NIEUWS- EN ADVERTENTIE-BLAD VOOR DE
GEMEENTE LN HET ARRONDISSEMENT SNEER
Paardenmarkt.
B I N N E N L A N 1).
1872.
No. 41.
Z E VE N-E N-T W INTI G S T E
J
WOENSDAG
22 MEI.
4
4
4
4
4
4
4
1;
II.
I
I*
SjVEEK
ISS8
=3ESK
DE STAATSLEER VAN Mr. J. R. THORBECKE.
DOOR Mr. S. van HOUTEN.
\Iei
8
aan-
dachtig te maken.”
Deze CO UR ANT verschijnt WOENSDAGS en ZATERDAGS.
Abonnementsprijs voor 3 maanden is binnen deze Stad ƒ1.65, buiten
de Stad franco ƒ1.90.
j de
le
Sie-
11e-
i en
te
Ak-
izen
cob
hui-
jen-
lak-
ADVER.TENTIËN van 1 tot 4 regels, gewone letter, 40 Cents,
voor eiken regel daarboven 7% Cents. Alle brieven en stukken,
de uitgave of redactie betreffende, worden franco ingewacht.
’s
Ike-
nds
\ge
nne
1 COURANT.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
de gemeente SNEEKmaken hiermede bekend,
dat de voorjaars PAARDENMARKT dit jaar zal
plaats hebben op Woensdag den 29 Mei e. k.
Burgemeester en Wethouders voornoemd
I1AMERSTER DIJKSTRA
II. FENNEMA Secretaris.
- i
7 35
8,35
9,9
0.5 A.
De Bazuin trekteven als de Standaard, ten
strijde tegen het optreden van een conservatief
ministerie. «Wat er gebeurezegt het blad, het
is té hopen dat wij voor den ramp van een ka
binet als van 1866 bewaard blijven. Om zóóvele
redenen dat reeds boekdeelen daarmede gevuld
zijn en nog daarover zouden kunnen beschreven
worden. Om het welzijn van vaderland kerk
en school is het vurig te wenschendat een mi
nisterie van Zuylen-Heetnskerk-Borret van het
tooneel blijve.”
Onder den titel tEen deerniswaardig begin"
leest Dr. van Vloten in het laatste nummer van
’t Deventer Weekblad zijne onmondige land-
genooten in zijne vertegenwoordigers flink de
les over hun vooroordeel baatzucht en traag
heid weer zoo treurig gebleken in »de eerste
maand der vierde eeuw van Neèrlands vrij en
zelfstandig volksbestaan.”
Juist nu de beste gelegenheid werd aangebo
den, zich althans in één opzicht (verbetering van ons
rottend belastingstelsel) mondig te toonen,
juist nu blijkt het dat we onder curatele staan;
in casu onder die van de geldbeurs
Terecht wordt door den S. de t>schijn"-schuw
heid van een vertegenwoordiger als Jonckbloel
en de wzelfsverheffende" speech-manie van een
Kappeyne doorgehaald. Zij zouden zeker vrij wat
waardiger volksvertegenwoordigers geweest zijn
indien ze blijken hadden gegeven van meer zelf
standigheid, ware ’t dan ook ten koste van fraaie
oratorische wendingen.
Het gevolg van een en ander is, dat men op
't oogenblik met de handen in ’t haar zit, en, met
Te Kampen circuleert volgens de Kamper
Courant een adres aan Z. E. den Minister
van Finantiën van den navolgenden inhoud
«De ondergeteekenden, kiezers voor de tweede
kamer, wonende te Kampen, zijn van meening,
dat eene meer billijke verdeeling dan thans, van
door eene belasting op het in-
«Wij komen kan worden verkregen. Zij gevoelen zich
de verwerping van de inkomsten-belas- daarom gedrongen Uwe Exc. hun leedwezen te
kwestie maar slechts betuigen, dat de Tweede Kamer der Staten-Ge-
Men zal zich herinneren dat de heer Haiïmans,
lid der tweede kamerin der tijd over zijne niet-
herbenoeming als kantonrechter, stukken in de
dagbladen schreef onder den titel «Lichtmeer
licht.” Naar aanleiding hiervan schrijft thans de
Arnh. Ct
«In de Köln. Zeit. van gisteren vinden wij de
aankondiging, dat te Berlijn verschenen isAudi
einè Alabama-frage. Abhandlung über die Au/-
het ministerieel ambt een middel van bestaan of
levenslangen werkkring zoekeneene buigzaam
heid vordertwelke aan hun karakter schade doel.’’
De aristocratie des verstands heeft in de con
stitutionele monarchie niet de meeste kans om op
hare plaats te komenzooals Th. meentwant
het volk houdt zijne vertegenwoordiging op zijn
eigen peil, In veelbewogen tijden is *t wat an
ders doch dan heeft het zelfde plaats bij alle
regeeringsvormen-
De feitelijke afschaffing van de vereeoiging van
het lidmaatschap der kamer en het ministerambt
i. geheel ten
Niemand moet rechter in zijne eigene gevallen onthouding.
Volgens Thorbecke is de eerste hoofdtrek van
de constitutioneele monarchie «zelfstandigheid der
monarchische regeering met onbeperkte ministe-
riëele verantwoordelijkheid” en is de volksver
tegenwoordiging «zonder deelneming aan de uit
voerende machtwier werking zij door ministe-
riëele verantwoordelijkheid controleert.” Van En-
gelands voorbeeld in deze wil Til. niets weten.
Zooals'hij ’t zich voorstelt, is de regeering slechts
dienaar van de landswet en behartigt het lands
belang naar eigen begrip en overtuiging. De
begrooting mag hij erkent dit na 20 ja
rige praktijk emplicite «van wege zware
grieven tegen het ministerieel beleid” worden
verworpendoch niet wegens verschil van
richting. Langs dien weg zou men van ministers
onderdanen makenhet is eene uiting der zelf
zucht.
Dat mr. v. Houten van eene gansch andere
leer isbehoeven wij niet te zeggen. Trouwens
denkt de overgroote meerderheid van ons volk er
anders over dan Thorbecke.
De _eigenlijke-monarchalen en Thorbecke heb
ben eene verschillende opvatting vanjie zelfstan
digheid der kroonzij zijn van oordeeldat de
koning, alleen omdat hij koning en Oranjetelg is,
wel hel best zal weten en doen wat den lande
goed is.
Niet alzoo hij, Hij vat haar op als middel
om een uitgebreide werking van den ministeri-
ëelen wil te verzekeren. Hij heeft voorliefde
voor eene minister-dictaluurwaarvan de Fran-
sche Juli-monarchie zulke schitterende voorbeel
den opleverde. Geen ministers als in Engeland,
inaar als Thiers en Guizot in Frankrijk wil hij;
geen gehoorzamenden maar gebiedenden.
Hij zelf heeft het gezegddat een minister
niet te rekenen heeft met den wil van ’t volk of
van den vorst.
Hij onttrekt de voor de kroon gehandhaafde
macht theoritisch aan den koning en kent ze toe
aan den minister, als zelfstandig constitutioneel
orgaan.
Neen, zegt v. Houten de ministers zijn en
blijven dienaren, hunne macht is geene zelf
standige. Wij zijn van oordeel, dal deze de juiste
opvatting is.
Hoe zou de koning hen anders kunnen aanstel
len en ontslaan
Verschil tusschen koning en minister is theore
tisch ondenkbaar. De minister, die, wat de ko
ning wil, niet goed acht, en met wiens inzichten
en handelingen de koning zich niet vereenigen
kan moet zijne betrekking neerleggen.
Hetzelfde geldt ten aanzien der vertegenwoordi
ging. V. Houten zegt dienaangaande «Het is
niet te ontkennen, dat deze dubbele afhankelijk
heid van vorst en partijbij personen die in
De Tweede Kamer der Staten Generaal is bij
opzet terug gebracht werden; dat de laat- eengeroepen legen Donderdag 23 dezer desmid-
rxrx 1-v-i rxzxrl vx t zxl rtri .n f zx rv, zx zx vx z» ^1. z. I zx Z. zl l» rlu (Te f O KI 4 I* 1ZX urn O r» rT XI ïP a »»CJ I ZX n rvx zxv» Tl <1
een korte vergaderingwaarin een adres van
rouwbeklag werd aangenomenuiteengegaan.
eene e c o n o m i s c h e.” Staathuishoudkunde, eco
nomie politique en dergelijke bewoordin
gen toonen reeds aan dal hier een politiek on
derwerp behandeld werd. De heer Thorbecke
wilde, het is duidelijk een begin maken met
afschaffing van de plutocratische staatkunde. Men
zou voortaan de rijken meer belasten, de armen
ontlasten. Eerst de moederlanders misschien
waren dan Uier de Javanen bedacht geworden.
Maar het was te veel gevergd zoo iets te ver
wachten van plutocratische kiezers. De heer
Thorbecke maait wat hij gezaaid heelt met zijn
census.
Eén van beiden: of de meerderheid der kamer
leden heeft gehoorzaamd aan hebzuchtige lastge
vers of de onwaardigsten onder de liberalen
hebben hunne welmeenende kiezers verraden
om Thorbecke het beentje te lichten. Vermoede
lijk is het eerste in hoogere mate het geval dan
het laatste. Maar het antwoord kan slechts ge
geven worden door ontbinding van de Kamer.
Blijft de meerderheid tegen billijke belastinghef
fing dan is een libeiaal Minister eene ongerijmd
heid.
Een kleurloos kabinet ware slechts eene ver
daging van de oplossing.
Zachte heelmeesters maken stinkende wonden.
Wie niet hooren wilmoet voelen. Om ziek-
teleekenen weg te nemen moet men eerst den
zieke genezen. Zoo het volk weder meer dan
veertig tegenstanders eener verlichting der lasten
van de minstgegoeden naar het Binnenbof zendt,
behoort het door beproeving wijzer en beter te
worden gemaakt. Ieder volk heeft de regeering,
die het verdient.”
I liébung des Ilaffmann-Licht’schen Patent.
I «Er schijnt alzoo een Haffman-Licht te zijn.
heid van handeling en organisatie van vereeni-
gingen en individuen als toegestaan,
Volkssouvereiniteit en Staats almacht staan dus
principieel tegen over elkander.
Thorbecke’s begrippen wortelen in de theorie
der vorstelijke souvereiniteit maar de practijk
heeft hem gedwongen om aan andere levensmach-
ten vrijheid te verzekeren en te verleenen. The
orie en practijk zijn bij hem niet in overeenstem
ming.
Bij hem is de Staatsmacht van onbeperkte be
voegdheid, maar wijsheid verbiedt er gebruik van
I le maken. Daarom predikt hy in de uiterste
«Er schijnt alzoo
het oog op de minislerieele crisis, de vraag aan j ^9 veroorloven ons den geachten afgevaardigde,
de orde gesteld ziet wat nu? Dr. van Violen d,e aU9d noS me®r licht verlangt hierop
zegt: «het wenschelijksle ware zeker, dat het dachtig le maken.’
aangeboden ministerieel ontslag niet aangenomen,
dat én Thorbecke en Blussé van hun voorgeno
men
ste den moed niet opgaf om een verbeterd be- j dags ten drie ure; en de Eerste Kamer is,
lastingstelselmet begeleiding eener doordachte
belasting op de inkomsten aan ’t Nederlandsche
volk en zijn vertegenwoordigers voor te dragen
die na rijper beraadwellicht tot mondiger
inzichten zullen komen
Ook door den heer Roorda van Eysinga wordt
een hartig woordje gewijd aan onzen tegenwoor-
digen poiitieken toestand' Aangaande de mini-
sterieele crisis zegt hij o. a. «Alleen blinde, I u.ca
welgemeende zucht om Thorbecke te behouden, algemeene lasten,
of verraderlijke huichelarij kon beweren:
zien in
in één persoon keurt v. ,H. af; o.
onrechte. 1
zaak zijn of beoordeelaar van eigen werk. Waar
toe de geoorloofde combinatie aanleiding geven
kan, leert het voorbeeld van de Kempenaer, (1849
die als minister de Wet verdedigde en als volks
vertegenwoordiger er tegen stemde. In Engeland
jadaar moet hel omdat niemand in ’t Parle
ment spreken mag die geen lid is. v. H. noemt
vele nuttigheden der combinatie opdie nogtans
geen een van alle ooit ondervonden zijnwel het
tegendeel. Zij beslaan slechts in theorie en de
combinatie zouo. i., het kiesgeknoei nog groo-
ter makendan ’t reeds is.
Thorbecke staat pal in zijn afkeer van de
Engelsche instellingen v. Houten heeft er veel
mede opmaar beiden hebben ongelijk; niet om
dat ze Engelsch zijn zijn ze slecht of goed. Wij
staan de Engelsche staatsinstellingen over ’t al
gemeen zeer voor omdat ze goed zijnnogtans
loopen er slechte en vrij slechte ook onder.
Tellegen is van meening, dal Thorbecke zij
ne staatsleer op Zuid-Duilschen leest geschoeid
heeftdoch v. Houten is die meening niet toe
gedaan omdat de Duitsche Grondwetten van dien
tijd de strekking hebben om aan ’s vorsten per
soonlijken wil overwicht te verzekeren en de mi
nisters tot zijne persoonlijke dienaren te maken.
Th. daarentegen wil wel de monarchale macht
versterken, maar óten bate der ministers. Wij
houden het met v. H. en beamen het ten volle
dat de Fransche ministers uit de Juli-monarchie
hem als voorbeeld van een ideaal hebben voor
oogen gestaan. Vooral ook den tijd waarin hij
*t meest gewerkt heeftin aanmerking genomen.
Dat er tusschen kroon en ministers een hoog
onverantwoordelijk staatsambtenaar staal (kabi
net des konings)keurt v. H. af; Tn. vroeger
ook, maar hjj is er thans vóór. Wij scharen ons
geheel aan de zijde van v. H., en ’t was ons dan
ook moeielijk onze eigene oogen te gelooven
toen wij, lazen, dat 1h. die wan-instelling ver
dedigd had. Zoo’n kabinet sticht wantrouwen
tusschen kroon en ministers, kweekt achterdocht
en intrigeert bijna altijd ten nadeele zoowel
van volk als vorst. Te meer is die instelling
veikeerd, omdat wij eene Raad van State hebben.
Welk is Thorbecke’s oordeel over de grenzen
van den werkkring en de bevoegdheid van het
algemeen Staatsbestuur
’t Beginsel der volkssouvereiniteit heeft de strek
king die te beperken; de leer der souvereine Staats
macht laat alle macht in lagere als opgedragen door
de souverein, voorkomen; zij beschouwt elke vrij, ting geene polit'ie ke
1 A'’w