B7
MWS- EN ADVERTENTIE-DLAD VOOR DE STAD EN BET ARRONDISSEMENT SNEEL
1866. EENENTWINTIGSTE
Woensdag 13 Junij.
Eerste Kamer.
Slaten-Generaal.
JAARGANG
r
a>s- isuieten dieper dóórgedrongen darï“5ft tot onteige-
mng van pcicccicii i»e nu uibnuT»u.j tuvu «uvu 'j.irwcrpon
g I N H t a N 2.
Wethouders voornoemd
WO IDA.
De Secretaris
HAGA.
Zitting van Vrijdag 8 Junij.
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
SNEEK brengen door deze ter algemeene
kennisdat de Koning den wensch heelt te
kennen gegeven, dat, uithoofde van de thans
min of meer heerschende cholera, geene open
bare feestplegligheden plaats hebben, ter ge
legenheid van den verjaardag van Hare Majes
teit de Koningin, op 17 Junij aanstaande.
Suet k den 9 Junij 1866.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
WOUDA,
Secretaris
HAGA.
s GRAVENHAGE8 Junij. H. M. de
Koningin heeft heden namiddag een bezoek
gebragt aan het gemeente-gaslhuis alhier, en
meer in het bijzonder aan de afdeeiiug besmet-
telijken ziekten, thans ook voor de verpleging
van cholera-lijders bestemd. Door den ver
dienstelijken geneesheer-direkteur der inrigling,
dr. Chanfleury van IJssels ein, rondgeleid, heeft
H. M. zich allerminzaamst met de aanwezige
patiënten onderhouden en HD. bijzondere te
vredenheid zoowel over de inrigting als over
de wijze van behandeling te kennen gegeven.
Z. M. heelt benoemd lot ontvanger der
registratie en domeinen te Nijkerk, den heer
W J. G. M. Cramer vau Baumgarten, thans I
surnumerair.
Bij besluit van den 5 Junij jl. no. 51 heeft i
Z. M. goedgevonden tot ridder der orde van
den Nederlandschen Leeuw te benoemen den
heer mr. J. H. Geertsema, Cz.
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
SNEEK, verwittigen bij deze de ingezetenen:
dat de Alphabetische naamlijst van| de perso
nen die in dit jaar aan de loting voor de
schutterij moeten deel nemen, ter visie van
elk en een iegelijk zal liggen, op de Secretarie
vau de gemeente, van Woensdag den 13 tot
Zalurdag den 16 Junij 1866, des morgens
van 9 tot 12 uren, ten einde ieder in staat
zal zijn, om ingeval hem eenige personen of
omsianitigi^uvu voorkomen, die op de
lijst nog zouden behooren te worden aange-
teckend of daarvan weggelaten, daarvan aan het
stedelijk bestuur kennis te geven. Dat de lo
ting zal plaats hebben op het gemeentehuis,
"Woensdag den 20 Junij 1866, des voormiddags
ten 11 uren, voor diegenen welke geboren zijn
in 184< terwijl daarna dadelijk zal worden
overgegaan, tot de naloling der ingeschrevenen
van de jaren 18321840.
Wordende een ieder ingeschrevene opgeroe
pen om daarbij tegenwoordig le zijn, en re
denen van vrijstelling hebbeude, die alsdan op
te geven.
En op dat zulks kome ter kennis van een
ieder die het aangaat, zal deze worden afge-
kondigd, zoo als gebruikelijk is.
Sneek den 11 Junij 1866.
Burgemeester en
i
SNEiKER
I
<u-
COURANT.
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en
ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden is.
binnen deze Stad 1.65 buiten de Stad franco 1.90
minister van financiëndie dit oordeel in cijfers om
schreef, van dien aard is, dat er wel voor hetoogenblik
geene bezorgdheid behoeft te bestaan, maar dat voor
bezorgdheid in de toekomst inderdaad zeer veel grond
aanwezig is
De interpellatie betreffende het sluiktraktaat met Prui
sen eindigde met de toezeggingdat het zou worden
opgezegd, als de Regering daarin niet die wijzigingen
verkrijgen kon, welke in het belang van de Nederlaad-
sene ingezetenen als noodzakelijk zijn erkend.
In deze zitting zijn behandeld en aangenomen.- het
wetsontwerp tot wijziging en aanvulling van hoofdstuk
VI der begrootiug van staatsuitgaven voor het dienst
jaar 1865; het wets-ontwerp tot vaststelling van uitgaven
wegens wegens verstrekkingen door het departement
van marine, dienst 1866; het wetsopwerp tot vaststelling
der uitgaven wegens vertrekkingen, dienst 1866 ('Depar
tement van oorlog) het wetsontwerp tot verhooging van
het Vde hoofdstuk der staatsbegrooting voor 1866
Daarop is het wets-ontwerp tot verleeuing van subsidie
voor een kanaal ter verbinding van de veenen onder
Weerdine-e en Roswinkel met het Oranje-kanaal in Drenthe
-■rpllgting b. 11 stemmen verworpen.
Zitting 7 Junij.
In deze zitting heeft het aan^ekondigd debat over de
mededeeliugen waarmede de tegenwoordige Regering
het bewind aanvaardde, plaats gehad. Het werd iugeletd
door den heer Duymaer van Twistwas hoogst belang
rijk en daarbij vrij langdurig maar leidde daarbij lot
zeer positieve uitkomsten, d'e gemakkelijk in enkele
hoofdpunten zijn zuam te vullen.
In de eerste plaats maakte de wijze waarop het kabi
net gevormd was op nieuw bet onderwerp der bespre
king uit. Met de meeste rondheid werden daaromtrent
bij herhaling door de Regering al die inlichtingen ge
geven, welke men nog mogt kunnen verlangen, en daar
uit bleek op nieuw
lo. dat de heer Mijer was en is gebleven de aange
wezen man om het kabinet te vormen; 2o. dat die taak
door hem en den heer van Zuylen gezamenlijk was ten
uitvoer gebragt; 3o. dat de laatstgenoemde in het ka
binet geene andere plaats vervult dan ieder ander mi
nister van buitenlandsche zaken daarin heeft ingenomen,
en 4o. dat dit minisierie, op ’s konings uitdrukkelijk
verlangen, niet als partij-ministerie was opgetredeu.
Deze laatste verklaring zal zeker door geheel de natie
met welgevallen worden begroet, gelijk daarvan de zit
ting der Eerste Kamer dan ook reeds de blijken ople
verde. De heer van Beeck Vollenhoven toch zeide
groote waarde aan die verklaring te hechten, gelijk hij
hoopte dat ook bij het geheelc Nederlandsche volk het
geval zou zijn; want zeide die spreker, als het eenmaal
waarheid zal zijn dat eendragt magt maakt, dan zullen,
met medewerking van alle partijen, de groote volksbe
langen kunnen worden tet stand gebragt. Terwijl aan
den anderen kant de heer van Eysinga verklaarde zijne
adhaesie aan het kabinet uk' «e zullen onthouden..i
het getrouw bleef aan de aardlgd. In (]ut st,.oet
als de zijne heeft aangego.en.
Het maakte voorts e-n onderwerp van bespreking uit,
of bet tegenwoordige kabinet, als de konservatieve partij
vertegenwoordigendewel op konslitutionnele gronden
regt heeft gehad als Regering op te treden. De heer
van Twist meende dat dit niet zoo was omdat bet vo
rige kabinet wes afgetreden na de aanneming vau een
amendement, waartoe ook eene fraktie der liberale partij
had medegewerkt. Te regt werd daarop geantwoord
dat dan toch die liberale fraktie een beginsel van de
konservatieveu had overgenomen, gelijk dit veertien da
gen te voren door den heer Mijer was ontwikkeld.
De Regering bleef volharden bij hare verklaring, d.t
de oplossing der koloniale kwestien hare hoofdzaak is
en blijven zal. Zij wil die vervullen door regeling eer
kultures bij de wet, zonder wijziging van het regerings
reglement, waartoe de uitgevaardigde proklamatie reeds
de eerste stap was geweest.
Nopens de zaak van het lager onderwijs legde be
paaldelijk de minister van binnenlandsche zaken zeer
positieve verklaringen af. De transaktie, in 1858 tus-
schen de verschillende partijen aangegaan en waarvan
artikel 194 der grondwet de uitdrukking is, zal doorde
Regering worden geëerbiedigdzij zal iedere poging om
een smet te werpen op de staatsschool krachtig bestrij
den, maar zal ook aan de bezwaren van twee eerbied
waardige minderheden trachten te gemoet le komenen
daarbij in toepassing brengen die vrijheid, welke in ge
heel ons staatsbeheer de algemeene hoofdgedachte uit
maakt; zij wil aan die bezwaren trachten te gemoet te
komen door Êene ruime en milde toepassing der onder
wijswet, en alleen als dit ondoenlijk blijkt, zal zij daarin
eene wijziging voordragen.
De algemeene rigting van het kabinet werd voldoende
aangegeven door de volgende verklaring, mede uit den
mond van den minister van binnenlandsche zaken. Deze
Regering kent zich geen partijnaam toezij begrijpt
haar oorsprong; de aanleiding tot hare optreding zou
kunnen geleid hebben lot de benaming van behoudend;
en zoo zij die benaming niet repudiëertdan zegt zij
wij zijn van oordeel dat onze staatsinrigting, dat de be-
gmse.en daarin nedergelegd, moeten worden behouden;
dat moeten worden behouden de beginselen in 1848
vaslgesteld, de beginselen dte de vrijheid en het gezag
teven bevestigen.
Ten slotte moet nog worden opgemerkt, dat de staat
van ’s lands financiën, blijkens de mededeeling van den
ADVERTENT1EN van 1 tot 4 regels,gewone
letter 40 Cents, voor eiken regel daarenboven 10 Cents,
behalve 35 Cents Zegelregt voor iedere plaatsing,
tot onteigening van perceelen te Maastricht, het wets
ontwerp tot onteigening van perceelen ten behoeve van
den aanleg van een kanaal van de Dedemsvaart door de
zoogenaamde Ariër hoofwijk, naar de Vecht boven Om
men, het wets-ontwerp tot verandering der grenzen tus-
schen de gemeenten Stad en Ambt Ommen, het wett»
ontwerp tot onteigening van perceelen ten behoeve van
het openen en iuleiden van sprengen, onder de gemeen
te Apeldoorn, tot voeding van het kanaal van Apeldoorn
naar Dieren, het wets ontwerp tot het verkenen van
vergunning tot het tijdelijk voeren der Nederlandsche
vlag, het wets-ontwerp tot wijziging der begrooting van
het fonds voortspruitende uit de koopprijzen van do-
meinen, dienst 1866.
In deze zitting is ingekomeu eene overeenkomst, ge
sloten tusschen Nederland en België betreffende een nieuw
stelsel van verlichting der Wester-Schelde.
De Kamer is tot nadere bijeenroeping gescheiden.