lOiM EX BET ABBOXDIWW SiXEEK
MEUWS- EX ADVERTENTIE-BLAD lOlill DE
Nationale Militie.
1 APRIL
VERGADERING
van den Gemeente-raad van Sneek,
Zaterdag den 1 April 1871,
’s avonds 5 uur.
I
II.
1.
2.
SLEEKER COUR AN
IETS NAAR AANLEIDING VAM EEN
AFGESPEELD TREURSPEL.
3.
KENNJSGEVI N G.
vinden en Uw moed misdaad noemen zal. Waar
ongelukkig moet maken.
te bemesten waren dan
dynastie is in gevaar
Die
vijand wordt gemaakt
Deze CO U R A NT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden is binnen deze Stad ƒ1.65, buiten
de Stad franco ƒ1.90.
I
I
l
k
r
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel daarenboven 7^ Cents. Alle brieven en stukken,
de uitgave of redactie betreffende, worden franco ingewacht.
(-j-) Vele ouders schijnen hunne kinderen
geen passender geschenkjes te kunnen geven
dan blikken sabeltjes, houten geweertjes en klei
ne chacots met mooie pluimen. Als ze niet te
veel aan vengelsche ziekte" lijden moeten ze da
delijk eene houding aannemen als neen generaal".
Zietdaar ’t eerste militaire drilveld voor den
wereldburger. Wonder is 'tdat men die as
pirant helden niet reeds in den wieg in uni
form steekt.
Wat geven ,we in onze vaderlandsche school
boekjes?... Vaderlandsche deugden, wit als
sneeuw en daarnaast als tegenstelling mis
daden van andere volkeren, rood als scharlaken.
Voorts, eigen dynastiën d<e steeds «vaders” voor
maar
Leugen!
onpleizierig behandeld. Neem nu
verzachtende omstandigheid aan, dat Z. M. dien
nacht onrustig geslapen had en niet vrij was
van hoofdpijn.
Leugen I 0/ liever onjuistDie ^over
moed" krijgt een verkeerd adres.
PUNTEN TER BEHANDELING:
Resumtie der Notulen.
Adres van K. Geertsmaom eene gratifi-
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
de gemeente SNEEK, voldoende aan art. 87 der
wet op de Nationale Militie van den 19den Au
gustus 1861 (Staatsblad no. 72)brengen door
deze ter kennis der ingezetenen dat de tweede
zitting van den Militieraad voor deze gemeente,
zal worden gehouden te Heerenveen op Zater
dag den 15 April eerstkomendedes voormid-
dags ten elf ure dat in die zitting uitspraak wordt
gedaan omtrent alle in de eerste zitting niet af
gedane zakenen omtrent hen die als plaats
vervangers of nommerverwisselaars verlangen op
te treden
dat alzoo voor dien Raad moeten verschijnen;
1°. hij, wiens zaak in de eerste zitting niet
is afgedaan;
2°. hy, die voor een loteling als plaatsvervan-
Leugen! Als die onderdanen hem in
derdaad tgeliefd" warenzou hij zich eerst
beter bedenken alvorens eene oorlogsverklaring
te teekenendie het
-). Leugen Mijn
moest de tekst zijn.
Leugen
bestond niet voor 't volk.
Lees ik heb die of die gezant
nog maar als
i is ’ldat de verhouding ook niet geheel dezelfde I
j is want in ’t eene geval hebt ge iiiissahiin uit
i zucht naar bezit oi zelfbehoud, een woord be-
gaan en als krijgsman hebt ge op hoog
bevel slechts eenige arme drommels gedood
die ge nooit gezien hadt.
Maar 't verschil in beloouing i^dan pok nog
al sprekend, ’t Varieert n b. tusschen decoree-
ren en hangen
Vaderlandsliefde: ontzettend veel vraag,
en hoemeer die «liefde” aan grenzen gebonden
is en hoemeer ze zich openbaart in vernielen en
vermoorden hoe deugdzamer en bruikbaar
der ze wordt. *Das Vaterland musz gröszer
sein!" Welzeker! hoe grooter vaderland,
hoe gelukkiger volkMaardie arme bewoner
daar buiten Uw grens, wiens «Vaderland” dan moet
worden ingekort en die misschien toch ook wel
een beetje gehecht was aan den grond «waarop
zijn wieg eens stond” hij wordt dan toch hel
slachtoffer van Uwe, op zoo vreemde wijzege
ëxploiteerde «liefde”! Alweder; beproef dat
fanatisme zoo eens op Uw eigen houtje onge
patenteerd en zonder h ogere approbatie Neem
de proef eens op de som en stoot bijv, m vre
destijd, maar uit ware ^vaderlandsliefde," die
U niet toelaat een vreemdeling op Uw grond te
dulden, een Franschman, Pruis of soortge
lijken indringer, overhoop en ge zult hooren
hoe de ambtenaar van ’t O. M. die «liefde” wel
zal qualificeeren.
Geloof? neen 1 dddrover zullen we thans
niet spreken, alhoewel het steeds een groote
rol gespeeld heeft en ’t nóg doet in de deugden,
waarop gespeculeerd moest worden om ’t volk
te beter te doen vechten in ons christelyk(?)
werelddeel. Arme godsdienst der liefdemet
zulke geloofshelden Zou de bedoeling van Uw
stichter geweest zijn dat hij die anders en
misschien verkeerd geloofde dan gij, te vuur en
te zwaard moest verdelgd worden Heeft hij
geleerddat verschil van opvatting over zijne
leer een exploitatie-middel mocht zijn in de han
den van enkelenom velen tegen elkaar op
te zweepen Zeker neen! nietwaar? en toch
heeft men 't steeds zóó laten voorkomen alsof
’t verhielen van een verkeerd geloovend vijand
een dubbel verdienstelijk werk was. Wij be
hoeven er zeker niet met vele woorden aan te
herinnerenwelke treurige gevolgen zulk soort
geloolswerken voor het individu zou hebben
dat zich in eene welgeordende maatschappij aan
een ijver ging schuldig maken die collectief uit
geoefend verdienstelijk isof althans als zooda
nig wordt voorgesteld.
Wij hebben met bovenstaande slechts willen
aantoonen, hoe 't burgerlijk maatschappelijk ze-
delijkheids-beginsel telkens een kaakslag krijgt,
als ’t vorstelijk utiliteits-beginsel van «deugden”
spreekt: want, hoe schijnbaar absurd onze
vergelijkingen ook waren de slotsom blijft toch
deze dat, wat voor ’t individu misdaad zou
zijnin eens gemetamorphoseerd wordt tot
zilverblanke deugd, welker beoefening plicht is,
zoodra zij door de massa op hoog bevel wordt
uitgeoefend en het gezag er zijn deugden-brevet
aan gehangen heeft.
En zietdat noemen wij verleugeningen
in casu wel eene zéér onedele, want zij moet
strekken om het volk op te winden en vrede te
doen vinden met de misdaad. Zij schijnt noo-
dig te zijn die morele dronkenschap alvorens
de volkeren tol een ouderlingen moord te bren
gen te zijn. De vorsten bereiden dus door stelsel
matige verleugening het volk voor, tot misdaad"?..
Ja 1 maar en nü komt aan óns de beurt tol
kleuren, of liever tot zelfbeschuldiging, want
I de vorsten doen ’t alléén niet wij helpen hen
I een handje in die verleugening.
het volk hebben geleverd, tegenover de ande
ren,^die rijk waren aan styrannen”. Wij schep
pen ons een Goddie steeds liaan ónze zijde
streed”, terwijl hij andeien in de steek liet. Van
der jeugd af worden we gewend met een blik
van welgevallen ’t eerst te staren op den krijgs
held, Zoo’n vechtersbaas is bijna altijd de hoofd
figuur in deze of gene periode der wereldgeschie
denis die dan ook niet genoeg lof kan uitba
zuinen over zijn heldenfeiten. Aan mannen van
wetenschap en kunst mannen die zich inder
daad verdienstelijk hebben gemaakt jegens de
menschheid wordt slechts een nederig 2e rangs
plaatsje toegekend. Altijd steekt de wapperende
vederbos uit boven den olijftak.
Die wapperende vederbos doel veel kwaad m
de harten van de jeugdige wereldburgers die
nog al van wat wapperends en kleurigs houden.
In één woord’ ’t is als of met bepaalde voorliefde
reeds de aandacht van het kind gevestigd wordt,
op hèn die de wereld hebben doen sidderen
onder hun ijzeren tred. Geschiedde dit slechts
met het doel om in het jeugdig gemoed de af
keer op te wekken of levendig te houden van
van geweldenaars wij zouden er volkomen vre
de meê hebben maar dit is veelal niet het ge
val (f).
Er wordt zelfs eerbied gevraagd voor zoo n
held. Slechts als hij tegen ’t «vaderland” vocht
wordt hij gedegradeerd tot «geweldenaar”.
Zóó voedt men het kind; zóó gaat men voort
den jongeling en man te biologeeren. De be
perkte gezichtskring van het kind is vaakhe
laas och zoo weinig ruimer geworden als het
man geworden is. In het beste geval heeft de
horizontdie straks nog begrensd werd door
schoolmuren en speelplaats, ruimte gekregen tot
aan de grenzen des «vaderlands”; maar wat
daar buiten is, is dan nu ook bepaald uit den
booze
JuistWant geen land zoo goed als ’t onze;
geen geschiedenis zoo schoon als de onze geen
Volk zoo braaf zoo godsdienstig en zedelijk, zoo
ontwikkeld zoo dapper en vaderlandslievend als
’t onze zegt de Franschman, Engelschman
Duitscher, Nederlander, enz. enz. Ergo: vélen
liegen,
Neenniet velen maar allen want dat ex-
clusisme machtigt zich iets toe, wat het volstrekt
niet toekomt en juist dat werkt den oorlog meê in
de hand. Immers: zoodra er twijfel ontstaat of be
doelde deugden zich uitsluitend nestelden binnen
die of die grenzenziet men chassepot of
zündnadel als hoogste rechter inroepen om te
beslissen. Hij die ’t best schiet heeft dan na
tuurlijk de meeste deugdendie zich dan allen
weèr oplossen in die ééne groote ^vaderlands
liefde.” Is ’t niet als of «vaderlandsliefde” be
paald naar kruitdamp rieken moet, zal ze echt
zijn
Als of er voor den vaderlander geen andere
velden te beploegen en
slachtvelden
Dat een oorlog gevoerd wordt ter wille en in
’l belang van een volk, zal wel tot de uitzonde*
lingen behooren. Men zal ’t wel met ons eens
zijn dat het regel is, dat in zoo’n geval de be
langen eener dynastie in ’t spel zijn en dat deze,
langs den w’eg des geweldsdan door ’t volk
't' moeten worden beslist. De wereldgeschiedenis
weèl curieuse staaltjes te vertellen van de oor
zaken waarom sommige vorsten al oorlogen
in ’t leven riepen en die toch ten slotte door de
volkeren gevoerd werden met eene verbittering,
als gold het zoowaar hun eigen en dierbaarste
belangen. Wij wenschen daarover thans niet
uit te wijden. Alleen vinden we ’t nog al ge
lukkig voor de vorsten, dat het volk doorgaands
niet achter de coulissen kan zien, maar dat het
reeds van af vaders knie heeft leeren roepen
«vive le Roi 1” Die kreet wordt later door
stervende lippen op de slachtvelden herhaald.
W tar zooveel blinde vereering is daar is 't
niet bevreemdend meer dat er zoo gewillig ge
offerd wordtvooral nietals er dan nog met
'F
offerd wordtvooral nietals er
eenige taktiek gespeculeerd wordt op de harts-
toc; ten des volks.
Wat ziet men dan ook gebeurenals een
vorstelijke gril, veroveringszucht, of zoo iets, een
oorlog provoceert en de noodige requisitiën ge
daan worden van geld en menschenlevens Men
speculeert in leugens.
Daar verschijnt de vorstelijke proclamatie
«Geliefde onderdanen 1Het land is in ge
vaar3)! Uw vijand’), die ons reeds zoolang
heeft uitgetarl4) is eindelijk zoo overmoedig ge
worden3) dat wij in korte woorden «dat
«wtj verplicht zijn de wapenen aan te gorden
«tot handhaving van ons goed recht. In T ver
strouwen op de rechtvaardigheid (sicon-
«zer zaak en onder biddend opzien, enz. enz.
«doen wij een beroep op onze getrouwe onder-
«danen.”
En die onderdanen antwoorden met een
«Op, mannen te wapen! de vijand bedreigt
«onze grenzen. Op, voor Koning en Vaderland!”
Nu gaat men verder en drukt de etiquette
«deug d" op handelingendie in gewone om
standigheden en individueel uitgeoefendheel
ondeugend zouden genoemd worden.
K r ij g s m a n s m o e d staat aanstonds bo
ven parigeeft bevordering en lintjes. Eilieve
beproef zulk soort moed eens in 't dagelijks le
ven als bekwaam struikroover bijv., of wel
heel burgerlijk in een duel en wij verzekeren
U, dat de gestelde macht U zeer onpleizierig
catie over 1871.
Idem van wed. M. Hamers van dezelfde
strekking.
4. Idem van H. B. Nauta, veerschipper op
Joure en Heerenveen, om wijzigingen m de dienst
regeling.
5. Idem van Brunings ten Gale, om beta
ling eener verjaarde Coupon.
6. Idem van H. Hofslra, om grond vooreen
lijnbaan.
7. Idem van S. Brouwer en G. Keulen om
grond tol het bouwen van woningen.
8. Réclame van S. Groenhuizen, tegen de lij
sten der kiezers van de leder, der Provinciale
Staten en der Tweede Kamer.
9. Voorstel der Plaatselijke Schoolcommissie,
om eene personeele toelage toe te kennen aan
den hulponderwijzerA. Hoekstra
10. Rekening der begrafenisrechten over
1870, en verzoek van Voogden van het O. B.
Weeshuis om machtiging tot af- en overschrij
vingen op hunne begrootiugen over 1871.
11. Brief van dezelfden om’rent een ontwerp-
reglement op liet O, 13. Weeshuis.
12. Nota van de heeren Joustra en Schijfsma,
omtrent hun voorstel tot réorganisatie der H. B.
School.
13. Brief van het Comité ter bevordering
van den aanleg enz. van de spoorwegiijn Har
lingenSneekHeerenveen om vóór 1 Mei a. s.
antwoord op haar vroeger gedaan verzoek te ont
vangen.
14. Ontwerp raadsbesluit voor de regeling der
pensioen-bijdrage van de hoofdonderwijzeres der
meisjesschool voor meer uitgebreid lager onderwijs.
15. Af- en overschi ijving op de begrooting
van 1870.
16 Benoeming van een Leeraar in het band
en lijnteekenen aan de Hoogere Burgerschool.
17. Bericht van E. Buurmans dat zij ont
slag neemt als medehelpster in de bewaarschool.
18. Proces-verb aal van verificatie der ge
meentekas.