Woensdag
23 December.
NIEÏW8' BN ADVEWNTIE-BIAD VOOR DE STAD EN BET ARRONDISSEMENT SNEEK.
DR.IE-EN-TWTNTIGSTE JAW-RGtANG-
N 103
«■■■■a
KE NN IS GE VING.
A
3°.
3
5
7
9
10
11
12
1
3 maanden is binnen deze Stad ƒ1.65, buiten de Stad
eiken regel daarenboven 10 Gents, behalve 35 Gents
In de zitting
raadslagingen
finantiën) voortgezet.
Tengevolge de invallende feestdagen zal de
Courant van Zaterdag 26 December e. k., wor
den uitgegeven op DONDERDAG 24 Dec. be
vorens. Advertentiën enz. voor dat nummer
bestemdworden op laatstgenoemden dag, des
morgens vóór 12 uur, ingewacht.
9 uur.
’s morgens om
’s middags
’s namiddags
en ZATERDAGS. Abonnementsprijs voor
1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents, voor
9 tot ’s namiddags 1 uur.
En zal dexe worden afgekondigd waar het be
hoort den 12 en 23 December 1868.
Burgemeester en Wethouders Voornoemd
IIAMERSTER DIJKSTRA.
De Secretaris
G. J. PRUIM.
punten bij de behandeling van hoofdstuk
..mo vji voor
gesteld om de door den minister van oorlog ge
il i voor kennisgeving aan te ne
en 2
4
6
8
10
Art. 18. Elk, die yolgens art. 15 behoort te
worden ingeschrevenis verpligt zich daartoe
bij Burgemeestei’ en Wel houders aan te geven
tusschen den Isten en 31sten Januari.
Bij ongesteldheidafwezigheid of ontstentenis
is zijn vader, of, is deze overleden, zijne moe
der, of, zijn beide overleden, zijn voogd tot het
doen^van die aangifte verplicht.
Art. 20. Hijdie eerst na het intreden van
zijn 19de jaar doch voor het volbrengen van zijn
20ste ingezeten wordt, is verplicht, zich, zoodra
dit plaats heeft, ter inschrijving aan te geven bij
Burgemeester en Wethouders der gemeente, waar
de inschrijving, volgens art. 16, moet geschieden.
Daarbij gelden de bepalingen der 2de en 3de
zinsneden van art. 18.
Zijne inschrijving geschiedt in het register van
het jaar waartoe hij volgens zijn leeftijd behoort.
Naar aanleiding van bovenstaande bepaling ma
ken Burgemeester en W> thouders verder bekend,
dat op Vrijdag den 15defi' Januari 1869 ten Ge-
meentehuize alhier eene bijzondere zitting zal wor
den gehouden tot inschrijving der mannelijke in
gezetenen die op den Isten Januari 1869 hun
19de jaar zijn ingetredenen die alzoo geboren
zijn in 1850, en wel voor
Wijk 1
Terwijl overigens de inschrijving ter Secretarie
dezer Gemeente kan gescheiden van ’s morgens
geven inlichtingen
men.
Over dit voorstel had eene breedvoerige be
raadslaging plaatswaarna de conclusie met 59
tegen 6 stemmen werd aangenomen.
Na de goedkeuring van alle verdere onderdee-
len van het wetsontwerp werd het hoofdstuk
(oorlog) met 56 tegen 11 stemmen aangenomen.
Hoofdstuk VILA (nationale schuld) werd zon
der beraadslaging met algemeene stemmen aan
genomen.
Daarna ving de behandeling aan van hoofd
stuk VIIjB (departement van finantiën).
In deze zitting zijn ingekomen
1. eene missive van den minister van binnen-
landsche zaken ten geleide van stukken betref
fende de schoolkwestie te Wons en Schraard
2. koninklijke boodschappen ten geleide van
a. een wets-ontwerp tot verhooging van den
accijns op het gedistilleerd; twee wets-ont-
werpen tot definitive vaststelling der koloniale
begrootingen voor Suriname en Curacao over
1869.
De minister van finantiën verklaarde bij deze
gelegenheiddat de twee wets-ontwerpen be
treffende de equivalentendie zouden geheven
worden tot goedmaking van het verlies, dat de
schatkist zou lijden door de afschaffing van het
zegel op de dagbladenmet machtiging van den
konmg, door hem werden ingetrokken en ver
vangen door het wets-ontwerp tot verhooging
van den accijns op het gedistilleerd.
Zitting van Zaterdag 19 Dec.
van heden zijn de algemeene be-
over hoofdstuk VIIB (departement
van finantiën) voortgezet.
Na de behandeling van het hoofdstuk in het
algemeen werden zonder hoofdelijke stemming
goedgekeurd de artikelen behoorende tot afdee-
ling I (kosten van het departemen‘), II (directie
der grootboeken van nationale schuld enz.), III
STATEN-GENERAAL. TWEEDE KAMER.
Zitting van Donderdag 17 Dec.
In de zitting van heden waarin de beraadsla
ging over hoofdstuk VIII (oorlog) werd voortge
zet heeft de heer van Beijma thoe Kingma uit
eengezet, dat de sterkte van het garnizoen te
Léeuwarden niet voldoende is in verhouding tot
het getal gevangenen aldaar.
De minister van oorlog antwoordde daarop
dat, hoewel hij geen vriend is van garnizoens-
veranderingLeeuwarden dit jaar hierop eene
uitzondering zal maken. Wat nu betreft de sterk
te de minister heeft van den nieuwen komman-
dant rapport ontvangenwaaruit blijktdat nu
de wachten versterkt zijn er geen grooter garni
zoen noodig is. De minister meentdat de be
waking van de gevangenis ook inwendig veel te
wenschen overliet, en dat nu ook daarin verbe
tering is gebracht. Evenwel indien het noodig
isnog eenige versterking aan te brengen dan
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van de
Gemeente SNEEK,
Gelet op art. 19 der Wet op de Nationale Mi
litie van 19 Augustus 1861 (Staatsblad) no. 72.
Brengen door deze ter kennis der ingezetenen,
dat bij hoofdstuk III dier wethandelende over
de inschrijving voor de militieonder anderen
voorkomt het navolgende
Art. 15. Jaarlijks worden voor de militie in
geschreven alle mannelijke ingezetenen, die op
-zien Isten Januari van het jaar hun 19de jaar
waren ingetreden.
Voor ingezeten wordt gehouden
1°. hij, wiens vader, of, is deze overleden,
wiens moeder, of, zijn beiden overleden, wiens
voogd ingezeten is volgens de wet van den 28sten
Juli 1850 (Staatsblad no. 44);
2°. hij die geen ouders of voogd hebben
de gedurende de laatsteaan het in de eerste
zinsnede van dit artikel vermelde tijdstip vooraf
gaande achttien maanden inNederland verblijf hield;
3°. hij van wiens ouders de langstlevende
ingezeten was, al is zijn voogd geen ingezeten,
mits hij binnen het rijk verblijf houdt.
Voor ingezeten wordt niet gehouden de vreem
deling behoorende tot eenen Staat waar de
Nederlander niet aan de verplichte krijgsdienst is
onderworpen of waar ten aanzien der dienstplich
tigheid het beginsel van wederkeerigheid is aan
genomen.
Ar. 16. De inschrijving geschiedt
1°. van een ongehuwde in de gemeente, waar
de vader, of, is deze overleden, de moeder, of,
zijn beiden overleden de voogd woont
2°. van een gehuwde en van een weduwnaar
in de gemeentewaar hij woont
van hem, die geen vader, moeder of
voogd heeft of door dezen is achtergelaten of
wiens voogd buiten ’slands gevestigd is, in de
gemeente waar hij woont
4°. van een buiten ’slands wonendenzoon van
een Nederlanderdie ter zake van ’s lands dienst
in een vreemd land woont, inde gemeente, waar
zijn vader of voogd het laatst in Nederland ge
woond heeft.
Art. 17. Voor de militie wordt niet ingeschreven:
1°. de in een vreemd Rijk achtergebleven
zoon van een ingezetendie geen Nederlander is;
2°. de in een vreemd Rijk verblijf houdende
ouderlooze zoon van een vreemdelingal is zijn
voogd ingezeten
3°. de zoon van den Nederlanderdie ter
zake van ’s lands dienst in ’s Rijks overzeesche
bezittingen of koloniën woont.
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS
franco ƒ1.90. ADVERTENTIËN van
Zegelrecht voor iedere plaatsing. Alle brieven en stukken, de uitgave of redactie betreffende, gelieve men franco toe te zenden aan den Uitgever.
zal de minister dat gaarne in overweging nemen.
De heer Storm van ’s Gravensande bracht on
verdeelde hulde aan de uitnemende wijze waarop
de minister zijne begrooting verdedigde.
Zitting van Vrijdag 18 December.
In de zitting van heden zijn de beraadslagin
gen voortgezet over het VUIste hoofdstuk der
staatsbegrooting voor 1869 (oorlog).
Alvorens de beraadslagingen aanvingen over
de Xlde afdeelingmaterieel der genie en al
hetgeen kan geacht worden daartoe te behooren,
volgens een vroeger besluit der kameris in be
handeling genomen de conclusie van het verslag
der commissie tot onderzoek der van regeerings-
wege ingezonden inlichtingen op het adres van
1. J. Stieltjes te Delft betrekkehjk de spoedige
sloop ing der vestingwerken van Nijmegen.
Bij die conclusie had de commissie meenende,
dat de bespreking der in haar verslag opgeno
men J 1
VIII der staatsbegrooting te huis behoorde
L
1
S >1III R
5
I
3
3