II
r
i
L'
i
1
feuilleton.
r
I*
INGEZONDEN STUKKEN.
Mijnheer de Redacteur
ge-
zijne foederalistische
De
SCHERPSCHUTTERS KONING.
Slot.)
Ik hoopte daar nog eenige aanwijzingen te zul-
«Goddank,
huis komt.
parlement van koophandel zal waarnemen,
heer von Pfeuteri
lid van het nieuw te
bij het rechterlijke onderzoekmaar wij ontdek
ten geen spoor van worsteling. De moordenaar
Dt
kanti
hebb
de plaats in ’t bosch, waar de doode was gevonden.
Ik hoopte daar nog eenige aanwijzingen te zul-
len vindendie mij tot leiddraad konden dienen
Ik slapte juist op de stoep, toen de klok
uur sloeg. I’
tel vergelen.
Ee
I die i
hij r
«I
zegg1
«5
laat
der
avon
innei
den
aan
de c
niet
gesti
eene
B
vere
over
op
>1
God
Bi
weg
M
had
«1
here
Ik
mij
ged;
had
N
geei
De
Duitsch Oostenrijkers zoo vergeetachtig van aard
zagen het volgende jaar 1866 voorbij en zwelgen
-- -- ----- -u* '-1 -!“h
de vereenigde Duitsche rassen moet buigen.
1 thans deze
om voorloopig de morele unie en de
gemeenschappelijkheid van de belangen der Duit-
schers met de Duitsch-Oostenrijkers te bewerken
Misschien niet zoo ver misgezien
Vervolg en
J W
over
eenvi
Da
te sn
inzen
gevei
Uzel\
en t
bean
i van
Alhoewel we bovenstaand artikel van den heer
v. d. M. heel gaarne een plaatsje geven in onze
kolommen zien we ons thans tegen onze ge
woonte toch genoodzaakt daaronder een post
sciiplum te zetten. Niet omdat we ons op t
oogenblik partij willen stellen tusschen den schrij
ver van bovenstaande en dien van hetin ons
vorig nummer voorkomend, artikel, getiteld iDe
Sints het oogenblik, dat ik wist, dat Frede
rik niet te huis was geweest, was ik voor het
ergste beducht geworden en nam mijne vrees
hand over hand toe. Er was zelfs een oogen
blik dal ik mij verbeeldde een geweerschot in
de verte te hooren.
Was het verbeelding Was het werklijkheid
Ik wist het niet; maar het was als of ik dooi
den grond zonk. De tijd ging om met traagheid,
die mij half wanhopig maakte. Het sloeg één
uurtwee uurdrie uur eindelijk hoorde ik
in de straat het gerucht van voetstappen. Mijn
hoofd buiten het raam gestoken hebbendezag
ik iemand stilhouden voor mijn huis die het van
boven tol onderen bezag: het was Frederik
niet.
Mij bemerkende, vroeg hij:
Zuudt gij mij ook kunnen zeggen waar de
rechter woont
«Die ben ik zelf,” zei ik.
»Als dat zoo iswilt gij dan wel zoo goed zijn
met mij mede te gaan Maar gij moet u haas
ten. Ik kom van het huis van den houtvester
«Wat is hem overkomen?” viel ik den vreemde
in de redenzonder hem tijd te laten verder
uit te spreken.
«Hij is dood geschoten.”
Bij die tijding moest ik mij vasthouden want
ik waggelde. Het noodlot was dus vervuld ge
worden Het had niet gewilddat ik den vori-
gen dag Frederik zou ontmoeten, om te be
proeven hem van zijn misdadig voornemen terug 1
te brengen want er kon geen twijfel aan beslaan:
hij was de moorder.aai. I
r,
rJlard
om v<
die g
van c
ZE
deel
•lit g'
L De
met
voelei
dat g
ven e
Als
en bc
tikel
S. moet(
der
met
Èn
ligt
nig h
nen c
lijke,
v(
volstr
gezon
zich-2
ze er
lijk n
’t 2
coura
dien
gever
daarl
die s
schee
loers<
Int
zoo’n
len d
I onzer
door
rken i
in de eeuw I
111
elf
Ik schelde want ik had mijne sleu-
De meid deed mij open,
vraagd te hebben wie daar was
mijnheer de rechterdat gij te
Denk eens hoe bang ik moet ge
weest zijn, alleen hier; want de meester is den
ganschen dag niet te huis geweesten ik heb
alleen voor de begrafenis moeten zorgen.”
Die woorden troften mij als een bliksemstraal.
Inlusschen was ik mij zelven genoeg meester,
om niets van mijne vrees te laten blijken en de
rneid aan te raden de deur op het nachtslot te
sluiten en mij de sleutel te brengenhaar be-
had zich klaarblijkelijk in eene hinderlaag geplaatst
om den grijsaard te treffen terwijl hij voorbij
ging.
Het was ongeveer middagtoen ik in Neitsch
terug was. Frederik was tusschen vijf en zes
ure in den morgenstond terug gekomen en ter
stond in hechtenis genomen. Dit geheele stadje
i was in rep en roer. Men hield zich met niets
anders bezig als met den treurigen dood van den
houtvester; en, niettegenstaando de dubbele fees
telijkheid pinksteren en het koningschieten lag
over de geheele bevolking eene neerslachtigheid,
waarin ik zelf ook moest deelen.
Vergezeld van mijn griffier begaf ik mij zon
der dralen naar de gevangenis om den beschul
digde te verhooren.
Ik trad alleen het cachot binnenwaar hij zat
opgesloten goed verzekerd met kettingen aan de
beenen zat hij op eene bankhet hoofd neder
gebukt, onbewegelijk, naar, als iemand, die, zijn
wraak gekoeld hebbende, in zich zelven gekeerd
met zijn geweten alleen is en hjj wien de wroe
ging begint op te komen. Ik ontveins het niet,
ik gevoelde voor den rampzalige een innig me
delijden. Ik ging naast hem zitten, nam zijn hand
zachtjes in de mijne zij was koud als marmer
en toen ik haar aanraakle liep mij eene koude
rilling over het lijf. Doch mij vermannende
I zeide ik
«Frederik, wij zijn thans alleen. Alvorens
U te ondervragen als rechter, wil ik als christen
met U sprekenen U mijn raadmijn troost en
mijn hulp aanbieden, voor zooverre datmogelijk
is.”
Haastig schreef ik een brief, dien ik door de
meid naar den burgemeester deed brengen en het
bevel tot gevangenneming van Frederik, als den
vermoedelijken moordenaar van den houtvester,
inhield, en eenen anderen aan het hoofd der po
litie aan wien ik last gaf de brengster onder
behoorlijke bewaking te stellen tet aan mijn te
rugkomst,
Daarna liet ik mijn griffier komen en wij gin
gen met den bode naar het huis van den ver
moorden houtvester.
Ik vond den braven man dood en reeds koud.
Zijn gezin stond om hem heenten prooi aan
een wanhoop die ik niet zal beproeven te schet
sen en aan welke ook ik geene weerstand kon
bieden. Na eenigen tijd te hebben uitgeschreid,
deed ik navraag naar de omstandighedenonder
welke de moord was geschied.
Niemand wist mg er iets van te zeggen.
Alleen deelde men mij mededat toen het
middernacht had geslagen en het huisgezin nog
geen houtvester zag, men begonnen was te vreezen
en besloten had dat de toekomstige schoonzoon
en de knechts den weg, dien wij te zamen wa
ren opgegaanzouden doorzoeken.
Ongeveer ter halverwegehad men hem op den
grond uitgestrekt liggende gevondenmet een
kogel dwars door het hart. Na den toestand van
het lijk te hebben beschreven gingen wij naar
na ge
ilet oordeel over volksfeesten is zeer verschil
lend ik ben dit geheel met U eensze geven
daartoe gereedelijk aanleiding.
Een volksfeeet waaraan door het volk geen
deel kan worden genomendat met het oog op
den afstand en de kosten niet onder haar bereik
ligt is geen volksfeest, evenmin als een volks
concert dat is in den zin van toelating tegen
vertoon van bewijs van toegang.
Nationale volksfeesten zijn die vermakelijkhe
den, die in het volksleven ingrijpen, in den smaak
van het publiek vallen, in het openbaar worden
gegeven en voor ieder toegankelijk zijn.
De zeilpartij heeft m. i. met het meeste
recht aanspraak op den naam van national
laat me er aan toevoegen Friesch volksfeest.
Niets van dal lage en laffevan dat alledaag-
sche liederlijke en gemeene aan andere volks-
vermakelijkheden eigen integendeel ze grijpt
diep in het volkskarakter in het Friesch volks
bestaan, in hel Friesche volksleven.
De scheepvaart toch wordt in deze provincie,
zoo rijk aan meeren en poelenplassen en moe
rassen met vaarten en waterwegen doorweven,
en doorsneden kanalen, door duizenden gehanteerd
en beoefend. Van de binnenlandsche scheepvaart
wordt in deze meer dan in eenige andere pro
vincie een drok en nog jaarlijks toenemend
bruik gemaakt.
Die zich de moeite getroost van een wande
ling van l/2 of uur langs den wal of het ter
rein van den strijd kan dat feest kosteloos zien
en bijwonen waarvan bij voorkeur door mij ge
bruik wordt gemaakt.
Men moet alles niet naar de letter nemen, men
moet meer vragen naar het nut het belang
het voordeel (zeker voor Sneek niet onbelangrijk)
hel algemeen genoegen dat zij aan het volk toe
brengen. We leven immers nog i
dat alles bij het gewicht, de maat, de balans,
de schaal of de meter moet worden toegemeten
of gewogenof is een volksconcert, dal niet dan
legen bewijs toegankelijk is, van zooveel edeler ge
halte dan een zeilparty Wordt de eigenlietde
der meerderen de gevoeligheid der minderen
daardoor zooveel minder gekwest en gestreeld
In tegenstelling met U zelven meen ik U van
zwartgalligheid en pessimistische bedoelingen la
moeten beschuldigen.
21 Augustus 1871.
W. VAN DER MEULEN.
ren wordtin een telegram van hel Süddeutsche en van marine zullen respectievelijk vervangen
nieuw verzekerd worden door den Napolitaan de Vicenzi en den
graaf Ilegnenberg tot mi- i luitenant-admiraal Riboli. Redenen wèl bekend,
maar van weinig beteekenis voor onze lezers.
De Paus zou een broeder van kardinaal Anton-
nelli naar Parijs hebben gezonden om aldaar
met de kardinalen te confereeren over de keus
van Pius opvolger zoo meldt een corres
pondent van da Pall Mall Gazette.
De politie te Madrid heeft eene vangst ge
maakt. Zij moet onderscheidene hoofden van de
vroegere commune van Parijs ontdekt hebben.
Namen niet opgegeven. Misschien is de Madridsche
politie of ’t publiek wel bij de neus genomen.
Beide gebeurt meer.
Inlusschen wordt ook gemeld dat hel hoofdbe
stuur van de Spaansche afdeeling der Internati
onale in eene aan ’t gouvernement gerichte pe
titie hare beginselen ontvouwtmaar tevens over
belastering en vervolging klaagt.
De petitie erkent evenwel dat de Internati
onale tegen het beginsel van gehoorzaamheid
aan hooger gezag is gestemd ja vooral is ge
sticht met het doel om dat beginsel uit te roei
en.
De petitie herinnert dal de president-minister
Zorilla zich dezer dagen openlijk voor het repres
sive stelsel en tegen het preventive stelsel heeft
verklaarden zij zegt ten slotte
«De Internationale begeert ordemaar wil
geen bevoorrechte volksklassen. Meent hel gou
vernement dat wij de wetten schendendan
vervolge het ons voor den rechter. Wil het ons
buiten de wet stellen dan kome hel er voor
uit. Zoo nietdan eerbiedige het onze rechten
als burgers eener vrije natie en doe het die
eerbiedigen.”
Tamelijk cathegorisch
KERK-, ACADEMIE- en SCH00LN1EUWS.
Beroepente Hoenderlode cand. J. H. F.
Gangelte Heusden c. a.P. G. van der Horst,
te Zevenhuizen te Noordwijk-binnen Gerth van
Wijk, te Kampen; te Oud-Beijerland II. J. P.
van der Linden, te Hoevelaken te Nieuwe Tonge,
J E. Steenbakker Morilijon Loysonte Klundert;
te Loenen op de VeluweG. J. van Vledderte
Waal en Koog op Texel; te SuameerA. Zui-
dema te Augustinusga; te Op- en Neder-Andel
J. E. Steenbakker Morilijon Loysen.
Aangenomen het beroep naar Bergschenhoek,
door G. A. Renier, te Buren; naar Wij den es en
Oosterleekdoor J. Riette Eijerland op Texel;
naar Oudewater door J. van lieerdete Lemmer.
Bedanktvoor het beroep naar Huizen door
C. A. Renierte Buren voor Hattem en Ooll-
gensplaatdoor E. B. Gunning te Nunspeet
voor Hemmendoor A. van der Flierte Zwart
sluis.
Eervol ontslag verleend aan E. J. Borgesius
tè Rolde.
Z. M. heeft aan mr. Johan de Wal, eme-
ritus-hoogleeraar in de rechtsgeleerde faculteit
aan de hoogeschool te Leidenverleend een pen
sioen van ƒ2201 ’s jaars.
Benoemd tot hoofdonderwijzer aan de bij
zondere school voor Chr. Nat. Onderwijs te Zut-
phen de heer A. Feringa Jz thans in dezelfde
betrekking te Sneek werkzaam.
r
Met betrekking tot de kabinotskrisis in B e ij e- i da en Acfon ministers van openbare werken
p a rv mnnrlf r* «nr> «tnn l> aI Qa 7 rl /J 1 onZi n nn von nanrinn millan me V» A A f in VIA 111 Lr tionirn nrrnn
Correspondenz-Buremiop nieuw
dat de benoeming van
nister van buitenlandsche zaken zeer na ophanden
isen hij waarschijnlijk voorloopig ook het de-
.De
reeds vroeger genoemd als
te vormen ministeriezou
minister van binnenlandsche zakende heer De
crignis, raadsheer in het hof van appélminis
ter van justitie wordende onderhandelingen
met deze twee personen waren echter nog niet
afgeloopen. De heer von Lutz als minister van
eeredienstde heer von Pranckh als minister
van oorlog en de heer von Pfretzchner als mi
nister van financiën zouden leden van het
nieuwe kabinet blijven. Het officiële orgaan
der beijersche regeering deelt mededat de af
getreden minister van buitenlandsche zaken
graaf von Brayweder tot gezant te Weenen is
benoemdwelke betrekking hij vóór zijne be
noeming tot minister bekleedde. Reeds toen
wilde men wetendat graaf von Bray zijne
eventuele herbenoeming als gezant te Weenen
tot voorwaarde voor het aannemen der portefeuil
le van buitenlandsche zaken gesteld had.
De jongste maatregelen van het Oostenrijk-
s c h e ministerie Hohenwart de ontbinding
van het Huis van afgevaardigden des Rijksraads
en van die Landdagen waarin het tegenwoordige
bewind niet zeker van de meerderheid wasals
mede de bijeenroeping van de Landdagen tegen
14 September worden door de Weener bla
den voor zoo ver zij tolken van de constitutio-
neele partij zijn, als eene oorlogsverklaring be
schouwd. Zij kondigen tevens aan dat de acht
millioen Duitschers, die in Oostenrijk levenden
hardnekkigsten tegenstand aan de ontwerpen des
bewinds zullen bieden, en vleien zich, dat, indien
het aan dezen gelukt bij de aanstaande verkie
zingen voor den Rijksraad de zege aan hunne
candidaten ‘e verzekeren, het ministerie in het
huis van afgevaardigden niet zal kunnen rekenen
op de meerderheid van twee derden der stem
men, welke het behoeft om veranderingen in de
constitutie te brengen en
plannen uit te voeren
Niet zeer gemakkelijk is het de constitutie daar
in zoodanigen zin te ontwikkelen, dat alle Oos-
tenrijksche volken aan het werk der wetgeving
kunnen deelnemenzonder gevaar voor onder
linge conflicten.
Of dit aan het kabinet-Hohenwart zal geluk
ken wat reeds door zeven minisleriën voor hem
sedert 1860 werd beproefd gelooven wij niet.
Het Engelsche Lagerhuis hield zich in den
afgeloopen week bezig met een voordracht der
regeering strekkende om de algemeene toepas
sing der vaccinatie des noods met dwangmidde
len te bevorderen.
Die voordracht bevat de meeste bepalingen der
in 1867 gemaakte wet, doch aan de sedert op
gedane ondervinding getoetstherzien en door
toevoeging van nieuwe, doelmatiger en strenger
gemaakt Zij is Dinsdag 11. ten derde male ge
lezen en definitief aangenomen.
Italië heeft eene gedeeltelijke kabinets-cri-
ses,maar van weinig beteekenis. De heeren Gad-
lovende> zelf den meester open te doen als hij
te huis mocht komen. Daarop begaf ik mij
naar mijne zitkamer, stak de lamp aan, zette
een raam open, nam een leuningstoel en maakte
mij gereed om te wachten op de dingendie
komen zonden.
tholieke kelk. Nu toch wordt weer in le Monde
beredeneerd, dat Thiers moet vallen, omdat hij
»den Paus de hulp van eene Catholieke verga
dering heeft onttrokken.” Daarentegen wordt
daarin beweerd kan Frankrijk alleen gered
worden door zich te werpen in de armen van
Pius den Grootedeze is de vader der Kerk
da Franschen zijn zijne «aangenomen kinderen”,
en de legitime Koning alleen vormt den band
tusschen Frankrijk, den Paus en Jezus Christus.
Gelukkig dat die phraseologie zelfs in Frank
rijk niet heel veel invloed meer heeften dat
het koningschap, dat volgens le Monde aan den
graaf de Ghambord moest worden opgedragen
er voorloopig nog niet veel kans van slagen heeft.
Toch blijft het nog altyd meer dan twijfelachtig
dat het voorstel Rivet door de Nat. Vergadering
zal worden aangenomen. De organen van de
rechter-zijde en het rechter-centrum worden da
gelijks heviger in hunne aanvallen van hel voor
stel van den heer Rivet. Sommigen ontzien den
heer Thiers zelfs niet. Wel beweren zij dat een
middenweg noodzakelijk is, doch zij schijnen er
zich weinig om te bekommeren eene schikking
gemakkelijk te maken. De groote grief die zij
bij herhaling te berde brengen isdat het on
gelukkige voorstel van het linker centrum niets
anders op het oog heeftdan de overeenkomst
van Bordeaux af te brekenterwijl het volgens
de Indèpendance eigenlijk niets anders bedoelt
dan deze te bekrachtigen en beter te waarborgen.
Die overeenkomst toch bevat drie hoofdpunten
het verleenen van een volmacht door de verga
dering het nemen van een loyale proef met het
republikeinsch régimehet zich voorbehouden
der keus van een vasten regeeringsvorm welke
aan eene vergadering zou worden opgedragen
die daarvoor bepaald zou worden benoemd
De daartoe benoemde commissie heeft in de
afgeloopen week zitting gehouden over Rivets
voorstelhaar rapport zou waarschijnlijk Maan
dag inkomenen de openbare discussie Dinsdag
aanvangen.
Eerstdaags wordt de opheffing van den staat
van beleg in de stad Parijs en de departementen
verwacht. De minister van binnenl. zaken zou
weldra een voorstel desbetreffende doen.
Von Bismarck en von Beust zullen, meent
mente Gastein druk confereren en zich al
daar bezig houden en trachten zich te verstaan
ten aanzien van een menigte internationale vraag
stukken welke geregeld moeten worden. Be
langrijke vraagstukken (welke zullen tot oplos
sing gebracht en later door de beide keizers be
krachtigd moeten worden.
De fransche bladen laten zich over die bij
eenkomst van souvereinen en diplomaten alles
behalve gunstig uit. De Siècle zegt o. a.
Judaskus van 1871”zal zeker niet oprechter zijn
dan de Gasteinsche Judaskus van 1865.
Duitsch Ooslenrijkers zoo vergeetachtig
liever in de illussie dat de gansche wereld zich
voor
Von Bismarcks politiek exploiteert
begrippen
de belangen der Duit-