MEWS- EN ADVERTENTIE-BLAD VOOR DE STAD EN DET ARRONDISSEMENT SNEER. December. 2 Zaturdag Staten-Generaal. Tweede Kamer. r 5 en <4 het ac- Uit de discussiën is verder gebleken, zelfde brief van den heer Thorbecke Her tijd ro- i les kf- en gen be- aiij lero der Ja- en oor sl- ii. rie lit >e- eid ret of ch ziJ Id. >m en ;en >r- 11 so- Men leest in de Staats-Courantbij be sluit van 27 November 1865 n°. 48heeft Zijne Majesteit goedgevonden aan den heer G. H. Betz, op het daartoe door hem gedaan ver zoek, een eervol ontslag te verleenen uit zijne betrekking van minister van financiënmet dankzegging voor de vele en gewigtige diensten, door hem den lande bewezen, en het beheer van het departement van financiën ad interim op te dragen aan den hr. inr. N. Olivier mi- Per telegraaf wordt aan het Dagblad van Gravenhage het volgende gemeld In de zitting der Provinciale Staten van Limburg, maandag te Maastricht gehouden, om te beraadslagen over een adres aan Z M. den Koninghoudende verzoek tot intrekking van de wel tot verhooging der grondbelasting in Limburg, heeft o. a. de heer dr. Gelekerken (oud-lid van Gedeputeerde Stalen) verklaard, dat de heer van der Maesen de Sombreff hem in de maand April 1864, een brief van den heer Thorbecke heeft laten zien. Hij had do signature van den heer Thorbecke zelf gelezen en erkend en hij verklaarde, op den derden of vierden regel van den brief de woorden „De Regering laat de wetsontwerpen los' gelezen te hebben, dal die gebruikt is geworden bij den heer Elias te Valkenburg, en bij den heer Smit (of Sint? het telegram is onduidelijk) Fijt, candidaal-notaris te Houlhem. De sensatie, die deze verklaringen te weeg bragten in de vergadering der Provinciale Stateu van Limburg, is te grooter geweest, daar men, tijdens de zitting, berigt ontving per telegraaf van het ontslag van der heer van der Maesen en van het voorstel door den graaf van Zuylen van Nyevelt lot het houden eener enquête belrekkelijk die zaak.” Door Z. M. is een pensioen verleend aan den heer J. Wenlholt, als ontvanger der directe belastingen, in- en uitgaande regten en accijn zen en entreposeur te Harlingen, ten bedrage van f 2253 's jaars. Z. M. heeft benoemd tot ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw dr. A. Hase- broek te Leiden. Z. M. heeft eervol ontslagen als ontvan gers te Schiedam, den hr. J. van Huchlte Leeuwarden, den hr. A. G. Metzlar te Haar lem, den hr. J. J. van Slapele; te Leijetdorp, den hr. J. T. X. Schietbaan te Holterhoek den hr. G. J. baron van Reede van Oudshoorn; te Wilnis, den hr. J. G. Both; en benoemd tot ontvangers der belastingen en acctjnsen: te Posterholt, den hr. Th. F. C Leclerc^, thans te Geleen; te Geleen, den hr. D. W. Middel hoven, thans te Arnhem. In den namiddag van 28 Nov. heeft Z. M. de Koning verscheidene personen in een bijzonder gehoor ontvangen. II. M. de Koningin heeft dejter dagen mad. Ristori ten gehoore ontvangen. De luit, ter zee le kl. J. K. L. Gey van Pillius, dienende als le officier aan boord van Zr. Ms. korvet van Speykwordt met den laatstee dezer op non-aktiviteit gebragt, en met den eersten December vervangen door den luit. 4 JAARGANG TWINTIGSTE en SNEEKER B6* an li Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATURDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden is binnen deze Stad ƒ1.65; buiten de Stad franco 1.90 over hoofdstuk VIII ADVERTENTIEN van 1tot 4 regel», gewone letter 40 Cents, voor eiken regel daarenboven 10 Cents behalve 35 Cents Zegelregt voor iedere plaatsing, zijner rede het gevoelen ontwikkelde, dat bij de rigting die een deel der natie voorstoud en welke hij auti-chris- telijk noemde, het niet wel te verwachten was dat het openbaar onderwijs met een christeiijken geest zou wor den doodrokken, indien de behandeling van onderschei dene onderwerpen aan de bijzondere zienswijze der on derwijzer» werd overgelaten. In het tweede deel gaf hij de bezwaren op, die hij tegen de toepassing der schoolwet had. De Minister van Binnenl. Zaken deed in zijn antwoord o. a. uitkomeu, dat de wet bepaalde dat geen onderwijzer aan de godsdienstige begrippen van iemand mogt aanstoot geven, en dat dit voorschrift moest strekken tot keering van de vrees die sommigen omtrent het openbaar onderwijs koesterden; terwijl hij ten slotte in eenige bijzonderheden trad over de toepas sing der wet. De heeren van Nispen van Seveuaer nam uit het door den minister van binnenlandsche zaken gesprokene en uit de door hem opgedane ondervinding aanleiding om zijne bezorgdheid over de Opleiding der jeugd op de openbare scholen aan den dag te leggen. Daarna voerden nog het woord de hh. van Zuylen van Nyevelt en van Limburg Brouwer. De eerste ver dedigde de door hem in zijne eerste rede vooropgezette meeningen, vooral ten opzigte van de moderne rigting, en kwam op tegen sommige stellingen van den minister van binnenlandsche zaken; de tweede beantwoordde de hh. van Zuylen van Nijevelt, van Zuylen van Nyevelt (uit Arnhem) en Mijer, waarna de Minister van Binuen- landsebe Zaken nog aan de beraadslaging deel nam, en in den loop zijner rede o. a. gelegenheid vond om zijne afkeuring uit te spreken over het gebeurde op het stu dentencongres te Luik, waarop door sommigen was ge wezen. Na nog eene woordenwisseling, gevoerd tusschen den hr. van Zuylen van Nyevelt (uit Arnhem) en den Minister van Binnenlandsche Zaken, werden de beraad slagingen over het lager ouderwijs gesloten. Daarna werden de artikelen der zevende afdeeling in behandeling genomen. De artt 101 tot 127 werden achtereenvolgens zonder hoofdelijke stemming goedge keurd. Alleen over art. 103 werd eene korte diskussie gevoerd tusschen den heer Simons en den Minister van Binnenlandsche Zaken, en wel over de uitgave van de Annales der sterrewncht te Leijden. Het budget van marine is den 29 Nov. door de Twee de Kamer aangenomen met 10 tegen 25 stemmen. De diskussie over het budget vau oorlog is aangevangen. lu de zitting van de tweede kamer der Staten generaal van 30 November heeft, de heer W. van Goltstein ver lof gevraagd en bekomen om, op nader te bepalen dag, den minister vau binnenlandsche zaken te vragen, of, nu de heer Betz als minister van finautiën is afgetreden de regering bereid is het wetsontwerp betrekkelijk de grond belasting in Limburg te verdedigen, dan wel of dat wets ontwerp zal worden ingetrokken. De algemeene beraadslaging (oorlog) is daarna voortgezet. Zitting van 27 November 1865 In deze zitting zijn de beraadslagingen over de Vilde afdeeling vau het Vde hoofdstuk der Siaatsbegrooting departement vau binnenlandsche zaken, en bepaaldelijk over het lager onderwijs, voortgezet. De heer van Nis pen van Sevenaer kwam terug op de vroeger door hem geuite bezwaren omtrent het verstrekken van kosteloos ouderwijs, en maakte onderscheidene bedenkingen om trent de opleiding welke de jeugd op de openbare scho len genoot. De heer Heydenrijck gaf de grieven op, die hij had aangaande de toepassing van de bepalingen der artikelen 23 en 33 der schoolwet. De heer Simons, op het behoud van het openbaar onderwijs prijs stel lende, wenschte in het belang der godsdienstige oplei ding aan de kinderen, kot geruststelling aan ouders, en tot het doen ophouden der omtrent deze aangelegenheid bestaande twisten, het bijzonder onderwijs te bevorderen cn dit door middel vau subsidiën te ondersteunen. De beer vau Limburg Brouwer kwam op tegen de door den beer van Zuylen van Nyevelt. jl. Zaturdag ge houden rede, en zuiverde de openbare scholen van de verdenking dat de jonge lieden aldaar tot socialisten en atheïsten zouden worden gevormd: eene bewering, die, meende hij, door niets bewezen was, terwijl de zooge naamde moderne rigting door den bedoelden spreker ge heel verkeerd was beoordeeld. De heer Mijer toonde de behoefte aan eener herziening van art. 3 der school wet, en wel op grond van de afwijkingen ten opzigte van de toepassing der wet, en waarvan hij eenige voor beelden bijbragt De Minister van Binnenlandsche zaken beantwoordt de onderscheidene sprekers, en gaf onder anderen te kennen, dat het onjuist was te beweren dat alle bijzon dere scholen zouden opgerigt zijn, met het doel, om aldaar eene stellige godsdienstige rigting te volgen, en dat op de openbare scholen een onderwijs zou worden gegeven, hetwelk de kinderen tot rationalisten en neo- logen zou doen opgroeijen. Wierd aldaar geene gods dienst in den eigenlijken zin des woords onderwezen, dan was dit het beste bewijs dat vrijheid werd gelaten om daarvoor op andere wijze te zorgen. Het stelsel van verdachtmaking der openbare scholen bestreden heb bende, wederlegde hij voorts het gevuek-tf dat de uit drukkingen in art. 23 der schoolwet voorkomende over bodig of schadelijk zouden zouden zijn, en verklaarde als zijn bijzonder gevoelen voor te staan het denkbeeld dat, wierd op de openbare scholen godsdienst onderwe zen, dit dan de geopenbaarde moest zijn. Dit laatste kou evenwel het geval niet wezen. Echter moest wor den erkend, dat het onderwijs met een christeiijken geest doortrokken behoorde te zijn, daar het christen dom de grondslag en het bezielend element der maat schappij was. Na de bedenkingen tegen het kosteloos onderwijs ingebragt te hebben onderzocht, gaf hij ten slotte te kennen, dat de aangevoerde voorbeelden die voor eene herziening van art. 3 der schoolwet zouden pleiten, hem niet overtuigden van de noodzakelijkheid om zulk eene verandering van zijne zijde voor te stel len. De heer Heydenrijck verklaarde onder anderen niet bevre digd te zijn door de uitlegging door den min. van binnenl. zaken aan de uitdrukkingen van art. 23 der wet gege ven, en kwam terug op zijne beschouwingen omtrent art. 33. De Minister van Binnenlandsche zaken ver duidelijkte zijne meening omtrent het door den laatsten spreker behandelde punt, maar deed opmerken, dat die zaak eerst dan ter sprake behoorde te komenals een voorstel tot herziening dienaangaande in behandeling kwam. Na op de andere vragen van denzelfden spreker te hebben "geantwoord, voerde de heer van Zuylen van n’ COURANT.

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1865 | | pagina 1