GEMOTE EN HET ARRONDISSEMENT SNEEK.
EN ADVERTENTIE-BLAD VOOR DE
MEÏWS-
V.
I
1872.
No. 32.
20 APRIL.
Z ATERDAG
K e n
e v i n
n i s
Bekend in a k i n
x.
XI.
XIL Kazernering
t
II.
f
1’510 850
57.957
541.000
245.310
75 225
28.000
er-
n-
79.447
64.023
86.586
9 33.500
400.544
20.000
50.000
677.550
300.650
297.850
147.000
244500
>0,
,50
1
f 20.500
D
i
I
DE LEGERS EN HUN VLOEK.
ilo.
88.510
II.
f 263.556
III.
9’363.286
ivs.
en
ml.
1
9
9
T>
Deze CO URANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden is binnen deze Stad ƒ1.65, buiten
de Stad franco ƒ1.90.
14’312.088.
Waarbij nog komt uit hoofdstuk II der Staats
begroting voor de Militaire Willemsorde
Infanterie
Kavallerie
Artillerie
Genie
9
D
9
9
9
9
9
7 35
8,35
9,9
10.5A
ie-
ler
tas
BURGEMEESTER
gemeente SNEEK
Gelezen hebbende
ƒ12.000
9 65.809,20
42
ar
den
ia
g)
en
Cb
i'g
a-
d.
iw
IV.
V.
VI.
184
en,
4
'2
4
Z8
1Z2
2
Z8
I
’/s
‘/2
ADVERTENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel daarboven 7’/2 Cents. Alle brieven en stukken,
de uitgave of redactie betreffende, worden franco ingewacht.
Ten einde den lezer een denkbeeld te geven
van ’t geen het leger in Nederland kost deelen
wij hem het budget van oorlog medezooals dat
in 1871 is vastgesteld:
Atdeeling I.
Minister
Ambtenaren
Bureau kosten 9 10.700,80
Groote staf
Generale 9
Pr. en plaats.9
Administratie
(2) Het militair onderwijs kost 92.669.
Het geheele staatsonderwijs f 1’722 029,40.
De drie Akademiën kosten ƒ390.716,40, als
Leiden 179971, Utrecht 125.472 en Gronin
gen ƒ85.273,40. Het onderwijs brengt op 189 000
zoodat de zuivere uitgaven zijn 1’533.029,40.
Wij halen die cijfers aanomdat zij zoo toei-
sprekend zijn.
Direct kost het leger alzoo 14 ’/2 miffioen gul
den dat is zooveel als de geheele accijns op 't
De 9edele” luitenant-adjudant T. M. Key-
ZER (’i zij met permissie gezegd) behoert nil
verleden tijd er toealsmede de niet minder
nobele majoor F. A. H. Tergau en de thans wel
non-actieve, edoch verdienstelijke, majoor I. R.
H. Gisser.
4’940.673
9 1’768.808
9 2’321.262
9 332.643
1869 (Staatsblad no. 59)
op die welke in de twee eerste van art.
27 der Wet van 29 Maart 1833 (Staatsblad no.
4) zijn gebracht bij art. 7 der zelfde Wel van
I860';
en op de verplichting om, bij de bezwaarschrif
ten ingevolge art. 1 der Wet van 4 April 1870
(Staatsblad no. 60) over te leggen een dupli
caat van hun aanslagbilletdal voor 5 Cents
bij den Ontvanger verkrijgbaar is.
Afgekondigd te Sneek den 20 April 1872.
Burgemeester en Wethouders van Sneek
UAMERSTER DIJKSTRA.
De Secretaris
II. FENNEMA.
zooals de inrichting van ’t leger over ’t algemeen
is- In Nederland is zij voorbeeldig slecht. Waar
aan zulks le wijten isbehoeven wij hier niet te
onderzoeken wij wijzen slechts op het feit.
Reeds op de Militaire Akademie pleegt die toe
stand aan te vangen. Men herinnere zich de
Sanders-, de Mestinghs-zwikhet indeelen van
kadetten bij de corpsenalvorens zij officiers-
examens mochten doen en nog zooveel andere
voorvallen meer. Het kwaad vangt daar reeds
aan. Heeft de latere reorganisatie er verbotering
in gebracht? De tijd moet het leeren, Wij be
twijfelen helwant het oude régime is weinig
veranderd. De vorm niet het wezen der zaak
is hervormd. Het leger, zooals ’t thans is, be- der vrijstellingen van vrouwelijke bedienden,
hoort te verdwijnen. Het zal aan de landsver- zijn gemaakt bij art. 5 der Wel van 9 April
dedigiug eer kwaad dan goed doen.
Indien Nederland te verdedigen is zal het zulks
niet zijn mel'het tegenwoordig leger.
XIII. Diversen
XIV. Maréchau sée
XV. Overcomplete officieren, wacht
gelden, benevens een jaarlijksch
cadeau uit de schatkist gemaakt
door Willem I aan den Pruisi-
schen generaalgraaf v. Bulow
v. Dennewitz en diens erfgena
men
XVI. Onvoorziene uitgaven
XVII. Buitengewone 9
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
de gemeente SNEEK
Gelet hebbende op art. 7 van Zijner Majesteits
besluit van den 7 September 1828 (Staatsblad
no. 55), roepen bij deze op: alle personen
welke als gehuwd of als weduwnaar met kind
of kinderenin de tweede klasse van de Alge-
meene Rol der Schutterij in het vorige jaar op
gemaakt zijn gebracht doch sedert dien tijd
door het overlijden van hunne vrouwen ot kin
deren de bevoegdheid hebben verloren om in
die klasse te verblijven, en dus alsnu in de eer
ste klasse der voor dit jaar te formeren algemee-
ne Rol gerangschikt moeten worden, om van
zulke veranderde omstandigheden ter Secretarie
dezer gemeente kennis te geven vóór den 15
der volgende maand; zullende, bij verzuim dezer
aangifte de belanghebbenden ingevolge art. 8
van voormeld koninklijk besluit, bij de schutterij
worden ingelijfd, en bovendien tot eene geldboe
te en gevangenisstraf verwezen worden.
Voorts wordt ter kennis van de belanghebben
den gebracht, dal zij, die hun 34e jaar hebben
voleindigd alsmede zij die gedurende vijf jaren
bij de réserve hebben gestaan des verkiezende
kunnen worden ontslagenwordende dus een ie
gelijk die van dit recht wenscht gebruik te ma
ken aangemaand,, om zulks uiteilijk vóór den
30 Juni aanstaande ter Secretarie aan te geven.
En, op dat niemand hieromtrent eenige onkun
de zoude kunnen voorwendenzal deze worden
afgekondigd en geplaatst in de Sneeker Courant.
Sneek den 19 April 1872.
Burgemeester en Wethouders van de
gemeente Sneek
UAMERSTER DIJKSTRA.
De Secretaris
II. FENNEMA.
dan de officier, bewijst vóór de deugdelijkheid
van zijn karakter.
Het leger kan niet anders dan demoraliserend
werken. De soldaterij toch is een tegennatuur
lijke toestanddie den mensch onteertalthans ‘gi'enstjaar voor de helft hebben betaald;
het besluit van den heer
Commissaris des Konings in Friesland van 12
April 1872 le Afd. no. 614, (Prov. blad no.
54),
Brengen ter kennis der ingezetenen
1°. dat behoudens hetgeen sub nos. 2 en 3
wordt gezegd de uitreiking der billetten en der
declaratoiren voor de beschrijving van de perso-
neele belasting en het recht van patentvoor
het dienstjaar 1872/73 zal aanvangen op den
13 Mei a.s en dat met de weder inzameling
dier stukken acht, dagen daarna aangevangen
en onafgebroken, behalve des Zondags, vervolgd
worden zal
2°. dat echter aan de patentplichtigen ver
meld onder Nos. 3740 van tabel 14 der Wet
van 21 Mei 1819 (Staatblad no 34), zijnde slij
ters in wijnen, dranken en likeuren in 't klein,
tappers, kroeg- en koffiehuishouders, dadelijk
na den 1 Mei a. s. een declaratoir zal worden
bezorgddat na verloop van drie dagen weder
wordt afgehaald.
3°. dal de patentplichtigen vermeld in tabel
7 (kramersreizende kooplieden) en de debi-
tanten der loterijbriefjes voor zoover deze hun
beroep niet beginnen uit te oefenen ter beko-
ming van hun patent, aangifte behooren te doen
ter Secretarie der gemeente vóór de expiratie van
den termijn voor de ophaling der gewone decla-
ratoiren van patent bepaald.
4°. dat degenen die bij het bezorgen of te
rug halen der billetten of verklaringen zijn over
geslagen zich op dat verzuim niet mogen be
roepen maar verplicht zijn, de vereischte en be
hoorlijk ingevulde verklaringen vóór of uiterlijk
op dén 31 Mei a. s in te dienen ten kantore
van den heer Ontvanger, alwaar de billetten ver
krijgbaar zullen zijn
5°. dat voor de palentplichtige kramers,
vreemde kooplieden schippers of bestuurders
van vaartuigen en debilanten van loterijbrief
jes met uitzondering va*i hendie hunne aan
slagen in termijnen kunnen betalen die paten
ten op vertoon van de kwitantiën der betaalde
rechten dadelijk verkrijgbaar zijn
6°. dat, volgens art 2 der Wet van 24 April
1843 (Staatsblad no. 16), aan de slijters in wij
nen, dranken en likeuren in ’t klein tappers,
kroeg- en koffiehuishouders (vermeld onder nos.
3740 van tabel 14), de patenten niet mogen
worden atgegevenvoor dat zij hun aanslag over
het vorige ten volle en die over het nieuwe
ter-
Remonte (d. w. z. paarden)
Militaire Akademie
Reiskosten
VII. Geneeskundige dienst (andere dan door offi
cieren van gezh.) 164.100
Onderwijs van militaire studenten in de medic,
en pharmacie2) 9 17.44
Materieel (med) 259.750
VIII. Vuur en licht in de wachten
IX. Vrachten
Materieel der artillerie
9 9 genie
uit Justitie (H. Mil. Gerh.) 51,200
uit Binnenl. Z. (Militie) 9 56.200 127.900
Vervolgens de uitgaven der gemeenten voor
de militie (ongeveer ƒ90 000) en van den Staat
voor militaire gevangenen; doch waarvan af gaat
de opbrengst van ’t militair domein geraamd op
80.000.
wijl zij bovendienwanneer zij verzuimen hunne
patenten at te halen zoo dikwijls zij die paten
ten of afschriften daarvan aan de bevoegde amb
tenaren niet kunnen verloonen volgens art 32
1 der Wet van 21 Mei 1819, eene boete ver
beuren van 15.
7°. datingevolge art. 29 2 der Wet op
het Personeel van 29 Maart 1833 (Staatsblad
no. 4), tot teggenschatters voor deze gemeente
zijn benoemd Sipke van der Werf Meinse
Molenaar Petrus Molenaar en Abe Visser
waarbij de aandacht der belanghebbenden wordt
gevestigd
op de wijzigingen welke ten aanzien van eer:
gedistilleerd bruto oplevertmeer dan die van
grondbelasting en personeel te zamen meer dan
alle indirecte belastingen met elkaarruim f 21
per jaar voor ieder huisgezin.
Hiermede is de rekening echter op lang na
nog niet in orde.
Alle jaren worden er 11.000 mililiëns gelicht,
die ongeveer een jaar in dienst blijven, of, ko
men zij eerder thuistoch buiten werk zijn.
Daardoor verliest de productie eene waarde van
3 a 4 millioen gulden.
Die van de vorige jaren, 44.000 komen ge
durende zes weken bijeenwaardoor een verlies
aan arbeidsvermogen ontstaat van nagenoeg 2
millioen gulden.
Nu spreken wij nog niet eens van het getal
militairendie geen militiëns zijnzooals hel le
gio officierenonderofficieren en al wat van 't
soldaatje-spelen zijn vak maakt.
Het indirecte verlies kan veilig op 20 millioen
gulden gesteld worden, zoodat het leger alle ja
ren aan de Nederlandsche natie 35 millioen gul
den kost of ongeveer ƒ50 per huisgezin.
Is dat genoeg
Er is nog meerveel meer maar dat niet in
geldswaarde kan worden uitgedrukl, te welen de
bevordering der onzedelijkheid door de soldate
rij zoowel in maleriëlen als morelen zin. Waar
garnizoen ligtstaal de openbare zedelijkheid
laagwie soldaat geweest ismoet al zeer vast
in zijne schoenen hebben gestaan, om niets te
hebben overgenomen van den geestdie in hel
leger heerschleen geestdia door en door be
dorven is.
Dwang onrechtslaafschheid wilsverkrach-
ting en wat dies meer zij en in hel leger zoo
welig tiertverontzedehjkl niet alleen hem die
ze uitoefentmaar ook dengene die er onder
gebukt gaat.
Wij behoeven geene bewijzen te leveren. Week
aan week heeft de pers militaire schandalen te
vermeldenen het meeste wordt nogtans verzwe
gen omdat het niet voor meêdeeling geschikt is.
Welk een geest er heerschtbewijst o. a. het
jANSSEN-schandaal voor wien geen der vele offi
cieren de handschoen heeft opgenomen wel te
gen hem bijv, de sedert tot majoor bevorderde
kapitein Stolkert.
Er bestaat verrotting in den Staat, maar in het
leger is zij tot eene ongelooflijke hoogte geste
gen. Wij zouden typen kunnen gevenwaarnaar
vele officieren zich gevormd hebben, en van wel
ke men walgen moet. Maar de teekening zou
voor de openbare zedelijkheid te kwetsend zijn.
Er zijn uitzonderingen en goddank vele, maar
zij durven zich niet openbaren. Het zou nadee-
lig gevaarlijk zelfs zijn 1
In elk vak is de man, die, er oud in ge
worden zijnde zijne rust neemt, geacht, gezien
en wordt hij met zekeren eerbied door jongeren
behandeld en door dezen om raad gevraagd.
In den officiersstand wordt een gepensioneerde
met den nek aangezien; hij is ongeachtongeëerd
en staat oneindig lager dan de minste officier in
aclieven dienst. Een tweede luitenant in dienst
acht zich zelf hooger dan een kolonel op pensi
oen. Een bewijswelke waarde de officier aan
zijn eigen vak toekent.
Waar de meerdere in rang (de officier) zoo
gedemoraliseerd is behoeft men niet te vragen,
hoé de mindere {de soldaat) hel moet zijn. Men
moet zich zelfs ten hoogste verwonderen, dat het
niet oneindig erger met hem gestel 1 is. Dat de
soldaat betrekkelijk hooger staat in zedelijkheid
o*
n*
WETHOUDERS der
tr
-Riff
,R'