MELHS- EN ADVERTWIE-RIAD VOOR DE STAD EN RET ARRONDISSEMENT SNEER. M 52 1866. EENENTWINTIGSTE JAARGAftft Zaturdag 30 Junij. VERGADERING VAN DEN GEMEENTE-RAAO VAN SNEEK, Slaten-Generaal. Tweede Kamer. Leid. 26 Junij 10 13 I Wethouders vooi noemd, WOUDA, Secretaris t 11AGA. overl. 717 261 339 538 224 Delft. Een lid van de Tweede Kamer der Slaten-Generaal, ingekomen 1642 stembriefjes. aanget. Leiden 24 s Hage 32 Delft 11 Rotterdam. 17 Dordrecht 20 Gouda 7 Utrecht .78 BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Sneek, maken bekend, dat de Raad dier ge meente, in zijne vergadering van heden met algemeene stemmen heeft besloten dat de KERMIS in deze gemeente in dit jaar niet zal plaats hebben. Sneek, den 25 Junij 1866. Burgemeester en Van ontaarde 12. Gekozen de heer nir W. Wintgens, met 1139; de heer Gevers Deynoot had 491 stemmen Utrecht. Een lid van de Tweede Kamer der Slalen-Generaal. Herstemming Geko zen de heer mr. N. P. J. Kien, aftr. lid met 640 stemmen de heer mr. W. R. Boer ver kreeg 574 stemmen. Arnhem. Een lid van de Tweede Kamer der Stalen-Gencraal. in de plaats van den heer van Lijnden, overleden. Uitgebragt 1459 stem men. Nieuwe keuze. Gekozen mr G. Th. ba ron van Sandenburg, met 741 stemmen. Op mr. W. F. Gevers Deynoot waren 438 stem men uitgebragt. Zwolle. Een lid van de Tweede Kamer der Slaten-Generaal. Uitgebragt 1740 stemmen. Gekozen jhr. mr. H. A. Wittewaal van Stoet wegen, met 898 stemmen. Op den heer T. J. Stieltjes waren uitgebragt 842 stemmen. Assen. Een lid der Tweede Kamer van de Staten-Generaal. Uitgebragt 1122 stemmen. Gekozen de heer mr. P. van der Veen, aftre dend lid, met 637 stemmen; de heer Gratama verkreeg 483 stemmen. Berigten betreffende de cholera. Den 24 en 25 Junij zijn overl. 21 23 9 13 6 1 64 MAANDAG DEN 2 JLLIJ 1866, des voormiddags ten tien uur. PUNTEN TER BEHANDELING. Rapport wegens het adres van de Kamer van Koophandel en Fabrieken omtrent de verbe tering der vaarwaters van de Sneeker Meer naar het Heegemer Var. Concept vei ordening tegen het ontstaan van epidemièn door aan boord van schepen zijnde zieken. Sedert hel begin der epidemie zijn: aanget. 1095 422 563 875 384 150 904 (St.-Cour.) 1104 727 (L. Cour). s’ Hage. De minister van Gnantien, jGraaf Schimmel- penninek, belast met het beheer der zaken van de Hervormde en andere eerediensten behalve die der Roomsch-Catholieken en de minister van Justitie de heer Borrel, belast met de za ken der Roomsch Catholieke eeredienst hebben aan de hoogere kerkbesturen tot hunne depar tementen behoorende eene circulaire gerigt, houdende te kennengeving dat de Koning en de Regering er prijs op stellen dat aan de gemeenten worde bekend gemaakt, dat zij, de godsdienst eerbiedigende als den hechlsten steun der Staten, zich vereenigen met den wensch van velen om eenen openbaren alge- meenen bededag te houden; wordende het aan de Kerkbesturen overgelalen, hieraan zooveel en op die wijze gevolg te geven, als blijken zal met de behoeften der Kerkgenootschappen het meest overeen te komen. Onlangs heeft de Haagsche berigtgever SNEEKÊR ADVERTENT1EN van 1 tot 4 regels,gewon» letter 40 Cents, voor eiken regel daarenboven 10 Cents, behalve 35 Cents Zegelregt voor iedere plaatsing, 79 564 Uitslag der Verkiezingen op 26 Junij 1866. V®. Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden is binnen deze Stad ƒ1.65, buiten de Stad franco 1.90 kist iets zal ontvangen. Ofschoon men de juistheid dezer berekeningen niet toegaf, beaamde men ook van de ndere zijde de juistheid der stelling; dat de inkomsten uit het cultuurstelsel te weinig zekerheid aanboden om daarop het gansche gebouw voor de welvaart in In die in die male te gronden, als thans en jaarlijks meer geschiedt. Maar wat daarvan zij, het belang van het moederland mogt hier niet uit het oog verloren worden. En nu was bet eigenlijk batig slot tot beneden 3 millioen in gekrompen. Die uitkomst werd nog te ongunstiger, als men bedenkt, dat Nederland tot dekking zijner gewone uitgaven uit Indië ll’/a millioen behoeft. Trtkt men die som van de genoemde Indische bijdragen af (13 millioen met den bekenden r»ntepost enz.), dan blijft er niet meer dan 1’/2 miliioen over, diein 1867 aan de wer ken van het Nederlandsch spoorwegnet en de groote waterwegenalsmede voor de schulddelging kunnen worden besteed. Voegt men hierbij, dat volgens eene berekening van den vorigen Minister van Finantiën, nog slechts ongeveer de helft is beschikbaar gesteld van de 150 millioen, die de staatsspoorwegen zullen kosten, en dat men dus reeds in het volgend jaar dat groote werk zal moeten staken of tot geldleeniug zijne toevlugt nemen, dan blijkt de finantieele toestand inderdaad hoogst verontrustend te zijn. En nu rees de allergewigtigste vraag, hoe het moge lijk zal zijn de staatsbegrooting van 1867 te doen slui ten, als onder de middelen niet meer dan 13 millioen uit Indië kon worden opgenomen. Niet eens zou op die 13 millioen stellige rekening kunnen worden ge maakt. Eenige leden gaven dan ook hunne bevreemding er over te kennen, dat eene zoodanige begrooting door {de Nederlandsche regering kon worden overgelegd. Men mogt dan toch ook de belangen van het moederland niet uit het oog verliezen. Vooral verwonderde men zich, dat een bedachtzaam financier als de heer van Bosse tot zoodanige indiening had kunnen medewer ken. Door sommigen werd in bedenking gegeven, de be grooting op den leest der comptabiliteitswet geschoeid te~irouden, maar haar overigens te wijzigen naar de loopende begrooting, behoudens onvermijdelijk nieuwe uitgaven. Aan den anderen kant werd de verkregen ongunstige uitkomst gewraakt, vooral ook met het oog daarop dat, men hier slechts met eene begrooting te doen had, en het batig slot der rekening, even als hiertoe het geval was, ook ditmaal zou blijken hooger te zijn. Overigens wees men er op, dat de uitkomst zelve nog zoo hoogst ongunstig niet is wanneer men overweegt, dat de heer J. C. Baud in der tijd voor het batig saldo het normale cijfer van 14 millioen heeft aangenomen. In verband met deze begrooting werd in eene der afdeelingen de aandacht gevestigd op het feit, dat niet slechts in dat gedeelte van den Indischen Archipel, waar de vorsten in hun zelfbestuur zijn gehandhaafd, nog al tijd een vrij levendige slavenhandel wordt gedreven, maar dat op Celebes zelfs in de gouvernementslanden zich nog een groot aantal slaven bevinden, die als zoodanig worden behandeld. Men wenscbte, dat de regering het mogelijke deed om aan dien noodlottigen staat van za ken, die het gevolg is van de nog altijd nog niet ge heel uitgeroeide zeerooverij in de Indische zee, een einde te maken. Het verslag is rondgedeeld van het verhandelde in de afdeelingen der Tweede Kamer over de ontwerp-be- grootiug voor 1867. Het onderzoek gaf aanleiding tot vele uiteenloopende beschouwingen. Al die beschouwingen resumerende, kwamen zeer vele leden tot de slotsom, dat deze begrooting (ook in hare onderdeelen beschouwd) niet het kenmerk draagt van een zuinig en spaarzaam beheer of van zucht om de uitgaven binnen redelijke grenzen te houden. Maar al te zeer scheen neiging te bestaan tot gedurige ver meerdering van de bezo.diging der Europesche ambte naren en tot zekere weelde in het ’•amen der benoodigde geldsommen voor materieele behoeften. Het gevolg van al dat opdrijven is geweest, dat de begrooting van uit gaven nu ruim ƒ12,487000 bedraagt, tegenover ll'/j millioen voor 1865. Alle consideratiën daarbij in aanmerking genomen, kwam men altijd tot de slotsom dat de vaste uitgaven eenige millioenen volgens de berekening van sommi gen 4,770,881 hooger geraamd zijn dan voor 1865, zoodat steeds in dezelfde progressie wordt voortgegaan, als waarop men vroeger reeds heeft gewezen. V an den anderen kant wees men echter op het vele, dat voor de ontwikkeling der inlandscbe bevolking nog moest worden gedaan. Hier tegenover werd echter gewezen op de uitbreiding van uitgaven, waaraan de massa der Javanen niets hebben, en van uitgaven van weelde. Te meer gevoelde een aantal leden zich tot het uit eenzetten dier bedenking verpligtomdat de toestand der Indische geldmiddelen hier èn op zich zelf èn in verband met de geldmiddelen van het moederland ern stige bezorgdheid inboezemde. Tegenover groote ver meerdering van uitgaven stond aanzienlijke vermindering van inkomsten. Zeker was het, dat de afhankelijkheid van Indië van de winsten op cultures volgens de be grooting voor 1867 alweder is toegeuomen. Op de hardelswinst op de produkten moet 20 millioen voor Indië worden voorbehouden, voor dat de Nederi. schat-

Kranten in de gemeente Sudwest-Fryslan (Bolswards Nieuwsblad, Sneeker Nieuwsblad en Friso)

Sneeker Nieuwsblad nl | 1866 | | pagina 1