B Y JR TX I1'! I
t
t
gp
B
I
5
ie
Getrouwd:
J. R. GERRITSEN,
van Wagcningen.
SPANJE.
In de kamer der afgevaardigden heeft de
minister van financiën eene ontwerp overeenkomst
ingediend, betreffende de koncessie voor 30
jaren tot oprigling eener nationale bank met
een kapitaal van 1480 millioen realen en de
bevoegdheid om eene hoeveelheid biljetten uit
te geven, vertegenwoordigende het driedubbele
en
A. G. HIDDINGA.
Sneek, 10 April 18GG.
ran haar kapitaal- De bank zal zoowel met
partikulieren als met de regering kunnen on
derhandelen. Zij zal aan de regering 400
millioen realen voorschieten tegen 5 pet., af
losbaar in tien jaren. De koncessionarissen
allen Engelschen, hebben twintig millioen als
waarborg gestort.
De minister heeft in den senaat verklaard
dat de nieuwe bank wordt opgerigt, omdat de
oude niet kon voorkomen of wegnemen de
krisis, veroorzaakt door het gebrek aan specie.
Vieemde dingen worden uit Kuba gemeld.
Generaal Dulce, de kapitein-generaal, heeft, voor
de tweede maal in 6 maanden zijn ontslag ver
zocht, en dit zal men hem nu wei moeten verlee-
nen, daar zijne positie onhoudbaar is geworden,
sedert uil onderschepte brieven zijne betrekkingen
met slavenhandelaars aan het licht zijn geko
men. Nog den 10 Maart jl. had het spaansche
oorlogschip Neptunus, een goelet, de Mathilde,
genomen en 175 bazales (d. i. in Afrika ge
boren negers) daarbij bemagtigd om ze in
vrijheid te stellen. Aan boord van de Mathilde
werden brieven gevonden, onderteekend door
Duice en den onder-gouverneur Pinal de
Rio, doch die door den kommandant van de
Neptunes van onwaarde werden verklaard. Dul
ce liet hierop in overleg met den handelaar in
negers, 100 dier slaven in het openbaar ver-
koopen en deelde met den ondernemer de op-
brengst. Te Madrid heerscht groote veront
waardiging over deze handelwijze.
CORRESPONDENTIE.
ringen zal geven op niet minder loyale wijze
dan dit door de Oostenrijksche regering is ge
schied ten opzigte van de beweerde bijeentrek-
king van oostenrijksche troepen.
Op verzoek van Pruisen is den 9 dezer
een buitengewone zitting van den bondsdag
belegd. Men verwacht het voorstel van Prui
sen tot het bijeenroepen van een duitsch par
lement.
Karei, oud 12jaar, door middel van cyankalium
in theepunch gemengd. Twee kinderen uit den
tweeden echt, Rudolf en Hendrik, 8 en 6 jaar i
oud, zijn gespaard geworden; zij hadden dien i
dag bij hunnen grootvader doorgebragt en wa- I
ren s avonds, zonder de ouders te zien, ter i
ruste gelegd. Ten 7 ure ’s avonds was Tuvora
met zijne echtgenoot van eene wandeling huis
waarts gekeerd en toen had hij de thee bereid, i
Later vond de dienstmeid de deur der kamer i
gesloten, en toen dit ’s morgens nog het geval I
was, werd zij door de politie geopend en] men
vond de vijf personen dood met de sporen van t
stuiptrekkingen op de bedden liggen. Alleeni
Tuvora lag met gesloten handen en opene oogen
op zijne legerstede; zijne vrouw ook met opene
oogen, doch met gevouwen handen in hetzelfde
bed; Aloysia lag op den vloer op een opzettelijk
ingerigte legerstede, met het aangezigl rugwaarts
gekeerd en de handen krampachtig zaAmgevou-
wen; de twee zoons, Jozef en Karei, lagen in
een afzonderlijk bed bij elkander. Alle lijken
waren in hel gewone nachtgewaad en bij de
komst der politie nog niet koud. Groote finan
ciële nood wordt als oorzaak opgegeven. Eene
den 2 dezer ontvangen depêche uit Jeruzalem
meldende dat het reisgezelschap aldaar geen geld
heeft om den teruglogt aan te nemen, moet
Tuvora ten eenenmale radeloos en wanhopend
gemaakt hebben. Dat vrouw en kinderen vrij
willig mede den dood hebben ondergaan, blijkt
uit een door Karei geschreven brief, die bij de
lijken gevonden werd.
Weenen. De Abendposl meldt, dat de Rus
sische generaal Richter alhier aangekomen is
met een brief van den czar voor den keizer
een identiek schrijven is door den generaal aan
den koning van Pruisen overhandigd.
Het Dresdener Journal meldt, dat in eene
circulaire van Oostenrijk dd. 16 Maart eene
bondsbeslissing van het geschil met Pruisen in
uitzigt gesteld wordt. Deze circulaire staal
niet in verband met die van 31 Maart. Beide
stukken hebben op de overgroote meerderheid
der Duitsche regeringen den besten indruk
gemaakt.
De officieuse Weener correspondent van
van de Karlsruher Zeitung berigt: Naar men
verneemt is, gelijktijdig met de Pruisische circu
laire aan de Duitsche bondsstaten, eene circu
laire depêche van Pruisen aan de vreemde
groote mogendheden afgezonden, waarin de vrees
wordt te kennen gegeven, dat Pruisen bij den
tegenwoordigen stand dertzaken, naauwelijks zal
kunnen vermijden den dreigenden aanval van
Oostenrijk, door de opening der vijandelijkheden
te voorkomen, en daardoor den schijn op zich
te laden de aanvallende partij te zijn.
Men meent te welen, dal de Oostenrijksche
regering aan haren gezant te Berlijn een nota
gezonden heeft in antwoord op de jongste nota
van den heer von Bismarck. Men verzekert dat
Oostenrijk, vasthoudende aan zijne nota van 31
Maart, nu de hoop te kennen geeft dat P> uisen
ten aanzien van zijne krijgstoerustingen ophelde-^
■V
dl
V»
t
t
5
I
I»
r
n
n
Hl
Aan den zich noemende, geabonneerde',' belangstellende in
zekere „tijdingen,” zij bericht: dat we ZEds. verzoek hebben
ontvangen. Wij maken hem de opmerking, dat we deze
berichten juist achterwege heten, om dat we meenden,
dat er hier weinig of geen notitie van genomen werd.
Daar we aan onze lezers evenwel gaarne genoegen
doen, zullen we zijn verzoek in overweging nemen.
Wij meenen echter vooraf te mogen verwachten, dat
ZEd. zich aan ons bekend zal maken, daar men toch
niet kan vorderen, dat aan elk, anoniem gedaan verzoek,
door ons zal worden voldaan. Stelt ZEd. er dus wer
Ictlijk belang in- wat we vertrouwen hij noeme zich
en we zullen zien.
moge, gelijk alle belastingen op voorwerpen van verbruik,
de belasting duurder genaakte
do belasting niet voor, want voorschot is alleen bij
lateren termijn van verschuldigdheid denkbaar; hij koopt
en betaalt, voert in en voldoet de door hem zelven eu
door hem alleen bij dien invoer verschuldigde belasting.
En is het niet in het belang van den koopman zelf.dat
hij dadelijk zijne betasting in eens betaalt, in plaats van
bij lederen verkoop het kleine aandeel van ieder consu
ment in den accijns voor de gemeentekas te incasseren
en eerst dan aan den gemeentc-outvangcr tc verantwoor
den
Daarenboven bewijst het argument, uit het zooge
naamde voorschot getrokken, te weel. Want indien de
koopman zijne waar door ongeval verliest, dan wordt
die waar niet verbruikt, hij zoude alzoo iets onver
schuldigds voorgeschoten hebben, en alzoo zijn voorschot
van de gemeente kunnen terugvragen. Zou wel iemand
in zoodanig geval de restitutie verdedigen
Van regt alzoo, dat geschonden wordt, kan hier geen
sprake zijn.
Ook op de billijkheid wordt gewezen, en deze in 't
voordeel der kooplieden tegenover de gemeentekas inge
roepen. Tegenover hen, die zich daarop beroepen, is
het moeijelijk te strijden, want billijkheid is iu veie
zaken, maar vooral in deze, een onderwerp van, hetgeen
men noemt, subjectieve meening. Indien de raad, of
elke andere gestelde raagt, zich, daar waar het regt
zwijgt: op billijkheid beroept, men werpt haar dadelijk
het verwijt van het aanvoeren van gronden vanconve-
nientie tegen. Maar vooral is die strijd moeijelijk, als
zij tegen de handelaren gevoerd wordt door den raad
zelven, die niet, gelijk de Kamer van koophandel, slechts
een gedeelte der burgerij in zijn bijzonder karakter van
handelsstand vertegenwoordigt, maar de algemeene be
langen der gemeente, in het gegeven geval der pennin
gen der gezamenlijke burgerij, als die vanéén ligchaam,
in bescherming moet nemen. Billijkheid jegens het ge
deelte kan onbillijkheid jegens het geheel worden, en
daar waar het een geidelijk verschil betreft, is misschien
eene der partijen een onbevoegde regter, maar voorzeker
niet geroepen haar eigen belang uit het oog te verliezen,
om enkelen tegenover allen te bevoordeelcn. Nog eens
herinnert de Commissie aan den door haar aangenomen
regel, en gelooft zij, dat alleen dan de billijkheid haar
tot restitutie zoude stemmen, indien de accijns meer
plotseling ware opgeheven, en aan de handelaren tijd
tot regeling van den inslag en gelegenheid tot opruiming
had ontbroken.
Hebben eindelijk de kooplieden, of liever de adressan
ten, het bezwaar, aan de uitvoering van hun wensch
zoo natuurlijk verbonden wel behoorlijk gepeild Niet
de brandstoffen alleen, maar alle accijnspligtige waren
hebben, als die wensch bevredigd mogt worden, gelijk
regt. De particulieren hebben ook deu accijns van hun
eigenen voorraad „voorgeschoten.” Waarom zullen
wij minder geacht worden roepen die consumenten:
want billijkheid wordt onbillijkheid als hij die een gul
den terugvraagt, niet met hem die honderd terug erlangt,
gelijk gesteld wordt. De kooplieden wijzen ons in hunne
adressen den weg niet, de Kamer van koophandel ver
klaart zich, wel is waar, volgaarne bereid den raad voor
te lichten; maar hoe anders dan door persoonlijk onder-
zoek der ambtenaren bij ieder belastingschuldige, door
de geheele stad, in één of twee dagen, zal de opneming
kunnen geschieden De gemeente ambtenaren zullen
iedere aangifte moeten nameten en napeilen; want ge-
1 schiedt de verificatie, wat men noemt, op het oog of bij
raming op goed vertrouwen, inderdaad, de raad zal het,
1 verwijt van ligtvaardigheid niet kunnen ontgaan, indien
hij zoo iets zoude voorbereiden, en het is ook daarom,
dat de Commissie het niet waagt, den Raad een zoo
glibberig voetspoor aan te wijzen.”
KERK- ACADEMIE en SC1IOOLNIEVWS.
Beroepen.- te Kootwijk, P. N. Pikaar, cand. bij het
prov. Kerkbestuur te Utrecht te Oud-Alblas, ds.
P. Deetman van ’s Grevelduin Kapelle en Vrijhoeven.
te Niekerk, Oldekerk en Paan, ds. N. Warmolts
van Ee.
Bedankt- voor Warns c. a. ds. J. Appel van Noor-
deloos.
Aangenomen: de beroeping naar Zoelen, door M. B.
Petlo van Deurnen c. a., naar Harich eu Ruigahuizen,
door ds. P. A. de Bruiue van Noorden.
In het No. 869 van het weekblad voor de Burgerlijke
administratie werd eene missive medegedeeld, door de
Kamer van Koophandel te ’s Hage aan den Gemeente
raad gerigt over de vraag, of er van wege de gemeente
teruggaaf behoort te geschieden van betaalden accijns
aan de handelaren in brandstoffen, voor hoeveelheden,
die zij op le. Mei a. s. zouden blijken in voorraad te
hebben. De Commissie voor de belastingen heeft hierop
geadviseerd, uitwelk advies wij het volgende overnemen,
daar dit eenig licht kan verspreiden over de vraag, hoe
het punt van restitutie elders wordt beschouwd:
(Redactie.)
„De Kamer van koophandel spreekt van regt en
billijkheid, die hier beide geschonden zouden zijn; her
innert, dat men den accijns niet in een regt op den
invoer mag veranderen, en dus de waar niet mag belas
ten maar dat alleen de verbruiker de belasting
schuldige is, en voert aan dat de stedelijke regering
goed vond deu handelaar tot percepteur of tusschenper-
soon aan :e stellen, en hem „noodzaakte” de betasting
voor te schieten. Deze voorstelling is onjuist, en de
gevolgtrekkingen steunen alzoo op een verkeerden grond
slag. Het geldt hier namelijk de betasting op turf,
brandhout en steenkolen; de naam der belasting, de ver
ordeningen. die haar regelen, geven haar het karacter
van eene betasting op voorwerpen van verbruik. Zij
middellijk dienen om den verbruiker te treffen; de ver
bruiker moge de verwarming van zijn haard of oveu,
ten gevolge dier betasting, duurder betalen, zij treft
hem echter niet persoonlijk, en zeer zeker niet regt-
streeks. De gemeente kent geen ander dan den invoer
der als haar accijnspligtige, deze is de schuldenaar, en
van regt op restitutie kan geen sprake zijn, wanneer,
gelijk hier, de belasting bij deu invoer was verschuldigd
en geheven. En al ware de accijns, gelijk de Kamer
zegt dat hij niet zijn mag, een geheven regt op deu
invoer, dan nog is hij die invoert, de schuldenaar van
dat regt, eu vereenzelvigt zichdat betaalde regtop den invoer
met den koopprijs van de waar, even als het tarief op den
invoer binnen het Rijk ware toegepast ook dan wanneer opslag
in entrcpöt zoude worden toegestaan. Hij dus, dieden handel
in accijnspligtige waren aanvaagt en uitoefent, (en hier
toe wordt niemand gedwongen of genoodzaakt) stelt zich
zelven vrijwillig aan, niet tot percepteur of tusschenper-
soou tusschen gemeentekas en consumenten, maar tot
handelaar, die, met hoop en kans op debiet, het door