Wlensdag
NIEIIIS-
I
16 December.
EMDVERTENTIE-RIAD VOOR k STAD EN HET ARRONDISSEMENT SNEER
B 1 N N E N L A N D.
I
I
1
DRIE-EN-TWIKTIGtSTE JAARGANG
No. 1O1
1
r
I
waar
1
om
10
ii
12
1
9 uur.
STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER.
Zitting van Vrijdag 11 December.
In de zitting van de tweede kamer der sta-
ten-generaal van heden zijn de beraadslagingen
voortgezet over de Vilde afdeeling van hoofdstuk
V der staatsbegrooting voor 1869betrekkelijk
het onderwijs en meer bijzonder het lager on
derwijs. Over dat onderwerp voerden het woord
de heerenvan Kuykde Brauw, Cornelisvan
der Linden, van Nispen van Sevenaer, Borret,
van Beijma thoe Kingma, van der Does de Wil-
lebois, Gefken en van Naamen van Eemnes.
In deze zitting is medegedeeld dat is ingediend
een wets-ontwerp tot bekrachtiging eener pro
vinciale belasting in Drenthe.
In de avondzitting van heden voerden het woord
de heeren: Kallf, van Blom, Godefroi, van Fo-
reest, Moens, de Bosch Kemper, Jonckbloet,
van Wassenaer van Catwijk, van Nispen van
Sevenaer en de minister van binnenlandsche za
ken. De algemeene behandeling van dit onder
werp liep hiermede ten einde.
Zitting van Zaterdag 12 Dec.
In de heden gehoudene zitting heeft de kamer
de beraadslagingen over de Vilde afdeelin» (on
derwijs) van hoofdstuk V der staatsbegroting
voor 1869 voortgezet.
De heeren Viruly Verbrugge en Dumbar maak-
n 1 -buiten de Stad
eiken regel daarenboven 10 Centsbehalve 35 Cents
gelieve men franco toe te zenden aan den Uitgever.
ten bezwaar tegen de verhooging van het cijfer
van onderart. 147, aanvankelijk gesteld op f 1500
en bij wijziging door den minister van binnen
landsche zaken met f 6000 vermeerderdten be
hoeve van de rijks lagere school te Maastricht.
De eerste stelde voor om met verandering der
redactie van den post het laatst opgegeven cijfer
weder weg te nemen. J
Na eene wisseling van gedachten fusschen de
heeren; Viruly Verbrugge, Pijnappel, du Mar-
chie van Voorthuysen en den minister van bin
nenlandsche zaken, verklaarde de laatste het
voorgestelde amendement over te nemen.
De onderart. 147 en 148 werden zonder hoof
delijke stemming goedgekeurd.
De kamer zal de beraadslaging over hoofdstuk
V op aanstaanden maandag voortzetten.
Zitting van Maandag 14 Dec.
In de zitting van de tweede kamer der sta-
ten-generaal van heden is bij de voortzetting der
beraadslaging over hoofdstuk V (binnenlandsche
zaken), bij de afdeeling kunsten en wetenschap
pen verworpen met 49 tegen 18 stemmen een
amendement van den heer de Bruyn Kops tot
vermindering met ƒ10.000 van den post ’voor
herstellingskosten van het paviljoen te Haarlem.
vervolgens is aangenomen het artikel, waar
mede m verband staat de toekomstige opheffing
van de academie voor beeldende kunsten te Am-
sterdam.
Bij beschikking van den 12 dezer heeft de
minister van binnenlandsche zaken o. a. als leer
lingen voor de telegraphie toegelaten: A. Minke-
ma te Knijpe, F. II. de Jong te Sloten en B.
de Stoppelaar Blijdesteijn te Sneek.
Met ingang van den 1 Januari 1869 wordt
op de rijkstelegraaf kantoren te Eindhoven en
Heerenveen de doorloopende dagdienst ingevoerd.
De uitgever van de Nijmeegsche Nieuws
bode wordt wegens eenige daarin geplaatste
tikelen door den heer Schreflen te Leiden eige
naar der gasfabriek te Nijmegen vervolgd we
gens laster en is door dezen gedagvaard om
tot betering van het nadeelin eer en goeden
naam geleden, eene som van ƒ25,000 aan hem
te voldoen.
Het Weekblad van het Regt bevat een
adres, door de arrondissements-rechtbank te
s Hertogenbosch aan den minister van justitie en
aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal ge
zonden, waarin de wenschelijkheid wordt be
toogd om het wets-ontwerp tot gedeeltelijke in
voering der nieuwe rechterlijke inrichting op twee
punten te verneteren1°. de verwijderino- van
rechterlijke ambtenaren, die voor de behoorlijke
waarneming hunner dienst ongeschikt zijn ge
worden niet aan de beslissing van den Hooien
Raad over te latenmaar den ambtenaardie
den ouderdom van 70 jaren bereikt heeftde
KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de
Gemeente SNEEK,
Gelet op art. 19 der Wet op de Nationale Mi
litie van 19 Augustus 1861 (Staatsblad) no. 72.
Brengen door deze ter kennis der ingezetenen,
dat bij hoofdstuk III dier wethandelende over
de inschrijving voor de militie, onder anderen
voorkomt het navolgende
Art. 15. Jaarlijks worden voor de militie in
geschreven alle mannelijke ingezetenen, die op
den Isten Januari van het jaar hun 19de jaar
waren ingetreden.
Voor ingezeten wordt gehouden
1 hij wiens vader, of, is deze overleden,
wiens moeder ofzijn beiden overleden, wiens
voogd ingezeten is volgens de wet van den 28sten
Juli 1850 (Staatsblad no. 44);
2°. hijdiegeen ouders of voogd hebben
de gedurende de laatsteaan het in de eerste
zinsnede van dit artikel vermelde tijdstip vooraf
gaande achttien maanden in Nederland verblijf hield;
3°. hij van wiens ouders de langstlevende
ingezeten was, al is zijn voogd geen ingezeten
mits hij binnen het rijk verblijf houdt.
Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreem
deling behoorende tot eenen Staatwaar de
Nederlander niet aan de verplichte krijgsdienst is
onderworpen of waar ten aanzien der dienstplich
tigheid het beginsel van wederkeerigheid is aan
genomen.
Ar. 16. De inschrijving geschiedt
1°. van een ongehuwde in de gemeente, waar
de vader, of, is deze overleden, de moeder, of,
zijn beiden overleden, de voogd woont;
2U, van een gehuwde en van een weduwnaar
in de gemeentewaar hij woont
3U. van hem, die geen vader, moeder of
voogd heeft of door dezen is achtergelaten of
wiens voogd buiten ‘s lands gevestigd is, in de
gemeente waar hij woont
4U. van een buiten ’s lands wonenden zoon van
een Nederlander, die ter zake van ’s lands dienst
in een vreemd land woont, in de gemeente, waar
zijn vader of voogd het laatst in Nederland ge
woond heeft.
Art. 17. Voor de militie wordt niet ingeschreven:
1°. de in een vreemd Rijk achtergebleven
zoon van een ingezeten, die geen Nederlander is;
2°. de in een vreemd Rijk verblijf houdende
ouderlooze zoon van een vreemdelingal is zijn
voogd ingezeten
3°. de zoon van den Nederlanderdie ter
zake van s lands dienst in ’s Rijks overzeesche
bezittingen of koloniën woont.
Art. 18. Elk, die volgens art. 15 behoort te
worden ingeschreven, is verpligtzich daartoe
bij Burgemeester en Wethouders aan te geven
fusschen den Isten en 31sten Januari.
Bij ongesteldheidafwezigheid of ontstentenis
is zijn vader, of, is deze overleden, zijne moe
der, of, zijn beide overleden, zijn voogd tot het
doen van die aangifte verplicht.
ar-
en
voor
’s morgens
's middags
’s namiddags
dezer Gemeente kan gescheiden
Zegelrecht voor iedere plaatsing. - Alle brieven en stukken, de uitgave of redactie’betreffende,
d*e ?erst na het intreden van
zijn IJde jaar doch voor het volbrengen van zijn
20ste ingezeten wordt, is verplicht, zich, zoodra
dit plaats heeft, ter inschrijving aan te geven bij
Burgemeester en Wethouders der gemeente, waar
de inschrijvingvolgens art. 16, moet geschieden.
Daarbij gelden de bepalingen der 2de en 3de
zinsneden van art. 18.
Zijne inschrijving geschiedt in het register van
het jaar waartoe hij volgens zijn leeftijd behoort.
Naar aanleiding van bovenstaande bepaling ma
ken Burgemeester en Wethouders verder bekend
dat op Vrijdag den 15den Januari 1869 ten Ge-
meentehuize alhier eene bijzondere zitting zal wor-
den gehouden tot inschrijving1 der mannelijke in-
gezetenen, die op den Isten Januari 1869 hun
zijn in 1850, en wel
4
6
8
10
Terwyl overigens de inschrijving ter Secretarie
dezer Gemeente kan gescheiden van ’s morgens
9 tot s namiddags 1 uur.
En zal deze worden afgekondigd waar het be
hoort den 12 en 23 December 1868.
Burgemeester en Wethouders Voornoemd
HAMERSTER DIJKSTRA.
De Secretaris
G. J. PRUIM.
aunei eene mjzonaere zitting zal wor
den ^gehouden tot inschrijving der mannelijke in
die alzoo geboren
19de jaar zijn ingetreden,
Wijk 1
3
5
7
9
I I
SNEEKEB
C fl -
'i’
O
A NT.
en 2