MEW- EN ADVERTENTIE-BLAD VOOR DE
GEMEENTE EN RET AKROXfilSSEMLftf SNEEK.
B INNEN L A ,N B.
<1
No. 6.
V U F-E N-T W I N T I G S T E JAAR
WOENSDAG
19 JANUARI.
Stat.en-Genera’a 1.
ÊaÉS
1°.
1
7
-
II0.
1°.
IN
T'l
SNEEKER COURAN
liiiiiiiliiiiiiiiiüiiiiïi
van
i
b.
a.
b.
om
c.
i
gewone letter, 40 Cents,
stukken,
KE NN IS G E VI N G.
De BURGEMEESTER en WETHOUDERS
de Gemeente SNEEK doen te weten
dat, door den Raad dezer gemeente, in zijne
vergadering van den 25 October 1869, no. 17,
zijn vastgesteld
a.
b.
a
b
c
d
e
f
9
van de verdere in
van zoodanige aanslagen ontheven
hiervan afkondiging geschied 7waar" het
Deze CO UR A NT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden is binnen deze Stad ƒ1.65, buiten
de Stad franco ƒ1.90.
ge
den
het
overge
AD VERTENTIEN van 1 tot 4 regels, j
voor eiken regel daarenboven I'/2 Gents. Alle brieven en
de uitgave of redactie betreffende, worden franco ingewacht.
Maandag elf
Zitting
In de zitting van 1
het departement van marine, dienst°1870,'
De minister heeft medegedeeld
en van de verdere maatregelen,
welke zijn genomen, om de invordering dier achtersta!
lige posten te verzekeren
Art 16 Aanslagen waarvan de invordering vruchte
loos is beproefd kunnen op gemotiveerde voordracht van
den Ontvanger, door den Raad ouhivorderbaar worden
verklaard.
De gemeente ontvanger is daardoor
vordering
En is
behoortden 19 Januari 1870.
Burgemeester en Wethouders Voornoemd
HAMERSTER DIJKSTRA.
De Secretaris
H. FENNEMA.
van belasting
maanden na
en niet om
Art 9 Het maximum tot hetwelk deze belasting
jaarlijks kan worden geheven is 30,000
Het maximum mag hoogstens met 8 procent worden
overschreden voor zoodanige personen die na het
opmaken van het primitief kohier in den loop van het
dienstjaar belastingschuldig worden en naar den maat
staf van het primitief kohier op suppletoire kohieren
worden gebracht voor zoo vele maanden als er te reke
nen van af het tijdstip waarop de belastbaarheid ontstaat
nog van het dienstjaar moeten verloopen
Welk besluit is goedgekeurd bij Koninklijk besluit
van 15 December 1869 no 9
VERORDENING op de invordering
van DEN HOOFDELIJKEN OM
SLAG IN DE GEMEENTE SNEEK.
Art 1 Het dienstjaar waarover de hoofdelijke omslag
loopt gaat in met den eersten Januari en eindigt met
den laatsten December
Art 2 Het kohier van to
door den Raad der gemeente vastgesteld vóór 15 Maart
van 4
van Justi-
gmber tafereel van
|he gevangenis
ialdaaropgehan-
- --de Minister bij
me gelegenheid echter niets gezegd van den al-
lerellendigstenja mi d d e 1 e e u w s c h e n toestand
waarin zich de cachotten dier gevangenis be
vinden vermoedelijk omdat die tijdens Zijner
«Z 0-UUtUU. VV
gelijk men weet omstreeks dienzelfden tijd
Lai» nit - J
over uei uiensijaar van net neiastoaar inkomen zal wor
den geheven en verder onder een doorloopend nummer
de namen en voornamen der belastingschuldigen
het wijknummer van hunne woning
het cijter waarnaar de aanslag geschiedt
het montaut van den aftrek volgens art 6 der
verordening op de heffing
het montant van den aftrek wegens kinderen
het belastbaar inkomen
hel bedrag van den aanslag
Bij het opmaken en vaststellen van het kohier worden
worden nageleefd de artt 264 tot en met 266 der ge
meentewet
Jrt 3 De aanslag der belastingschuldigen in den
hoofdelijken omslag op het kohier is veischuldigd en in
vorderbaar in zoovele gelijke termijnen als er na de af
kondiging van het kohier nog maanden in het jaar over
schieten
Jrt 4 De aanslag der belastingschuldigen, die op
eeu supletoir kohier gebracht zijn is betaalbaar in zoo
veel termijnen als er na de maand waarin de afkondi
ging van dat kohier heeft plaats gehad nog maanden in
het dienstjaar overblijven
Art 5 De aanslag is dadelijk en in eens verschul
digd wanneer de belastingschuldige in slaat van failiis
sement of van kennelijk onvermogen is verklaard gelijk
mede ingeval van inbeslagneming van roerende of on
roerende goederen van wege het rijk of van verkoop
dier goederen ten gevolge van eene inbeslagneming na
mens derden
Jrt 6 De kosten van zegel worden te gelijk met den
eersten termijn betaald
Art 7 Na de vaststelling van het in art 2 bedoeld
primitief kohier, worden telkens wanneer daartoe termen
zijn de suppletoire kohiersn opgemaakt
Daarbij worden dezelfde bepabugen in acht genomen
als ten aanzien van het primitief kohier
Art 8 Burgemeester en Wethouders stellen het kohier
van den hoofdelijken omslag dadelijk nadat daarop de
goedkeuring van Ged Staten ontvangen is, aan den Ge
meente Ontvanger ter invoi deting ter hand; daarvan ge
schiedt openbare kennisgeving
^frt 9 Na de overname van het kohier zendt de Ge
meeule Ontvanger zoodra mogelijk uiterlijk binnen 14
dagen aan ieder belasting schuldige een gedagteekend aan
slagbillet bevattendeden naam van den belastingschul
dige het bedrag van zijnen aanslag zoo als dat op het
door Gedepuleerde Staten goedgekeurd kohier gebracht is;
de termijnen waarin de aanslag moet betaald worden den
tijd en den plaats van betaling de dagen en uren waarop
de Ontvanger zitting houdt met uitnoodiging tot beta
ling vóór of op de vervaldagen op straffe van vervolging.
Art 10 De invordering van den hoofdelijken omslag
geschiedt overeenkomstig de bepalingen, vervat in artt
258262 der gemeentewet.
^rt 11 De Gemeente Ontvanger is verplicht, voor
ieder betaling onmiddeilijk kwitantie op het aanslagbil
let te stellen.
Art. 12 De toerekening en afschrijving der belasting
geschiedt:
a Op de kosten van zegel;
b Op de kosten van vervolging
c Op de oudste der vervallen termijnen of aanslagen
Art. 13 Aan de belastingschuldigen die in den loop
van een dienstjaar hun hoofdverblijf elders gaan vestigen
of elders gaan verblijven wordt op hunne sehriftelijke
aanvraag door Burgemeester en Wethouders afschrijving
of teruggaaf verleend op hunnen aanslag met. in achtne
ming van het bepaalde bij Art 245 der Gemeentewet
zoo als dit gewijzigd is bij art 6 der wet van 7 Juii
1865 fStaatsblad no 79J
Bij bet verzoekschrift tot afschrijving of teruggaaf
moet de kwitantie van betaling eener som minstens
lijk staande met zoo vele twaalfde gedeelten van
aanslag als de belastingschuldige maanden van
dienstjaar in de gemeente heeft vertoefd worden
legd
Het besluit tot afschrijving of teruggaaf wordt
den Gemeente Ontvanger t
ontheft hem van de verdere invordering
Art 14, Geeue af 'j
wordt verleend indien zij niet binnen
afloop van het dienstjaar
Art 15 In den loop van 1
wordt door Burgemeester
EERSTE KAME R.
Zitting van Vrijdag 14 Januari.
De geheele zitting van dé Eerste Kamer was
heden gewijd aan de discussie over de post voor
de verbetering van de haven van Harlingen, voor
komende op de spoorwegbegrooting.
Tal van sprekers voerden het woord en veler
lei waren de bezwaren, omdat de zaak niet bij
afzonderlijke wet geregeld en toegelicht was.
De Minister heelt de voordracht breedvoerig
verdedigd en aangetoonddat voor dergelijke
werken, die als een gevolg der spoorwegen aan
te merken zijn, nimmer afzonderlijke wetten zijn
gemaakt, tenzij onteigeningswetten', waarbij ech
ter de werken zelve niet worden bepaald.
Ten slotte is (ie geheele spoorwegbegrooting
verworpen met 19 tegen 17 stemmen.
Zitting van Zaterdag 15 Januari.
Hoofdstuk Binnenlandsche Zaken is heden, na
discussiën over de afdeelingen waterstaat en on
derwijsaangenomen met 31 tegen 4 stemmen.
Maandag elf ure voortzetting.
van Maandag 17 Jan.
heden is de begrooting voor
- "7Z, met
algemeene stemmen aangenomen.
De minister heeft medegedeeld dat heden
wederom tijding van de Kust van Guinea was
ontvangenwaarin wordt gemelddat de onzen
een dorp vernield en een schitterend succès
hadden behaald.
Daarna is de begrooting voor het departement
van oorlog aangenomen met 29 stemmen tegen
1die van den heer Geerlsema.
De begrooting- voor de nationale schuld werd
vervolgens met algemeene stemmen aangenomen.
De beraadslaging over de begrooting voor het
departement van finantiën is daarop aangevan
gen en zal morgen worden voortgezet.
De Eerste Kamer heeft weer een teeken
gegeven van haar bestaan, door de begrooting
voor de staatsspoorwegen te verwerpenwegens
de bijvoeging van den post voor de haven van
Harlingen, waarvoor de meerderheid eene speciale
wel wil.
Zij verwierp dus om den svorm”
den »inhoud.”
Aan den vorm dus heeft zij meedogenloos het
belang der provincieom niet te zeggen van een
voornaam deel van den builenlandsciien handel,
opgeofferd.
Of zij daardoor een bewijs heeft gegeven van
hare roeping te vervullen is hare zaak maar
zeker is het, dat een lang gewachte verbetering,
die algemeen als hoogst noodzakelijk wordt ge-
oordeeldweder voor langen tijd is tegengehou-
Onze Eerste Kamer, wel eens het bolwerk
voor den Staat genoemd, verdient dien naam niet,
tenzij men het woord opvatte in dien zin, dat
alle vooruitgang voor- den staat nadeelig is. An
deren hebben het behoud dier kamer in de Grond
wet van 1848 een onding genoemd. Dit mo'-e
wat te sterk uitgedrukt heeten; maar een hors
de temps is zij zeker. Tol nog toe zeker is ha
re wei king op s lands belang niet anders dan
heilloos en nadeelig geweest.
En hoe zou ’t ook anders kunnen verwacht wor
den van een college, bij welks samenstelling alleen
de vraag ter sprake kan komen of zijne leden
tot de rijksten der provincie behooren, of niet.
Eene geldaristocratie is, na priester- en soldalen-
regeering, de derde in den rij der slechte regee-
nngsvormen.
In de zitting der Tweede Kamer
December 11., werd door den Minister
tie terecht een treurig enug,oml
den toestand der Leeuvl||kl
inzonderheid van de slaaj^^H
gen. Blijkens het BijbladTWl
lerellendigstenja m i d d e 1 e e u w s c h e n toestand
gevangenis be-
bezoek door gevangenen bezet waren, welke,
ker uit wanhoop een aanvankelijk gelukte po
ging tot ontvluchting uit deze diepe, akelig duiste
re en lage gekluisterde kelders of ovens die
slechts door een kleine, zich in de deur bevin
dende opening licht ontvangen hebben onderno
men. Mocht er op de ƒ58750, welke de Kamer
dit jaar voor de gedeeltelijke inrichting van een
nieuw alcovegebouw bij die gevangenis heeft toe
gestaan, eene kleinigheid overschieten om deze
cachotten op meer moderne wijze in te richten
gelijk men ze thans overal in de nieuw gebouw-
de gevangenissen van naburige rijken aantrelt
De discussiën der Kamer toch doen duidelijk zien
dat wij ons nog wel eenige jaren met de Leeu-
wardsche gevangenis tevreden zullen moeten
Ste en^ (A7. Roti. Cour
De minister van binnenlandsche zaken heeft
bepaald, dat de verkiezing van een lid van de
1 weedc Kamer der Staten-Generaal in het hoofd-
kiesdistnct Amsterdam, noodzakelijk geworden
tengevolge van hel door den heer mr. M H
Godefroi genomen ontslag als lid dier Kamer
zal geschieden op Dingsdag 8 Februari a. s., en
dat zoo eene herstemming noodig is, deze zal
plaats hebben op Dingsdag 22 Februari daaraan-
volgende.
-7 mHet ,voorslel van een der raadsleden te
Zaltbommel om met gebruikt wordende toren
klokken te verkoopen, is wegens de vele be
strijding die het vond, door den voorsteller in-
BESLUIT TOT HET HEFFEN VAN EEN
HOOFDELIJKEN OMSLAG.
De RAAD der Gemeente SNEEK
Overwegende dat het noodzakelijk is, ter voorziening
in de behoeften der gemeente eene directe belasting
op het inkomen te heffen
Gezien artt. 240, 243 245 der wet van 29 Juni
1851 (Staatsblad no. 85) gelijk die zijn gewijzigd bij
de wet van 7 Juli 1865 (Staatsblad no. 79j.
Heeft besloten, gelijk hij besluit bij deze.-
Art. 1. Ten behoeve der gemeente Sneek, wordt
jaarlijks eene directe belasting op het inkomen geheven.
Art. 2. Deze belasting wordt geheven van alle man
nen en vrouwen, gehuwden en ougehuwden wier zuiver
inkomen meer dan f 400 ’sjaars bedraagt, en die
in deze gemeente hun hoofdverblijf houden of verblij
ven.
De hoofden van huisgezinnen worden aangeslagen zoo
voor zich zelven als voor hunne vrouwen.
Minderjarigen beneden de 20 jaren, wier ouders of
voogden elders wonen worden niet aangeslagen.
Art 3. Als grondslag wanneer de belasting wordt
geheven worden aangenomen
De vermoedelijke inkomsten die de belasting
schuldige over het laatst verloopeu dienstjaar
uit welken hoofde ook, heeft gehad, in verband
met de wijziging, die door reeds opgekomene of
waarschijnlijk in den loop'van het nieuwe dienst
jaar te wachten voor- of nadeelen daarin is of
zou worden aangebracht.
Wanneer die inkomsten niet of slechts ten deele
oekend zijn worden ze genomen voor zoo ver ze
bekend zijn in verband met de huurwaarde der
woning, het getal dienstboden en paarden niet
tot uitoefening van bedrijf of beroep noodig, en den
uiterlijken staat van den belastingschuldige.
Art. 4. Hoor inkomsten worden verstaan en vallen
alzoo onder het bereik van deze belasting.-
De inkomsten of vruchten voortvloeiende uit eigen
dom of rentegevende bezittingen.
Die, welke lijdelijk of voor het leven worden
genoten, en voortvloeien uit.-
Pensioenenlijfrenten tontines en periodieke
uitkeeringen hetzij van oudershetzij van ande
ren zelfs onder den titel van gift, genoten.
2°. het vruchtgebruik of vruchtgenot in geld of na-
tura.
c. De zuivere inkomsten of verdiensten voortvloei
ende uit ambachten bedieningen betrekkingen
industrie handel, bedrijf, arbeid en onderneming.
Bij de berekening van het inkomen naar de in dit
artikel gestelde regelen, woiden de voordeelen, die niet
in gdJd worden genoten als vrije woning en dergelijke,
op de geldelijke waarde daarvan begroot.
Art. 5. Van de onzuivere inkomsten, worden,
tot de zuivere inkomsten te geraken, afgetrokken
de renten van verschuldigde kapitalen
voorts van de inkomsten voortvloeiende uit be
zittingen de grond-, dijk-, polder- en andere za
kelijke lasten.
De uitkeering aan meerderjarige in- of uitwonende
kinderen die van het gezin van den belasting
schuldige geen deel uil maken kosten van opvoe
ding en onderwijs zijn onder den hierbij bedoel,
den aftrek, niet begrepen
Art 6 Bij de berekening van den aanslag van eiken
belastingschuldige, zal ƒ400 van de vermoedelijke in
komsten worden afgetrokken
Art 7 Aan de ouders belastingschuldigen die
inet de verzorging zijn belast met kinderendie bij
den aanvang van het dienstjaar nog niet den ouderdom
van 16 jaar bereikt bebben; en die geen eigen inkomen
hebben boven de ƒ400, zal, voor ieder zoodanig kind,
eene korting worden verleend van 3% van het cijfer,
waarnaar de aanslag geschiedt
Art 8 Zij die in den loop van een diensljaar be
lastingschuldig worden, of ophouden dit. te zijn, worden,
naar tijdsbelangaangeslagen of ontheven overeenkom
stig artikel 245 der wet van 29 Juni 1851 (Staatsblad
110 85/ zoodanig als dit is gewijzigd bij artikel 6 der
wet van 7 Juli 1865 (Staatsblad no 79)
*7
aan
ter uitvoering toegezonden en
fschryving of teruggaaf
i
i zes
is aangevraagd
Februari volgende op een
dienstjaar wordt door Burgemeester en Wethouders aan
den Raad een staat overgelegd van zoodanige belasting
den hoofdelijken omslag wordt schuldigen als nalatig ziju gebleven hunnen aanslagfaan
Ti - - ffe vastgeste.d voor 15 Maart te zuiveren met opgave van de datums waarop de 'aan
Het kohier bevat- aan het hoofd: hoeveel ten honderd i maningen zijn geschied en van de verdere maatregelen,
er het dienstjaar van het belastbaar inkomen zal wor i
UI