XIEUWS- EN ADVERTENTIE-BLAD VOOR DE
binnenland.
GEMEENTE EN HET ARRONDISSEMENT SNEEK.
No. 86.
IJ F-E N-T WIN T I G- S T E
ZATERDAG
20 OCTOBER,
18 7 0
A. A. I
State n-G e n e r a a 1.
ii
een pre-
van Prui-
eens
ONZE NATIONALE MILITIE.
Niet de naam maar het wezen der
zaak bepaalt haar karakter.
Deze COURANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden is binnen deze Stad ƒ1.65, buiten
de Stad franco ƒ1.90.
■■■BKassEgsg
Duitschland betreft, verklaarbaar uit het militairi- I ZÜ
f iP-QVCitöani AaI 1-i.i.
Door den gemeenteraad van Zwolle is, in plaats
van den heer dr. S. A. Naberop zijn verzoek
als zoodanig eervol ontslagen, tot rector der la-
tijnsche school benoemdde heer dr. E. Mehler,
rector te Sneekop eene jaarwedde van 2200*
Het Handelsblad zegt
«Als een belangrijk verschijnsel op het ge
bied van het lager onderwijs vermelden wij het
besluit van den kerkeraad der Ned. Portug. Is
raël. gemeente te Amsterdam, om de armen
school dier gemeente op te heffen op grond
dat de behoeftewaarin deze inrichting wat het
maatschappelijk onderwijs betreft tot dusverre heeft
voorzien, op de stads-armenscholen kan worden
vervuld. Naar wij vernemen, zijn van de 260
kinderen, welke die school thans bezoeken, reeds
240 ingeschreven voor de openbare armenscho
len.”
De dienstplichtigheid in Duitschland, die, zoo-
als wij zagen aanvangt op den eersten Januari
nadat men 21 jaren oud is geworden duurt 7
jarenvan welke er 3 in actieven dienst worden
doorgebracht. Den overigen tijd staat de dienst
plichtige bij de reserve.
Wellicht oordeelt men voor ons land dien eer
sten termijn te lang; wij althans zijn die mee-
ning volkomen toegedaan.
Onze Grondwet stelt voor het jaarlijks samen
komen der militie als langsten termijn zes we
kenen die bepaling kon behouden blijven,
echter onder toevoeging van een «mits dat de
militien die kundigheden hebbe opgedaanwelke
noodig zijnom de wapenen te kunnen voeren.
De termijnen van samenzijn doet er trouwens
zoo heel veel niet toezoo er maar zekerheid zij,
dat hij lang genoeg en niet te lang wordt vastgesteld.
In de Duitsche Wet lezen wij 10eene be
paling, die ons zeer aanlacht, inhoudende, dat
ieder jongelingwanneer hij aan de zedelijke en
lichamelijke vereischten voldoet, na zijn 18e
jaarvrijwillig in dienst mag tredenwaardoor
hem de gelegenheid is geschonken zijne dienst
plichtigheid met 3 jaren te vervroegen, hetgeen
zeer in zijn belang zijn kan en waardoor nie
mand of niets benadeeld wordt.
Eene andere bepaling bevat 11 welke over
weging verdient. Zij is deze, dat jongelieden uit
den beschaafden stand, die gedurende hun dienst
tijd zelf in hunne kleeding en uitrusting, alsmede
m hun onderhoud voorzien, en de bewijzen heb
ben afgelegddat zij de vereischte bekwaamheid
bezitten na éénjarigen dienst bij de reserve wor
den ingedeeld.
Die bepaling heeft, het is genoeg bekend,
hoogst gunstig gewerkt. Maar de vraag ontstaat,
of de voor waarde «beschaafde stand” niet
eene al te vage aanduiding is. Dat er een pre
mie is gesteld op bekwaamheid, is alleszins goed
te keurenmaar dat het verdienen van die pre
mie alleen is mogelijk gemaakt voor beschaafden
en meergegoedenachten wij bedenkelijk.
Wanneer men den diensttijd van drie jaren
zooals de Duitsche Wet bepaaltdoor ons arti
kel der Grondwet doet vervangen, dan vervalt
V;m zelf het bezwaar tegen die bepalingomdat
et' van haar dan geene sprake zijn kan.
'itij weten wel, dat hij, die zich zelt uitrust
en onderhoudt, den lande een grooten dienst be
wijst waarin het geheel deeltmaar waar is
let toch ook, dat door de Duitsche Wet den
fegoede een gelegenheid wordt verschaft, van
welke de mingegoede is uitgesloten. Daarom
ouden wij liever den karteren duur van actieven
tënst behouden zien en de premie, op bekwaam
heid gesteldhandhaven, zooals zulks reeds ge-
jehied is met hendievóór hunne indienst-tre-
‘mg als militiën, bij een erkend weerbaarheids-
lorps geoefend zijn.
De diensttijd van 7 jaren is geen buitensporig
an®e bij ons is hij 5 in Belgie en elders 10.
Door de inrichting van het Dnitsche krijgswe-
'en m aan dien Jangeren tijd minder bezwaar
m bonden dan men oppervlakkig denken zou
vü zullen nader zienwaarom.
bia 3 of 1 jaar in actieven dienst geweest te
'JU komt de militien bij de reserve, hetzij voor
hetzij voor 6 jaren. Hij is dan met groot
er‘°f, gedurende welken tijd hij slechts twee-
'alen kan worden opgeroepen om zich te oe-
!ncn telkens voor niet langer dan 8 weken.
Die tijd is voor ons land te lang maar, wat
TWEEDE KAMER.
Zitting van Dinsdag 25 October.
In den loop der zitting van heden, waarin
velerlei onderdeden der Indische begrooting stof
tot discussie gavenis met 39 tegen 28 stemmen
aangenomen een amendement van den heer Nier-
strasz tot vermindering der uitgaven voor open
bare werken en gebouwen als protest tegen de
hooge opvoering van dat artikel. De verminde
ring bedraagt ƒ206.500.
Nog is aangenomen een amendement van den
heer v. d. Putte, om den post voor openbare wer
ken ad. circa 5 millioen te splitsen in 4 onder
deden, zoodat er geen overschrijvingen van het
een op het ander onderdeel kunnen plaats hebben.
Eindelijk is het geheele hoofdstuk 2, uitgaven
in Indie, circa 88’/2 millioen, aangenomen met
38 tegen 28 stemmen.
De zitting duurt voort.
In de heden gehouden avondzitting is de
discussie over de Indische Ibegrooting voortgezet
en geëindigd.
Met 35 tegen 22 stemmen heeft de kamer de
motie van den heer Mirandolle aangenomen hou-
de"d® verzoek aan den minister van koloniën om
schriftelijke inlichting wegens het ontslag van het
lid der Indische rechterlijke macht Angelbeek
Daarna zijn zoowel de uitgaven als de midde
len aangenomen met minderheden van respectie
velijk 23, 26 en 27 stemmen tegen.
De kamer is verdaagd tot 8 November, wan
neer ook in overweging zal genomen worden het
voorstel van den heer v. Houtentot partiële wij-
z<glng van de wet op het personeel, waarover in de
afdeehngen de gevoelens zeer uiteenloopend waren.
ü/iV- V n' De pas uitSekomen Wet op de
Militaire Dienstplichtigheid in Pruisen bene
vens eemge andere daarmede in verband staande
wetten. Zutph. Plantenga.
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents
voor eiken regel daarenboven 7/2 Cents. - Alle brieven en stukken,
ae uitgave of redactie betreffende, worden franco ingewacht.
i jn zij alleen verplicht de gewone oefeningen der
landweer bij te wonen. In geval van oorlog ech
ter mogen zij bij het staand leger worden ingedeeld.
De landweer bestaat dus, zoowel wat manschap
pen als officieren betreft, uit geoefende militairen.
Is de diensttijd bij de landweer volbracht, dan
gaat men over tot den Landstorm welke be
staat uit alle dienstplichtigen boven de 17 en on
der de 42 jaren, die met tot het leger of de
vloot behooren.
De landstorm komt alleen dan bijeen, wan
neer door een vijandelijken inval deelen van het
Bondsgebied door den vijand worden bedreigd
of bezet.
Gedurende 25 jaar rust op den Noord-Duitscher
de plicht om zijn vaderland te verdedigen.
I Intusschen is de dienstplichtige die tot de re-
serve land- of zeeweer behoort, aan de voor de
uitoefening van een militair toezicht noodige voor
schriften onderworpenmaar hij mag wonen
waar hem goeddunkt’t zij binnen ’t zij buiten
lands, huwen, enz.
Aan niemand hunner mag verlof geweigerd
wordenom zich buiten ’s lands te begeven.
Bij verhuizing uit den eenen Staat naar den
anderen gaat het domicilie van den dienstplich
tige bij reserve of landweer over naar den an
deren Staat.
Ieder dient in den Staat, waar hij woonde
toen hij dienstplichtig werd, en vrijwilligers in
het corps dat zij zelf aanwijzen.
Dezelfde bepalingen gelden voor de Vloot en
de Zeeweerwelke eerste bestaat uit vrijwilli
gers of jongelieden die bij het intreden hunner
dienstplichtigheid gedurende minstens één jaar op
i de Noord-Duitsche handelsvloot hebben gediend
of de zeevisscherij uitgeoefend.
Het leger bestaat uit 1°. het staande leger;
2°. de zeeweer.
Het staand leger en de vloot zijn in Noord-
Duitschland altijd tot den oorlog gereed en oefe-
ningsscholen voor de geheele natie in alles wat
tot den oorlog behoort.
Land- en zeeweer ondersteunen leger en vloot.
Hiermede hebben wij den inhoud gegeven van
de Noord-Duitsche Wetgeving op de militaire
dienstplichtigheidwelke eenvoudig en duidelijk
is en een geheel uitmaakt. Zij bestaat uit slechts
19
Door invoering van algemeene dienstplichtig
heid ’t zij op den Noord-Duifschen leest ge
schoeid, ’t zij gewijzigd, zou men voor ons land
T zelfde resultaat krijgen als wat Duitschland heeft.
Eenvoudigheid, billijkheid, deugdelijkheid en
gelijkheid zouden in de plaats treden’ van juist
het tegenovergestelde.
Onze militie zou uitstekend goed worden en
de schutterij uit geoefende, weerbaarbare mannen
zijn samengesteld.
Het behoud intusschen, zelfs bij de liberalen in
den lande, en een verkeerd begrepen egoïsme
vreezen wij zal zoolang de wijze van verkie
zing onzer vertegenwoordiging dezelfde blijft,
eene radicale hervorming tegenhouden, zoolang
tot dat het te laat zal zijn.
Alvorens van dit onderwerp af te stappen
moeten wij nog wijzen op de Pruisische Wet
van 27 Februari 1850.
Volgens die Wetworden, indien de reserve
of landweer buitengewoon wordt opgeroepen of
ten oorlog trekthunne huisgezinnen zoo ze be
hoeftig zijnondersteund.
De vrouw geniet een maandelijksch minimum
van 1 th., 10 silhergr. van April tot Nov. en van
November tot April 2 th., voor elk kind beneden
14 jaar 15 silbergr. Hetzelfde geldt ten aanzien
van personen, welke den militair moeten onderhou
den. Heeft zij meer noodigdan wordt dat be
paald door eene commissie ad hoe.
De daartoe benoodigde gelden worden door j
de Kreitsen en de Steden verschaft; doch wat
j de officieren aangaatgeschiedt dit uit de mili-
j taire fondsen.
I Is de opgeroepene gesneuveld of bereikt hij
met levend zijne woning, dan wordt dezelfde on
derstand nog gedurende 3 volle jaren verstrekt.
Hoe gunstig steekt die toestand bij den onzen
Wij hebben vroeger zooveel kwaads
sen overgenomen och, mocht men nu ook
wat goeds van daar invoeren 1
Vgl. De
satie-systeem, dat er heerscht, en ’t geen wij
juist niet wenschen ingevoerd te zien.
Duitschland heeft een slaand legerdat uit
de militiens in actieven dienst en de reserve be
slaat maar wij moeten geen staand leger heb
ben want wij zijn geen oorlogsnatie en dat is
Duitschland wel ook al door de omstandighe-
den er toe gedwongen, zooals de geschiedenis
der laatste maanden geleerd heeft.
De afschaffing van een staand leger staat in
het nauwste verband met art. 56 van onze Grond
wet ’t welk altijd min of meer een slagboom zal
zijn op den weg naar 't goede en ook daarom
behoort veranderd te worden.
Van het staand leger gaat de Duitscher over
naar de Landweer welke wij eens de Duitsche i
schutterij hebben hooren noemen [doch er niet I
bijzonder veel van heeft.
De Duitsche Landweer is inderdaad een »w e e r”;
want zij bestaat uit geoefende soldaten; iets, wat
van onze schutterij niet kan gezegd worden, ook
zelfs niet van het beste corps, waartoe het Utrecht-
sche en Rotterdamscheten rechte of ten on
rechte gebracht worden.
Onze schutter-officieren zijn het woord moet
er uit voor ’t grootst gedeelte geen officie
ren behalve in naam. Wij spreken hier na
tuurlijk niet eens van de plattelands schutterij.
De dienst bij de landweer duurt 5 jarendus
van het 28e tot 33e, maar wordt in verlof door
gebracht behalve dat zij tweemalen telkens voor
8 a 14 dagen kan opgeroepen worden om zich
te oefenen.
Men ziet hetis de actieve dienst bij het staand
leger achter den rugdan blijft er weinig jte
oefenen meer overig. Hoe verschillend is dat van
t geen wij ten onzent zienAltijd oefenenen
immer oefenen, en nooit [of nimmer behoorlijk
geoefend.
De landweer heeft ook cavalleriewelke even
wel niet tot oefening wordt opgeroepen.
De Duitsche landweer is een verlengstuk van
het leger, zij maakt er één geheel mede uit;
onze schutterij is dat nieten kan dat ook niet
zijnomdat onze militie- en schutterij-wet een
abracadabra is; omdat militie en schutterij
uit twee hetorogene bestanddeelen zijn te samen
gesteld. Zij staan naast elkander als twee schreeu
wende kleuren, als rood en blauw.
Menigwerf hebben wij door officieren van het
leger met zekere minachting de officieren der
schutterij burger-oïücieren hooren noemen.
Hoe kan ’t ook anders de burger is in Ne
derland geen soldaat, de soldaat geen burger.
En toch is het eene eerste plicht van iederen
burger de wapenen te dragen tot verdediging
van zijn vaderland, d. i. om soldaat te zijn.
Al die jammeren zijn de gevolgen der leugen
en de oorzaak van deze leugen is de wijze,
waaropen de personendoor wie in Nederland’
de Wetten worden lot stand gebracht. Die leu
gen knaagt en wroet in onze maatschappijop
staatkundig, godsdienstig, op elk gebied; die
leugen zal ons ten val verstrekken.
De waarheid te zeggen is eene onbeleefdheid
geworden, om niet te zeggen, dat iemand
die de waarheid spreekt, voor een misdadiger
wordt aangezien. Dat is zóó waardat »iemand
de waarheid te zeggen" spreekwoordelijk gelijk
staat met iemand ergerlijk onbeleefd te bejegenen.
Doch laten wij terugkeeren tot ons onderwerp.
De officiers der Duitsche landweer (en ook bij
de reserve) worden voornamelijk genomen uit
hendie gebruik hebben gemaakt van het voor-
recht in 11 der Wet bedoeld en hun examen
als officier hebben afgelegd.
Deze kunnen bij het staande leger worden in
gedeeld om blijken van bekwaamheid te geven,
indien zij naar een hoogen rang dingen; anders
S lik l{ COURANT
«XI I