MEWS- EN ADVERTENTIE-BLAD VOOR DE STAD EN HET ARRONDISSEMENT SNEEK.
13 October,
Zalurdag
J A A R G A
offl
ADVERTENTIEN van 1 tot 4 regels,gewone
letter 40 Cents, voor eiken regel daarenboven 10 Gen's
behalve 35 Cents Zegelregt voor iedere plaatsing,
Ia het Staatsblad uo. 154) is opgenomen
de wet van 16 September 1866, houdende
aanwijzing van de middelen en inkomsten ter
goedmaking van de uitgaven, begrepen in de
begroeting van Ned. Indie voor het dienstjaar
1867. (Hoofdstuk 1Middelen en inkomsten
in Nederland).
Z. M. heeft benoemd tot leeraar aan de
rijks hoogere burgerschool met vijfjarigen kur-
sus te Utrecht M. Dauvelier, ondewijzer aldaar^
lot substituut griffier bij hel provinciaal geregts-
hof in Noordholland mr. C J. de Fremery
thans substituut griffier bij de arrondissements
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en
ZATURDAGS. Abonnementsprijs voor 3 maanden is
binnen deze Stad f 1.65 buiten de Stad franco 1.90
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
SNEEKmaken hiermede bekend, dat door
Zijne Excellentie den Minister van Binnenland-
sche Zaken bij besluit van 8 October jongstle
den, het houden van markten en openbare
verkoopingen van Rundvee, in alle gemeenten
der Provincie Friesland na den 10 October
e. k. is verboden en dal Heercn Gedeputeerde
Staten der Provincie zijn gemagtigd, vergunning
te verleenentot bet houden van openbare
verkoopingen van Rundvee, wanneer het Vee
aan éénen eigenaar toebehoort, of wanneer het
bij boedeiverkoopmgen tol den boedel be
hoort.
En zal deze op gebruikelijke wijze worden
afgekondigd.
Sueek, den 10 October 1866.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
WOUDA.
De Secretaris
HAGA.
van veetyplius onder zijn vee, in strijd met
>v ettelijke verordeningen, het doen van aangifte
verzuimd of de afzondering heeft nagelaten
heeft geene aanspraak op vergoeding van het
vee, ten aanzien waar» an hij in overtreding is
bevonden.”
Hel ernstige van de zaak en de hoogst treu-
rige gevolgen welke dé bovenbedoelde zoo ver
nielende ziekte, wanneer zij ook onder den
belangrijken veestapel in deze gemeente mogt
omslaan, zoude na zich slepen, zullen de vee
houders zeker de dringende noodzakelijkheid doen
beseffen tol naleving van de verpligting tot
onverwijlde afzondering en aangifte van ziek
of van ziekte verdacht vee.
Hel belang van de VEEHOUDERS ZELVEN
en van het ALGEMEEN vordert die afzonde
ring en aangifte ten dringendste.
Het niet nakomen van deze wettelijke ver
pligting zal onmiddellijl bij proces-verbaal wor
den geconstateerd en dat verbaal aan de reg-
terlijke autoriteit ter vervolging worden opge
zonden.
Het gemeentebestuur vertrouwt, dat de in
gezetenen, van het hoog gewigt der zaak door-
drongen, door de meest stipte naleving der ten
deze bestaande wetteiijke bepalingen, zullen me
dewerken, om de uitbreiding dier zoo gevreesde
ziekte te voorkomen en althans de middelen,
onder hun bereik, zullen aanwenden om de
dreigende ramp te ontkomen.
Sneekden 6 October 1866.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
WOUDA.
De Secretaris
HAGA.
’s Gravenhage den 11 October.
PROCLAMATIE.
Wij WILLEM, lil bij de gratie Gods, Ho
ning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau^
Groothertog van Luxemburg, enz., enz. enz.
Geliefde Landgenooten en Onderdanen
Ik heb het noodig geoordeeld, gebruik ma
kende van mijn grondwettig regt, de Tweede
Kamer der Staten-Generaal te ontbinden.
Zal ons dierbaar Vaderland voortdurend orde
en eensgezindheid blijveu bewaren en daarme
de onder Hoogeren zegen rust en welvaart
blijven genieten, dan behoort de regering een
middelpunt te zijn, waarop de blikken des volks
zich met vertrouwen kunnen vestigen.
Aan dat vereischte kan geene regering vol
doen, wanneer tusschen haar en de volksver
tegenwoordiging de overeenstemming ontbreekt
zonder welke de eendragtige zamenwerking der
grondwettige magten, zoo onmisbaar voor de
behartiging der nationale zaak, onmogelijk is.
De ondervinding der laatste tijden heeft over-
tuigend bewezen, dat die overeenstemming en
zamenwerking niet te verkrijgen zijn met de
de jongste zamenstelling van de Tweede Kamer
der Staten-generaal. De gedurige verwisseling
van mijne verantwoordelijke raadslieden zou
allengs schadelijk worden voor de zedelijke en
stoffelijke belangen der natie. Zij verlamt de
kracht der regering, bestendiging van rigting
brengt daarentegen kracht van bestuur en van
uitvoering mede.
Om daartoe te geraken, roep ik thans mijn
volk op, ten einde ven mijne wenschen te
doen blijken.
Nederlanders 1 beschouwt den 30 October
aanstaande als een gewigtigen dag in uw volks
leven! Uw Koning noodigt u allen, aan wie
de wel do uitoefening van het kiesregt, toekent
tot de stembus. Laat uwe trouwe opkomst
toon en, dat gij er prijs op stelt aan zijn roep
stem gehoor te geven.
Gedaan op hel Loo den 10 October 1866.
WILLEM.
1866, EENENTWINTIGSTE
Art. 462.
Ingevalle de boetstraffelijke wanbedrijven
waarvan in dit hoofdstuk gesproken wordt, door
veld- of boschwachtersof policie-ambtenareu,
onder welke benaming het zijn moge, begaan
zijn geworden, zal de straf van gevangenis ten
minste van een maand zijn, en ten hoogste
van nog een derde boven de zwaarste straf,
die een anderen schuldige om het zelfde wan
bedrijf opgelegd zou worden.
Art. 5 der Wet van 15 September 1866
(Siaatsbl, n°. 150).
De eigenaar van vee, die bij het beslaan
BEKENDMAKING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
SNEEK, brengen ter kennis van de Ingezetenen
dezer Gemeente
Dat de Veelyphus is uitgebroken bij de
Weduwe Jan Herkes van Rijs te Hemelumer
Nieutcburenin de gemeente Hemelumer Olde-
phaert en Noordwolde.
Dat vanwege de Provincie de noodige maal -
regelen zijn genomen, ten einde de voortgang
der ziekte zoo mogelijk te sluiten
Inlusschen worden, de Veehouders herinnerd
aan de bepalingen van art. 459462 van hel
Wetboek van Strafregt en art. 5. der Wel van
15 September 1866 (Staatsblad n°. 150), welke
artikelen aldus luiden:
Art. 459.
„leder houder of oppasser van dieren of van
melk- of slachtbeesten, die verdacht zijn van
aangedaan te zijn van besmettelijke ziekte, die
niet dadelijk kennis daarvan gegeven zal heb
ben aan den maire der gemeente waar zij ge
vonden worden, en die zelfs voor dal de maire
op die kennisgeving geantwoord heeft deze
dieren of melk- of slachtbeesten niet opgeslo
ten gehouden zal hebben, zal gestraft worden
nu l een gevangenis van zes dagen tot twee
maandenen eene geldboete van zestien tot
twee honderd franken
Art. 460.
Desgelijks zullen gestraft worden met eene
gevangenis van twee tot zes maanden, en eene
geldboete van honderd tot vijf honderd franken,
die genen, die, in weerwil van het verbod der
regering, hun besmette dieren of beesten onder
anderen zullen hebben laten loopen.
Art. 461.
Ingevalle uit dit laten loopen onder andere
beesten eene besmetting onder ander vee ont
slaan is, zullen diegenen die het verbod der
regering overtreden zullen hebbengestraft
worden met een gevangenis van twee lot vijf
jarenen eene geldboete van honderd tot
duizend franken. Alles onverminderd de uit
voering der wetten en verordeningen betreffende
de veeziektenen de oplegging der straffen
daarbij gesteld.
>rs
G
SNEEKER
■4
i
i
I
1
...z- *"r.' '■■■■■sa
COURANT