a A N T. I g p X". 33. MEEiVS- ES ADV£RTEi\TlE-BLAD VOOR DE STAD ES DET ARRONDISSEMENT SXEEK. -W- J A A n G A G Woensdag 25 April. BUITENLANDSCH POLITIEK OTERZIGT. eene I - »- „De Oostenrijksche nota soort van ultimatum beschouwd weener kabinet beantwoordt dat Pruise.i het Oostenrijksche ultimatum zal verwerpen Van verschillende kanten wordt het ge rucht bevestigd, dat prins Karei van Holten» /.ollern- Sigmaringen even als de Graaf van Vlaanderen, voor de Kroon van Rumanie be~ dankt heelt. Voornamelijk schijnt hij hiertoe gebragt te zijn door de raadgevingen van Frankrijk en het krachtdadig verzet van Rus land. Frankrijk toch zou geheel van zienswijze zijn veranderd en de benoeming van eenen inboorling tot hospodar der Donau-Vorstendom- tnen hebben aangeraden, ten einde zoo Molda vië en Wallachije tot ééne republiek, uit twee staten beslaande, te vereenigen. Behalve Rus land wil men ook dat Oostenrijk zich tegen de verkiezing van den vorst van Uohenzollern heeft verklaard. Prins Adalbert van Pruisen, die zich reeds eenigen tijd geleden met het onder zijn bevel staande smaldeel der Pruisische zeemagt naar de Middellandsche zee had begeven, heeft dezer dagen een bezoek aan het koningrijk Italië en bepaaldelijk aan de maritieme inrigtingen aldaar gebragt. Volgens een schrijven uit Florence van 14 dezer, bevond die prins zich den vorigen dag in de Italiaansche oorlogshaven Spezzia, en zou hij waarschijnlijk te Florence komen alvorens Italië te verlaten. De Oesterreichische Correspondenzt een half officieel dagblad van Weenen, meldt uit eerstgenoemde stad, dat de prins te Genua aan boord een feestmaal aan Italiaansche officieren had gegeven, en ook een bezoek aan koning Victor Emanuël zou bren gen. Volgens bedoelde korrespondentie zou de prins met eene vet trou welijke zending van het Pruisische gouvernement belast zijn. De rijksdagen van Zweden en van Noorwe gen hebben de regering uitgenoodigd over te gaan tot een herziening der grenzen van de twee landen in het hooge Noordenwaar de vestiging van een aantal Russen tot nadeel der inwoners van skandinavisch Lapland strekt. De Fransche Monit. meldt dal Jozef Karam, na het mislukken van zijn plan om zich naar Europa in te schepen, heeft zich tol de Porie gewend, om zijne onderwerping aan te bieden, met verzoek tevens zich in eene der provincieën van het ottomanische gebied te mogen vestigen. De Porte, van dat verzoek oaderrigt, heeft daarop geantwoord, dat zij ten dien aanzien geen be sluit denkt le nemen, alvorens het gevoelen van den gouverneur van den Libanon mgewonnen te hebben. De Herald berigt dat de juarislische ge neraal Vega het eiland Carmen aan kapitalisten van San Francisco verkocht hoeft. Genoemd I eiland ligt ir. de golf van Kalifornië, en was de eigendom van een tak der familie van dien I generaal, Het bezit aanmerkelijke zoutputteu, kan als worden, daarin de Pruisische nota van 15 dezer, waar bij graaf von Bismarck weigerde het eerst de militaire maatregelen in te trekken. Thans wil Oostenrijk hem elk voorwendsel hoegenaamd ontnemen, en biedt aan zich den 15 April te ontwapenen op voorwaarde dat Pruisen den volgenden dag dit insgelijks doe. Oos tenrijk verklaart tevens, dat, ingeval Pruisen mogt weigeren zich hiertoe te verbinden, het Oostenrijksche leger onverwijld gemobiliseerd zal worden. Intusschen worden toebereidselen gemaakt om 10,000 man naar Bohemen te zenden, waar reeds 40 000 man 'ereenigd zijn. Oostenrijk heeft reeds een zeer goede stelling ingenomen om Silezië aan te vallen. Mogt alzoo graaf von Bismarck het Oostenrijksche ultimatum verwerpen, dan zal op genoemd punt de oorlog een aanvang nemen. Velen verwach ten die verwerping, want voor een paar dagen zeide graaf von Bismarck: „„Laat Oostenrijk thans doen wal het wil, het is te laat. In derdaad de toestand is te gespannen om nog eenigen lijd le kunnen duren; de uitbarsting is bijna, onvermijdelijk. Men gelooft echter niet Hoezeer de aigemeene opinie omtrent het Oostenrijksch-Pruisisch conflict in de laatste dagen geneigd was te gelooven, dat nu de zaak tusschen die beide mogendheden op diplo matiek terrein behandeld werd, men geruste- 1 jk een langen termijn voor de beslissing z<>u mogen aannemen, schijnt eene oplossing op handen te zijn, zóó spoedig dat binnen weinige dagen de onzekerheid in Europa zal opgehouden zijn. Onder het door de dagbladen in den laatslen tijd medegedeelde, zijn vooral belangrijk de volgende twee aigemeene dagblad-telegram- men uit Weenen lo. „De ochtendbladen deelen een gerucht mede, dat evenwel nog bevestiging noodig heeft, namelijk dat eene overeenkomst zou zijn gesloten, volgens welke Oostenrijk den 26 dezer zouden overgaan tot ontwapening.' 2o. „Oostenrijks antwoord op Pruisens dépêche van 15 dezer is gisteren (19 April) verzonden. Dit antwoord moet formeel vredelievend luiden en eene spoedige wederkeerigc ontwapening voorstellen.” In de tweede plaats een parti kulier telegram uit Brussel meldende dal Oos tenrijk aan Pruisen een ultimatnm gesteld heeft daartoe strekkende dat eerstgenoemde mogend heid den 25 zal en de tweede dag daarna moet ontwapenenen dat, bijaldien Pruisen daartoe niet overgaat, de mobilisatie onmiddel- hjk zal volgen. Met betrekking lot deze belangrijke mede- deeling, worden de volgende nadere bijzon derheden gemeld een Hel PUBLICATIE BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de gemeente SNEEK brengen bij deze ter kennis van de ingezetenen’ WOUDA. De Secretaris 11AGA. zoo als gebruikelijk Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATUUDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden is. binnen deze Stad ƒ1.65, buiten de Stad franco 1.90 Hmara—maas! ,.J 1= 1 -=S8^-- -j= =S. A D V E 11 T E N TIEN van 1 tot 4 regels, gewone letter 40 Cents, voor eiken regel daarenboven 10 Cents» behalve 35 Cents Zegelregt voor iedere plaatsing, lo. D.,t de uitreiking der biljetten en dcclaratoiren voor de beschrijving van de personeele belasting en het patmtregt. o er het dienstjaar 1866/67 zal piauts hebben in de maand Mei dezes jaars, en wel op den 13 dier maand en dat met de weder-inzameling daarvan acht dagen daarna een aanvang zal worden gemaakt. 2o. Dat. evenwel hiervan zijn uitgezonderd de patent pligtigen vermeld onder No. 3740 van tabel 14 der Wet van 21 Mei 1819 (Staatsblad no. 34,zijnde slij ters in Wijnen, Dranken en Likeuren in ’t klein Tap pers, Kroeghouders en Koflijhuishouders, als aan welke door of van wege de Ontvangers zoodra mogelijk na den ingang van het dienstjaar en zonder de gewone beschrijving af te wachten, een declaratoir zal worden bezo gd, hetwelk, na verloop van drie dagen, van hen wider zal worden afgehaald. 3o. Dat die genen, welke bij het aanbieden of be zorgen der biljetten of verklaringen, of ook bij het terughalen van dezelve mogten zijn voorbij gegaan of over geslagen, zich in geen geval op zoodanig verzuim mogen beroepen, maar integendeel gehouden zijn, om de vereischte en behoorlijk ingevulde verklaringen vóór of uiterlijk op den 31 Mei e. k. in te dienen ten kantore des ontvangers, alwaar de biljetten ter invulling steeds verkrijgbaar zullen zijn. 4o. Dat de patentpligtigen van de tabellen 7 en 16 /zijnde kramers, vreemde kooplieden en sehippers of diiectievoerenden van vaartuigen), zoomede dedebitanten van loterijbriefjes, voor zoo veel dezelve hun beroep niet beginnen aan te vangen, ter bekoming van hun patent aangifte behooren te doen bij de hoofden der Piaatselijke Besturen aan de Piaatselijke Secretarijen vóór de expi ratie van den termijn voor de ophaliug der gewone dcclaratoiren van patent bepaald. 5o. Dat voor de onder ten 4den gemelde patent- sohuldigen op vertoon van de kwitantie van de be taalde regten, uitgezonderd degenen, die hunnen aanslag bij termijnen kunnen betalen aan welke zonder vertoon van kwitantie het patent kan worden afgegeven, de pa tenten dadelijk verkrijgbaar zijn, wordende de patent pligtigen, vermeld onder no 3740 van tabel 14 bij deze tevens opmerkzaam gemaakt, dat het patent- over- eenkumstig art. 2 der wet vau 24 ztpril 1843 no. 16, niet, aan hun mag worden afgegeven, dan nadat zij de helft van bunnen aanslag voor het. dienstjaar hebben be taald en het verschuldigde van het voorafgaande jaar ten volle zal zijn aangezuiverd; terwijl zij bovendien wanneer zij in gebreke blijven de patenten af te halen, telken reize dat zij het vereischte patent of afschrift van dien aan den bevoegden ambtenaar niet kunnen v. rtoonen volgens art 32 1 der wet van 21 Mei 1819 vervallen in eene boete van ƒ15. 6o Dat ingevolge art. 29 2 der wet op het personeel, van 29 Maart 1833 (Staatsblad no. 4), tot tcgenschatters dezer gemeente benoemd; WILHELMUS van DRUTEN, S1PKE van dbr WERF, MEINSE MOLENAAR en PETRUS MOLENAAR. En zal deze worden afgekondigd ia. Sneek den 21 ^fpril 1866. Burgemeester en Wethouders voornoemd,

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1866 | | pagina 1