR DE STAD EN BET
ARRDNDlSSEüOiÈ^.
^U3
Woensdag 22 November.
Slaten-Generaal. Tweede Kamer.
JAARGANG
TWINTIGSTE
sr.
SIN S SS i AN P.
'in*
gen naar de Hannoversche grenzen.
)u.
lije
les
•ng
tze
Iri
sel
>ko
ius
a
n
on,
ter
*r
1°. binnen de lijnen van afsluiting, aange
wezen naar aanleiding van art. 2 van ons be
sluit van 23 October jl. (St. bl. no. 122)
en
2°.
lig.
igea
die
r den
loos
von.
leer
vak
ken.
dr ij.
i en
ieb-
lers
heb
'erd
poe-
buiten die lijnen, in de streken of ge
meenten waarvan de aanwijzing door onzen
minister van binnenlandsche zaken door plaat
sing in de Staatscourant ter algemeene kennis
zal worden gebragt.
Art. 2. Het tegenwoordig besluit treedt in
werking met den dag der afkondiging in het
St. bl.
Donderdag had te 's Hage de trouwpleg-
tigheid plaats vau den heer A. N. J. M. baron
van Brienen van de Groote Lindt met M. L.
barones van Tuyll van Serooskerken. Het hu
welijk werd in de Engelsche kerk ingezegend.
Bij die plegtigheid waren o. a. Z. K. H. de
prins van Oranje en het corps diplomatique
tegenwoordig.
- De constituerende vergadering voor de
Israëlitische kerkgenootschappen in Nederland is
den 16 dezer te ’s Hage bijeengekomen, onder
presidium van den heer mr. A. de Pinto. Er
waren 15 leden tegenwoordig: die uit Overijssel
en Groningen en een afgevaardigde uit Amster
dam waren afwezig. Na de reconstituering liep
het debat over de vraag of de vergadering al
dan niet haar algemeen reglement zou wijzi
gen, na de door den minister ingezonden be
denkingen van de beide Amsterdamsche ge
meenten en van andere bij hem ingekomen
stukken, alsook van bezwaren die deswege bij
de vergadering zijn ingediend. Met 8 tegen 7
stemmen is besloten, de bezwaren en beden
kingen wel in overweging te nemen.
In de verdere zittingen heeft de constitue
rende vergadering aangevangen, de overweging
zoowel van de door de Nederlandscbe Israëli
tische gemeente te Amsterdam ontworpen nieu
we bepalingen als van de voorstellen, door an
dere kerkbesturen gedaan Terwijl de uitslag
dezer discussie tot de verwerping van menig
nieuw voorgesteld beginsel leidde, zijn aan den
anderen kant ook op hoofdpunten concessiën
gedaan aan de Amsterdamsche gemeenten.
Daaronder behoort hel genomen besluit, om
den zetel van de permanente commissie, welke
uit het centraal bestuur der Israëlitische kerk
zal worden gekozen lot behandeling der dage-
lijksche zaken, te vestigen te Amsterdam.
Op Donderdag, den 21 December e. k.
des middags ten 12 ure, zal van wege den
minister van binnenlandsche zaken en onder
zijne goedkeuring, in het locaal van de bureaux
der staatsspoorwegen op het Plein no. 5, te
's Gravenhage worden aanbesteed: het maken
van het gedeelte van Winschoten tot nabij
-
Door Z. M zijn benoemd tot adjunkt-
konlroleur van de dir. bel. en het kadaster in
de provincieFriesland, de heer J. G. Perk
van Lith, thans surnumerair bij gemeld vak van
administratie te Gouda; Zeeland, de heer E.
T. Smeels r thans surnumerair bij hetzelfde vak
van admin, te 's Hertogenbosch.
Bij Z. M. besluit van den 4 dezer no.
71, is vrijstelling van briefport verleend, met
inachtneming der gewone bepalingen omtrent
kruisband en contraseign, voor de briefwisseling
over dienstzaken tusschen de burgemeesters en
de krachtens art. 1 van het koninklijk besluit
van dan 25 Maart 1854 (Staatsblad no. 18)
aangestelde strandvonders, alsmede tusschen die
strandvonders onderling.
Het Staatsblad no. 127 bevat een konink
lijk besluit van den 15den November 1865,
betreffende het verbod van het houden van
markten en openbare verkoopingen van rund
vee.
Dit besluit bevat de volgende artikelen
Art. 1. Het houden van markten en open
bare verkoopingen van rundvee, voor zooverre
het door gemeenteverordeningen blijft vrijgelaten, Nieuwe Schans, van den spoorweg van Harlin-
is verboden gen naar de Hannoversche grenzen.
>r
SNEEKER
ja,
I
i
;,50
,aO
i
■a
'ii
3-
'j
re
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en
ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden is
binnen deze Stad ƒ1.65; buiten de Stad franco 1.90
bij
en
Idé-
en
COURANT.
ADVERTENT IE N van 1 tot 4 regels, gewone
letter 40 Cents, voor eiken regel daarenboven 10 Cents,
behalve 35 Cents Zegelregt voor iedere plaatsing,
Heiden Reinestein over de tegemoetkoming aan de amb
tenaren van het openbaar ministerie bij de kantonge-
ten, waarin bij verbetering verlangde gebragt te zien.
Hij stelde voor oai de daarbij uitgetrokken som van
4000 te verdubbelen en de woordjes de in de omschrij
ving van het artikel weg te nemen.
Het eerste amendement werd met 85 tegen 30, en
het tweede met 54 tegen 11 stemmen verworpen. Art.
11 werd onveranderd goedgekeurd, even als de artt. 12
tot 15. Bij de behandeling van art. 15 klaagde de
heer Godefroi over het vervoer van gevangenen langs de
spoorwegen in wagens voor reizigers bestemd, waaraan
hij wenschte een einde gemaakt te zien. Daarop zijn
de artt. 16 tot 41 goedgekeurd.
De heer Dirks is opgekomen tegen het door de Re
gering aan den dag gelegd voornemen om de strafge
vangenis van Leeuwarden naar Medemblik te verplaat
sen,
De Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft na de
aanneming van twee amendementen tot weglating van
de verhooging der traktementen van den gezant te Was
hington en te Frankfort, het geheele budget voor bui-
tenlandsche zaken aangenomen met 55 tegeu 11 stem
men.
De Tweede Kamer heeft in have zitting van 18 No
vember hoofdstuk IV A (Justitie) der staatsbegrooting
voor 1866 aangenomen met 35 tegen 6 stemmen, zijnde
die van bh. Hofman, van Foreest, Simons, van Golstein
Jr, Hoekwater en van Zuylen (van ’s Hage). De drs-
cussiëu voor het hoofdstuk Binnenlandsche zaken zijn
daarop aangevangen.
De algemeene discussiën over het hoofdstuk bin-
nenl, zaken zijn heden afgeloopen, De heer van Zuylen
heeft wederom de verkiezingen in Limburg ter sprake
gebragt. De minister heeft hierop het zelfde geant
woord als onlangs. Maandag ochtend te 11 uren zul
len de onderdeelen der begrooting voor binnenl. zaken
worden behandeld.
Zitting van den /7 A'otr.
In deze zitting zijn de beraadslagingen gevoerd over
hoofdstuk IV A (Dep. van Justitie). Bij de behande
ling van het hoofdstuk in het algemeen .werden oudei-
scheidene onderwerpen besproken, o. a, de kwestie vau
de invoering der wet op de nieuwe regterlijke inrigting,
de van wege het Dep. van Justitie uitgegane aanschrij
ving omtrent de declaration van kosten bij lijkschou
wingen, de herziening van het strafwetboek, de mi-brui-
ken, gemaakt bij handelingen ten uadeele van minderja
rigen, de niet behoorlijke toepassing van de bepaling
van art. 166 der grondwet, waarbij is voorgeschreven,
dat de belijders der onderscheiden godsdiensten ..llen de
zelfde burgerlijke en burgerscliapsregteu genieten en ge
lijke aanspraak op het bekleeden van waardigheden, amb
ten en bedieningen hebben, de afschaffing der doodstraf,
de uitbreiding van het cellulair stelsel en de regeling
der rijkspolitie, waarmede in verband werd gebragt eene
onlangs te Rotterdam plaats gehad hebbende arrestatie
van een vreemdeling door Pruisische politiedienaren. Aan
■die beraadslaging namen deel de heereii van Beyma thoe
Kingma, J. K. van Goldstein, van Blom, DirksHeyden-
rijckvan Eek en Godefroi.
De Min. van Justitie beantwoordde de onderscheiden
sprekers, en gaf o. a. te kennen, dat men zich thans op
ecu goeden weg bevond om tot eene verbeterde regter
lijke inrigting te geraken, en dat de voorbereidende
stappen daartoe waren gedaan, wijzende hij op de ont
worpen wetboeken vau burgerlijke regtsvordering en van
strafvordering. Hij gaf voorts eenige inlichtingen omtrent
den zin, waarin de circulaire betreffende de deelaratiën
van onkosten van lijkschouwingen moest worden opge
vat, verklaarde voorts dat bij eene herziening van het
strafwetboek evenzeer als anderen wenschte, doch dat de
herziening van de boveuvermelde wetboeken moest voor
afgaan. Verder verzekerde hij de kwestie der misbrui
ken bij handelingen van mindeijarigen te zullen onder
zoeken, en daarin zoo mogelijk afzonderlijke voorziening
te brengen. Aangaande de kwestie der afschaffing van
de doodstraf zeide hij, bet te betreuren, dat zijn ont
werp dienaangaande nog niet van den Raad vau State
was teruggekomen, doch dat hij op de bespoediging van
het onderzoek aldaar geen invloed kon uitoefenen; hij
ontwikkelde voorts de redenen, die voor het oogeublik
de verwezenlijking verhinderden van het denkbeeld om
het cellulaire stelsel uit te breiden. Eindelijk deelde
hij mede, dat eene wet op de rijkspolitie ontworpen en
naar den Raad vau State tot onderzoek verzonden zou
worden. De aangehaalde arrestatie te Rotterdam ver-
klaatde hij, dat hem ook leed had gedaan, maar eene
herhaling van zoodanige gevangenneming vertrouwde hij,
dat ten gevolge van de genomen maatregelen, zich niet
zou voordoen. Eindelijk verzekerde hij, zeer vijandig
te wezen aan het begrip om iemand wegens zijne ge
loofsbelijdenis van de waarneming van eenige betrekking
uit te sluiten, terwijl hij het verwijt, alsof zoodanig denk
beeld bij het doeu van benoemingen bij zijn departement
zou gevolgd worden, met nadruk afwees.
Hierna voerden nog het woord de heeren vau Eek,
van Beyma thoe Kingma, J. K, van Goldstein, Heyden-
rijk, de Brauw en Cornells. De eerste sprak nog van
de wenschelijkheid der afschaffing van den lijfsdwang,
en de beide laatsten gewaagden nog van de reeds be
handelde circulaire, betreffende de lijkschouwingen, waar
van zij de gebreken, die daaraan naar hnn oordeel k leef
den, aantoonden.
De artt. 1 tot 4 der eerste afdeeling, kosten van het
departement, en 5 tot 10 der tweede afdeeling, kosten
van de regterlijke magt, werden zonder beraadslaging
goedgekeurd.
Bij de behandeling van art. 13 sprak de heer van