NIEUWS- EN ADVERTENTIE-BLAD VOOR DE STAD EN BET ARRONDISSEMENT W.
29.
1866. EENENTWINTIGSTE v
Woensdag 11 April.
F
StatenGeneraal. Eerste Kamer.
J A A R G A N
BUITENLANDSCH POLITIEK OVERZIGT.
De
Zitting van den 6 April 1866.
1
heden der konferentie maar weêr voor onbe-
paalden tijd geschorst.-Eene deputatie door
het voorloopig bewind der vorstendommen af
gezonden, is door den sultan ten gehoore ont
vangen.
In het Journal de Saint Petersbourg komt
een historisch overzigt en officiële bescheiden
voor, betrekkelijk de zaak der Donau-Vorsten-
dommen, welke strekken moeten om te bewijzen
dat het Russische gouvernement van 1856 tot
1864 steeds op raadpleging van de waarachtige
wenschen der bevolking van Moldavië en Wal-
lacheje heeft aangedrongen, en dat het zijne
goedkeuring aan de vereeniging dier twee
landen heeft gegeven zoolang deze niet proef
ondervindelijk gebleken was nadeelig voor het
welzijn der Vorstendommen te zijn.
Van de woelingen der fenians verne mt
men niet veel bijzonderheden. Dat ze evenwel
nog niet geheel onderdrukt zijn, blijkt uit onder
scheidene berigten uit Amerikadie melden
dat zij voortgaan met zich te organiseren.
Engeland schijnt nog niet geheel gerust te zijn
voor hunnen aanval. Ook het amerikaansch
bewind moet besloten hebben een vliegend
eskader naar de britsche noord-amerikaansche
kusten te zenden. De feniansche beweging en
het zamentrekken der britsch-west-indische vloot,
moeten tot dien maatregel aanleiding geven.
Hoewel de dagbladen steeds de tegenstrijdigste
berigten geven en het nogvolstrekt niet te voorzien
is hoehetOostenrijk-pruisisch konllikt zal worden
geregeld, schijnt dit evenwel zeker, dat men van
weêrzijden het zwaard voorloopig in de schede
zal laten. Op de loijale verklaring van Oos
tenrijks gezant Graaf Karolyi, vervat in de be
kende Oostenrijksche nota van 31 Maart, heeft
graaf von Bismarck kortelijk geantwoord: „dat
Pruisen akte neemt van de verzekering van
Oostenrijk dat het niet in de bedoeling van
deze mogendheid ligt Pruisen aan te vallen”
hij voegt de verzekering er aan toe „dat ook
Pruisen volstrekt niet voornemens is Oostenrijk
aan te vallen." Is inderdaad deze verklaring
door von Bismarck afgelegd, dan moet, dunkt
ons, alle vrees voor oorlog verdwijnen.Prui
sen schijnt nog bij tijds in te zien, dat het beter
is ten halve te keerendan geheel te dwalen.
De oorlog, die op het punt stond uit te barsten
scheen volstrekt niet populair in Duitschland te
zijn. Reeds in verschillende oorden van Pruisen
worden adressen onderteekend, welke aan den
Koning gerigt zijn en waarin dringend wordt
gevraagd dat de regering de vredezoo
slechts immer mogelijk, ongestoord blijve be
waren. En al is t nu misschien waar, dat
noch Pruisens Koning bij de gratie Gods, noch
zijn premier von Bismarck, zich dagelijks de
uitspraak van den franschen dichter herinneren:
„Souvenez vous, sous votre diadème
i „Qu on est roi pour son people et non pas pour
soi-même’,
ja, al doen ze 't vaak voorkomen, als schenen ze
de waarheid dier uitspraak in twijfel te trekken,
geheel negeren kunnen en durven ze die niet.
De Pruisen konden zich eindelijk ook wel eens
herinneren, dal het eigenlijk dwaasheid is om
zich als schapen ter slachtbank te laten leiden,
ter voldoening aan de luimen van een vorst, of
als offers der baatzuchtige staatkunde van een
heerschzuchligen minister. Misschien is die
minister ook eenigzins terug getreden door
de houding van de overige duitsche staten, et.
’t gemis van zekerheid voor ’t behoud zijner
Rijn-provinciën, een bezit dat hem altijd nog
door een zijner naburen schijnt benijd te wor
den.
Ook Oostenrijk heeft n. t. veel belang bij
’t behoud der vrede. Zijn inwendigen toestand
is genoeg bekend. Men weet in welken be-
treurenswaardigen toestand zijn fmantie-wezen
zich bevindt. Buitendien heeft het een geweldi
gen kogel aan t been in het bezit van Venetie,
die hem in de vlugheid zijner bewegingen wel
eens kon hinderen. Ook heeft hij een niet
veel te vertrouwen nabuur, in den grooten
Noordschen kolossus.Zijn dus beide monar-
W l
chen niet juist bereid, om ter wille van eenige
millioenen onderdanen het zwaard in de sche
de te houden, dan zal het egoismus hun mis
schien daartoe dwingen. Thans zullen de di
plomaten zich bezig kunnen houden om den
buit te verdeelen, door een schandelijke over-
magt aan Denemarken ontroofd. Duitschland
vertoont ons thans het beeld der verwarring,
ontslaan door 't plegen van onregt en geweld.
Wanneer en hoe er eens een einde aan zal
komen ziedaar een vraag, die voorbands nog
moeijelijk te beslissen is.
De oorlogs geruchten hebben ook in De
nemarken reeds hun invloed doen gelden,
minister van oorlog heeft in het deensche Fol-
kething eenige wijzigingen der begrooting voor
zijn departement voorgedragen o, a. een aan
vrage om krediet voor onvoorziene buitenge
wone uitgaven. In het Landsthing is reeds
het verlangen te kennen gegeven, dat de minister
van marine deensche pantserschepen zou uitrus
ten, ten einde deze bij een eventuëlen oorlog
tusschen Pruisen en Oostenrijk, voor de hoofd
stad te doen post vatten, ter bescherming van
Kopenhagen voor een mogelijken aanval der
Pruisische vloot. Dit voorstel werd door sommi
gen ondersteund, maar ook door anderen be
streden.
Keizer Maximiliaan I ontbreekt het nog
maar al te veel aan vredelievende onderdanen.
Telkens toch berigtendat de juaristische
krijgsmagt afneemt en toch: telkens weer an
dere, die gewagen van geleverde gevechten met
deze troepen. Weer wordt in de jongste be-
rigien uit dat keizerrijk meêgedeeld, dat er
verscheidene belangrijke gevechten geleverd zijn
in die streken, welke zich nog niet aan het
keizerlijk gezag hebben onderworpen. Eene
stad tusschen Puebla en Mexiko was o. a.
door een korps juaristen ingenomen. Ook in
’t noorden hadden de keizerlijke troepen ver
scheidene nederlagen geleden. De fransche
inwoners hebben veel te lijden van de Mexica
nen, die met de interventie niet te vreden
zijn; zij worden geplunderd en hunne eigen
dommen verwoest. In dien staat van zaken,
is het niet te verwonderen, dat Maximiliaan
zeker niet met veel genoegen de fransche hulp
troepen zal zien aftrekken.Toch schijnt hun
vertrek nu voor goed besloten te zijn. Het
verblijf dezer troepen is den Amerikanen een
doorn in toog, en Napoleon III zou misschien
wel wenschen, dat hij zich nooit met Mexico
had ingelaten, ’t Heeft Frankrijk althans men-
schenlevens en geld genoeg gekost.
In de afgeloopen week moet de zitting
der Donau-Vorstendommen-konferentie te Parijs
een louter negatief resultaat hebben opgeleverd.
Men scheen tot geen besluit te kunnen komen
en heeft, naar verzekerd wordt, de werkzaam-
X,
SNEEKER
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels, gewona
.letter 40 Cents, voor eiken regel daarenboven 10 Centt.
behalve 35 Cents Zegelregt voor iedere plaatsing,
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en
ZATURDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden is
binnen deze Stad f 1.65 buiten de Stad franco 1.90
In deze zitting is medegedeeld: dat door de afdeelin-
zijn benoemd tot voorzitters de heer van Aylva van
Pallandt, Cost Jordens, van Meeuwen en Boreel van
Hogelanden, en tot ondervoorzitters, de heer Schimmel-
penninck van der Oije, Biankenheim, de Vos van Steen-
wijk en Duymaer van Twist; benevens wie tot rappor
teurs voor de verschillende wetsontwerpen zijn be
noemd.
De commissiën van rapporteurs hebben hare eigen
verslagen uitgebragt omtrent de wetsontwerpen tot ver-
hooging van hoofdstuk III B der Staatsbegrooting voor
1865, tot goedkeuring van sommige bepalingen der over
eenkomst tusschen Nederland en België enz., tot be
krachtiging eener provinciale belasting in Groningen,
tot onteigening van een perceel voor den bouw van eene
school te Leek, en tot vaststelling van bepalingen om
trent den accijns op het geslagt,
Die ontwerpen van wet zullen Zaturdag behandeld
worden.
Van den Iden. In hare zitting van heden heeft de
kamer aangenomen de ontwerpen die heden aan de orde
waren gesteld, waaronder de overeenkomst met België,
met eenparigheid van stemmen. De minister van buiten-
landsche zaken heeft verklaard dat er een nieuw onder
zoek over de werken in Zeeland plaats heeft, waar
de uitslag verwacht wordt.
Van den 'iden. In de zitting van heden heeft',..
behandeling der definitieve begrooting voor fi- .„J “e
heer vau Twist gemeend dat de kwestie uanoiën de
van het oost-indische strafwetboek ui'-'. ,°r luyoering
l
COURANT-