Nö. 48.
x!
NIEUWS- EN ADVERTENT1E-DIAD VOOR DE STAD EN HET ARRONDISSEMENT SNEER.
1866. EENENTWINTIGSTE
JAARGANG
Zaturdag 9 Junij.
*4
I'
Slalen-Generaal. Eerste Kamer.
I
B X Jü M X M A M J2«
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
SNEEK brengen door deze ter algemeene
kennisdat de Koning den wensch heeft te
kennen gegeven, dal, uithoofde van de thans
min of meer heerschende cholera, geene open
bare feestplegtigheden plaats hebben, ter ge
legenheid van den verjaardag van Hare Majes
teit de Koningin, op 17 Junij aanstaande.
Sneek den 9 Junij 1866.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
WOUDA,
Secretaris
HAGA.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
SNEEK maken bekenddat de Raad dezer
Gemeente in zijne Vergadering van i dezer
maand tot Keurmeester van SlaglveeVleesch
en Spek in deze Gemeente heeft benoemd den
Heer P. van STAA Veearts alhier.
Sneek den 5 Junij 1866.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
WOUDA.
De Secretaris
HAGA.
binnenlandsehe zaken van den 2 Junij 1866 is,
met ingang van 1 Junij 1866, het dagelijksch
toezigt op de dienst van den staatsspoorweg
LeeuwardenGroningen mede opgedragen aan
den spoor wegopziener A. M. Vroeg, ter stand
plaats Leeuwarden.
Door Z. M. is op voordragt van den
minister van justitieaan zes en twintig ge
vangenen afslag van hunnen straftijd verleend,
onder welken aan één geheele vrijstelling, doch
deze heeft dit niet mogen beleven; slechts
weinige dagen vroeger stierf hij. Van de
overige vijf en twintig hebben veie zes maan
den en eenige drie maanden kwijtschelding van
hunnen straftijd bekomen.
De Staats-Courant deelt de volgende bc-
rigten betreffende de cholera mede
Den 2 Junij. Leijden, aangetast 11, over
leden 5; s Gravenhage, aangetast 2 overleden
1; Delft aangetast 15, overleden 10; Rotterdam,
aangetast 3, overleden 1; Gouda, aangetast 4,
overleden 2.
Den 3 en 4 Junij. Leijdenaangetast 36,
overleden 24, 's Gravenhage, aangetast 6, overl.
5; Delft, aanget. 32, overl. 13; Rotterdam, aan
getast 5, overleden 2; Gouda, aangetast 2, overl. 3.
Den 5 Junij. Leijden, aangetast 39, overl. 21;
's Gravenhage, aangetast 9, overleden 4; Delft,
aangetast 21, overleden 9; Rotterdam, aanget. 1,
overledeugeene; Gouda aangetast 5, overleden 2
Omtrent de koloniën van de Maatschappij,
van Weldadigheid meldt Amst. Cour.
„De geheele bevolking der koloniën van de
Maatschappij van Weldadigheid bestaat tegen
woordig weinig meer dan uit zoogenaamde ko
lonisten vrijboeren, die tegen vaste jaarlijksche
opbrengsten de hoeven bewonen en het land
bebouwen. Kolonisten in den eigenlijken zin,
voor wie die inrigting de vruchten der welda-
dadigheid afwerpt, zijn er zoo te zeggen niet
meer. Men schat de vermindering in den loop
der bevolking sedert de scheiding met de rijks—
gestichten, veroorzaakt door vertrek naar
elders en het niet meer overgaan der hoeven
van ouders op kinderen of andere gezinnen,
zoo daarvoor niet op nieuw wordt betaald, iets
waaraan het tegenwoordig juist hapert. Op
merkelijk is hel, dal zij die sedert eenigen tijd
veel meer dan vroeger Qi,s wanneer zich zulks
slechts tol enkelen bepaalde) naar Nijverdal,
Almelo, enz. trekken, om alda’ar bij het fa
briekwezen werkzaam te zijn, meest tot de
R. Katholieke godsdienst behooren. De bouw-
valligste der iedigstaaode woningen, wier kos
ten van onderhoud boven 't gewin loopen, dat
het verin.ren aan vreemden op'evert (’t welk
sedert gernimen lijd geschiedt), worden van tijd
lol lijd gesloopt; een maatregel, die zeker niet
af te keuren is. De toestand der bevolking is
hel geheel niet ongunstig. De stelregel „loon
Z. M. heeft benoemd tot ontvanger der
dir. belastingen en acc. te Jelsum, den heer
W. Hillebrandt, thans ontvanger der in- en
uitgaande regten te Knalhutle, en tot ontvanger
der directe belastingen en acc. te Hallum c. a.
den heer F. C. G. van Molman, thans iu die
zelfde betrekking te Bellingwolde.
k Bij beschikking van den minister van
SNEEKER
wijziging
ADV ER TEN TIEN van 1 tot 4 regels, gewon»
.letter 40 Cents, voor eiken regel daarenboven 10 Cent»,
behalve 35 Cents Zegelregt voor iedere plaatsing,
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en
ZATURDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden is
binnen deze Stad f 1.65 buiten de Stad franco 1.90
COURANT.
zich met de benoeming van voorzitters en tweede voor
zitters bezig te houden.
In de Zitting van Maandag 4 Junij heeft de
heer Mijer, minister van koloniën, ten opzigte van het
lager ouderwijs het volgende iu substantie gezegd
„En wat nu betreft het lager ouderwijs, wat is er
al niet aan deze Regering ten laste gelegd omtrent hare
bedoelingen met het lager onderwijs! Ik zou meeuen te
kort te doen aan den eerbied dien de Regering aan
dezen tak der Vertegenwoordiging verschuldigd is, wan
neer ik thans al datgene, wat door velen daaromtrent Is
verkondigd, hier zou bespreken.
„Maar nu het toch besproken buiten de Kamer, acht
ik mij verpligt hier openlijk te verklaren, dat alles wat te
dien aauzten aan de Regering is ten laste gelegd on
waarheid is.
„Wij willen de grondslagen, deswege in de Grondwet
gelegd, niet wijzigen. Het ligt volstrekt niet in de bedoe
ling der Regering eene grondwetsherziening voor te dra
gen, ten einde aan het volksonderwijs eene andere rigting
te geven dan iu 1857 bij de wet is vastgesteld. De Staat-
school blijft regel; de particuliere school blijjt uitzondering.
„Maar daarom wil ook deze Regering het oog niet
sluiten voor de toepassing der wet op het lager onder
wijs. Het is voldoende bekend, dat tegen die wet vele
bezwaren, vele gemoedsbezwaren bestaan. De Regering
zal, behoudens de grondslagen in de wet gelegd, die be.
zwaren met naauwgezetheid overwegen.
„Zij zal overwegen of bet niet mogelijk is die bezwaren,
met de bestaande wet in dt hand op te heffen. Is dit
evenwel onmogelijk, en zijn die bezwaren zóó gewigtig,
dat daaronder een volksbelang zou lijden, dan zal de Re
gering te zijner tijd aan de Wetgevende Magt eene
voordragt indienen, die strekken kan om deze zaak te
regelen.
„Het onderwijs is geen partijzaak; het nationaal onderwijs
is eene volkszaak en hel zal volkszaak blijven, zoolang deze
llegering de eer zal hebben de teugels van het bewind iu
handen te houden.
„De Regering heeft het voornemen niet om ten gelieve
van deze of gene partij de hand aan de Grondwet te slaan;
maar zij zal met onbeschroomdheid eene wijziging in de
wet van 1857 voorgedragen als zij meent dat dit ter be-
vordering van een volksbelang noodig is, en als de zaak
niet, met de wet zelve in de hand, kan worden geregeld,
„Ik hoop dat deze verklaring, hier naar waarde afge
legd en waarmede al mijne ambtgenooten instemmen,
een eind zal rnakon aan al den twijfel, ik zou haast
zeggen de lasteringen, die te dien aanzien nopens
het kabinet zijn verspreid.
„Neen! De Regering wil alleen de vrijheid van het bij
zonder onderwijs, die de Grondwet ook wil, eerbiedigen.
En als die vrijheid door gemoedsbezwaren wordt belem
merd, dan zal de regering deze trachten op te heffen.
„Maar zij wil eerst onderzoeken of het niet mogelijk is
in die bezwaren, door de wet zelve, te voorzien Eerst
wanneer dit blijken mogt ónmogelijk te zijn, zal de Re
gering eene wijziging in de onderwijswet voortdragen.
Zitting 4 Junij.
De kamer heeft hare werkzaamheden hervat.
Onder de ingekomen stukken behooren
a. de koninklijke besluiten betreffende de veranderin
gen welke het Ministerie onlangs heeft ondergaan
b. de van de Tweede Kamer ontvangen en door deze
aangenomen wets ontwerpen
c. de geloofsbrieven van den heer Tonckens, herko
zen tot lid der Kamer na zijne herbenoeming tot kan-
tonregler, ten gevolge waarvan hij had opgehouden lid
te zijn;
d. een adres van den heer de Jonge, commies-griffier
der Kamer, daarbij verzoekende bij deze betrekking te
mogen waarnemen die van adjunct-rijks-archivaris
e. de raming der uitgaven voor de Kamer voor het
volgend jaar.
De Minister van koloniën heeft, namens het nieuwe
optredende bewind, waarvan alle leden tegenwoordig wa
ren, eenige mededeelingen gedaan omtrent de vorming
van het kabinet, en aangaande het door hetzelve te vol
gen regeringsbeleid zoo op koloniaal als binnenlandsch
gebied.
Naar aanleiding van die rede werd het woord gevoerd
door de heerën Schimmelpenninck van der Oije, van
fiwinderen, Cremers, Duymaer van Twist en den Minis
ter van koloniën. De beraadslagingen werden daarmede
gesloten verklaard, en besloten aan den voorzitter over
te laten een nadere dag aan de kamer voor te stellen
ten einde de leden, die ten aanzien van de ontvangen
mededeelingen, nadat van den inhoud kennis zou zijn
genomen, opmerkingen wenschten te maken of die me
dedeelingen verlangden te bespreken, daartoe iu de ge
legenheid te stellen.
De kamer heeft hare afdeelingen hernieuwd, waarna
de leden zich naar de sectie-kamers hebben begeven om