BUITENLAND.
5
FEUILLETON.
1
-
L -
’s pausen
gemeente te hou-
1
OVERZICHT.
BRUIDEGOM DOOR TO EV AL.
D E
toen
Hoofdstuk II.
I
mir
ste
da;
KEI
B
Bert
Wis:
hal
tro
det
hoi
nie
1
Th
der
me
bel
me
uit
een
Doi
een
der
te
hui
te
Lydie stond nog op dezelfde plaats
de weduwe haar verlieten i
dus
sta<
doe
klai
win
ond
nen
zui<
zuil
bes
t troc
gev
C
al i
geir
daai
schi
‘23
een blad, dal hij niet kentdus eene keuze zon-
der oordeel doet.
Had de Heraut dat bedacht, dan had hij
stellig gezwegen want in zijn zeggen ligt de
veroordeeling van 4300 personenwat hun in
tellectualiteit betreftonherroepelijk opgesloten.
Lydie zweeg
en vervolgde
«ik heb een goed idéé. P
van adressen voorzien en verzenden, "en aan
i - -n.ygt, want het
j toeval vertrouw ik. Het heeft mij altijd veel goeds
- Daaraan heb ik 't ook te danken.dat
Ja het toeval zal ook in deze be
slissen; in de hand daarvan stel ik de toekomst
van de goede gravin. Wanneer het wildat zij
met den markies de Salbran huwtdan zal hij
haar ook gelukkig maken I”
Lydie maakte de briefjes dicht en na ze eenige
malen door elkander geschud te hebben, schreef
zij er de adressen op, en riep Lafleur.
«Hier zijn drie briefjes”, zeide zij tot hem,
«welke gij dadelijk moet bezorgen.”
Recht op haar gemak was Lydie niettoen
zijop Lafleur’s terugkomst wachtendezich
alleen bevond en begon na te denken over ’t
geen zij gedaan had. Zoo het toeval haar be
gunstigde, doch zoo eens aan Duclésieux de hand
van de weduwe beschikt ware
Welke boodschap bracht de goede, booze
Lafleur terug, toen hij in het vertrek, waar
Lydie zit te wachten, lerug kwam?”
«De briefjes zijn bezorgd; ik heb alle drie
heeren thuis gevonden.”
Lydie verkeerde in opgewondene spanning, doch
daarvan scheen Lafleur niets te merken, die
aldus voortging
«De markies de Salbran zat met zijn neef,
den burggraaf de Noisy, te schaken, en zijn
spel stond slecht. Hij vloekte tusschen de tan
den en ontving mij vriéndelijk.”
«Las hij den brief in uwe tegenwoordigheid,”
vroeg Lydie met bevende stem.”
«Of hij dien lasEn toen hij hem gelezen
hadsloeg hij met de vuist op de tafeldat de
stukken van het bord af vlogen en midden in de
kamer terecht kwamen.”
digc
gij
g'j
gem
van
gen
de
D
gelo
kiez
len
gum
de t
aan
in d
ten
T
J dagt
boet
Bed
leed
Gi
bele
ik w
«1
«5
«I
l mijn
loopi
»I
»r
»i
d’ Ei
ik n
den
hoe
«II
«II
f boek
zich
mevr
trelle
j kunn
1 verbi
den
1 «ijn
I hooft
f een
Ik b<
nJn I
I het v
plooi
L vred«
der i
sing I
zoogenaamde «yzeren’ begrooting van oorlog
gehouden heeft de minister van oorlog zich te
gen vermindering verklaard. Het plan tol 't in
dienen van een wet tot militaire reorganisatie
had hij niet opgegevendoch omtrent bekrim
ping kon hij niets beloven. Eenige liberale le
den wenschten den diensttijd tot twee jaren ver
minderd te zien. Het regeerings-ontwerp werd
inmiddels en bloc bij de eerste lezing aangeno
men. Donderdag werd een amendement van de
bedoelde strekkingom de militairen slechts twee
jaren onder de wapens te houdeningediend
maar met 190 tegen 80 stemmen verworpen.
Vervolgens is de regeeringsvoordracht ook bij
tweede lezing met 150 tegen 134 stemmen goed
gekeurd. Vooraf had de minister Delbrück haar
verdedigd en daarby o. a. gewezen op den staat
kundigen toestand en op de noodzakelijkheid van
Duitschland om in 1874, bij de afbetaling van
den laatstenFranschen oorlogstermijn, even krach-
tig ten strijde toegerust te zijnals thans.
In diezelfde zitting heeft de Rijksdag zich ook
nog bezig gehouden met een wetsontwerp tot
toekenning van schadeloosstelling van rijkswege
aan de soldaten van de landweer en de reserve.
De regeering heeft dus ter elfder ure toegegeveu
aan den meermalen uitgedrukten wensch van den
Rijksdag Het ontwerp is dan ook bijna zonder
discussie aangenomen.
Zooals wij boven zeidenis het «ijzeren bud
get” in de Vrijdagzitting bij derde lezing aange
nomen en wel met 152 tegen 128 stemmen.
Duitschland is dus voor de eerste drie jaren ge
dekt d. w. z. steeds «ten strijde toegerust.”
De ziekte van den Engelschen kroonprins
schijnt eene gunstige wending te hebben genomen.
De heer Morleyeen invloedrijk lid van de li
berale partij in het Lagerhuis, zeide dezer dagen
te Bristol in eene vergadering van handwerkslie
den dat de kosten der Monarchie en der Dyna
stie in Engelandnaar eene dezer dagen gemaakte
berekeningomgeslagen over de bevolkingjaar
lijks per hoofd drie stuivers bedroegen.
Naar zijne overtuiging zou ieder Engelschman
liever voortgaan die luttele bijdrage te betalen
dan het Land bloot te stellen aan de onbereken
bare jammeren die uit eene proefneming met de
Republikeinsche Staatsinrichting zouden kunnen
voortkomen.
De heer Morley erkende, dat de liberale par
tij thans in eene ongunstigeja hachelijke gesteld
heid verkeerde doch het waszeide hij niet
ten gevolge eener «conservative reactie”, waarvan
de tory-partij het begin meende te zienmaar
ten gevolge van de verdeeldheid tusschen dege
nen die in de verwezenlijking der liberale be
grippen sneller en die daarin langzamer wensch
ten voort te gaan.
Hij verlangde niet de afschaffing van het Hoo-
gerhuismaar de hervorming daarvan naar de
eischen der publieke opinie.
Het, Belgische ministerie d’ Anethan heeft
eindelijk zijn congé gekregenniettegenstaande
het geen plan had heen te gaan zoolang het de
meerderheid in de kamer had. Zóó althans ver
klaarde voor eenige dagen de minister president.
Maar in de zitting der Kamer van Vrijdag jl.
moest d’ Anethan verklaren dat de koning den
ministers hunne portefeuilles had teruggevraagd
en dat zij ze aan Z. M. hadden ter hand gesteld.
Tegenover dezen stand van zaken werd op voor-
briefjes ongesloten en zonder adres vóór haar.
Eindelijk nam zij het eene voor, het andere na
op, draaide ze tusschen hare fijne vingers heen
en weeren na in een gemakkelijken stoel zich
neêrgevleid te hebben opende zij de briefjes en
las ze nog eens over. Bij het afscheid, dat de ridder
kreegontviel aan haar oog een dikke traan
bij het briefje van den pachter-generaal moest
zij van voldoening en genoegen lachenbij dat
van den markies schudde zij het hoofd, trok'zij
de schouders op en riep ontevreden uit
«Welk eene onbezonnenheid zoo iets aan den
markies de Salbran te schrijvendien ingebeel-
denaanmatigenden gek I De heer d’Etiolles
heeft vrij wat meer verstand en ziet er heel
wat beter uit. Ik wil weddendat zij zelve niet
recht goed weetwaarover zij den markies heeft
verkozennog minderhoe het komtdat zij
wil afwijzen zoo’n beminnelijk jong mensch die
van haar zoo innig veel houdt, terwijl de heer
de Salbran haar alleen om haar geld ten huwe
lijk heeft gevraagd. O ik helj een afschuw van
hemen als ik kon
een poos, sloeg zich voor ’t hoofd
Thiers zou meent menzijne boodschap zelf
voorlezen. Zoo als we reeds in ons vorig num
mer meldden zal de president daarin geenerlei
kwesties de constitutie betreffendeaanvoeren.
De royalisten woelen en wroeten voortmaar
tot nu toe met weinig succès. Intusschen is de
graaf van Ghambord te Parijs aangekomen en
men vermoedt dat deze reis van den kroon-pre-
tendent in verband staat met de conferentiën
laatstelijk te Lucern met fransche legitimisten en
orleanisten gehouden. Volgens de Union even
wel heeft de graaf zich reeds weder naar Frohs-
dorf in Bohemen begeven waar zijne gemalin
ongesteld geworden is.
De parijsche Temps meldtdat de krijgsraad,
aan welken is opgedragen het onderzoek in za
ke van de fransche officieren die met verbre
king van hun eerewoord uit Duitschland, waar
zij krijgsgevangen warengevlucht zijnbeslist
heeft dat alle hoofdofficierendie zich aan dit
feit schuldig gemaakt hebben op non-aktivileit
moeten gesteld worden.
Men weet dat de voorstanders van ’s pausen
wereldlijk gezag den val van dit gezag wijten
aan de fransche republiek en de regeering van
4 September, en naar aanleiding hiervan levert
het Journal des Débats eenige beschouwingen
waarin o. a. het volgende voorkomt«Ieder het
zijne. De Heilige Stoel had een stoffelijken bij
stand verlangd van eene regeering die in hem
slechts een werktuig zochten was dien
tengevolge veroordeeld met zijnen gendarme
vernietigd te worden. Het voorloopig bewind
der republiek heeft bij het bezetten van Rome
door de Italianen de hand niet in het spel gehad
integendeel, Jules Favre, de thans door de ijve
raars zoo erg gehoonde Jules Favre, weigerde
de conventie van September 1864 in te trekken.
Toen de heer Nigra hem bestormde om het trak
taat als niet meer bestaande aan te merken
antwoordde hij De conventie van 15 Sep
tember is wel dood, maar ik zal ze niet opzeg
gen. Indien Frankrijk de zege behaald had zou
ik zeer gaarne aan uwen wensch voldoenmaar
mijn land is overwonnenik gevoel mij te on
gelukkig dan dat ik den moed zou hebben den
eerwaardigen grijsaard, die zelf zoo smartelijk
is getroffente bedroeveneen nuttelooze mede-
deeling van de opzegging zou hem smartelijk
aandoen. Ik zeg derhalve de September-konven-
tie niet opik zal er mij niet meer op beroepen
ik kan en wil niets verhinderen. Met u geloot
ikdatindien gij niet vertrektRome in han
den van gevaarlijke woelgeesten geraken zal.
Liever zie ik u daarmaar versta mij wel
Frankrijk geeft u geen toestemming, en gij vol
brengt deze taak alleen op uwe eigene verant
woordelijkheid.”” Het Journal des Débats noemt
nu dit wel een zweven tusschen hemel en aarde,
gelijk trouwens Jules Favre als staatsman «een
door de feiten verpletterde droomer” is geweest,
maar het herinnert dat tot de ontruiming van
Rome reeds door den keizer was last gegeven
met het doel Italië voor zich en zijne laatste avon
turen te winnen.
De zittingen van den Duitschen Rijksdag
zijn Vrijdag jl.ingevolge eene keizerlijke bood
schap door den minister Delbrück medegedeeld,
gesloten, nadat een zijner laatste handelingen
geweest isde vaststelling der uitgaven voor het
leg^r gedurende de drie eerstvolgende jaren. Bij
de eerste beraadslaging Woensdag jl. over de
Lydie was hare meesteres inderdaad zeer
genegen en wenschte haar van harte geluk in
het huwelijk toe. De heer de Salbran hoewel
aan ’l hof zeer in aanzien en van hooge geboorte,
kwam haar desniettegenstaande geenszins voor
als de mandie aan de gravin de Nardillac
paste. Zij hield hem voor zelfzuchtig, trotsch
en verwaand.
Lydie bezat veel verstand en had een uitmun
tend goed oordeelvooral wanneer het personen
betrof.
Van den markies ging het geruchtdat hij
even ongelukkig in ’t spel als gelukkig in de
liefde was; daarenboven was hij zeer driftig en
werd licht toornig. Intusschen was hij van een
De vacantie van de Nationale Vergadering liep
in de vorige week ten einde en Maandag zouden
de zittingen worden hervat. Wij hebben dan
zeker weer spoedig meer politiek nieuws uit
F r a n k r ij k te verwachten dan er in de laat
ste dagen uit dal land tot ons kwam.
«Hel gezamenllijk bedrag van hetgeen voor
het onderwijs in afzonderlijke vakken wordt be
taald zal echter in het 1°, 2° en 3° studiejaar
de som van f 30 en in hel 4° en 5° studiejaar
de som van ƒ50 nimmer te boven mogen gaan
4°. In art. 20 van dat zelfde reglementna
de slotwoorden«voor de leerlingen vastgesteld”
deze alinea te laten volgen
«Wanneer zij voor enkele vakken tot eene
hoogere dan de eerste klasse wenschen te wor
den toegelaten is voor die vakken art. 15 van
dit reglement op hen van toepassing.”
5. De leeraars onder voorzitterschap van den
Directeur uit te noodigenom bij het ontwerpen
van een volgend Programmahet onderwijs in
de algemeene en Nederlandsche geschiedenis zoo
danig in te richtendat beiden in de 3 laagste
klassen worden afgehandeld, en het 4°en5°jaar
tot herhaling en uitbreiding van het geleerde kun
nen worden besteed.
Nadat door de voorstellers breedvoerig hun
voorstel verdedigd en de conclusie van het rap
port bestreden en deze door de meerderheid der
commissie verdedigd waswerdna zeer ample
discussies, punt 1 aangenomen met 7 tegen 6
stemmen.
Vóór stemden de heeren J. ten Cate, P. J van
Beijma Hamerster Dijkstra, ten Gate van Gong
grijp Smits, Fennema en Reidsma. Tegende
hh. Schijfsma Joustra Kingma v. d. Meulen
v. d Weerdt en Terwisscha van Scheltinga.
Gedurende de maand November zijn op on
derstaande markten aangevoerd 7,39f% 3,556/8
105% vt. boter; 94,886 kilo kaas 8,995 koeien,
2,605 kalveren, 6,881 schapen, 310 varkens,
576 biggen, 123 paarden, als te:
Leeuwarden 2,427/ 1,396/, 105/, 6 vt. (59%);
5,702 kilo (37%); 5.138 koei., 1,851 kalv., 5,741
schap144 vark., 576 big., 117 paarden.
Sneek l,682/4 394/, vt. (59); 39,188 kilo
(36%); 2,410 koel., 340 kalv., 1,140 sch., 166
vark., 6 paarden.
Bolsward1,349/^ 213/, vt. (61%); 40,626
kilo (37%); 924 koei., 414 kalv.
Balk: 25% 362% vt. (60%); 942 kilo (35);
523 koei.
Woudsend: 121/. 14/, vt. (61); 3,851 kilo
(37%).
Joure422% 266/, vt. (60 4,577 kilo (35).
Lemmer 333/4 112/8 vt. (60%).
Wolvega 511/4 499/8 vt. (60%).
Heerenveen302% 300/, vt. (59%).
De boter vertegenwoordigde eene waarde van
omstreeks ƒ551,000; de hoogste prijs is geweest
64 op verschillende plaatsen en tijdende laag
ste 56% insgelijks op verschillende plaatsen en
tijden de gemiddelde 60%.
De waarde der kaas bedroeg ruim (23,000.
«Was hij dan zoo toornig
«Ik had nog nooit zoo iets gezien. Hij vloekte
en brulde en liep als een dolle op de meubelen
toedie hij begon stuk te slaan.”
«Maar wat zeide hij
«Weet ik het woorden zonder samen
hang «Ik zal mij wreken ik zal haar
toonenwie ik ben wat een de Salbran
waard is de markiezin zal mij helpen
o 1 zoo zij van schandaal houdtdan zal die
vrouw tevreden kunnen zijn 1” Ten slotte pakte
hij mij bij den kraag en smeet mij vierkant de
deur uit.”
«Anne Lafleur! dat was eene slechtebelooning
zeide Lydie die hartelijk lachte over de woede
des markies.
Hij was derhalve gelukkig niet de uitverko
rene.
«Zeker zeide Lafleur was de eerste
boodschap niet aanmoedigendevenwel liep ik
zoo snel rnogelijk naar den ridder d’Etiolles.
Hij speelde op het klaviero 1 zoo mooiDat is
eerst een fijn heerdie beminnenswaard hupsche,
vriendelijke ridder 1”
«Verder! verder!”
«De heer d’ Etiolles was zeer aangedaan toen
hij den brief had aangenomen en beefde sterk
onder ’t openen er van. Daarnatoen hij hem
gelezen hadwerd hij zoo bleek als de kanten
van zijn jabot en viel achterover in zijn stoel.
Ik ging ijlings naar hem toemaar hij zeide met
zwakke stem laat mij alleenlaat my alleen
In de Woensdag gehouden zitting van den raad
van State, afdeeling van de geschillen van be
stuur, is o. a. behandeld het beroep van voog
den van hel Oldburger weeshuis te Sneekhou
dende verzoek om Zr. Ms. beslissing naar aan
leiding van art. 69 der armenwet in een geschil
tusschen hen en den raad dier gtemeente over
de inrichting en bestemming van dat gesticht.
Het verslag in deze zaak werd uitgebracht door
den staatsraad Boot. Vanwege de voogden trad
mr. Bergsma en voor den gemeenteraad mr. A.
de Pinto op. Zeer langdurig werd van beide
zijden het woord gevoerd.
SNEEK, 5 December.
In eene op Zaterdag jl. gehouden vergadering
van het departement Sneek ter bevordering van
Nijverheid zijn o. a. in voorloopige behandeling
genomen de voorstellen van het bestuur betrek
kelijk de algemeene vergadering en het congres,
in <je maand Juli 1872 in onze gemeente te hou
den.
Een voorloopig programma, opgemaakt door het
bestuur onzer afdeeling, gesterkt met een speci
aal daarvoor benoemde commissie, werd ter ta
fel gebracht en lecture daarvan gegeven. Ten
einde de vele werkzaamheden de regeling aan
de feestelijkheden enz. verbonden, meer gemak
kelijk te maken, werd, op voorstel van het be
stuur besloten een viertal commissiën te benoe
men uit de ledenen wel eene voor de werk
zaamheden eene voor de ontvangst en logies
van de afgevaardigdeneene voor de finantiën
en eene voor de feestelijkheden.
Ter gelegener tijd wenschen we op een en
ander meer uitvoerig terug te komenmaar reeds
nu geven we als onze meening te kennen, dat ons
departement moeite noch kosten zal sparen om
de algemeene vergadering zoo luisterrijk moge
lijk en den afgevaardigden hun verblijf alhier
zoo aangenaam mogelijk te maken.
—In de gemeenteraadsvergadering van gisteren
is in behandeling gekomen het rapport der com
missiedoor den Raad in zijne vergadering van
16 Februari jl. benoemdom te rapporteeren
over het voorstel van de hh. Joustra en Schijfs
ma, strekkende om onze gemeentelijke Hoogere
Burgerschool met 5 jarigen cursus, te verande
ren in eene drie-jarige Rijks-hoogere Burger
school.
De conclusie van het rapport van bedoelde
commissie, bestaande uit de heeren J. ten Ca
te P. J. van Beijma en T. van der Weerdt
luidde aldus
1°. Het voorstel van de heeren Joustra en
Schijfsma niet aan te nemen.
2°. Hel thans bestaande programma van de
leervakken en leeruren aan de H. Burgerschool,
behoorende bij hef reglement door den Gemeen
teraad vastgesteld, den 29 Augustus 1870 no. 14,
te wijzigen volgens bijlage.
3°. In art. 21 van bovenbedoeld reglement
na de woorden«per jaar” eene nieuwe alinea
in te lasschen van dezen inhoud
De drie briefjes zal
ik i
j het toeval overlaten, wat ieder krijgt
Intusschen was hij
oud geslacht en bad ook vele goede hoedanigheden. gebracht. 1
als toen I k hier ben.
nog lagen de drie