NIEUWS- EN ADVERTENTIE-BLAD VOOR BE STAD EN HET ARRONDISSEMENT
SNEER.
A
1866. EENENTWINTIGSTE
JAARGANG
VERG WERING
VAN DEN GEMEENTERAAD VAN SNEEK,
Zaturdag 25 Augustus,
Slaten-Generaal. Tweede Kamer.
g i jsse k l ar s.
CC1EH
ge
»g
en
an
te
en
en
ig
it
re
t—
at
P
De minister van oorlog heeft, in overleg:
met den minister van koloniën bepaald dat
vreemdelingen in het algemeen weder voor de1
Indische militaire dienst aangenomen kunnen,
worden, en wel op de voorwaarden die thans
van kracht zijn, en voorts nog bepaald, dat van
Zwitsers geene worden aangenomen herkomstig
uit de Italiaansche kantons, en van de Duitsche
en Fransche Zwitsers slechts degenen van wier
moraliteit men bepaald verzekerd kan wezen.
De minister van binnenlandsche zaken r
heeft bekend gemaakt, dat de examens voor het
verkrijgen van akten van bekwaamheid tot het
geven van school- en van huisonderwijs voor de.
tweede maal in het loopendejaar zullen worden
gehouden op Woensdag den 3 October a. s.
en volgende dagen; dat zij die een dezer exa
mens wenschen af te leggen zich uiterlijk op
den 19 September e. k. behooren aan te mel
den £bij den schoolopziener van het distrikt
waarin zij wonen, of, van buitenlands komende,,
voornemens zijn zich te vestigen, met opgave
van de akte, die zij verlangen, en overlegging,
van een of meer getuigschriften van hun goed,
zedelijk gedrag en van hunne geboorteakte
terwijl de dag en plaats voor het examen hun.
door den schoolopziener zullen worden bekend,
gemaakt.
Naar men verneemt is het getal aspiranten,
naar de betrekking van surnumerair bij het vak_
der direkte belastingen en accijnsen niet meer
dan dertig, en heeft het examen, dat thans in
vollen gang is, den 14 dezer maand aanvang
genomen.
Bij de gekombineerde manoeuvres eerst
daags in de vlakte van Waalsdorp zal de ge-
beele tirailleur-linie met zundnadelgeweer zijn
gewapend en daarmede proeven nemen.
Men verneemt dat het bedrag der in
schrijvingen in de geldleening groot vijf millioen,
door de Maatschappij tot exploitatie van staats
spoorwegen op 15 en 16 dezer opengezet niet
groot genoeg is geweest om de leening als
geheel geplaatst te kunnen beschouwen, Het
bestuur der Maatschappij heeft daarom geen
vrijheid gevonden de gedane inschrijvingen toe
te wijzen. (ZZ)
Men deelt aan de Arnhemsche Courant
mede, dat de Nederlandsche kommissarissen met
die van Hannover, in der tijd door de verschil
lende regeringen benoemd ter zake van eene
verbinding der Drentsche en Groninger kanalen
met de Hannoversche rivier de Eems, den 28
dezer eene kouferentie zullen houden te Bent-
heim. De Pruisische regering wil, dat belang-
I rijke zaken, van dien aard als de verbinding van
de Eeins en andere, haren gewonen gang be-
hooren te volgen en de onderhandelingen daar-
J
I ito
ZATURDAG DEN 25 AUGUSTUS 1866,
des namiddags ten één uur.
PUNTEN TER BEHANDELING.
Aanbieding der gemeente rekening over 1865.
Brief van W. Bikkers, om eervol ontslag als
hulponderwijzer.
Idem van den Heer Mr. J. G. de Sain als
Leeraar in de Hoogere Burgerschool.
kennisgeving.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
de gemeente SNEER, maken hiermede bekend,
dat aan den gemeenteraad in zijne vergadering
van heden is aangeboden, de rekening van alle
ontvangsten en uitgaven dezer gemeente over
het^ar 1865, en dat die rekening van heden
af gedurende 14 dagen, van ’s morgens 9 tot 1
uur, voor een ieder ter inzage is neder gelegd
ter Secretarie dezer gemeente, en voorts in
afschrift legen betaling der kosten algemeen
verkrijgbaar wordt gesteld.
Sneek den 25 Augustus 1866.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
WOUDA.
De Secretaris
HAGA.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
SNEEK brengen ter algemeene kennisdat
JOACHIM HEIMANS SANDERS en ARON
FKIJDA pachters zijn geworden van de Bank
van Leening alhier in de plaats van T. Camming,
en waarschuwen door deze tegen het houden
van leenhuizen op pand, zonder wettige ver
gunning opgeiigt, met herinnering aan de
strafbepaling bij artikel 411 van het Wetboek
van Strafregt.
Sneek den 24 Augustus 1866.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
WOUDA.
De Secretaris
HAGA
COURA
SNEEKER
8
a
A D VE R T EN T I JE N van 1 tot 4 regels,gewon»,
letter 40 Cents, voor eiken regel daarenboven 10 Cent»
behalve 35 Cents Zegelregt voor iedere plaatsing,
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en
ZATURDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden ia
binnen deze Stad f 1.65 buiten de Stad franco 1.90
regering over den tegenwoordigen stand der kwestie van
de afdamming der Ooster Schelde. Over dit onderwerp
ontstond eene zeer langdurige beraadslaging, waaraan
achtereenvolgens deel namen de heeren Fokker, de Laat
de KanterAndreae, van Heukelom, Kappeyne van de
Coppello, Godefroi, de Brauw en de ministers van bin
nenlandsche en van buitenlandsche zaken. Daarbij werd
hoofdzakehjk gehandeld over de onlangs te dezer zake
benoemde gemengde commissie, welke handeling, gelijk
door sommigen beweerd werd, ten nadeele zou strekken
van het werk voor den aanleg van den Zeeuwschen
spoorweg. De beide ministers gaven omtrent de strek
king der aangevallen benoeming de gevraagde inlichtin
gen, en toonden aan, dat door die benoeming niets aan
het goed regt van Nederland ten deze werd te kort
gedaan, noch de afdamming vertraagd.
De heer Fokker stelde, naar aanleiding van de ont
vangen ophelderingen, de volgende motie van orde voor:
„De Kamergehoord de mededeelingen van de heeren
ministers van buitenlandsche en van binnenlandsche zaken
betrekkelijk de zaak van de afdamming der Ooster-Schel-
de, betreurende dat de regering heeft toegegeven aan
den eisch van het Belgisch gouvernement om eene ge
mengde commissie van ouuerzoek te benoemen, en van
oordeel dat ’s lands belang de onverwijlde uitvoering van
het werk der Ooster-Schelde eisoht, gaat.over tot de orde
van den dag.”
Ten gevolge van de daartegen ingebragte bedenkingen,
veranderde de heer Fokker die motie in dezen zin: „De
Kamer, gehoord de mededeelingen van de heeren minis
ters van buitenlandsche en van binnenlandsche zaken
betrekkelijk de zaak van de afdamming der Ooster-Schel-
de, betreurt dat de regering heeft toegegeven aan den
wensch van het Belgisch gouvernement om eene gemeng
de commissie van onderzoek te benoemen, en gaat over
tot de orde van den dag.”
De heer de Brauw stelde daarentegen de volgende
motie van orde voor. „De Kamer, gehoord de mede
deelingen van de heeren ministers van buitenlandsche en
van binnenlandsche zaken betrekkelijk de zaak van de
afdamming der Ooster-Schelde, en van oordeel, met de
regering, dat, ongeacht de benoeming van eene gemeng
de commissie van onderzoek, ’s lands belang de spoedige
uitvoering van het werk der afdamming van de Ooster-
Schelde eischt, gaat over tot de orde van den dag.”
De minister van buitenlandsche zaken had in den loop
der beraadslagingen, op eene daartoe strekkende vraag
van den heer Godefroizich bereid verklaard, de met
betrekking tot dit onderwerp bestaande stukken aan de
Kamer ter kennisneming van de leden, over te leggen.
Dien ten gevolge deed de heer van Heukelom het voor
stel om de beraadslagingen over de beide motiën van
orde thans te schorsen, en de verdere behandeling der
interpellatie te verdagen, tot dat van regeringswege aan
de gedane toezegging zou zijn gevolg gegeven. Dit
voorstel werd met 36 tegen 19 stemmen aangenomen.
De Kamer heeft daarop de navolgende wetsontwerpen
aangenomen.-
1. Verlenging van den termijn, bepaald bij art. 3
der overeenkomst tot regeling der suikerbelasting (Staatsb.
no. 84J. IL Nadere bepalingen omtrent den accijns op
de suiker. III. Voorziening in het nadeelig slot der
rekening van de ontvangsten en uitgaven der gestichten
te Ommerschans en Veeuhuizen over|LS64.
Zitting van 23 Augustus.
De Tweede Kamer heeft heden het ontwerp betrekke
lijk de onschadelijkmaking van door veetyphus aangetast
en daarvan verdacht vee, aangenomen met 33 tegen 12
stemmen, na verwerping van het amendement des heeren
van Delden, waarover gisteren de stemmen gestaakt
hadden. De zitting duurt voort.
De Eerste Kamer der Staten Generaal is bijeenge
roepen tegen 7 September.
Zitting van Maandag 20 Augustus 1866.
In deze zitting zijn de eindverslagen uitgebragt over
eenige wetsontwerpen, waaronder onschadelijkmaking van
door den veetyphus aangetast en daarvan verdacht vee
en verhooging van hoofdstuk V der staatsbegrooting voor
1866. De kamer heeft besloten, die wetsontwerpen te
behandelen in eene op Dingsdag te houden vergadering.
Daarna vroeg en bekwam de heer Fokker vergunning
van de kamer tot het rigten eener interpellatie aan de
ininiii