NIEUWS- EN ADVERTENT1E-BIAD VOOR DE STAD EN BET ARRONDISSEMENT SNEEK.
1.
r
VAN DEN GEMEENTE RAAD VAN SNEEK
WOENSDAG DEN 4 APRIL I860
des voormiddags ten tien uur.
JAARGANG
Zaturdag 31 Maart.
I
VERGADERING
1866. EENENTWINTIGSTE
BUITENLANDSCH POLITIEK OVERZIGT.
le
lid in de Commissie
on
een
idscli
dear,
;d to
heer
van
•gou
op
reen.
1
'P h
Ct.:
avond
'r. de
lat de
istje
sloten
eken
veren
rmist
tai is,
jkken
is*
i
vee
i te
plot-
zond
rund
ordt
in
pest
deze
iwd.
elke
?lijn
irlst
ijze,
van
ter-
jers
ven,
ken
of
lin
nen
len,
uik
ier»
tijd
l vafl
ii van!
op <hl
vlakte
i ver.
ieder-
orgaan, eenvoudig hierop neder: „Pruisen be
klaagt zich over inbreuk op de Gastein-konventie;
Oostenrijk ontkent de gegrondheid dier klagten,
doch overigens zijn de twee mogendheden hel
volkomen eens om de konventie te willen hand
haven.! Nog niets is beproefd om elkander te
verstaan over eene aanvulling welke de konventie
behoeft en over de eindregeling van den toestand
der hertogdommen. Voor het oogenblik is er
geen enkel vraagstuk gesteld, dat niet door
diplomatieke middelen tot oplossing kan gebragt
worden.” Deze redenering der National Zeilung
ware in alle opzigten juist, indien de Pruisische
regering den voorloopigen aard van meergenoemde
konventie ernstig opnam, maar in plaats van
zelf de geringste poging te doen om den duur
van den voorloopigen staat van zaken te ver
korten, streeft het Berlijnsche kabinet veeleer
er naar om van den bestaanden toestand mis
bruik te maken tot het scheppen van een fait
accompli. En ziedaar de reden way om thans
oorlog kan ontstaan, ofschoon de partijen dien
niet willen. Uit deze valsche positie blijkt één
waarheid ten duidelijkste; t. w. Oostenrijk en
Pruisen hehben slechts de keuze tusschen een
openlijk verklaarden oorlog en eene onmiddelijke
definitieve oplossing der kwestie die hen ver
deeld houdt. Het status quo is wie zal het
ontkennen niet langer mogelijk; de voorloopige
toestand, door de Gastein-konventie in hpt leven
geroepen, kan niet langer verlengd worden,
want de handel is verontrust, de diplomatie^
verkeert in bekommering en wordt die aanhou
dende onzekerheid moede.
Volgens de Independence beige heeft men het
aan Engelands tnsschenkomst te danken dat in
de betrekkingen tusschen de twee groote
mogendheden wat minder spanning heerscht.
Graaf Russell heeft den 10 dezer aan lord.
Loftus, bri’sch-gezant te Berlijn, een verlrouwe
lijken brief gezonden, waarin hij in krachtige
bewoordingen de ernstige verantwoordelijkheid
deed uitkomen welke de Pruisische kroon op-
zich zou laden, door haar geschil met Oostenrijk
lot het uiterste te dry ven. Bedoelde brief was
bestemd om onder de oogen van graaf Bismarck
gebragt te worden, maar gelijktijdig werden,
afschriften er van gezonden aan den kroonprins
en aan den oostenrijkschen minister van buiten
landsche zaken, die beide in naauwe betrekkingen
staan met het Engelsche hof. Bovendien werden
door tnsschenkomst van de koningin weduwe
van Pruisen, zuster der moeder van Keizer
Frans Jozef, pogingen gedaan om op den geest
van Wilhelm I te werken.
Ten gevolge van deze strappen sprak de
koning van Pruisen de geruststellende woorden,
die zoo veel weêrklank te Weenen vonden, en
van dezen kant tot vredelievende verklaringen
en handelingen aanleiding gaven. Men wane
PEN TEN TER BEHANDELING.
Missive van den Heer G. N. Bouma houdende
aanneming zijner benoeming als Wethouder.
Besluit van Heeren Gedeputeerde Staten
houdende goedkeuring van het Raadsbesluit tob
afstand van grond aan den Heer G. Gorier.
Verslag van de Hoogere Burgerschool over
1865.
Missive van Heeren Curatoren (lef Lalijnsche
school omtrent het geven van Eereprijzen.
Adres van de Weduwe Hamming om
rooijen de hoornen op hel bolwerk van af de
Kleinepaalsterpijp tot het lloogënd.
Adres van den Heer B. Airing Hesselink
omtrent het bouwen van een pakhuis.
Adres van Andries Teitsma om eene toelage
voor zijne Diligencedienst naar Bolsward en
terug.
Benoeming van een
voor de Gasfabriek.
Idem in de vaste Commissie voor het
derhoud der straten en wallen.
Verordening op het keuren van Slagtvee,
Vleesch en Spek.
Benoeming van
Te Parijs werd den 23 Maart verzekerd, dat
zich nog geen feit had voorgedaan, v^aruit op
gemaakt kon worden, dat Pruisen geneigd was
om den oorlog aan te vangen. De France maqkt
melding van een gesprek dat de heer Drouyn
de Lhuys gehad zou hebben met de pruisischen
gezant graaf van der Goltz, en waarin de franschc
minister zou hebben te kennen gegeven, dat de
kwestie der Elbe- hertogdommen niet anders
dan door een Europesch congres kan geregeld
worden; aan dit oordeel van den heer Droyn
de Lhuys wordt eene groote juistheid toege
kend.
Met het voorstel der midden-staten tot eene
bonds-intervenlie in de Sleeswijk-Holsteinsche
kwestie zal volgens berigten uit Weenen voor
eerst nog gewacht worden, omdat de feiten,
bij art. 11 der bonds-constitutie bedoeld, zich
nog niet hebben voorgedaan.
Uit Altona wordt gemeld, dat, na afloop van
de parade der Oostenrijksche troepen, gehouden
ter viering van den verjaardag des Konings van
Pruisen, generaal Kolik den pruisischen kom
mandant Domming zijne gelukwensten voor
den Koning heeft aangeboden en de hoop heeft
te kennen gegeven, dat de goede verstandhou
ding tusschen beide rijken hersteld mogt wor
den tot heil van beide natiën en van Duitsch-
land.
Ook te Flensburg zijn ter gelegenheid van
den verjaardag van Koning Wilhelm door de
Oostenrijksche en Pruisische generaals gezond
heids dronken op beider Souvereinen uitgebragt.
Hoe vredelievend dat alles moge klinken, bij
Prachna op de oostenrijksch-pruisische grenzen
wordt een leger kamp afgebakend. De ves
tingwerken van Krakan worden hersteld en
gewapendwaarvoor 4000 werklieden en
1.000.000 flor, beschikbaar zijn gesteld. Uil
de Bukowina rukken regeinenten op naar Gal
liciedie zich in Gallicie bevinden worden naar
Silezie gezonden en te Teschen, Troppau en
Oderberg worden troepen in vaste bezetting
verwacht.
Waarschijnlijk zal door de Oostenrijksche
regering aan den Bond het voorstel gedaan
worden om het bezit van Holstein aan den
Bond over te dragen die alsdan zou moeten
overgaan tot eene executoriale bezetting.
Te oordeelen naar den toon der buiten-
landsche, inzonderheid Duitsche, dagbladen, be
gint de vrees voor een Oostenrijksch-Pruisischcn
oorlog over Sleeswijk-Holstein aanmerkelijk te
verminderen De houding der liberale Pruisische
bladen is dezer dagen opmerkelijk. De National
Zeitung ziet in den toestand volstrekt niets dat
tot een gewapend konflikt aanleiding zou kunnen
geven. Het geheele geschil komt, volgens genoemd
Brugwachter voor de
brug over de gracht in den weg naar Oppen
huizen en in het bolwerk bij het Kleinzand.
Voorstel tot het benoemen van eene Com
missie belast met een onderzoek naar de wijze
waarop, in het vervolg, titel 6 der Gemeente
wet in deze Gemeente behoort te worden
toegepast.
Pt Burgemeester en Wethouders voornoemd,
WOUDA.
Dt Secretaris
HAGA.
f
SNEEKER
rs
hi diilldii.li'i!!
;ewoi
Cent
I
i
COliRANï
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en
ZATURDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden is.
binnen deze Stad f 1.65 buiten de Stad franco f 1.90
ADVERTENTIES van 1 tot 4 regels, gewone
.letter 40 Cents, voor eiken regel daarenboven 10, Cents1
behalve 35 Cents Zegelregt voor iedere plaatsing,
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van SNEEK
ontvangen hebbende eene kennisgeving van Heeren
Burgemeester en Wethouders van Wijmbritseradeel van
iXt ytiri 28 dezer maand, dat zich in die Gemeente een
hond heeft vertoond, vermoedelijk lijdende aan honds
1 Holheid, en dat dien ten gevolge tot het doen vastleggen
der honden in die Gemeente is besloten,
Hebben naar aanleiding van artikel 136 deralgemeene
Politie verordening iw de Gemeente Sneek, besloten,
Z.^elk en een iegelijk/deze gemeente te gelasten om hun
hond of honden van stonden aan vast te leggen en vast
te honden tot en met lOden Mei e, k, zullende gedu
rende dien tijd aan niemand geoorloofd zijn om meteen
i hond aan een touw, keten of iels anders vastgemaakt,
langs de publieke wandelwegen, of straten te gaan,
r., „jollende de overtredeft worden gestraft in gevolge artikel
Zey^3-43 der algemeene politie verordening,
En worden de commissaris en agenten van politie ge
last om toete zien en te zorgen dat hieraan naauwkeu*
rig worde voldaan,
Sneek, den 29 Maart 1866,